Welke toekomst voor Afrikanen?
Door Ontwaakt!-correspondent in Liberia
DE HEDENDAAGSE wereld is aan constante veranderingen onderhevig, en nergens voltrekken die veranderingen zich diepgaander en sneller dan op ons continent Afrika. De afgelopen vijftien jaar hebben we tientallen nieuwe naties uit vroegere koloniale gebieden zien ontstaan. En wat is het motto van deze nieuwe Afrikaanse landen? Ontwikkeling! Een „ontwikkeling” die tot gevolg heeft gehad dat in veel delen van Afrika de landbouw plaats heeft moeten maken voor de industrie. Velen van ons hebben hun dorpen verlaten om in de groeiende steden werk te zoeken. Stamculturen en oude waarden zijn in deze stedelijke smeltkroezen opgelost en verdwenen.
Gezien al deze veranderingen leeft bij velen van ons de vraag: „Wat zal de toekomst Afrika en de Afrikanen brengen? Moeten we de industrielanden van het Westen blijven imiteren, of moeten we streven naar een bewaring van onze eeuwenoude tradities?”
Die vragen zijn ontstaan doordat sommigen van ons naar het buitenland gingen om te studeren en toen de gelegenheid hadden om de geneugten van materiële overvloed, comfort, moderne gemakken en vrije tijd te smaken, die de bevolking van de „eerste wereld” geniet. Andere Afrikanen ontvingen via de film of door middel van mensen uit andere landen die in hun omgeving kwamen wonen en werken, een idee van deze industriële levenswijze. En van velen was de reactie: „Wij willen die dingen ook!”
Sommigen hebben ze ook verworven. Uit bijna elk dorp is het bepaalde jonge mannen in de algemene strijd gelukt een hogere schoolopleiding te ontvangen, een beurs te krijgen om in het buitenland te studeren, en bij terugkeer een goed betaalde prestigebaan te bemachtigen. Nu zijn deze enkelingen een deel geworden van de elite en genieten zij van de rijke levenswijze zoals die voor Amerikanen en Europeanen gebruikelijk is. Maar op elke maatschappelijk geslaagde zijn er tientallen „mislukten” aan te wijzen.
En droevig genoeg hebben veel van die laatsten hun toevlucht gezocht bij alcohol, seksuele immoraliteit en, meer recent, bij drugs ten einde hun frustraties te vergeten, waarbij zij maar al te vaak het zo nodige geld om hun gezin te kleden en te voeden aan deze uitspattingen besteden. Zo wemelt het in de Afrikaanse steden van jongeren die op alle mogelijke manieren — vaak misdadig — aan de kost proberen te komen.
Zij die al deze problemen van nabij meemaken, komen dan ook tot de vraag: „Zal het streven naar een industriële levenswijze de Afrikanen een zekere en vredige toekomst brengen?”
Kunnen wij tot een geslaagde industriële ontwikkeling komen?
Wil echter de industriële ontwikkeling van Afrika slagen, dan zullen we eerst heel wat uitdagende problemen moeten oplossen. Afrikaanse landen trachten in een paar jaar te bereiken wat Westerse landen eeuwen heeft gekost. En zelfs met een volledige uitwisseling van kennis en ervaring zal het nog bijzonder moeilijk zijn gelijk te komen.
Eén ernstig probleem is het vinden van voldoende bekwaam personeel. In veel streken is er een overschot aan kantoorpersoneel, maar een kritiek tekort aan technische mensen. Er bestaat wanhopig behoefte aan technische scholen, maar waar vinden we voldoende bekwame leerkrachten en geld om de nodige uitrusting te kopen? Wat de zaak nog verder bemoeilijkt, is dat veel Afrikanen die naar het buitenland gaan om te studeren, daar blijven. Bovendien hebben we te kampen met ons hete klimaat en parasitaire ziekten als malaria, die veel van onze energie vergen en een langzamer tempo noodzakelijk maken.
Andere factoren, die de vooruitgang vertragen, zijn de stammenhaat en de zelfzucht. Onze stamwetten verbieden liegen, stelen en moord binnen de eigen stam, maar zijn in het algemeen niet van toepassing op onze omgang met leden van andere stammen. Die worden misschien zelfs als gevaarlijke vijanden beschouwd. Vandaar dat de samenwoning in steden, met mensen van diverse stammen, een geheel nieuw stelsel van wetten vereist. Waar zullen die echter vandaan moeten komen? De snelle omschakeling van het stamleven op een ander soort van leven, georiënteerd op natie en wereld, heeft een aanzienlijke wanorde en onstabiliteit geschapen.
Bovendien slokken de bevolkingsgroei en de inflatie een groot deel van de opbrengsten der ontwikkeling op, zodat de gemiddelde Afrikaan niet veel beter af is dan vroeger. Traditioneel bestaat bij ons het verlangen naar grote gezinnen, om bij het werk in de landbouw over vele handen te kunnen beschikken en van een goed verzorgde oude dag verzekerd te zijn. Maar in een stedelijke samenleving ligt de situatie anders. Vaak is het voor mensen met grote gezinnen al een hele financiële last hun kinderen in de stad van de allernoodzakelijkste benodigdheden te voorzien. Door dit alles — de ontvolking van het platteland door de trek naar de steden, en de nadruk op industrie — heeft de landbouw geen gelijke tred kunnen houden met de bevolkingsgroei, en is er, gekoppeld aan de toegenomen vraag naar Westerse consumptiegoederen een hevige inflatie ontstaan.
Welke toekomst voor de industrie?
Maar als al deze problemen nu eens overwonnen zouden kunnen worden en Afrika zou slagen in zijn industriële ontwikkeling? Zou daarmee een vredige en zekere toekomst verzekerd zijn?
Wel, hoe is het de Westerse landen vergaan? Natuurlijk heeft de industrialisatie velen een grote materiële overvloed gebracht, maar toch zijn ook daar armoede en werkloosheid nog lang niet volledig uitgebannen. Het hoge misdaad- en echtscheidingscijfer, de verslaving aan drugs, het grote aantal zelfmoorden en andere sociale ziekteverschijnselen tonen bovendien aan dat een „gemakkelijk” leven nog lang niet altijd een gelukkig leven is.
De medische vooruitgang in de Westerse wereld heeft ziekten als cholera, malaria en worminfecties aan banden gelegd. Maar daarvoor in de plaats zijn andere kwalen opgeschoten: kanker en hartziekten vooral, te wijten aan de spanningen, de vervuiling en de verkeerde eetgewoonten die in die landen heersen. Bovendien verkeren de economieën van de Westerse wereld in een wankel evenwicht.
Maar welke richting moet Afrika dan inslaan? Slechts weinig Afrikanen verlangen weer naar een éénmansboerderijtje of naar het bijgeloof van het platteland. Aan de andere kant zien we ook niet graag al onze gewoonten en onze hele cultuur volledig door het Westerse materialisme opgeslokt. Wat we werkelijk willen, is de goede aspecten van de Afrikaanse cultuur behouden, de kwaliteit van ons leven verbeteren en stabiele morele waarden vinden die ons in deze moeilijke tijd een houvast kunnen bieden.
Kan de bijbel Afrikanen helpen?
Kan de bijbel ons helpen? Veel Afrikanen betwijfelen dat sterk. En wel omdat de zendelingen van de christenheid, die de bijbel over Afrika verspreid hebben, ook de wegbereiders waren van de kolonisatie en de commerciële uitbuiting door de Westerse wereld. Die zendelingen importeerden met de bestuurders en zakenlieden een Westerse cultuur, maar verschaften daarbij geen gezonde morele leiding. Het falen van de christenheid betekent echter niet automatisch ook het falen van de Heilige Schrift. De bijbel had al voorzegd dat er in het wereldrijk van valse religie, „Babylon de Grote” genaamd — waarvan de christenheid het grootste deel uitmaakt — hebzuchtig materialisme, bedrog en liefde voor genoegens zouden heersen. En de bijbel heeft dit niet alleen voorzegd, maar ook . . . veroordeeld. — 2 Tim. 3:1-5; Openb. 18:2, 4-8.
