Wat Jehovah’s getuigen zullen doen en wat u kunt doen

JEHOVAH’S GETUIGEN in Malawi hebben evenals hun geloofsgenoten in andere landen een zuiver geweten. Zij hebben noch hun landgenoten noch de regering iets aangedaan. En door hun handelwijze van loyale rechtschapenheid ten opzichte van Gods wetten hebben zij God niet gekrenkt. Zij kunnen met de apostel Paulus zeggen: „Ik [oefen] mijzelf voortdurend om een bewustzijn te bezitten dat ik geen overtreding tegen God en de mensen bega.” — Hand. 24:16.

Jehovah’s getuigen zijn niet van plan hun loyaliteit jegens God te verbreken. Zij zullen ermee blijven voortgaan te doen wat in zijn Woord wordt geboden. En als ware volgelingen van Christus Jezus zullen zij in elk land waar zij wonen onderworpen blijven aan de „superieure autoriteiten” (Rom. 13:1). Zij zullen niet trachten de wet in eigen handen te nemen om zich op hun vervolgers te wreken. Gods Zoon heeft dat niet gedaan. De apostel Petrus schrijft over hem: „Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden. Hij heeft geen zonde begaan, noch werd er bedrog in zijn mond gevonden. Wanneer hij werd beschimpt, ging hij niet terugschimpen. Wanneer hij leed, ging hij niet dreigen, maar hij bleef zich toevertrouwen aan degene die rechtvaardig oordeelt.” — 1 Petr. 2:21-23.

Wanneer Jehovah’s getuigen hun toevlucht zouden nemen tot bedreigingen of wanneer zij zouden trachten politieke of economische druk uit te oefenen of tot gewelddaden tegen de tegenstanders aan te zetten, zou dit alleen maar tot gevolg hebben dat zij naar het beeld van hun aanvallers worden gevormd. Hierdoor zouden zij Gods goedkeuring verliezen. In plaats daarvan zullen zij de geïnspireerde raad van de apostel opvolgen: „Vergeldt niemand kwaad met kwaad. . . . Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap; want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik zal vergelden, zegt Jehovah.’ . . . Laat u niet overwinnen door het kwade, maar blijft het kwade overwinnen met het goede” (Rom. 12:17-21). Jehovah’s getuigen wachten dus totdat God op zijn rechtvaardige wijze ware en blijvende verlichting zal schenken.

Volledig geloof in Gods macht om hen te ondersteunen

Door hun geloof in Gods beloften worden Jehovah’s getuigen in staat gesteld deze handelwijze te volgen. Hoewel God toelaat dat zij gedurende een bepaalde periode worden beproefd, zal hij hen nooit in de steek laten. Ook al nemen tegenstanders zelfs hun middelen voor levensonderhoud weg, toch blijft Gods belofte waar: „Ik zal u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten.” Zij hebben derhalve goede moed en zeggen: „Jehovah is mijn helper; ik zal niet bevreesd zijn. Wat kan een mens mij doen?” (Hebr. 13:5, 6) Zij weten dat God hen zal helpen door hen nu zij in nood verkeren, zowel in materieel opzicht als anderszins te ondersteunen, en dat hij hen, ook al zouden zij sterven, in zijn nieuwe ordening weer tot leven zal brengen. — Hand. 24:15.

Zij voelen zich aangemoedigd omdat zij persoonlijk zijn hulp ervaren daar hij hun kracht geeft om te volharden en wijsheid om aan hun problemen het hoofd te bieden. Evenals Paulus en zijn medechristenen kunnen Jehovah’s getuigen in Malawi of in vluchtelingenkampen zeggen: „Wij worden in elk opzicht bestookt, maar toch niet zo in het nauw gedreven dat wij ons niet meer kunnen bewegen; wij worden in verlegenheid gebracht, maar niet totaal zonder uitweg; wij worden vervolgd, maar niet in de steek gelaten; wij worden neergeworpen, maar niet vernietigd. Altijd verduren wij overal in ons lichaam de dodelijke behandeling die men Jezus deed toekomen.” — 2 Kor. 4:8-10.

Zij putten ware troost uit deze zekere kennis: Jehovah God zal nooit toelaten dat zijn volk uiteenvalt en wordt verdelgd. De individuele leden ervan kunnen weliswaar hun eigendommen verliezen. Sommigen worden misschien zelfs wel gedood, hoewel dit gewoonlijk slechts een kleine minderheid is. Toch weten zij dat aangezien God zijn volk door bemiddeling van zijn aangestelde hemelse rechter, Jezus Christus, ondersteunt, hij nooit zal toelaten dat zij worden uitgeroeid.

Zij zullen de wetten van de politieke stelsels van deze wereld blijven gehoorzamen en zich niet schuldig maken aan oneerbiedige daden. Terzelfder tijd zullen Jehovah’s getuigen zich consequent afgescheiden van de wereld bewaren. Zij zullen ermee voortgaan zich openlijk uit te spreken voor Gods Koninkrijksregering als hun ware hoop en vertrouwen. Hiervan hangt het af of zij Gods goedkeuring zullen ontvangen. — Joh. 18:36.

