Ons gewillig aanbieden
1 De psalmist David profeteerde dat Jehovah’s volk „zich gewillig”, dat wil zeggen, als „prompt reagerende vrijwilligers”, zou „aanbieden” (Ps. 110:3, voetnoot). Dit gaat beslist in vervulling in onze wereldwijde gemeenschap van broeders. Tijdens elk van de afgelopen vier dienstjaren heeft Jehovah’s volk meer dan een miljard uur aan de verbreiding van het goede nieuws van het Koninkrijk besteed. En behalve de prediking en het maken van discipelen, zijn er veel manieren waarop wij ons gewillig kunnen aanbieden om anderen te helpen.
2 Manieren waarop wij van onze gewilligheid blijk kunnen geven: Sommigen in de gemeente hebben misschien hulp nodig om naar de vergaderingen te gaan. Waarom zou je niet vrijwillig aanbieden hen mee te nemen? Anderen zijn misschien ziek, zwak of in het ziekenhuis. Zou je het initiatief kunnen nemen door hen te bezoeken of op enigerlei wijze te helpen? Iemand of een gezin zou aanmoediging nodig kunnen hebben. Heb je eraan gedacht zulke personen uit te nodigen af en toe aan je gezinsstudie deel te nemen? Een pionier of een verkondiger heeft misschien een metgezel in de bediening nodig. Waarom zou je niet aanbieden om in de dienst samen te werken? Dit zijn enkele manieren waarop wij vrijwillig het goede kunnen doen jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof. — Gal. 6:10.
3 Broeders kunnen blijk geven van hun gewilligheid om in Jehovah’s organisatie gebruikt te worden door ernaar te streven aan de vereisten voor ouderlingen en dienaren in de bediening te voldoen (1 Tim. 3:2-10, 12, 13; Tit. 1:5-9). Naarmate wij in aantal blijven groeien, zijn er bekwame broeders nodig die gewillig de leiding nemen in het prediken en onderwijzen en in het weiden van de gemeenten. — 1 Tim. 3:1.
4 Misschien kunnen sommigen van ons zich in grotere mate beschikbaar stellen voor Jehovah’s dienst door zich van tijd tot tijd voor de hulppioniersdienst op te geven. Met een paar redelijke wijzigingen in ons schema kunnen wij vervolgens misschien in de vaste hulppioniersdienst of zelfs in de gewone pioniersdienst gaan. Zijn onze omstandigheden van dien aard dat wij naar een gebied zouden kunnen verhuizen waar meer behoefte bestaat aan hulp? Kunnen wij ons beschikbaar stellen om op Bethel te dienen en aldus rechtstreeks tot de vooruitgang van het wereldwijde werk bijdragen? Er wordt ook veel gedaan op het gebied van de bouw van Koninkrijkszalen, congreshallen en bijkantoorfaciliteiten overal ter wereld, en op dit terrein bestaat een grote behoefte aan gewillige werkers. Degenen die zich voor deze voortreffelijke werken hebben aangeboden, worden zeer gewaardeerd en zij zijn rijkelijk gezegend! — Luk. 6:38.
5 Wij leven in een opwindende tijd. Jehovah bedient zich van zijn gewillige dienstknechten om door middel van zijn geest een groots werk op aarde te verrichten! Steeds wanneer Jehovah ons via zijn organisatie uitnodigt om aan toegenomen Koninkrijksactiviteit deel te nemen, doen wij er goed aan ons af te vragen: ’Bied ik mij nog altijd gewillig aan?’ Vervolgens dienen wij ons hart en onze omstandigheden gebedsvol aan een onderzoek te onderwerpen. Onze godvruchtige toewijding zal ons ertoe aanzetten op het gebied van heilige dienst alles te doen wat in ons vermogen ligt en aldus Jehovah’s hart heel blij te maken! — Zef. 3:17.