Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g75 8/2 blz. 27-29
  • Is het juist wanneer religies aan geld komen door bingo?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Is het juist wanneer religies aan geld komen door bingo?
  • Ontwaakt! 1975
  • Vergelijkbare artikelen
  • De meesten zijn voorstander van „een immorele praktijk”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
  • Worden Gods belangen gediend door gokspelen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1960
  • Gokken — De verslaving van de jaren ’90
    Ontwaakt! 1995
  • Inzicht in het nieuws
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
Meer weergeven
Ontwaakt! 1975
g75 8/2 blz. 27-29

Wat is de zienswijze van de bijbel?

Is het juist wanneer religies aan geld komen door bingo?

EEN opgestoken arm en de kreet „bingo!” Hoe vaak zal zich dit niet per dag herhalen? Vooral vrouwen met opgroeiende kinderen voelen zich sterk tot dit spel aangetrokken, alsook gepensioneerden of alleen overgebleven personen. Velen putten er genoegen en opwinding uit. De organisatie ervan is misschien in handen van een plaatselijke vereniging, een liefdadigheidsorganisatie, of een joodse synagoge. Heel vaak kan men ook fervente spelers geschaard zien rond de bingo-tafels in een plaatselijke rooms-katholieke kerk.

Het aantal deelnemers kan van plaats tot plaats sterk uiteenlopen, van een klein groepje tot vele honderden. Bingo wordt gespeeld met behulp van allemaal ongelijke kaarten, elk met vijf kolommen van vijf genummerde vierkanten, met uitzondering van een „vrij” midden-vierkant. Sommige mensen kopen en spelen op verscheidene kaarten tegelijk. En terwijl de spelleider hardop willekeurig getrokken getallen afroept, bedekken de spelers deze getallen op hun kaart met een bingo-fiche. De eerste die een rij van vijf getallen — horizontaal, verticaal of diagonaal — vol heeft, roept „Bingo!’ Als winnaar krijgt die speler dan een prijs, misschien zelfs geld.

Waarom organiseren verenigingen bingo-spelen? Om aan geld te komen. Zo berichtte bijvoorbeeld onlangs een rooms-katholieke kerk in Lancaster, in de Amerikaanse staat Pennsylvania, per jaar $30.000 over te houden van haar bingo-avond op donderdag. Bingo is dus een zeer geschikt middel gebleken om aan geld voor religieuze doeleinden te komen. Zijn er echter bepaalde factoren die overweging verdienen alvorens men besluit bingo te spelen? Ja, die zijn er.

Bingo is in werkelijkheid een kansspel. En derhalve op veel plaatsen verboden. Het is echter mogelijk dat plaatselijke autoriteiten niet zo streng toezien op het naleven van de wet als het gaat om religieuze organisaties die bingo-avonden organiseren. Maar hoe denkt u persoonlijk over het gehoorzamen van de wet? Jezus Christus zei zijn volgelingen ’caesar terug te betalen wat van caesar, maar God wat van God is’ (Mark. 12:17). God verwacht van degenen die zijn gunst zoeken, dat zij alle wetten van de „superieure [regerings-]autoriteiten” gehoorzamen, voor zover deze niet in strijd zijn met zijn geboden. — Rom. 13:1; Hand. 5:29.

Bij bepaalde soorten van spelen wordt van de deelnemers grote vaardigheid en geestelijke inspanning gevergd. Maar geldt dat ook voor bingo? Neen. De spelers ervan vertrouwen op het geluk. Is dat verkeerd? Vanuit Gods standpunt bezien, zeker, want de Schrift keurt het niet goed dat men zijn vertrouwen in het geluk stelt. — Jes. 65:11.

Door bingo te spelen kan men natuurlijk aan geld komen voor nuttige dingen. Maar er is meer om aan te denken. Aangezien de opbrengst in sommige gevallen ten bate komt van een organiserende kerk, zullen aanhangers van andere religies zich van deelneming onthouden omdat zij geen andere vorm van aanbidding willen ondersteunen. Doch de gemiddelde bingo-speler zal zich er weinig om bekommeren waar de opbrengst naar toe gaat — naar een kerk of de een of andere liefdadige instelling of vereniging. Velen doen aan bingo mee niet om te geven, maar in de hoop dat zij meer terug zullen ontvangen. Hoe gemakkelijk kan zo’n verlangen echter ontaarden in hebzucht! En wist u dat volgens de bijbel „hebzuchtige personen” Gods koninkrijk niet zullen beërven? Dat schreef de christelijke apostel Paulus. — 1 Kor. 6:9, 10.

Toegegeven, de gemiddelde bingo-speler is niet zoals vele beroepsgokkers, iemand die zich tot oneerlijkheid zal verlagen of bezeten is van een onbedwingbare hebzucht. Toch kunnen we de vraag stellen: bevordert bingo een dergelijke houding niet? Alle deelnemers zetten geld in en elke speler verlangt er hevig naar iets te winnen van de aldus bijeengekomen geldsom of de prijzen die ermee zijn gekocht. Ja, bingo werkt zelfzucht in de hand, alsmede gebrek aan liefde voor andere mensen.