Krachtsinspanningen ten behoeve van degenen die worden vervolgd

Jehovah’s getuigen in Malawi zien in gebed tot God op voor de hulp die zij nodig hebben om de crisisperiode waarin zij verkeren succesvol en getrouw te doorstaan. Hun geestelijke broeders en zusters over de gehele wereld bidden eveneens ten behoeve van hen, evenals de vroege christenen dit deden toen de apostel Petrus gevangen zat en in doodsgevaar verkeerde (Hand. 12:5). De apostel Paulus vroeg zijn broeders te bidden of hij van de ongelovigen in Judéa bevrijd mocht worden (Rom. 15:30, 31). Ook u kunt uw stem voegen bij die van degenen die tot God bidden ten behoeve van christenen die in deze tijd onrechtvaardig lijden ondergaan.

Gods Zoon heeft lang geleden een illustratie gegeven waarin hij de mensen op aarde met schapen en bokken vergeleek die door een herder werden gescheiden. Hij legde uit dat hij ten tijde van zijn tegenwoordigheid voor het oordeel, zelf zo’n scheidingswerk zou verrichten. Dat zijn tegenwoordigheid onzichtbaar zou zijn, blijkt uit zijn verklaring dat de hierbij betrokken personen tot hem zouden zeggen: „Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en u gevoed, of dorstig en u iets te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemde gezien en u gastvrij ontvangen, of naakt en u gekleed? Wanneer hebben wij u ziek of in de gevangenis gezien en zijn naar u toe gegaan?” Jezus zei dat hij zou antwoorden: „Voor zover gij het voor een der geringsten van deze broeders van mij hebt gedaan, hebt gij het voor mij gedaan.” — Matth. 25:31-40.

Sommigen in Malawi en elders die het lijden van christelijke getuigen van Jehovah hebben gezien, hebben hulp en troost geschonken. Aangezien zij de onschuld van de Getuigen en de waarheidsgetrouwheid van hun boodschap beseffen, hebben zij te zamen met hen een standpunt ingenomen voor wat juist is. Voor sommigen van deze mensen heeft dit eveneens vervolging betekend. Maar zij kunnen zich verheugen, want Jehovah God en zijn Zoon zien dit en zullen hen belonen. Jezus heeft beloofd dat hij tot de met ’schapen’ te vergelijken personen zou zeggen: „Komt, gij op wie de zegen van mijn Vader rust, beërft het koninkrijk dat . . . voor u is bereid.” Daardoor vermijden zij het te moeten „heengaan in de eeuwige afsnijding”, de volledige vernietiging die is weggelegd voor degenen die een tegenovergestelde handelwijze volgen. — Matth. 25:34, 46.

Het is te hopen dat velen in Malawi alsnog mededogen zullen tonen jegens Jehovah’s christelijke getuigen, ja, en bewondering zullen hebben voor het opmerkelijke verslag van het standvastige geloof en de onverbrekelijke toewijding die zij voor Gods koninkrijk in handen van zijn Zoon hebben getoond. Ook is het te hopen dat degenen die een officiële regeringspositie bekleden, zullen erkennen dat Jehovah’s getuigen geen bedreiging voor hun land vormen maar veeleer een kracht voor rechtvaardigheid en hoge morele maatstaven zijn, hoedanigheden die voor elk volk blijvende voordelen afwerpen, en dat deze functionarissen stappen zullen doen om het hun aangedane onrecht te herstellen, zodat zij hun natie voor het oog van alle toeschouwers zullen rehabiliteren.

Het verzoek van Jehovah’s getuigen van Malawi, of zij zich nu in het land bevinden of in vluchtelingenkampen daarbuiten, is eenvoudig of de regering van Malawi hun de voorzieningen wil toekennen die in de Grondwet van de republiek Malawi zijn opgenomen. In het eerste hoofdstuk van dat document wordt verklaard:

„(iii )De regering en het volk van Malawi zullen de onschendbaarheid blijven erkennen van de persoonlijke vrijheden die vervat zijn in de door de Verenigde Naties opgestelde Universele verklaring van de rechten van de mens, en van handhaving van het Volkenrecht;

(iv) Niemand dient zonder betaling van een billijke compensatie, en alleen wanneer dit in het openbare belang nodig is, van zijn bezittingen te worden beroofd:

(v) Alle personen, ongeacht kleur, ras of geloofsovertuiging, dienen gelijke rechten en vrijheden te genieten.”

De recente gebeurtenissen in Malawi waarbij Jehovah’s getuigen betrokken zijn, stellen de hoogste functionarissen van het land in de gelegenheid hun belangstelling voor deze voorzieningen van de grondwet van de republiek Malawi te tonen. Zullen zij nu handelend optreden om de christelijke getuigen van Jehovah die burgers van Malawi zijn deze wettelijke rechten weer te waarborgen?

U zult misschien persoonlijk iets willen doen ten behoeve van degenen die in Malawi zulk een intens lijden ondergaan door naar de rechtmatige autoriteiten in dat land te schrijven en hun uw bezorgdheid voor zulke personen en uw medelijden met hen kenbaar te maken, met het dringende verzoek snel verlichting voor hen te brengen. Hieronder verschaffen wij de namen van regeringsfunctionarissen aan wie zulk een dringend verzoek gericht kan worden.

ADRESSEN VAN REGERINGSFUNCTIONARISSEN

Zijne excellentie president voor het leven Dr. H. Kamuzu Banda

Central Government Offices

Box 53

Zomba, Malawi

De Hoogedelgestrenge Heer A. A. Muwalo Nqumayo, M.P.

Minister van Staat (Bureau van de president)

Central Government Offices

Box 53

Zomba, Malawi

De Hoogedelgestrenge Heer A. M. Nyasulu, M.P.

Voorzitter van de Nationale Vergadering

Central Government Offices

Box 53

Zomba, Malawi