„Zie! Ik maak alle dingen nieuw”
1-4. (a) Welke dingen die u op onze omslag ziet afgebeeld, zou u graag willen meemaken? (b) Welk prachtige vooruitzicht wordt u hier voor ogen gesteld? (c) Wat zijn enkele bijbelteksten die een dergelijke hoop ondersteunen?
ZIE eens wat een gelukkige mensen er op de omslag van deze brochure staan afgebeeld. Zou u niet graag een van hen zijn? Natuurlijk zegt u Ja, want hier vindt u de vrede en harmonie waarnaar de gehele mensheid verlangt. Mensen van alle rassen — zwart, blank en geel — gaan als één familie met elkaar om. Wat een vreugde! Wat een eenheid! Deze mensen zijn klaarblijkelijk niet bezorgd voor nucleaire neerslag of de dreiging van terrorisme. De vredige hemel boven dit lieflijke park wordt niet door straaljagers doorkliefd. Er zijn geen soldaten, geen tanks en geen geweren. Er is zelfs geen gummiknuppel nodig om de orde te handhaven. Oorlog en misdaad bestaan eenvoudig niet. Ook heerst er geen woningnood, want iedereen heeft een prachtig huis dat hij zijn eigendom kan noemen.
2 Kijk toch eens naar die kinderen! Het is gewoon een lust om te zien hoe zij zich vermaken. En wat een dieren om mee te spelen! Er zijn in dit park geen ijzeren tralies nodig, want alle dieren leven in vrede met de mensheid en met elkaar. Zelfs de leeuw en het lam zijn vrienden geworden. Kijk eens hoe die vogels met hun vrolijke kleuren bedrijvig af en aan fladderen, en hoor hoe hun prachtige gezang zich met het gelach van de kinderen vermengt. Geen kooien? Neen, want dit gebied wordt geheel door vrijheid en onbeperkte vreugde gekenmerkt. Ruik de geur van die bloemen eens, hoor het stroompje kabbelen en voel de koesterende warmte van de zon. Kon u maar wat van de vruchten uit die mand proeven, want het is het allerbeste wat de aarde kan voortbrengen, evenals alles wat in deze schitterende parkachtige tuin te zien en te genieten valt, het beste van het beste is.
3 ’Maar wacht eens even’, zegt iemand, ’ik zie helemaal geen oude mensen. Moeten ook zij niet van dit gelukkige gezelschap genieten?’ De oude mensen zijn er eigenlijk wel, maar zij zijn weer jong geworden. In dit park sterft niemand als gevolg van ouderdom. De jonge mensen hier groeien op tot rijpe volwassenen en worden dan niet meer ouder. Elk van de miljoenen mensen die in dit park wonen, of hij of zij nu twintig of tweehonderd jaar oud is, verheugt zich in jeugdige levenslust en volmaakte gezondheid. Zegt u miljoenen? Ja, miljoenen, want dit park wordt tot in alle landen uitgebreid. Het zal tot de uiteinden van onze aarde, van de berg Foedji tot het Andesgebergte, van Hong Kong tot de Middellandse Zee, één en al leven, vrede en schoonheid zijn, want de gehele aarde wordt in een paradijsachtig park veranderd. Het Paradijs zal over de gehele aarde worden hersteld.
4 Zei u dat dit ongelooflijk is? Beschouw echter eerst eens de feiten die het bewijs vormen. Het is zowel voor uzelf als voor uw gezin mogelijk om het voorbijgaan van het huidige, veelbewogen samenstel van dingen te overleven en het Paradijs, waarvan u op onze omslag een afbeelding ziet, binnen te gaan.a
Het boek waarin wordt uiteengezet wat het Paradijs is
5. (a) In welk boek worden deze dingen uiteengezet? (b) In welke opzichten is dit een opmerkelijk boek?
5 Al deze prachtige dingen, en de zekerheid dat ze zullen komen, worden uiteengezet in een boek — het schitterendste boek dat ooit is geschreven. Het wordt de bijbel genoemd. Het is een heel oud boek, en gedeelten ervan zijn wel 3500 jaar geleden geschreven. Toch geeft dit boek de meest gezonde en praktische raad die er voor het leven in deze tijd te vinden is. De daarin opgetekende profetieën wekken een schitterende hoop voor de toekomst. Het is de best-seller van de gehele geschiedenis, want er zijn van de complete bijbel of van grote gedeelten ervan meer dan 2.000.000.000 exemplaren in ongeveer 1810 talen in omloop gebracht.
6. Waardoor onderscheidt de bijbel zich van andere geschriften die als heilig worden beschouwd?
6 Geen enkel ander heilig boek is zo over de hele wereld verspreid, en de meeste andere zijn lang niet zo oud. De koran van de islam is nog geen 1400 jaar oud. Boeddha en Confucius leefden ongeveer 2500 jaar geleden, en hun geschriften dateren uit die tijd. De geschriften van het sjintoïsme werden in hun huidige vorm niet meer dan 1200 jaar geleden samengesteld. Het Boek van Mormon is pas 160 jaar oud. In geen van deze heilige boeken kan, zoals in de bijbel, de menselijke geschiedenis tot 6000 jaar terug nauwkeurig worden nagegaan. Om de oorspronkelijke religie te begrijpen, moeten wij ons dus tot de bijbel wenden. Het is het enige boek dat een universele boodschap voor de gehele mensheid bevat.
7. Wat hebben nadenkende mensen over de bijbel gezegd?
7 Nadenkende mensen uit alle natiën en van alle rangen en standen hebben de wijsheid en schoonheid van de bijbelse boodschap geroemd. De vermaarde geleerde en ontdekker van de wet der zwaartekracht, Sir Isaac Newton, zei: „Geen enkele wetenschap wordt beter gestaafd dan de bijbel.” Patrick Henry, de Amerikaanse revolutionaire leider, befaamd om de woorden „Geef mij vrijheid, of geef mij de dood”, verklaarde nog: „De bijbel is meer waard dan alle andere boeken die ooit zijn gedrukt.” Zelfs de grote hindoewijsgeer Mohandas K. Gandhi zei eens tot de Britse onderkoning van India: „Wanneer uw land en mijn land het op basis van de leringen die Christus in deze Bergrede heeft vastgelegd, eens zouden worden, zouden niet alleen de problemen van onze landen, maar ook de problemen van de gehele wereld opgelost zijn.” Gandhi sprak over de hoofdstukken 5 tot en met 7 van het bijbelboek Matthéüs. Lees deze hoofdstukken zelf eens en zie dan of u niet verrukt bent over hun krachtige boodschap.
De bijbel — een oosters boek
8, 9. (a) Waarom is het onjuist de bijbel een westers boek te noemen? (b) Hoe is de bijbel geschreven, en in de loop van hoeveel jaar? (c) Waarom kan de bijbel een bibliotheek worden genoemd? (d) Hoeveel mannen werden gebruikt om de bijbel te schrijven? (e) Wat getuigden sommigen van deze mannen omtrent de Oorsprong van de bijbel?
8 In tegenstelling tot wat men veelal denkt, is de bijbel geen produkt van de westerse beschaving, noch wordt deze beschaving erin verheerlijkt. Bijna de gehele bijbel werd in oosterse landen geschreven, terwijl de schrijvers ervan allen oosterlingen waren. Duizend jaar vóór Boeddha, in 1513 v.G.T., werd Mozes, die in het Midden-Oosten woonde, door God geïnspireerd om het eerste boek van de bijbel, Genesis genaamd, te schrijven. Vanaf dit begin houdt de bijbel tot op het laatste boek, de Openbaring, vast aan één harmonieus thema. De bijbel werd in 98 G.T., ongeveer zeshonderd jaar na Boeddha, voltooid. Wist u dat de bijbel uit 66 verschillende boeken bestaat? Ja, de bijbel is een bibliotheek op zichzelf!
