Overzicht voor de theocratische bedieningsschool

De volgende vragen zullen mondeling worden besproken tijdens de theocratische bedieningsschool in de week van 29 augustus 2005. De schoolopziener zal een 30 minuten durend overzicht leiden gebaseerd op de stof die in toewijzingen is behandeld in de weken van 4 juli tot en met 29 augustus 2005. [Opmerking: Als er achter de vraag geen verwijzing staat, zul je zelf nazoekwerk moeten doen om de antwoorden te vinden. — Zie Bedieningsschool-boek, blz. 36, 37.]

SPREEKHOEDANIGHEDEN

1. Hoe kunnen we, wanneer we onze hoop met anderen delen, onze ’redelijkheid aan alle mensen bekend laten worden’, en waarom is dat belangrijk? (Fil. 4:5; Jak. 3:17) [be blz. 251 §1-3, kader]

2. Hoe zullen we door te weten wanneer we moeten toegeven, geholpen worden om met anderen overweg te kunnen? [be blz. 253 §1, 2]

3. Waarom is het belangrijk een bekwaam gebruik te maken van vragen wanneer we anderen helpen over een kwestie te redeneren? [be blz. 253 §3, 4]

4. Welke factoren moeten in aanmerking genomen worden als we onze presentatie overredingskracht willen verlenen? [be blz. 255 §1-4, kader; blz. 256 §1, kader]

5. Wat moeten we in gedachte houden als we besluiten aanvullende bewijzen te gebruiken om de redelijkheid van de Schrift te ondersteunen? [be blz. 256 §3-5, kader]

TOEWIJZING 1

6. Welk duidelijke bewijsmateriaal bevestigt de historiciteit van Jezus? [w03 15/6 blz. 4-7]

7. Hoe ’bevrijdt de mond van de oprechten hen’, en hoe ’blijft het huis van de rechtvaardigen staan’? (Spr. 12:6, 7) [w03 15/1 blz. 30 §1-3]

8. Hoe kunnen we „inzien wat de wil van Jehovah is”, aangezien de bijbel niet geschreven is in de vorm van een lijst van geboden en verboden? (Ef. 5:17) [w03 1/12 blz. 21 §3–blz. 22 §3]

9. Welke bijbelse beginselen kunnen, wanneer ze worden toegepast, iemand helpen het hoofd te bieden aan armoede of ongunstige economische omstandigheden? [w03 1/8 blz. 5 §2-5]

10. Hoe moet Jehovah’s voorbeeld in de manier waarop hij vrijelijk geeft op ons van invloed zijn? (Matth. 10:8) [w03 1/8 blz. 20-22]

WEKELIJKS BIJBELLEESPROGRAMMA

11. Welke betekenis hadden de twee zuilen die Jachin en Boaz werden genoemd en die bij de ingang van de door Salomo gebouwde tempel stonden? (1 Kon. 7:15-22)

12. Was Salomo’s geschenk van twintig steden in het land Galilea aan koning Hiram van Tyrus in overeenstemming met de Mozaïsche wet? (1 Kon. 9:10-13)

13. Wat kunnen we leren van de ongehoorzaamheid van „een man Gods”? (1 Kon. 13:1-25)

14. Op welke manier gaf koning Asa van Juda er blijk van moedig te zijn, en wat kunnen we van zijn voorbeeld leren? (1 Kon. 15:11-13)

15. Hoe illustreert het voorval waarbij koning Achab en Naboth betrokken waren het gevaar van zelfmedelijden? (1 Kon. 21:1-16)