Niet een zelfzuchtige houding jegens anderen, maar liefde voor onze medemens, dat is hetgeen God verlangt van hen die zijn goedkeuring wensen te ontvangen. De apostel Paulus schreef: „Zijt niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want hij die zijn medemens liefheeft, heeft de wet vervuld.” — Rom. 13:8.

Met het oog op Gods vereisten en de onwenselijke gevolgen van het bingospel, zou men zichzelf de vraag kunnen stellen: Kan ik mij de apostel Paulus, of misschien Petrus voorstellen, in een religieus bijeenkomstgebouw bezig aan een kansspel, aandachtig luisterend naar allerlei nummers die worden afgeroepen, en dan plotseling zijn hand opstekend en opgewonden roepend: „Bingo!”? Dat is moeilijk voor te stellen, niet? En Jezus Christus? Zou u zich hem in zo’n situatie kunnen voorstellen? Nauwelijks! Wel, het is goed in gedachten te houden dat godvruchtige personen naar hem dienen op te zien als hun Voorbeeld. — Hebr. 12:1, 2; 1 Petr. 2:21.

Hoe kunnen personen die God wensen te behagen, aan geld of materiële bezittingen komen? Het zou onjuist zijn om bezwaren te maken tegen het geven en ontvangen van geschenken als dit met juiste motieven gebeurt. De Schrift spreekt over het ’aandragen van een geschenk’ in Jehovah’s voorhoven, terwijl God zelf wordt beschreven als de Gever van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk” (Ps. 96:8; Jak. 1:17). Is er echter iemand die zou kunnen zeggen dat bingo verband houdt met edelmoedig en goedhartig geven? Neen, zeker niet!

In het algemeen moeten christenen produktieve arbeid verrichten om aan de dingen te komen die zij nodig hebben of graag willen bezitten. De apostel Paulus spoorde medegelovigen ertoe aan ’met hun handen te werken’. Dat was ook precies wat hijzelf deed. — 1 Thess. 4:10-12.

Kansspelen zijn al duizenden jaren bekend. Een op bingo gelijkend spel schijnt reeds in Egypte te zijn gespeeld, al voordat de pyramiden werden gebouwd. De Romeinen, in een wat latere tijdsperiode, hielden loterijen. Maakte Gods volk uit de oudheid echter gebruik van dergelijke spelen om aan geld te komen of goederen te verwerven voor religieuze doeleinden? Neen.

Kort nadat de Israëlieten uit Egyptische slavernij waren bevrijd, werd Jehovah’s tabernakel als centrum van aanbidding gebouwd. Er werden geen kansspelen gehouden om aan de noodzakelijke materialen voor de bouw te komen. Integendeel, van het volk kwam „een ieder wiens hart hem ertoe drong, en zij brachten, een ieder wiens geest hem ertoe aandreef, Jehovah’s bijdrage voor het werk aan de tent der samenkomst en voor haar gehele dienst en voor de heilige klederen” van degenen die in Gods heiligdom dienst verrichtten. — Ex. 35:20-29; 36:4-7.

Ook de vroege christenen hielden geen speelavonden om aan geld voor religieuze doeleinden te komen. In plaats daarvan leverden zij vrijwillige bijdragen. Tertullianus schreef over hen: „En ook als er een soort kas is, wordt die niet gevormd van het ’eregeld’, als werd de godsdienst verkwanseld. Een ieder geeft een bescheiden bijdrage op een bepaalde dag van de maand of wanneer hij wil en als hij het wil en als hij het kan. Niemand wordt gedwongen, maar men draagt vrijwillig bij” (APOLOGETICUM 39, 5; Het Spectrum, 1951, blz. 100). Dat is in overeenstemming met Paulus’ raad: „Laat een ieder doen zoals hij in zijn hart heeft besloten, niet met tegenzin of onder dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief.” — 2 Kor. 9:7.

Jehovah’s getuigen van thans trachten dus niet aan geld te komen door middel van bingo, aangezien dit een vorm van gokken is, op veel plaatsen onwettig is, en zelfzucht in de hand werkt, alsmede hebzucht en gebrek aan liefde voor andere mensen. Om aan geld en goederen voor hun gezinnen te komen, verrichten zij produktief werk. En om de belangen van de ware aanbidding te bevorderen, schenken zij, net als Jehovah’s dienstknechten in het verleden, vrijwillige bijdragen. Zij ’eren Jehovah met hun waardevolle dingen’. En op zijn beurt „verrijkt” God hen „voor elke soort van edelmoedigheid”. — Spr. 3:9, 10; 2 Kor. 9:8-12.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen