Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w56 15/6 blz. 275-282
  • Is deze schat voor u weggelegd?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Is deze schat voor u weggelegd?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1956
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE JUISTE GEESTESGESTELDHEID
  • DIENT NIET LICHT OPGEVAT TE WORDEN
  • ER VALT VOOR VOLLE-TIJD-DIENAREN VEEL TE DOEN
  • OP BETHEL DIENEN
  • VELE BEPROEVINGEN
  • De volle-tijddienst — een glorierijke schat
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1956
  • Denk aan de volletijddienaren
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2014
  • Kun jij je beschikbaar stellen?
    Onze Koninkrijksdienst 2001
  • Is de volle-tijdbediening voor u?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1956
w56 15/6 blz. 275-282

Is deze schat voor u weggelegd?

„Daarom smeek ik u, broeders, door de ontfermingen Gods uw lichaam aan te bieden als een levend, heilig en aanvaardbaar offer voor God, een heilige dienst met uw redenatievermogen.” — Rom. 12:1, NW.

1, 2. (a) Welke schat is van ongeëvenaarde waarde, en wie kunnen hem verwerven? (b) Waarom is het een ernstige beslissing te trachten deze schat te verwerven?

DE SCHITTERENDSTE edelstenenverzameling ter wereld zijn wel de Britse kroonjuwelen. Deze bijzonder kostbare schat heeft reeds veler bewondering gewekt en alhoewel velen wellicht graag enige van deze edelstenen zouden willen bezitten, bestaat daar toch geen schijn van kans op. Zij kunnen echter wel in het bezit komen van een waardevoller schat dan de kroonjuwelen; allen die dit willen, kunnen hem verwerven, omdat de waarde er van niet in zijn zeldzaamheid ligt. Daar er echter bepaalde voorwaarden zijn verbonden aan het in bezit krijgen van deze schat, moet men deze vereisten nauwkeurig in overweging nemen, eer men voor zich besluit of deze schat al dan niet iets is.

2 Deze schat, van ongeëvenaarde waarde is de volle-tijd-dienst van de grote Bron des levens, Jehovah God. Welke juwelenverzameling zou ook maar met deze schat vergeleken kunnen worden wanneer deze hun die hem trachten te verkrijgen en hem dan niet prijs geven, eeuwig leven schenkt? Een edelsteen of een hele kamer vol zulke stenen zinkt toch in het niet bij het leven? Geen wonder dat de apostel Paulus zulke dingen vergeleken bij de kennis en dienst van God als vuil beschouwde! Deze waardebepaling is natuurlijk precies het tegenovergestelde van dat waaraan de wereld waarde hecht. Het is daarom een ernstige, een zorgvuldige overweging vragende beslissing, te trachten de schat van de volle-tijd-dienst te verwerven. Men moet weten wat men doet; men moet reeds beseffen wat de koninkrijksbediening inhoudt en die waarderen, en men moet, voor zover de tijd dit toelaat, reeds actief in die bediening bezig zijn.

DE JUISTE GEESTESGESTELDHEID

3. Welke geestesgesteldheid dient een christen te hebben?

3 In Romeinen 12:2 (NW) staat opgetekend wat de apostel Paulus zegt tot hen die God willen dienen: „En wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij voor u zelf de goede en aangename en volledige wil van God moogt beproeven.” Dit houdt in dat men zijn gehele waardebepaling moet herzien. Men moet stoffelijke rijkdommen niet meer zo bezien als de wereld, maar als Paulus; men moet er niet zoals vroeger zo’n overheersende plaats in het leven aan toekennen. Thans hecht men de grootste waarde aan de dienst van de grote Levengever, Jehovah God. Aldus wordt men niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar draagt men evenals Jezus zijn leven er toe op Gods wil te doen en zegt: „Niet mijn wil geschiede, maar de uwe” (Luk. 22:42, NW). De geest voldoet dan ook aan de beschrijving van David: „Ik heb lust om uw wil te doen, mijn God, uw wet is in mijn binnenste” (Ps. 40:9, NBG). Vervolgens deelt hij met anderen in de Koninkrijksprediking die zich daartoe eveneens hebben opgedragen en die een Nieuwe-Wereldmaatschappij van getrouwe getuigen vormen, die getuigenis afleggen van de oppermacht en voornemens van Jehovah God.