9 Sedert Mozes’ tijd hebben dan ook in de loop van 1600 jaar zo’n 40 mannen een aandeel gehad aan het schrijven van het harmonieuze bijbelse verslag. Zij getuigen dat hun geschriften door een veel hogere macht dan de sterfelijke mens werden geïnspireerd. De christelijke apostel Paulus schreef: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid”b (2 Timótheüs 3:16). En de apostel Petrus verklaarde: „Geen profetie der Schrift [ontstaat] door enige eigen uitlegging . . . Want nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd.” — 2 Petrus 1:20, 21; 2 Samuël 23:2; Lukas 1:70.
10. (a) Hoe is de bijbel tot op onze tijd overgeleverd? (b) Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat wij nog steeds over de oorspronkelijke geïnspireerde bijbeltekst beschikken?
10 De wijze waarop de bijbel tot op deze tijd is overgeleverd, is eveneens zeer opmerkelijk. Duizenden jaren lang, totdat ongeveer vijfhonderd jaar geleden de boekdrukkunst werd uitgevonden, moesten afschriften van de bijbel met de hand worden gemaakt. Van geen enkel ander literair werk uit de oudheid werden zo naarstig en telkens opnieuw afschriften gemaakt. Hij werd keer op keer overgeschreven, maar dit geschiedde altijd met grote zorg. De afschrijvers hebben slechts een paar onbelangrijke fouten gemaakt, en door afschriften met elkaar te vergelijken, heeft men kunnen vaststellen hoe de oorspronkelijke door God geïnspireerde tekst eruit heeft gezien. Een vooraanstaande autoriteit op het gebied van bijbelhandschriften, Sir Frederic Kenyon, zegt: „De laatste grondslag voor enige twijfel of de Geschriften ons in hoofdzaak zo hebben bereikt als ze werden geschreven, is nu weggenomen.” Tegenwoordig bestaan er nog ongeveer 16.000 met de hand geschreven afschriften van de bijbel of gedeelten van de bijbel, waarvan sommige zelfs nog uit de tweede eeuw voor Christus dateren. Bovendien zijn er vanuit het Hebreeuws, het Aramees en het Grieks, de talen waarin de bijbel oorspronkelijk werd geschreven, nauwkeurige vertalingen in bijna alle talen der aarde gemaakt.
11. Welke hedendaagse ontdekkingen kloppen met het bijbelse verslag?
11 Sommigen hebben getracht de bijbel in diskrediet te brengen door te beweren dat hij onnauwkeurig is. In de afgelopen jaren hebben archeologen echter de ruïnes van oude steden in bijbelse landen afgegraven en inscripties en nog ander bewijsmateriaal gevonden waardoor onweerlegbaar wordt bewezen dat de personen en plaatsen die zelfs in de oudste bijbelse verslagen worden genoemd, werkelijk hebben bestaan. Zij hebben veel bewijsmateriaal blootgelegd waaruit op te maken valt dat er een wereldomvattende vloed is geweest, die volgens de bijbel ruim vierduizend jaar geleden, in Noachs dagen, heeft plaatsgevonden. In dit verband verklaarde prins Mikasa, een bekende archeoloog: „Is er werkelijk een Vloed geweest? . . . Het feit dat de vloed werkelijk heeft plaatsgevonden, is overtuigend bewezen.”c
De God van de bijbel
12. (a) Wat zeggen sommige spotters over God? (b) Waarom noemt de bijbel God een Vader? (c) Wat is volgens de bijbel Gods naam?
12 Zoals sommige mensen zich spottend over de bijbel uitlaten, bespotten anderen het idee dat er een Almachtige God bestaat (2 Petrus 3:3-7). Zij zeggen: ’Hoe kan ik in God geloven aangezien ik hem niet kan zien? Zijn er bewijzen dat er werkelijk een onzichtbare Schepper bestaat, die hoger is dan de mens? Woont God niet in alles?’ Anderen zeggen: ’Er is geen God of Boeddha.’ Toch wordt in de bijbel duidelijk gemaakt dat, zoals wij allen leven hebben ontvangen door bemiddeling van een aardse vader, onze oorspronkelijke voorouders leven hebben ontvangen van een hemelse Vader of Schepper, wiens persoonlijke naam Jehovah is. — Psalm 83:18; 100:3; Jesaja 12:2; 26:4.
13. Op welke twee manieren heeft Jehovah zich aan de mensheid geopenbaard?
13 Jehovah heeft zich op twee opmerkelijke manieren aan de mensheid geopenbaard. De voornaamste manier is door middel van de bijbel, waarin zijn waarheid en zijn eeuwige voornemens worden bekendgemaakt (Johannes 17:17; 1 Petrus 1:24, 25). De andere manier is door middel van zijn schepping. Door de wonderbaarlijke dingen om hen heen gade te slaan, zijn veel mensen gaan beseffen dat er een Schepper-God moet bestaan, wiens grootse persoonlijkheid in zijn werken wordt weerspiegeld. — Openbaring 15:3, 4.
14. Wat vertelt de bijbel ons over Jehovah?
14 Jehovah God is de Auteur van de bijbel. Hij is de Grote Geest, die van eeuwigheid tot eeuwigheid bestaat (Johannes 4:24; Psalm 90:1, 2). Zijn naam „Jehovah” vestigt de aandacht op zijn voornemen met betrekking tot zijn schepselen. Het ligt in zijn voornemen besloten die grote naam te rechtvaardigen door de goddelozen te verdelgen en degenen die hem liefhebben te bevrijden, zodat zij op een paradijsaarde kunnen leven (Exodus 6:2-8; Jesaja 35:1, 2). Daar hij de Almachtige God is, bezit hij de macht hiertoe. Als de Schepper van het gehele universum staat hij ver boven de gewone nationale goden en afgoden. — Jesaja 42:5, 8; Psalm 115:1, 4-8.
15. Tot welke conclusie zijn intelligente mensen gekomen door hun onderzoekingen op het gebied van de schepping?
15 In de afgelopen eeuwen hebben geleerden veel tijd besteed aan het bestuderen van de scheppingswerken. Tot welke conclusie zijn zij gekomen? Een van de pioniers op het gebied van de elektriciteit, de bekende Britse natuurkundige Lord Kelvin, verklaarde: „Ik geloof dat hoe grondiger de wetenschap wordt bestudeerd, hoe meer ze ons verwijdert van alles wat met atheïsme vergeleken kan worden.” De in Europa geboren geleerde Albert Einstein gaf, hoewel hij als een atheïst werd beschouwd, het volgende toe: „Het is voor mij genoeg . . . de wonderbaarlijke structuur van het universum, dat wij vaag kunnen waarnemen, te overpeinzen, en nederig te trachten zelfs maar een oneindig klein gedeelte te begrijpen van de intelligentie die in de natuur openbaar is.” De Amerikaanse geleerde en Nobelprijswinnaar Arthur Holly Compton zei: „Een zich ordelijk ontplooiend universum bevestigt de waarheid van de meest majestueuze verklaring die ooit is geuit — ’In het begin schiep God’.” Hij haalde de openingswoorden van de bijbel aan.
16. Hoe verheerlijkt het universum de wijsheid en macht waarvan Gods scheppingswerken getuigen?
16 Heersers van machtige natiën gaan wellicht prat op hun intelligentie en hun wetenschappelijke prestaties bij het veroveren van de ruimte. Maar hoe onbeduidend zijn hun ruimtesatellieten in vergelijking met de maan, die een baan om de aarde beschrijft, en de planeten, die een baan om de zon beschrijven! Hoe nietig zijn deze sterfelijke mensen met hun prestaties vergeleken bij Jehovah die miljarden hemelse sterrenstelsels, elk met miljarden zonnen zoals de onze, heeft geschapen en ze voor onmetelijke tijd in de ruimte heeft gegroepeerd en een plaats heeft toegewezen! (Psalm 19:1, 2; Job 26:7, 14) Geen wonder dat Jehovah de mensen beschouwt als slechts sprinkhanen, en machtige natiën „als niets”. — Jesaja 40:13-18, 22.
17. Waarom is het redelijk in een Schepper te geloven?
17 Woont u in een huis? Waarschijnlijk hebt u het huis niet zelf gebouwd en weet u ook niet wie het wel heeft gedaan. Dat u de bouwer niet kent, weerhoudt u er echter niet van de waarheid te aanvaarden dat de een of andere intelligente persoon het heeft gebouwd. De redenatie dat het huis zichzelf heeft gebouwd, zou een heel dwaze indruk maken! Is het dan niet redelijk te concluderen dat er een Intelligente Schepper moet zijn, aangezien er voor de constructie van het grote universum en alles wat zich daarin bevindt, een oneindig veel grotere intelligentie nodig is geweest? Werkelijk, alleen een dwaas zou in zijn hart zeggen: „Er is geen Jehovah.” — Psalm 14:1; Hebreeën 3:4.
18. Waardoor wordt aangetoond dat God een persoon is, en dat hij het waard is lof te ontvangen?
18 De schitterende wonderen om ons heen — de bloemen, de vogels, de dieren, de wonderbaarlijke schepping die mens wordt genoemd, de wonderen van leven en geboorte — deze alle getuigen van het onzichtbare Meester-Intellect dat ze heeft voortgebracht (Romeinen 1:20). Voor intelligentie is verstand nodig, en verstand is aan een persoon gebonden. De opperste intelligentie zetelt in de Opperste Persoon, de Schepper van al wat leeft, ja, de Bron van het leven (Psalm 36:9). De Schepper is beslist alle lof en verering waard. — Psalm 104:24; Openbaring 4:11.
19. (a) Waarom kan geen enkele natie thans aanspraak maken op een door God geschonken overwinning in een oorlog? (b) Waarom heeft God niets met de oorlogen van de natiën uit te staan?
19 Het geloof in God dat sommige mensen bezaten, is door de bittere ervaringen van de Tweede Wereldoorlog geschokt. In die tijd riep men in elk land zijn eigen katholieke, protestantse of oosterse „God” aan. Zou men kunnen zeggen dat „God” enkele van deze natiën de overwinning schonk en dat hij andere de nederlaag liet lijden? De bijbel maakt duidelijk dat geen van deze natiën de ware God aanriep. Jehovah God, de Schepper van hemel en aarde, is niet verantwoordelijk voor de verwarring en oorlogen onder de natiën (1 Korinthiërs 14:33). Zijn gedachten zijn veel hoger dan die van de politieke en militaristische natiën van deze aarde (Jesaja 55:8, 9). Evenzo hebben ook de ware religie en de aanbidding van Jehovah niets met de oorlogen van de natiën uit te staan. Jehovah is ver boven de nationalistische goden verheven. Hij is uniek als de God van vredelievende mannen en vrouwen in alle natiën. Zoals de bijbel zegt: „God [is] niet partijdig . . ., maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem” (Handelingen 10:34, 35). Rechtvaardig gezinde personen in alle natiën leren thans de bijbel kennen en gaan de ware „God die vrede geeft” aanbidden, de Schepper van de gehele mensheid. — Romeinen 16:20; Handelingen 17:24-27.
20. Waardoor wordt aangetoond dat de christenheid onchristelijk en tegen God gekant is?
20 Sommige mensen wijzen op de verdeeldheid en de huichelarij in de religies van de christenheid, terwijl deze toch beweren dat ze de bijbel volgen. Zij zeggen ook: ’Hoe kan ik in de God van de bijbel geloven wanneer de natiën die de bijbel bezitten er koortsachtig mee bezig zijn kernwapens op te slaan?’ In werkelijkheid is het zo dat, terwijl de bijbel altijd waar blijft, de natiën van de christenheid even ver van het bijbelse christendom verwijderd zijn geraakt als de noordpool van de zuidpool af staat. Dat ze het christendom belijden, is huichelachtig. Ze hebben de bijbel, maar gehoorzamen de daarin opgetekende leringen niet. De Amerikaanse president die bevel gaf de eerste atoombom boven Hirosjima af te werpen, riep eens uit: „O, hadden wij maar een Jesaja of een Sint-Paulus!” — om de mensen in deze wereldcrisis leiding te geven. Had hij met de bijbelse Jesaja ingestemd, dan zou hij nooit een atoombom hebben afgeworpen, want Jesaja was er een voorstander van ’zwaarden tot ploegscharen te smeden en speren tot snoeimessen’. Bovendien verklaarde de Paulus uit de bijbel: „Wij voeren geen oorlog overeenkomstig datgene wat wij zijn in het vlees. Want de wapenen van onze oorlogvoering zijn niet vleselijk” (Jesaja 2:4; 2 Korinthiërs 10:3, 4). In plaats van de wijze raad uit de bijbel op te volgen, zijn de natiën der christenheid echter in een aan zelfmoord grenzende bewapeningswedloop verwikkeld geraakt. Elke bewering van hun zijde dat ze christenen zijn die de bijbel gehoorzamen, is vals. Daar ze Gods wil niet ten uitvoer brengen, wacht hun zijn oordeel. — Matthéüs 7:18-23; Zefanja 1:17, 18.
Jehovah’s scheppingen en wonderen
21. Waarom is het redelijk Gods wonderen niet in twijfel te trekken?
21 Jehovah schept en hij verricht wonderen. Heeft u zich ooit afgevraagd hoe water in bloed werd veranderd, de wateren van de Rode Zee werden gescheiden, Jezus uit een maagd werd geboren, en hoe andere in de bijbel beschreven wonderen in hun werk zijn gegaan? Daar het verstandelijke vermogen van de mens beperkt is, zal hij waarschijnlijk nooit begrijpen hoe sommige van deze wonderen zijn geschied, net zo min als hij ten volle het wonder kan begrijpen dat de zon elke dag op- en ondergaat. De schepping van de mens was een wonder. De moderne mens was er niet bij toen dat wonder geschiedde, maar hij weet dat het is geschied, want anders zou hij er nu niet zijn. Ja, al wat leeft en ook het gehele universum is één eeuwigdurend wonder. Hebben wij daarom reden tot twijfel wanneer er in Gods Woord, de bijbel, staat dat hij bepaalde wonderen verrichtte, die voor bepaalde tijden bedoeld waren, ook al bestaat thans niet meer de noodzaak voor dezelfde wonderen?
22. Beschrijf Gods eerste schepping.
22 Al Jehovah’s scheppingswerken zijn wonderbaarlijk en prachtig! Zijn allereerste schepping was echter het wonderbaarlijkst van allemaal. Dit was de schepping van een geestenzoon, zijn „eerstgeborene” (Kolossenzen 1:15). Deze hemelse Zoon werd „het Woord” genoemd. Talloze eeuwen nadat hij was geschapen, kwam hij naar deze aarde en werd hij de „mens, Christus Jezus” genoemd (1 Timótheüs 2:5). Toen werd van hem gezegd: „Het Woord nu is vlees geworden en heeft onder ons verblijf gehouden, en wij hebben zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid zoals die van een eniggeboren zoon van een vader; en hij was vol onverdiende goedheid en waarheid.” — Johannes 1:14.
23. (a) Hoe kan de verhouding tussen God en zijn Zoon verklaard worden? (b) Wat heeft Jehovah door bemiddeling van zijn Zoon geschapen?
23 De verhouding tussen Jehovah en zijn Zoon kan vergeleken worden met die tussen de eigenaar-directeur van een bedrijf en zijn zoon, die helpt de dingen te vervaardigen die zijn vader ontworpen heeft. Door bemiddeling van zijn eerstgeboren Zoon en medewerker schiep Jehovah vele andere geestelijke schepselen, zonen van God. Later verheugden dezen zich toen zij zagen hoe Jehovah’s Zoon, zijn Meesterwerker, de stoffelijke hemel en de aarde waarop wij leven, voortbracht. Twijfelt u eraan dat deze dingen werden geschapen? Duizenden jaren later vroeg Jehovah aan een getrouw man: „Waar bevondt gij u, toen ik de aarde grondvestte? Vertel het mij, indien gij werkelijk over verstand beschikt. Toen de morgensterren te zamen een vreugdegeroep aanhieven, en alle zonen Gods voorts juichend hun instemming betuigden?” — Job 38:4, 7; Johannes 1:3.
24. (a) Welke aardse schepping van Jehovah is heel bijzonder, en in welke opzichten? (b) Waarom is het onredelijk te zeggen dat de mens uit lagere dieren is geëvolueerd?
24 Mettertijd schiep Jehovah levende, stoffelijke dingen op deze aarde: planten, bomen, bloemen, vissen, vogels en andere dieren (Genesis 1:11-13, 20-25). Vervolgens zei God tot zijn Meesterwerker: „’Laten wij de mens maken naar ons beeld, overeenkomstig onze gelijkenis . . .’ En God ging ertoe over de mens te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem; als man en als vrouw schiep hij hen” (Genesis 1:26, 27). Daar de oorspronkelijke mens naar het beeld en de gelijkenis van God was geschapen, en dus ook Gods voornaamste eigenschappen liefde, wijsheid, gerechtigheid en macht bezat, was hij verreweg superieur aan de dieren. De mens vormt een klasse die apart staat van de dieren, omdat hij kan redeneren, toekomstplannen kan maken en het vermogen bezit God te aanbidden. Dieren bezitten geen verstand dat ze tot redeneren in staat stelt, maar leven volgens instinct. Het is beslist onredelijk te zeggen dat er geen Schepper is, maar dat het veelzijdig begaafde, met verstand begiftigde schepsel de mens is geëvolueerd uit niet met verstand begiftigde lagere dieren! — Psalm 92:6, 7; 139:14.
25, 26. (a) Welk grootse vooruitzicht werd de mens voor ogen gesteld? (b) Waarom zou zich op aarde niet het probleem van overbevolking voordoen?
25 God plaatste de mens in „een tuin in Eden, tegen het oosten”. Het was een lusthof, zoals de tuin op de omslag van onze brochure, ook al waren er op dat ogenblik pas twee mensen — Adam en zijn vrouw. Dit oorspronkelijke paradijs bestaat niet meer — het werd namelijk in de vloed van Noachs dagen verwoest. Maar de plaats in het Midden-Oosten waar het ongeveer gelegen moet hebben, is bekend, want enkele van de rivieren die er volgens de bijbel doorheen stroomden, bestaan nog steeds (Genesis 2:7-14). De mens had de grootse gelegenheid om deze tuin te bebouwen en de grenzen ervan steeds verder te verleggen totdat de gehele aarde een paradijs zou zijn. — Jesaja 45:12, 18.
26 Daar God en zijn Zoon beiden werkers zijn, heeft God ook de mens hier op aarde werk te doen gegeven (Johannes 5:17). Tot Adam en Eva, de eerste man en vrouw, zei hij: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar, en hebt de vissen der zee en de vliegende schepselen van de hemel en elk levend schepsel dat zich op de aarde beweegt, in onderworpenheid” (Genesis 1:28). Betekent dit dat de mens zich moest vermenigvuldigen, de aarde moest vullen en zich vervolgens moest blíjven vermenigvuldigen totdat de aarde overbevolkt zou zijn? Neen. Wanneer iemand u zegt dat u een kopje met thee moet vullen, blijft u niet schenken totdat de thee over de rand van het kopje en over de hele tafel stroomt. U vult het kopje en stopt dan. Precies zo werd door Jehovah’s gebod aan de mens, „Vult de aarde”, te kennen gegeven dat hij voornemens was de aarde in die mate door mensen te laten vullen dat zij er gerieflijk konden wonen, en daarna zou hij de voortplanting van de mensheid hier op aarde laten ophouden. Dit zou in een volmaakte mensenmaatschappij geen probleem zijn. Alleen in de hedendaagse wereld van de onvolmaakte mensheid vormt overbevolking een probleem.
Slechte dingen — Waarom laat God ze toe?
27. Welke vragen eisen nu een antwoord?
27 Indien het Gods voornemen is een paradijsaarde tot stand te brengen, hoe komt het dan dat er thans zoveel goddeloosheid, lijden en verdriet op aarde is? Indien God almachtig is, waarom heeft hij deze toestanden dan al zo lang toegelaten? Is er hoop dat er aan al onze zorgen een eind zal komen? Wat zegt de bijbel?
28. Hoe deed opstand zijn intrede in de paradijstuin?
28 De bijbel laat zien dat de ellende voor de mensheid begon toen een van de geestenzonen van God in opstand kwam tegen Jehovah’s soevereiniteit of heerschappij (Romeinen 1:20; Psalm 103:22, Engelse NW-Verwijsbijbel, vtn.). Ongetwijfeld behoorde deze engel tot degenen die zich hadden verheugd toen zij zagen hoe de mens geschapen werd. Maar vervolgens schoten hebzucht en trots wortel in zijn hart en werd hij meegetrokken door het verlangen dat Adam en Eva hem zouden aanbidden in plaats van hun Schepper, Jehovah. Deze engel sprak via een slang, ongeveer zoals een buikspreker via een pop spreekt, en hij verleidde Eva ertoe ongehoorzaam te worden aan de Almachtige God. Daarna volgde haar man Adam haar door ook ongehoorzaam te worden. — Genesis 2:15-17; 3:1-6; Jakobus 1:14, 15.
29. (a) Welke strijdvragen rezen er die beslecht moesten worden? (b) Hoe heeft God de uitdaging aangepakt? (c) Hoe kunt u een aandeel hebben aan het verschaffen van een antwoord op Satans honende uitdaging?
29 Die opstandige engel kwam als „de oorspronkelijke slang” bekend te staan (Openbaring 12:9; 2 Korinthiërs 11:3). Hij wordt ook Satan genoemd, wat „Tegenstander” betekent, en Duivel, wat „Lasteraar” betekent. Hij trok de juistheid en rechtmatigheid van Jehovah’s heerschappij over de aarde in twijfel, en hij daagde God uit door te zeggen dat hij, Satan, de gehele mensheid nu van de ware aanbidding af kon brengen. God heeft Satan zo’n zesduizend jaar de tijd gegeven om te trachten zijn uitdaging waar te maken, opdat de strijdvraag inzake Jehovah’s soevereiniteit tot in alle eeuwigheid beslecht zou worden. Menselijke heerschappij, onafhankelijk van God, heeft hopeloos gefaald. Maar godvruchtige mannen en vrouwen, van wie Jezus het treffendste voorbeeld is, hebben ondanks de zwaarste beproevingen hun rechtschapenheid jegens God bewaard, waardoor zij Jehovah hebben gerechtvaardigd en de Duivel tot een leugenaar hebben gemaakt (Lukas 4:1-13; Job 1:7-12; 2:1-6; 27:5). Ook u kunt uw rechtschapenheid bewaren (Spreuken 27:11). Maar Satan is niet de enige vijand die ons belaagt. Welke vijand is er nog meer?
De dood — een vijand
30. Wat zegt de Schrift over de straf die de mens wegens zijn ongehoorzaamheid kreeg?
30 God had te kennen gegeven wat de straf voor ongehoorzaamheid zou zijn — de dood. Toen Jehovah het oordeel over de eerste vrouw uitsprak, zei hij: „Ik zal de smart van uw zwangerschap zeer doen toenemen; met barensweeën zult gij kinderen voortbrengen, en uw sterke begeerte zal naar uw man uitgaan, en hij zal over u heersen.” Tot de man Adam zei hij: „In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren” (Genesis 3:16-19). Het ongehoorzame paar werd uit het paradijs van geluk verdreven naar het onbebouwde gedeelte van de aarde. Na verloop van tijd stierven zij. — Genesis 5:5.
31. Wat is zonde, en wat heeft ze voor de mensheid tot gevolg gehad?
31 Pas toen Adam en Eva niet meer aan de maatstaf van volmaaktheid voldeden, begonnen zij kinderen voort te brengen. Alle thans levende mensen zijn als hun nakomelingen dan ook onvolmaakt, en daarom sterven allen. Een van de bijbelschrijvers verklaart het met de volgende woorden: „Door bemiddeling van één mens [is] de zonde de wereld . . . binnengekomen en door middel van de zonde de dood, en aldus [heeft] de dood zich tot alle mensen . . . uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden.” Wat is deze „zonde”? Het niet voldoen aan de maatstaf van volmaaktheid of volkomenheid. Jehovah God keurt iets wat onvolmaakt is niet goed noch houdt hij het in het leven. Aangezien alle mensen zonde en onvolmaaktheid van de eerste mens, Adam, hebben geërfd, heeft de dood „als koning [over hen] geregeerd” (Romeinen 5:12, 14). De gevallen mens sterft, net als de dieren. — Prediker 3:19-21.
32. Hoe beschrijft de bijbel de dood die wij hebben geërfd?
32 Wat is deze „dood”? Dood is het tegenovergestelde van leven. God had de mens in het vooruitzicht gesteld dat hij eindeloos leven op aarde zou genieten indien hij gehoorzaam was. Hij werd echter ongehoorzaam en de straf was de dood, de toestand waarin men geen bewustzijn bezit en niet bestaat. God had er niets over gezegd dat hij het leven van de mens, ingeval deze ongehoorzaam werd en stierf, naar een geestenrijk of naar een vurige „hel” zou overbrengen. Hij had de mens gewaarschuwd met de woorden: „Gij [zult] beslist sterven.” De Duivel, die mensenmoordenaar, had gelogen door te zeggen: „Gij zult volstrekt niet sterven” (Genesis 2:17; 3:4; Johannes 8:44). Wat alle mensen van Adam hebben geërfd, is de dood — de mens keert terug tot het stof. — Prediker 9:5, 10; Psalm 115:17; 146:4.
33. (a) Welke luisterrijke toekomst staat de mensheid en deze aarde te wachten? (b) Welke drie belangrijke dingen brengt Jehovah door bemiddeling van zijn Zoon tot stand?
33 Is er voor de mens die sterft dan geen toekomst? Er is een schitterende toekomst! De bijbel laat zien dat Gods voornemen met betrekking tot een paradijsaarde voor de gehele mensheid, met inbegrip van hen die thans dood zijn, nimmer zal falen. Jehovah zegt: „De hemel is mijn troon en de aarde mijn voetbank.” „De plaats van mijn voeten zal ik heerlijk maken” (Jesaja 66:1; 60:13). Uit de overvloed van zijn liefde zond Jehovah zijn Zoon, het Woord, naar deze aarde opdat de mensenwereld door bemiddeling van hem leven zou kunnen verwerven (Johannes 3:16; 1 Johannes 4:9). Er zijn drie belangrijke dingen die wij nu moeten bespreken en die Jehovah door bemiddeling van zijn Zoon tot stand brengt, namelijk: (1) dat er in bevrijding uit de macht van de dood wordt voorzien; (2) dat de doden werkelijk weer zullen leven; en (3) dat er over de gehele mensheid een volmaakte regering wordt opgericht.
Bevrijding van de dood
34, 35. (a) Hoe alleen kon de mens van de dood worden losgekocht? (b) Wat is een losprijs?
34 Sedert de vroegste tijden hebben Gods profeten nooit hun vertrouwen in ’s mensen onsterfelijkheid uitgesproken, maar altijd uiting gegeven aan de hoop dat God hen van de dood zou „verlossen” (Hosea 13:14). Maar hoe kon de mens uit de ketenen van de dood worden bevrijd? Jehovah’s volmaakte gerechtigheid eiste „ziel voor ziel, oog voor oog, tand voor tand” (Deuteronomium 19:21). Aangezien Adam door zijn opzettelijke ongehoorzaamheid aan God, waardoor hij het volmaakte menselijke leven verbeurde, voor de gehele mensheid de erfelijke dood teweegbracht, moest voor Adam in de plaats een ander volmaakt mens met zijn volmaakte leven betalen om terug te kopen wat Adam had verloren.
35 Het rechtvaardige beginsel om ’gelijk met gelijk’ terug te betalen, is in de hele geschiedenis alom aanvaard. De uitdrukking die algemeen wordt gebruikt, is „een losprijs betalen”. Wat is een losprijs? Het is „een prijs die wordt betaald om een persoon of een zaak terug te krijgen van iemand die deze persoon of zaak gevangen houdt. Daarom wordt er van krijgsgevangenen of slaven gezegd dat zij worden losgekocht wanneer zij worden bevrijd in ruil voor een waardevolle vergoeding. . . . Datgene wat in de plaats of in ruil wordt gegeven als compensatie voor de persoon of de zaak, is de losprijs”.d Sinds Adam heeft gezondigd, zijn alle mensen te vergelijken met krijgsgevangenen of slaven, geketend door onvolmaaktheid en de dood. Om hen te bevrijden, moest er een losprijs worden verschaft. Om te voorkomen dat er vroeg of laat een meningsverschil zou rijzen omtrent de billijkheid van de losprijs, zou het noodzakelijk zijn één volmaakt menselijk leven te offeren, het precieze equivalent van Adam.
36. Welke regeling trof Jehovah om in een volmaakt menselijk leven als losprijs te voorzien?
36 Waar kon zulk een volmaakt menselijk leven echter worden gevonden? Alle mensen zijn als afstammelingen van de onvolmaakte Adam onvolmaakt geboren. „Niet één van hen kan zelfs ook maar een broeder op enigerlei wijze loskopen, noch God een losprijs voor hem geven” (Psalm 49:7). Ten einde in deze behoefte te voorzien, trof Jehovah, gedreven door zijn diepe liefde jegens de mensheid, er regelingen voor dat zijn dierbare ’eerstgeboren’ Zoon het noodzakelijke slachtoffer zou worden. Hij bracht het volmaakte leven van deze geestenzoon, het Woord, over naar de schoot van een joodse maagd, Maria. De jonge vrouw werd zwanger en baarde te bestemder tijd een zoon, die „Jezus” werd genoemd (Matthéüs 1:18-25). De Schepper van het leven moet logischerwijs in staat zijn zulk een schitterend wonder te verrichten.
37. Hoe gaf Jezus blijk van zijn liefde voor alle mensen die leven willen verwerven?
37 Jezus groeide op tot een volwassen man, bood zich aan Jehovah aan en werd gedoopt. Vervolgens gaf God hem de opdracht Zijn wil te doen (Matthéüs 3:13, 16, 17). Aangezien Jezus’ aardse leven uit de hemel afkomstig was en hij volmaakt was, kon hij dat volmaakte menselijke leven offeren en het gebruiken om de mensheid van de dood te bevrijden (Romeinen 6:23; 5:18, 19). Zoals hij zei: „Ik ben gekomen opdat zij leven zouden hebben en het in overvloed zouden hebben.” „Niemand heeft grotere liefde dan deze, dat iemand afstand doet van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden” (Johannes 10:10; 15:13). Toen Satan Jezus aan een martelpaal ter dood liet brengen, onderwierp Jezus zich aan deze wrede dood omdat hij wist dat mensen die geloof zouden oefenen, door middel van deze losprijsvoorziening leven zouden verwerven. — Matthéüs 20:28; 1 Timótheüs 2:5, 6.
Herstel tot leven
38. Hoe werd de Zoon van God weer tot leven gebracht, en wat wordt hierdoor bewezen?
38 Ook al werd Gods Zoon door zijn vijanden gedood, toch verloor hij nimmer zijn recht op volmaakt menselijk leven, want hij had zijn rechtschapenheid jegens God bewaard. Maar hoe kon Jezus, daar hij nu dood in het graf lag, dit kostbare recht op menselijk leven ten behoeve van de mensheid aanwenden? Hiertoe verrichtte Jehovah nog een wonder, het eerste van dit soort. Op de derde dag dat Jezus in het graf lag, wekte Jehovah hem uit de dood op als een geestelijk, onsterfelijk schepsel (Romeinen 6:9; 1 Petrus 3:18). Ten einde een hechte basis te verschaffen voor geloof in de opstanding verscheen Jezus bij verschillende gelegenheden in gematerialiseerde lichamen aan zijn discipelen, bij één gelegenheid aan meer dan vijfhonderd van hen. Geen van deze discipelen, noch de apostel Paulus, die later door een verschijning van de verheerlijkte Jezus werd verblind, had enige reden om het wonder van zijn opstanding in twijfel te trekken. — 1 Korinthiërs 15:3-8; Handelingen 9:1-9.
39. (a) Hoe gebruikt Jezus de waarde van zijn slachtoffer, en ten behoeve van wie het eerst? (b) Over welk andere grote wonder sprak Jezus?
39 Na veertig dagen steeg de uit de doden opgewekte Jezus naar Gods eigen tegenwoordigheid in de hemel op om daar de waarde van zijn volmaakte menselijke slachtoffer voor de verlossing van de mensheid aan te bieden. „Maar deze heeft voor altijd één slachtoffer voor zonden gebracht en is aan de rechterhand van God gaan zitten, van die tijd af wachtend totdat zijn vijanden tot een voetbank voor zijn voeten gesteld zouden worden” (Hebreeën 10:12, 13). De eersten die door deze losprijs losgekocht worden, zijn een „kleine kudde” van getrouwe christenen „die de Christus toebehoren” (Lukas 12:32; 1 Korinthiërs 15:22, 23). Zij zijn „uit het midden van de mensen gekocht” en worden in de opstanding derhalve geestelijke metgezellen van Christus in de hemel (Openbaring 14:1-5). Hoe staat het echter met de overgrote meerderheid van de mensen die thans dood in hun graf liggen? Toen Jezus hier op aarde was, zei hij dat zijn Vader hem autoriteit had gegeven om te oordelen en om leven te geven. Hij voegde eraan toe: „Verwondert u hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen, . . . tot een opstanding” (Johannes 5:26-29). Hij zal hen weer tot leven brengen op de Paradijsaarde.
40, 41. (a) Zet nauwkeurig uiteen wat met „opstanding” wordt bedoeld. (b) Waarom kunnen wij geloof hechten aan Gods belofte van een opstanding?
40 Merk op dat Jezus zegt: „Verwondert u hierover niet.” Alles goed en wel, maar hoe kan iemand die reeds lang gestorven is, van de dood worden verlost en tot leven worden teruggebracht? Is zijn lichaam niet tot het stof teruggekeerd? Sommige van de deeltjes waaruit dat lichaam bestond, zijn misschien zelfs door andere levende dingen, zoals planten en dieren, geassimileerd. Opstanding betekent echter niet dat dezelfde scheikundige bestanddelen weer worden bijeengebracht. Opstanding houdt in dat God dezelfde persoon met dezelfde persoonlijkheid herschept. Hij brengt uit de aardse elementen een nieuw lichaam voort, en in dat lichaam plaatst hij dezelfde eigenschappen, dezelfde kenmerkende hoedanigheden, hetzelfde geheugen, hetzelfde levenspatroon dat de persoon had opgebouwd voordat hij stierf.
41 Misschien hebt u meegemaakt dat uw huis waar u zeer aan gehecht was, afbrandde. U zou hetzelfde huis echter gemakkelijk kunnen laten herbouwen, want u hebt het patroon van alle geliefkoosde details zeer duidelijk in uw geheugen. Dan kan God, de Formeerder van het geheugen, stellig mensen herscheppen die hij in zijn herinnering heeft bewaard omdat hij hen liefhad (Jesaja 64:8). Daarom gebruikt de bijbel de uitdrukking „herinneringsgraven”. Wanneer Gods bestemde tijd aanbreekt om de doden weer levend te maken, zal hij dat wonder verrichten, evenals hij een wonder verrichtte toen hij de eerste mens schiep, alleen zal hij het wonder ditmaal vele keren herhalen. — Genesis 2:7; Handelingen 24:15.
42. Waarom is eeuwig leven op aarde mogelijk en staat het vast?
42 God zal de mensheid weer tot leven brengen met het vooruitzicht nooit meer door de dood van de aarde te hoeven verdwijnen. Maar hoe is eeuwig leven op aarde mogelijk? Het is mogelijk en het staat vast, omdat het in de goddelijke wil en het goddelijke voornemen besloten ligt (Johannes 6:37-40; Matthéüs 6:10). De enige reden waarom de mens thans door de dood van de aarde wordt weggenomen, is dat hij van Adam de dood heeft overgeërfd. Beschouwen wij echter de oneindige verscheidenheid van schitterende dingen op aarde die bedoeld waren om de mens ervan te laten genieten, dan is een beperkte levensduur van nog geen honderd jaar veel en veel te kort! Toen God deze aarde aan de mensenkinderen gaf, was het zijn voornemen dat de mens zou blijven leven om niet slechts honderd jaar of zelfs duizend jaar, maar om eeuwig van de pracht van Zijn schepping te genieten! — Psalm 115:16; 133:3.
De volmaakte regering van vrede
43. (a) Waarom bestaat er behoefte aan een volmaakte regering? (b) Wat heeft Jehovah zich in dit opzicht voorgenomen?
43 Omdat onze eerste ouders Gods wet verwierpen, kwamen menselijke regeringen onder de heerschappij van Satan te staan. Het is heel toepasselijk dat de bijbel Satan „de god van dit samenstel van dingen” noemt (2 Korinthiërs 4:4). De oorlogen, de wreedheden, de corruptie en de onbestendigheid van ’s mensen regeringen bewijzen dat hij dat inderdaad is. De Volkenbond en de Verenigde Naties zijn er niet in geslaagd uit de verwarring vrede te scheppen. De mensheid heeft dringend behoefte aan een regering van vrede. Is het niet redelijk dat de Schepper, die het voornemen heeft het Paradijs op deze aarde te herstellen, eveneens in een volmaakte regering voor dat Paradijs zou voorzien? Dat is nu precies wat Jehovah zich heeft voorgenomen. De Koning die Hem in deze regering vertegenwoordigt, is zijn „Vredevorst”, Christus Jezus, en „aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn”. — Jesaja 9:6, 7.
44. (a) Waar bevindt deze regering zich? (b) Uit wie zal ze bestaan?
44 De bijbel laat zien dat dit een volmaakte regering in de hemel zal zijn. Van dit verheven punt uit zal de Koning Jezus Christus de gehele aarde op doeltreffende wijze in rechtvaardigheid besturen. In die onzichtbare, hemelse regering zal hij bovendien mederegeerders hebben. Dezen worden gekozen uit getrouwe mensen, volgelingen van Jezus, die in allerlei beproevingen bij hem zijn gebleven en tot wie hij zegt: „Ik sluit een verbond met u, evenals mijn Vader een verbond met mij heeft gesloten, voor een koninkrijk” (Lukas 22:28, 29). Slechts enkelen uit de mensheid worden in de hemel opgenomen om samen met Christus Jezus te regeren. Het is precies als bij de hedendaagse natiën — slechts enkelen worden uitgekozen om in de rijksdag of het parlement te regeren. De bijbel toont aan dat Jezus Christus slechts 144.000 mederegeerders zal hebben. Gods koninkrijk of hemelse regering bestaat dus uit Christus Jezus en 144.000 mensen die van de aarde in de hemel worden opgenomen (Openbaring 14:1-4; 5:9, 10). En hoe staat het met de aarde? Psalm 45:16 vermeldt dat de Koning „vorsten . . . op de gehele aarde” zal aanstellen. Menselijke „vorsten”, of opzieners in een bestuurspositie, zullen vanuit de hemel worden aangesteld wegens hun innige verknochtheid aan beginselen van rechtvaardigheid. — Vergelijk Jesaja 32:1.
45, 46. (a) Wat was het hoofdthema van Jezus’ prediking op aarde? (b) Waarom werd de volmaakte regering niet onmiddellijk opgericht? (c) Wat maakt 1914 G.T. zowel ten aanzien van de profetieën als ten aanzien van de wereldgebeurtenissen tot een opmerkelijk jaar?
45 Wanneer en hoe wordt de volmaakte regering opgericht? Toen Jezus op aarde was, maakte hij dit Koninkrijk tot het hoofdthema van zijn prediking (Matthéüs 4:17; Lukas 8:1). Hij richtte het Koninkrijk toen echter niet op, en ook niet na zijn opstanding (Handelingen 1:6-8). Zelfs toen hij naar de hemel opsteeg, moest hij nog op Jehovah’s bestemde tijd wachten (Psalm 110:1, 2; Hebreeën 1:13). Volgens de bijbelse profetieën brak die bestemde tijd in 1914 G.T. aan. ’Maar’, zo zal iemand wellicht vragen, ’werd 1914 niet veeleer gekenmerkt door het begin van toegenomen wereldweeën in plaats van door een volmaakte regering?’ Daar gaat het nu juist om! Zoals wij nu zullen zien, bestaat er een nauw verband tussen de komst van Gods koninkrijk en de catastrofale gebeurtenissen van de afgelopen jaren.
46 Gedurende zo’n 35 jaar voorafgaande aan 1914 had De Wachttoren (thans het religieuze tijdschrift met de grootste verspreiding over de gehele aarde) de aandacht gevestigd op 1914 als een door bijbelse profetieën gekenmerkt jaar. Die profetieën begonnen in 1914 op een opmerkelijke wijze in vervulling te gaan. Een ervan was de profetie die Jezus zelf 1900 jaar geleden had uitgesproken betreffende „het teken” dat aan het einde van het samenstel van dingen zou verschijnen en waardoor bewezen zou worden dat hij, bekleed met koninklijke macht, onzichtbaar tegenwoordig was. In antwoord op de vraag van zijn discipelen naar dit „teken” zei hij: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen in de ene plaats na de andere voedseltekorten en aardbevingen zijn. Al deze dingen zijn een begin van weeën der benauwdheid” (Matthéüs 24:3, 7, 8). Als een treffende vervulling hiervan begon in 1914 de Eerste Wereldoorlog, die een zevenmaal zo grote vernietiging teweegbracht als alle 900 oorlogen van de voorafgaande 2500 jaren! Sedertdien zijn er onophoudelijk weeën der benauwdheid geweest. Hebt u de door de oorlog aangerichte verwoesting, de voedseltekorten of een van de grote aardbevingen meegemaakt die de aarde sinds 1914 hebben geteisterd? Zo ja, dan bent u ooggetuige geweest van „het teken” van „de tijd van het einde” van dit samenstel van dingen. — Daniël 12:4.
47. Hoe zijn de gebeurtenissen die een vervulling van „het teken” vormen, de afgelopen jaren in hevigheid toegenomen?
47 Gedurende de Tweede Wereldoorlog, die nog weer viermaal vernietigender was dan de Eerste Wereldoorlog, en tot in het atoomtijdperk, zijn de „weeën der benauwdheid” toegenomen, waardoor Jezus’ verdere profetie in vervulling is gegaan: „Op de aarde radeloze angst der natiën, die . . . geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen” (Lukas 21:25, 26). De toenemende misdaad en boosaardigheid, de ongehoorzaamheid en misdadigheid onder de jeugd, alsook de toename van goddeloosheid en immoraliteit — deze alarmerende ontwikkelingen werden eveneens voorzegd als een kenmerk van „de laatste dagen” van dit verdorven samenstel. — 2 Timótheüs 3:1-5; Matthéüs 24:12.
48. Wie is voor de weeën op aarde verantwoordelijk, en waarom zijn ze sinds 1914 toegenomen?
48 Maar indien de hemelse regering in 1914 werd opgericht, waarom is al deze ellende dan op aarde? Satan de Duivel is hiervoor verantwoordelijk. Toen Christus Koninkrijksmacht ontving, ging hij er allereerst toe over oorlog te voeren tegen Satan in de onzichtbare hemel. Ten gevolge hiervan werd Satan, „die de gehele bewoonde aarde misleidt”, met zijn engelen naar de nabijheid van de aarde neergeslingerd. Daar hij weet dat zijn vernietiging naderbij komt, brengt hij grote moeilijkheden op aarde teweeg. Ja, „wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft”. — Openbaring 12:7-9, 12.
49. (a) Wat zal er met degenen gebeuren die „de aarde verderven”? (b) Hoe zal Jehovah zijn „rechterlijke beslissing” aan de natiën voltrekken?
49 Zal er een eind aan deze weeën komen? Ja! — wanneer de hemelse regering zelf, het Koninkrijk van de Almachtige God, in actie komt om te „verderven die de aarde verderven” (Openbaring 11:18; Daniël 2:44). God zal nimmer toelaten dat politieke machten, valse christenen of wie maar ook, het werk van zijn handen, de aarde, met hun kernwapens zullen verderven. In plaats daarvan verklaart hij: „Mijn rechterlijke beslissing is, natiën te vergaderen, dat ik koninkrijken bijeenbreng, ten einde mijn openlijke veroordeling erover uit te storten, heel mijn brandende toorn” (Zefanja 3:8). Door bemiddeling van zijn Christus zal Jehovah zich bedienen van enorme in het universum aanwezige en door hem beheerste krachten om een overweldigende vernietiging te brengen over allen op aarde die Satan volgen. Deze vernietiging zal wereldomvattend zijn, en wat omvang betreft met de vloed van Noachs dagen te vergelijken zijn. — Jeremia 25:31-34; 2 Petrus 3:5-7, 10.
50. (a) Wat is „Armageddon”? (b) Wie alleen zullen Armageddon overleven?
50 In de bijbel wordt deze vernietiging van goddeloze natiën Gods oorlog van Armageddon genoemd (Openbaring 16:14-16). Alleen zachtmoedige mensen, degenen die Jehovah en rechtvaardigheid zoeken, zullen wellicht Armageddon overleven en Gods vredige nieuwe samenstel kunnen binnengaan (Zefanja 2:3; Jesaja 26:20, 21). Over hen zegt de bijbel: „De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:11). Dan zal het grootse werk beginnen dat erin bestaat het Paradijs op aarde te herstellen!
Onderwijs om het Paradijs te kunnen binnengaan
51. Waarom is het noodzakelijk dat u nu stappen doet?
51 Zou u graag in het Paradijs willen leven? Indien uw antwoord ’Ja’ luidt, zult u enthousiast zijn te weten dat toen Jezus over het huidige door zorgen gekwelde samenstel en over „het teken” van de naderende vernietiging sprak, hij hieraan toevoegde: „Dit geslacht [zal] geenszins . . . voorbijgaan voordat al deze dingen geschieden.” Op zijn minst enkelen van de generatie die het „begin van weeën der benauwdheid” in 1914 hebben gezien, zullen nog in leven zijn wanneer het Paradijs op aarde wordt hersteld (Matthéüs 24:3-8, 34). Het is echter een droevig feit dat de meeste mensen in deze tijd zich op de brede weg bevinden die naar de vernietiging voert (Matthéüs 7:13, 14). Zij hebben nog maar weinig tijd om te veranderen. Wat kunt u dankbaar zijn dat Jehovah op tijd heeft gewaarschuwd! Omdat Jehovah wil dat u leven verwerft, zal hij u helpen de juiste stappen te doen. — 2 Petrus 3:9; Ezechiël 18:23.
52. Wat hebt u nodig om een verstandige keuze inzake religie te kunnen doen?
52 Wat u nu dringend nodig hebt, is nauwkeurige kennis (1 Timótheüs 2:4; Johannes 17:3). Waar kunt u deze kennis verkrijgen? Is ze in elke religie te vinden? Sommige mensen zeggen dat alle religies naar hetzelfde doel leiden, evenals alle wegen op een berg naar de top leiden. Wat een ernstige vergissing! Ten einde de juiste weg te vinden, gebruiken bergbeklimmers een kaart, en huren zij een gids. Evenzo is het alleen de ene religie der waarheid die tot eeuwig leven zal leiden, en is er een gids nodig om die te vinden. — Handelingen 8:26-31.
53. (a) Wat moet u blijven doen om eeuwig leven te verwerven? (b) Aan welke van Satan afkomstige verleidingen zult u wellicht het hoofd moeten bieden?