Bovendien beeldt het Woord van God het vals-religieuze rijk af als een „hoer” die geestelijk overspel heeft gepleegd door religie met politiek te vermengen (Openb. 17:1-5, 15, 18). Ze is verantwoordelijk, niet alleen voor het toestaan en aanmoedigen van het spiritisme (zoals juju en Afrikaanse wetenschap) en het bijgeloof, die Afrikanen in slavernij hebben gehouden, maar ook voor een groot deel van de politieke en commerciële uitbuiting op het Afrikaanse continent (Openb. 18:3, 23). Volgens de bijbel komt de voltrekking van Gods oordeel aan Babylon de Grote nu snel naderbij. Gods bevrijdingsroep laat zich horen: „Gaat uit van haar, mijn volk” — Openb. 18:4.
De twijfels die mijn mede-Afrikanen ten aanzien van de bijbel hebben, zijn derhalve niet terecht. Ook de Schrift veroordeelt de christenheid voor de slechte behandeling die ze mensen overal ter wereld, en ook in Afrika, heeft doen toekomen. Bovendien bevat het Woord van God door de tijd beproefde beginselen voor een gelukkig leven nu en betrouwbare beloften omtrent vrede en zekerheid voor de gehele mensheid in de toekomst. Gehoorzaamheid aan deze beginselen heeft een groot aantal Afrikanen ertoe gebracht polygamie met haar vele problemen op te geven, en een rein en gelukkig gezinsleven op te bouwen door een op liefde gebaseerd, monogaam huwelijk aan te gaan.
Ik weet waarover ik praat, want ik ben een van Jehovah’s christelijke getuigen en ga om met honderdduizenden andere Getuigen hier in Afrika, personen die een opmerkelijke verandering in hun persoonlijkheid hebben aangebracht ten einde hun leven met bijbelse beginselen in overeenstemming te brengen. Wij noemen elkaar in alle oprechtheid broeder en zuster, want wij hebben de kerken van de christenheid verlaten en op traditie berustende, spiritistische praktijken opgegeven. En over de invloed van bijbelse beginselen in ons leven schreef de Oxford-socioloog B. R. Wilson in een artikel getiteld „Jehovah’s Getuigen in Kenya”:
„[Zij] prenten ook een zeer strenge ethiek in op het gebied van persoonlijke rechtschapenheid, en de gevolgen daarvan zijn misschien wel indrukwekkender dan de formele wetten en inconsequente kanselretoriek van de kerken . . . Door bijvoorbeeld de nadruk te leggen op punctualiteit, eerlijkheid, soberheid, een verzorgd uiterlijk en nauwgezetheid ontstaat er bij hun leden een instelling die zowel voor het werk als in de burgermaatschappij gevolgen heeft. Hun weigering om steekpenningen aan te nemen, verleent Jehovah’s Getuigen wat hun gedrag betreft een heel ongewone en unieke positie in de Afrikaanse landen.”
En ten aanzien van politieke strijd leven zij volgens de woorden van Jezus Christus, die verklaarde dat zijn volgelingen „geen deel van de wereld” zouden Zijn (Joh. 15:19, 20). Wij blijven absoluut neutraal met betrekking tot de wereldse politiek. Hier in Afrika heeft dit over tienduizenden van ons verschrikkelijke vervolging en in sommige gevallen zelfs de dood gebracht. Maar wij kunnen onze neutraliteit niet verbreken omdat wij uit de bijbel weten dat een zekere toekomst alleen door middel van Gods hemelse koninkrijk kan komen. Dat koninkrijk zal spoedig alle menselijke koninkrijken verwijderen en goddelijke heerschappij over de gehele aarde brengen. — Dan. 2:34, 44.
Die hemelse regering zal de gehele mensheid onder één Hoofd, Jezus Christus verenigen, deze aarde tot een paradijs herstellen en de mensheid tot volmaaktheid opheffen. Ziekte, misdaad, geweld en zelfs de dood zullen verdwenen zijn (Openb. 21:1-5). En wat geweldig te weten dat deze gelukkige toekomst ook genoten zal worden door de miljarden doden die door middel van een opstanding tot leven zullen terugkeren (Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15). Dan zullen mensen van alle rassen en culturele achtergronden door de aanbidding van Jehovah God en de beginselen van zijn geschreven Woord op de eerste plaats te stellen, de kwaliteit van het leven op aarde steeds meer verbeteren. Dat is de toekomst waar de meer dan 300.000 Getuigen van Jehovah in Afrika verlangend naar uitzien. Ja, het is de enige reële toekomsthoop voor zowel Afrikanen als de gehele mensheid.