4. Welke houding leggen sommigen aan de dag met betrekking tot de volle-tijd-dienst?

4 De meesten van deze christenen die zich aldus hebben opgedragen, kunnen door verplichtingen en verantwoordelijkheden niet al hun tijd aan de Koninkrijksbediening besteden, doch dit wil nu niet zeggen dat zij, wanneer dit ook maar enigszins mogelijk is, niet naar de schat van de volle-tijd-dienst dienen te streven. Sommigen zouden zonder bedenken onmiddellijk een door een engel overgebrachte uitnodiging aanvaarden, om tezamen met de machtige engelen in Jehovah’s hemelhoven te dienen, maar wordt er over de volle-tijd-Koninkrijksdienst gesproken, dan geschiedt dit voor een doof oor. Waarom zouden zij wel op één bepaalde plaats in Gods universum al hun tijd aan zijn dienst willen besteden, maar hierin geen belang stellen op een andere plaats? Verandert de waarde van zijn dienst al naar gelang de plaats waar of de andere wijze waarop hij ten uitvoer wordt gebracht? Willen zij al hun tijd alleen maar moeite- en vervolgingsloos in Jehovah’s dienst besteden? Zijn zij soms vergeten dat zij, toen zij zich aan God opdroegen en dit door de waterdoop symboliseerden, met betrekking tot hun vroegere levensloop zijn gestorven? Door hun onderdompeling hebben zij dit te kennen gegeven, en doordat zij uit het water zijn opgekomen, hebben zij de wens kenbaar gemaakt van die tijd af slechts Gods wil te doen. Denkt u niet dat God verwacht dat zij hun gehele tijd in zijn dienst staan, wanneer zij hiertoe in staat zijn?

5. Wat voor soort van dienst is Jehovah aangenaam?

5 Indien u zich aldus hebt opgedragen en uw gehele tijd in Jehovah’s dienst kunt staan, waarom doet u dit dan niet? Meende u er niets van toen u uw leven aan hem opdroeg? Stierf u ten aanzien van uw zelfzuchtige levensloop, of stelt u die nog steeds op de eerste plaats? De apostel Paulus zegt: ’Biedt uw lichaam aan als een levend, heilig en aanvaardbaar offer voor God, een heilige dienst’ (Rom. 12:1, NW). Hier staat niet dat wij Jehovah’s dienst, als iets bijkomstigs dienen te beschouwen, als iets wat wij slechts doen wanneer wij een paar vrije uurtjes hebben. Deze dienst dient niet ondergeschikt te worden gemaakt aan persoonlijke belangen, maar als van het allergrootste belang te worden beschouwd. Zij die deze dienst niet op de eerste plaats stellen, zijn nog geen andere waarde aan de dingen gaan hechten en zijn nog steeds naar deze tegenwoordige wereld of dit samenstel van dingen gevormd. De rijkdommen der wereld schatten zij nog steeds van grotere waarde dan de volle-tijd-dienst. U zelf aan God aanbieden, wil zeggen, u geheel aan zijn dienst geven, uw tijd, energie, vermogens en bezittingen toewijden aan het doen van Gods wil en niet aan de uwe. Dat is de hem aangename en aanvaardbare heilige dienst. U moet hierbij echter uw gezonde verstand gebruiken, u moet volledig begrijpen wat u doet en waarom u het doet.

DIENT NIET LICHT OPGEVAT TE WORDEN

6. (a) Dient een persoon zich hals over kop in de volle-tijd-dienst te storten? (b) Wat zijn enkele fundamentele vereisten voor deze dienst, en waarom zijn ze van het grootste belang?