53 Deze brochure is door Jehovah’s Getuigen verschaft om u te helpen. U bent er reeds door geholpen enkele fundamentele bijbelse waarheden te begrijpen, is het niet? Ongetwijfeld hebt u zelf kunnen vaststellen dat elk punt op Gods geïnspireerde Woord gebaseerd is. Om nu vorderingen te maken in de richting van uw doel, moet u blijven studeren. Evenals deugdelijk algemeen onderwijs nodig is om iemand voor een plaats in de huidige maatschappij geschikt te maken, is deugdelijk bijbels onderwijs noodzakelijk om iemand toe te rusten een deel van de maatschappij te worden die het einde zal overleven en de Paradijsaarde zal binnengaan (2 Timótheüs 3:16, 17). Satan probeert u wellicht af te leiden door personen met wie u in nauw contact staat ertoe te brengen u tegen te staan of door u tot een zelfzuchtige materialistische of immorele handelwijze te verlokken. Zwicht niet voor Satan. Uw veiligheid en de gehele toekomst van u en uw gezin hangen ervan af of u ermee voortgaat de bijbel te bestuderen. — Matthéüs 10:36; 1 Johannes 2:15-17.
54. Welke verdere onderwijsvoorziening in uw omgeving is door Jehovah verschaft?
54 Naast het voortzetten van uw huidige studie van de bijbel is er nog een manier om te leren. Mensen in uw omgeving die belangstelling hebben voor bijbelonderricht, wonen geregeld de vergaderingen in de plaatselijke Koninkrijkszaal bij. Alle aanwezigen zijn daar om het onderwijs uit de bijbel in zich op te nemen en streven er oprecht naar betere mensen te worden. Zij heten nieuwelingen hartelijk welkom met de woorden: „Komt, en laten wij opgaan naar de berg van Jehovah [zijn plaats van aanbidding] . . . en hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen, en wij willen zijn paden bewandelen” (Jesaja 2:3). Goede redenen om bijbelse vergaderingen bij te wonen, worden in Hebreeën 10:24, 25 uiteengezet, waar staat: „Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen.”
55. (a) In welke opzichten verschilt Jehovah’s organisatie van andere? (b) Hoe zijn Jehovah’s Getuigen als geen ander volk verenigd?
55 Wanneer u zich met Jehovah’s organisatie verbindt, zult u bemerken dat de sfeer erg verschilt van die in tempels en kerken. Er wordt niet om geld gebedeld, niet gelasterd of geruzied, en niet gediscrimineerd op grond van afkomst of financiële status. De meest op de voorgrond tredende eigenschap onder Jehovah’s Getuigen is liefde. In de eerste plaats hebben zij Jehovah lief, en in de tweede plaats hebben zij andere mensen lief. Dit zijn de dingen waaraan men ware christenen kan herkennen (Matthéüs 22:37-39; Johannes 13:35). Wij moedigen u aan hun vergaderingen bij te wonen ten einde dit zelf te kunnen constateren. U zult ongetwijfeld onder de indruk komen van de eenheid die onder hen heerst. Er zijn meer dan drie miljoen Getuigen in ruim tweehonderd landen over de gehele wereld. Toch volgen de Getuigen overal op aarde hetzelfde programma op hun vergaderingen. En omdat hun publikaties in veel talen simultaan worden gedrukt, bestuderen de meeste getuigen van Jehovah over de gehele aarde op hun wekelijkse vergaderingen met een tijdsverschil van slechts enkele uren dezelfde schriftuurlijke onderwerpen. De eenheid in Jehovah’s organisatie is een hedendaags wonder in deze verdeelde wereld.
56. (a) Welke voordelen kunt u van omgang met Jehovah’s organisatie ondervinden? (b) Hoe dient u te reageren wanneer er problemen rijzen? (c) Waarom is het belangrijk dat u uw leven aan Jehovah opdraagt?
56 Wanneer u geregeld met Jehovah’s volk omgaat, zult u zich moeten bekleden met „de nieuwe persoonlijkheid” en de vrucht van Gods geest moeten aankweken — „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” (Kolossenzen 3:10, 12-14; Galaten 5:22, 23). Dit zal u een intens gevoel van tevredenheid geven. U zult van tijd tot tijd wellicht problemen moeten overwinnen omdat u in een verdorven wereld leeft en ook vanwege uw eigen onvolmaaktheden. Maar Jehovah zal u helpen. Zijn Woord geeft degenen die oprecht trachten hem te behagen, de volgende verzekering: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus” (Filippenzen 4:6, 7). U zult zich aangetrokken voelen door Jehovah’s liefde, zodat u hem zult willen dienen. Jehovah’s Getuigen zullen u graag laten zien hoe u uw leven aan deze liefdevolle God kunt opdragen en een van zijn bevoorrechte getuigen kunt worden (Psalm 104:33; Lukas 9:23). Ja, het is een voorrecht. Denkt u zich maar eens in! Als aanbidder van Jehovah kunt u streven naar het doel van eeuwig leven in een paradijs hier op aarde. — Zefanja 2:3; Jesaja 25:6, 8.
57. (a) Welke intieme verhouding zal er in het nieuwe samenstel tussen God en de mensheid bestaan? (b) Wat zijn enkele zegeningen waarin u zich dan kunt verheugen?
57 Blijf daarom studeren en blijf groeien in liefde en waardering voor Jehovah God, zijn Zoon en de hemelse regering van rechtvaardigheid. De bijbelse profetie geeft met de volgende woorden een beschrijving van Gods regering en van de zegeningen die ze op de mensheid zal uitstorten: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn.” „God zelf”, die zo ver boven de zelfzuchtige, verderfelijke menselijke heerschappij van deze tijd verheven is, zal als een vriendelijke Vader heel dicht bij allen zijn die hem in dat nieuwe samenstel liefhebben en aanbidden. Er zal daar werkelijk maar één religie zijn, de ware aanbidding van Jehovah God, en zijn aanbidders zullen zich in de intieme verhouding van kinderen tot hun Vader verheugen. Wat een liefderijke Vader zal hij zich betonen! „En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:3, 4.
58. Waarom kunt u er zeker van zijn dat Jehovah ’alle dingen nieuw zal maken’?
58 Aldus zal het grote wonder van de oprichting van een paradijsaarde onder een volmaakte hemelse regering tot stand zijn gebracht. Dat dit zal gebeuren, is even zeker als dat de zon morgen zal op- en ondergaan. Want de beloften van Jehovah God, de Schepper van hemel en aarde, zijn altijd „getrouw en waarachtig”. Hij is het die vanaf zijn troon in de hemel verklaart: „Zie! Ik maak alle dingen nieuw.” — Openbaring 21:5.
Hoe zou u, nu u deze brochure hebt gelezen, de volgende vragen beantwoorden?
In welke opzichten is de bijbel een bijzonder boek?
Wat bent u omtrent God te weten gekomen?
Wie is Christus Jezus?
Wie is Satan de Duivel?
Waarom heeft God goddeloosheid toegelaten?
Waarom sterft de mens?
In welke toestand bevinden de doden zich?
Wat is de losprijs?
Waar en hoe vindt de opstanding plaats?
Wat is het Koninkrijk, en wat zal het tot stand brengen?
Wat is „het teken” van „het besluit van het samenstel van dingen”?
Hoe kunt u zich op eeuwig leven in het Paradijs voorbereiden?
[Voetnoten]
a Bijbelverwijzingen ter ondersteuning van bovenstaande paragrafen: (1) Handelingen 17:26; Psalm 46:9; Micha 4:3, 4; Jesaja 65:21-23; (2) Jesaja 65:25; 11:6-9; 55:12, 13; Psalm 67:6, 7; (3) Job 33:25; Jesaja 35:5, 6; 33:24; Psalm 104:24; (4) Jesaja 55:11.
b Tenzij anders aangegeven, zijn de in deze publikatie aangehaalde schriftplaatsen genomen uit de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift, uitgave 1986.
c Monarchs and Tombs and Peoples — The Dawn of the Orient, bladzijde 25.
d Cyclopedia of Biblical, Theological, and Ecclesiastical Literature, door J. McClintock en J. Strong, Deel 8, bladzijde 908.
[Illustraties op blz. 13]
Als schepping is de mens verre superieur aan de dieren
[Illustratie op blz. 18]
Jezus was het equivalent van de volmaakte mens Adam