6 Wanneer de volle-tijd-dienst de schat is waaraan u uw hart hebt verpand, dan zult u in die dienst werkzaam willen zijn. Doch bedenk wel dat men zich er maar niet zo hals over kop in kan storten omdat men tijdelijk een en al enthousiasme is; het is een kostbare schat waarover men niet licht dient te denken en welks bezit niet slechts tijdelijk kan zijn. Voordat men met de volle-tijd-bediening begint, dient men zijn gedachten dus eens zorgvuldig over deze dienst te laten gaan. Men dient in gedachten te houden dat de in de gedeeltelijke-tijd-bediening ondervonden moeilijkheden in de volle-tijd-bediening grotelijks zullen toenemen. Men dient na te gaan of men aan de vereisten kan voldoen en of de kosten niet te hoog zullen zijn. Moet er soms afstand worden gedaan van te veel persoonlijke belangen, genoegens en stoffelijke bezittingen? Men moet zijn beslissing nemen uit liefde voor God en uit bereidheid tot dienen. Men moet oprechte liefde hebben voor Jehovah en voor de dienst van die Oppermachtige alvorens men er ook maar over kan denken te trachten deze schat te verwerven. Men moet diepgaande belangstelling hebben voor de Koninkrijksdienst, en voor de expansie van de theocratische organisatie. Men dient een rijpe kennis te bezitten van de via deze organisatie tot ons gekomen schriftuurlijke waarheden. Dit alles is van het grootste belang, omdat zij die evenals de apostelen de volle-tijd-dienst opnemen, speciale vertegenwoordigers er van worden. Anderen verwachten dat zij een rijp inzicht in de Schrift hebben en een ijverig voorbeeld stellen in de Koninkrijksdienst.

7. Dient men de volle-tijd-dienst als een tijdelijke bezigheid te bezien?

7 Wanneer u deze stap vooruit eenmaal hebt gezet, dient u geen stap terug te doen. De volle-tijd-dienst voor God is geen tijdelijke bezigheid, niet iets wat men slechts een paar maanden of jaren verricht en dan laat varen wanneer men die dienst moe is. De getrouwe personen van vroeger eeuwen die deze dienst hadden opgenomen, hielden er ondanks ontmoediging en tegenspoed aan vast. Zij lieten niet toe dat zij het ’moede werden’ al hun tijd ’het goede te doen’ (Gal. 6:9, NBG). Wanneer zij eenmaal met de volle-tijd-dienst waren begonnen, hielden zij die dienst vol. In deze tijd is de Koninkrijksbediening niet gemakkelijker dan de aan hen gegeven diensttoewijzingen. Men moet er veel tegenspoed en moeilijkheden in overwinnen. Ga dus deze dienst niet in in de veronderstelling dat hij gemakkelijk is, waarna u er mee ophoudt wanneer u het tegenovergestelde bemerkt.

ER VALT VOOR VOLLE-TIJD-DIENAREN VEEL TE DOEN

8. Waarom zijn er volle-tijd-dienaren nodig?

8 Op veel plaatsen in Jehovah’s aardse organisatie kunnen volle-tijd-dienaren werken. Het door hem gegeven gebod, het goede nieuws van het Koninkrijk op de gehele bewoonde aarde bekend te maken, ten uitvoer te brengen, vergt zeer veel werk. Vele mensen moeten er nog worden bereikt en worden onderwezen in Gods Woord der waarheid. Bij de tienduizenden geven de mensen gehoor aan dit goede nieuws, doch zoals Jezus voorzeide, ’de oogst is groot maar de werkers weinigen.’ (Matth. 9:37, NW). Er zijn meer volle-tijd-werkers nodig om voor de oogst van de Meester zorg te dragen. Hoe kunnen de in geïsoleerde streken of in afgelegen landen wonende personen worden bereikt indien er in Gods organisatie geen personen zijn die zich hebben opgedragen en al hun tijd aan de Koninkrijksbediening willen besteden? In Handelingen 16:9 (NW) lezen wij hoe de apostel Paulus in Macedonië een man zag staan die smeekte: „Kom over naar Macedonië en help ons.” Omdat Paulus al zijn tijd besteedde aan het dienen van Jehovah, kon hij naar dit andere land gaan en de daar wonende mensen van goede wil helpen het pad des levens te gaan bewandelen. Hij dacht niet aan zich zelf of aan zijn eigen belangen. Hij had Jehovah’s belangen op het oog en was bereid overal heen te gaan waar hij werd gestuurd.

9. Wat verwacht Jehovah van hen die zijn schat aanvaarden?

9 Jehovah God verwacht van hen die de schat van de volle-tijd-dienst aanvaarden, dat zij een dergelijke gehoorzaamheid en bereidwilligheid om te dienen, aan de dag leggen. Personen die halsstarrig en eigenzinnig zijn, zijn voor hem van geen waarde. Hij wenst dienstknechten wier lust en leven het is zijn wil te doen en die met vreugde elke instructie van de theocratische organisatie gehoorzamen. Christus’ volgelingen dienen evenals hij nederigheid en gehoorzaamheid te tonen. Zij dienen daarom bereid te zijn overal te gaan waarheen de organisatie hen zendt en met dezelfde bereidheid als Jesaja te zeggen: „Hier ben ik, zend mij” (Jes. 6:8). Iemand met zo’n geestesgesteldheid verlangt er naar Jehovah’s wil te doen, en mochten hem grotere dienstvoorrechten worden aangeboden, zoals de pioniersdienst, dan aanvaardt hij die zonder aarzelen.

10. Waarom moet een pionier persoonlijke organisatie toepassen?

10 Een pionier, die in de volle-tijd-dienst staat, heeft weinig tijd voor persoonlijke bezigheden. Dit werk vergt een nauwkeurige tijdsindeling. De pionierbedienaar van het evangelie moet van huis tot huis prediken, nabezoeken brengen en huisbijbelstudies leiden. Hij moet het door de theocratische organisatie gestelde urenquotum bereiken. Bovendien moet hij samenwerken met de plaatselijke gemeente van Jehovah’s dienstknechten, die zich aan God hebben opgedragen, doordat hij hen die in de Koninkrijksdienst hulp behoeven, bijstaat. Een pionier kan in de gemeente als opziener worden aangesteld, wat een extra-dienstvoorrecht voor hem is. Eveneens moeten zij de leiding nemen in het tonen van liefde, barmhartigheid en begrip. Behalve dat zij de voor hen zo noodzakelijke persoonlijke studie maken, moeten zij in hun persoonlijke behoeften voorzien, wat kan betekenen dat men gedurende een gedeelte van zijn tijd werelds werk verricht. Wil de pionierbedienaar van het evangelie zulk een druk bezet schema kunnen volhouden, dan moet hij persoonlijke organisatie toepassen. Hij moet voor elke dag van tevoren plannen hebben opgesteld. Het is dus niet gemakkelijk als pionier de volle-tijd-dienst te verrichten, het betekent hard werk en daarom zijn er personen voor nodig die een rijpe Schriftkennis hebben, die het een lust vinden Jehovah’s lof bekend te maken en die niet bang zijn voor werk.

11. Welk vooruitzicht heeft een ijverige pionier, en hoe kan hij er zich op voorbereiden?

11 De ijverig pionierende volle-tijd-dienaar heeft het vooruitzicht een uitnodiging te ontvangen de Wachttoren Bijbelschool Gilead te bezoeken, ten einde daar een speciale opleiding in de bediening te ontvangen. Hier zal hij zowel verder in de Schrift worden onderricht als een opleiding ontvangen om de Koninkrijksdienst in andere landen ten uitvoer te brengen. Hij wordt er dus op voorbereid Jehovah’s organisatie ongeveer zo als de apostel Paulus speciaal van dienst te zijn. Op Gilead krijgt hij een grotere waardering voor de organisatie, hij verneemt hoe ze functioneert, waarom ze noodzakelijk is en in welke verhouding hij daartoe staat. Daar de Gileadschool is ingesteld om de bedienaar van het evangelie een grondiger kennis van en een dieper inzicht in de schriftuurlijke waarheden te verschaffen, kan hij zich er het beste op voorbereiden door ijverig de geregeld door de theocratische organisatie verschafte publikaties te bestuderen. Hij moet gelijke tred houden met het laatste geestelijke voedsel dat van Jehovah’s tafel komt.

12. Hoe dient een afgestudeerde van Gilead zijn toewijzing te beschouwen?

12 Heeft men zijn studie aan de Gileadschool voltooid, dan dient men een veel grotere waardering voor de schat van de volle-tijd-dienst te bezitten. Men zal elke gebiedstoewijzing met blijdschap aanvaarden en zich voornemen daar ten minste drie jaar te blijven. Wanneer men aan het einde van die tijd voor een bezoek naar huis terugkeert, zal men de wens koesteren naar de toewijzing in het buitenland terug te gaan en daar in Jehovah’s volle-tijd-dienst te volharden. Men zal alle krachten inspannen om in zijn toewijzing te blijven, ongeacht hoe onaangenaam en ontmoedigend die wellicht is. Men zal niet de gedachte koesteren er mede op te houden, doch zal altijd de schitterende voorbeelden van standvastigheid in de volle-tijd-dienst van Gods getrouwe dienstknechten uit de oudheid in gedachten houden. Wanneer dit het vaste voornemen is, zal men op den duur wennen aan de vreemde omgeving en de eigenaardige gewoonten welke de mensen in de toewijzing er op na houden. Na verloop van tijd zal men het als zijn thuis beschouwen en degenen die tot de Nieuwe-Wereldmaatschappij behoren, daar even minnenswaardig vinden als in andere landen.

OP BETHEL DIENEN

13. Licht toe welk doel Bethel dient.

13 Ten einde de Koninkrijksbediening op georganiseerde wijze te verrichten en christenen, die zich hebben opgedragen, te blijven voorzien van bijbels en bijbelse studiehulpmiddelen, was het noodzakelijk dat de theocratische organisatie over de gehele wereld zogenaamde „Bethelhuizen” oprichtte. De dienaren die hier leven en werken, hebben de schat van de volle-tijd-dienst tot de hunne gemaakt. Al hun tijd besteden zij aan het behartigen van Jehovah’s belangen. In elk land is het Bethelhuis, de naam voor de bijkantoren van het Wachttorengenootschap, het middelpunt van de theocratische activiteit daar ter plaatse. Het is opgedragen aan de dienst van de Allerhoogste en is inderdaad zoals door de naam „Bethel” wordt aangeduid, „het huis Gods.”

14, 15. Hoe dient men Bethel te bezien?

14 Wanneer een christen, die zich heeft opgedragen, de volle-tijd-dienst opneemt, kan hij het kenbaar maken dat hij graag op Bethel wil dienen. Wanneer hij aan de vereisten beantwoordt en zijn aanvraag wordt aanvaard, valt hem een wonderbaarlijke tak van de volle-tijd-dienst ten deel. Doch ten einde Bethel ten volle te kunnen waarderen, moet hij Jehovah’s organisatie in haar geheel beschouwen en inzien welk een belangrijke plaats Bethel hierin inneemt. Hij moet zich Bethel niet voorstellen als een klooster, waar mensen in afzondering al hun tijd aan meditatie en gebed besteden. Verre van dat! Het is juist een plaats van zoemende activiteit. Er wordt daar van iemand verwacht dat hij productief is, niet onproductief. Niet alleen moet hij het hem daar opgelegde werk verrichten, maar hij moet ook een actieve prediker van het goede nieuws van het Koninkrijk zijn.

15 Allen die in de Nieuwe-Wereldmaatschappij zijn gekomen, dienen een juist begrip te hebben van Bethel. Personen die denken dat Bethel een geschikte plaats is waar hun onverschillige of koppige kinderen een opleiding kunnen krijgen, dienen hun kijk te veranderen, omdat een Bethelhuis daarvoor niet in het leven is geroepen. Het is het huis Gods, een plaats waar dienaren die zich aan Jehovah hebben opgedragen, al hun tijd besteden om hem te eren en te loven en de belangen der christelijke organisatie te dienen. Het is geen kostschool waar lastige kinderen een opvoeding ontvangen. De Bethelhuizen zijn er niet om het werk te doen dat de ouders verzaakten. Zij die naar Bethel komen, dienen bedienaren van het evangelie te zijn en representatief te zijn voor Jehovah’s getuigen over de gehele wereld. Het dienen personen te zijn die de theocratische organisatie graag op zulk een verantwoordelijke dienstpositie geplaatst ziet.

16, 17. (a) In wat voor geestesgesteldheid dient iemand de Betheldienst op te nemen? (b) Hoe lang dient hij te blijven?

16 De Betheldienst dient nimmer licht opgevat te worden. Niemand dient een aanvraag voor Bethel in te dienen met de gedachte dat hij het wel eens wil proberen. Dit is volle-tijd-dienst en iemand dient deze dienst op te nemen met het vaste voornemen hem te blijven verrichten. Zou u, wanneer u de uitnodiging ontving in Jehovah’s hemelhoven te dienen, zeggen: „Wel, ik zal het eens proberen en zien of het me ligt”? U zou wellicht vele andere dingen liever doen dan al uw tijd aan de Koninkrijksdienst besteden, daar het hard werken is, maar daar dient men geen rekening mee te houden. Jehovah te dienen, is uw plicht, uw verantwoordelijkheid, wat u bent overeengekomen te doen toen u zich aan hem opdroeg. Zij die de volle-tijd-dienst opnemen, moeten dit dus doen uit liefde voor de grote Soeverein en omdat zij hem als slaaf willen dienen. Wanneer u zich tot een slaaf van Jehovah maakt, gaat het er niet om wat u aangenaam vindt, maar wat Hem aangenaam is. Betheldienst is niet iets wat men ook wel eens kan proberen, doch het is een gezegend dienstvoorrecht, iets dierbaars dat men zeer hoog moet aanslaan.

17 Dat iemand de Betheldienst niet zo meevalt als hij had verwacht, is nog geen reden om na een paar dagen, weken of maanden reeds met werken op te houden. Iemand die naar Bethel komt, dient zich vast te hebben voorgenomen daar ten minste drie jaar te blijven ongeacht aan welke beproevingen hij wellicht het hoofd zal moeten bieden. Op de aanvraag voor Betheldienst staat bovendien uitdrukkelijk: Zul jij, wanneer je aanvraag wordt aanvaard en jij op Bethel in dienst treedt, drie jaar of langer getrouw op je post blijven en de jouw toegewezen taak verrichten? Zegt de aanvrager ja, dan dient hij ook ja te bedoelen. Houd in gedachten wat in Prediker 5:3 staat opgetekend: „Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan de zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het.” Dat wil zeggen dat de theocratische organisatie verwacht dat zij die een aanvraag voor Betheldienst invullen, personen zijn waarop men staat kan maken en die hun overeenkomst zullen nakomen door ten minste drie jaar lang al hun tijd te besteden aan het werk op. Bethel. Natuurlijk hopen wij dat hij nog veel langer in deze bepaalde tak van de volle-tijd-dienst werk zal verrichten. Wij zullen er naar streven ons leven lang op Bethel te dienen, en vele getrouwe christenen hebben dit gedaan.

VELE BEPROEVINGEN

18. (a) Wat dient de volle-tijd-dienaar te verwachten? (b) Geef voorbeelden van enkelingen die reden hadden ontmoedigd te zijn, maar niet ophielden.

18 Men moet bedenken dat er, wanneer men de volle-tijd-dienst van de Schepper opneemt, vele beproevingen zullen komen. De in de oudheid levende getrouwe mannen, die deze schat tot de hunne maakten, ondervonden precies hetzelfde; daarom dient ook nu niets anders te worden verwacht. Het was zelfs door de apostel Paulus voorzegd: „Allen die met godvruchtige toewijding in gemeenschap met Christus Jezus wensen te leven, zullen ook worden vervolgd” (2 Tim. 3:12, NW). Wegens het bekendmaken van het goede nieuws van het Koninkrijk en het vasthouden aan christelijke rechtschapenheid te worden vervolgd, is slechts een van de beproevingen waaraan een volle-tijd-dienaar het hoofd moet bieden. Nog een beproeving waartegen pioniers en zendelingen voortdurend moeten strijden, is bijvoorbeeld ontmoediging. Dag in dag uit te werken terwijl het weinig of in het geheel geen resultaten afwerpt, is zeer ontmoedigend en men is dan al gauw geneigd te gaan zeggen: „Wat heeft het voor zin?” Satan wil nu juist dat u die gevolgtrekking maakt; hij wil niet dat u al uw tijd of een gedeelte van uw tijd in Jehovah’s dienst staat, maar hij wil dat u er mee ophoudt. Maar denk eens in hoe ontmoedigend het voor Noach moet zijn geweest, die veertig of vijftig jaar lang zonder ook maar enig resultaat heeft gepredikt, zijn naaste verwanten uitgezonderd. Was hij zo ontmoedigd dat hij ophield met Jehovah’s volle-tijd-dienst? Gaf hij alleen omdat de mensen van zijn tijd niet naar zijn prediking wilden luisteren, die wonderbaarlijke schat prijs? En wat valt er over Jeremia, te zeggen? Zelfs voordat hij begon te prediken, zeide God hem dat de mensen niet naar hem zouden luisteren. Maar zeide Jeremia: „Wat heeft het voor zin?” Liet hij zich door ontmoediging het zwijgen opleggen? Gaf hij zijn toewijzing terug en zeide hij God dat het een verspilling van tijd was? Neen, evenals Noach volhardde hij. Deze twee getrouwe mannen wisten dat zij Gods wil deden en zijn belangen dienden, ook al werd hun prediking een doof oor toegewend. Doordat zij ondanks deze onverschilligheid hun toewijzing bleven behartigen, bewezen zij hun rechtschapenheid.

19, 20. Wat heeft men nodig om in de volle-tijd-dienst te kunnen blijven?

19 Maar hoe staat het met u? Indien u zich aan de dienst van de Allerhoogste heeft opgedragen en u in het bezit hebt gesteld van de schat van de volle-tijd-dienst, behoedt u die schat dan als iets zo kostbaars dat u uw prediking zonder dat er ook maar iemand gunstig op reageert, veertig of vijftig jaar lang zou kunnen voortzetten en die schat toch niet zou prijsgeven? Zou u, wanneer u van tevoren wist dat er ook maar niemand op uw waarschuwingsboodschap acht zal slaan, naar een toewijzing kunnen gaan en deze toch zonder het moe te worden, jarenlang kunnen blijven behartigen? Daarvoor is moed nodig, vastberadenheid, waardering voor Jehovah’s dienst en werkelijke liefde voor Hem. Jehovah’s dienstknechten uit de oudheid onderscheidden zich door deze hoedanigheden; u ook?

20 Wij moeten er niet mee ophouden goed te doen, want „ter bestemder tijd zullen wij oogsten indien wij niet opgeven” (Gal. 6:9, NW). Opdat men niet zal opgeven, moet men voortdurend Gods Woord bestuderen en er over mediteren. Niet alleen moet men mediteren over de wonderbaarlijke, door Jehovah beloofde zegeningen voor hen die getrouw in de dienst volharden, maar ook moet men voortdurend zijn gedachten laten gaan over de prachtige, in de bijbel opgetekende voorbeelden van standvastigheid. Wanneer personen uit voorbijgegane eeuwen het onder beproevingen en ontmoedigende omstandigheden konden uithouden, dan kunt u dit ook. Zij waren evenals u mensen. In 1 Korinthe 15:58 (NW) geeft de apostel Paulus de volgende gezonde raad: „Daarom, mijn geliefde broeders, wordt standvastig, onwrikbaar, altijd volop bezig in het werk des Heren, wetend dat uw arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer.” Ook al schijnt uw prediking geen vruchten af te werpen, daarom is uw arbeid toch nimmer tevergeefs. Uw dagelijkse dienst is een aan Jehovah aangeboden lofoffer, en dat op zich zelf is al reden genoeg om in de volle-tijd-dienst standvastig te zijn.

21. Wat is er met sommige personen gebeurd en welke vraag rijst hierdoor?

21 Gods dienstknechten zullen vele moeilijkheden en verzoekingen tegenkomen. Maar lieten Christus en andere getrouwe mannen toe dat zulke dingen hun de schat van de volle-tijd-dienst ontnamen? Hun geest en hart waren slechts verpand aan de getrouwe dienst voor Jehovah, en niets vermocht hierop storend te werken. Er zijn thans echter personen die eens als pionier de schat van de volle-tijd-dienst bezaten, doch die niet de juiste geestesgesteldheid behielden. Zij lieten zich door het wereldse werk, waaraan zij een gedeelte van hun tijd besteedden, verlokken met het pionieren op te houden ten einde al hun tijd aan werelds werk te gaan wijden. Waarvoor liepen zij nu warm? Voor het doen van Gods wil of de hunne? Wat is hun schat, de stoffelijke rijkdommen of de volle-tijd-dienst? Daar wij weten dat Satan ons er van beschuldigt dat wij ons zelf meer liefhebben dan God, willen wij hem nooit enige aanleiding voor die beschuldiging geven.

22. Welke onderzoekende vragen kan een persoon zich stellen?

22 Indien u een dienstknecht van God bent, die zich aan hem heeft opgedragen, en u geen verplichtingen hebt of u daar vrij van kan maken, waarom hebt u dan niet de schat van de volle-tijd-dienst tot de uwe gemaakt? Dient u Jehovah uit liefde of uit zelfzuchtige beweegredenen, zoals Satans beschuldiging luidt? Indien u hem uit liefde dient, en u kunt al uw tijd aan zijn dienst besteden, waarom aarzelt u dan nog? Is deze schat niet voor u weggelegd? Alleen maar voor anderen? Lokt de gedachte al uw tijd aan het dienen van de Grote Levengever te besteden, u niet aan? Aarzelt u omdat u er geen lust in hebt Gods wil al de tijd te doen?

23. Wat dient het vaste besluit te zijn van iemand die de de volle-tijd-dienst tot de zijne maakt?

23 Wanneer u daarentegen besluit dat deze schat iets voor u is en u er naar streeft hem tot de uwe te maken, neem u dan vast voor dat u er zich met al uw sterkte aan zult vasthouden. Laat deze schat u nooit ontgaan. Houd niet met de volle-tijd-dienst op wanneer vervolgingen u overkomen. Houd er niet mee op wanneer u wegens ontmoediging terneergeslagen wordt. Houd er niet mee op wanneer u wordt verlokt door financieel gewin. Houd er niet mee op omdat u wegens lange dienstjaren vermoeid bent geraakt. Houd deze schat van de volle-tijd-dienst stevig vast in plaats dat u hem prijsgeeft. Bewaak deze schat zorgvuldiger dan de kroonjuwelen, wanneer die u zouden toebehoren. Laat uw ogen nooit dof worden voor zijn schitterende pracht. Verlies nimmer uw waardering er voor. Verheug u in het bezit er van, evenals de engelen, de aartsvaders, de profeten en de apostelen zich in het bezit er van verheugden en die schat als een kleinood bewaakten. Vergeet nimmer dat zijn beloningen eeuwig zijn, zijn zegeningen zonder weerga.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen