De vrucht zelfbeheersing aankweken
„De vrucht van de geest . . . is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet.” — GALATEN 5:22, 23.
1. Wie hebben ons het voortreffelijkste voorbeeld van zelfbeheersing gegeven, en uit welke schriftplaatsen blijkt dit?
JEHOVAH GOD en Jezus Christus hebben ons het voortreffelijkste voorbeeld van zelfbeheersing gegeven. Al vanaf de tijd dat de mens in de hof van Eden ongehoorzaam werd, heeft Jehovah deze hoedanigheid onafgebroken aan de dag gelegd. (Vergelijk Jesaja 42:14.) In de Hebreeuwse Geschriften lezen wij negenmaal dat hij „langzaam tot toorn” is (Exodus 34:6). Dit vergt zelfbeheersing. En stellig heeft Gods Zoon grote zelfbeheersing aan de dag gelegd, want „wanneer hij werd beschimpt, ging hij niet terugschimpen” (1 Petrus 2:23). Toch had Jezus zijn hemelse Vader om de ondersteuning van „meer dan twaalf legioenen engelen” kunnen vragen. — Mattheüs 26:53.
2. Welke prachtige bijbelse voorbeelden hebben wij van door onvolmaakte mensen aan de dag gelegde zelfbeheersing?
2 Wij hebben ook enkele prachtige bijbelse voorbeelden van door onvolmaakte mensen aan de dag gelegde zelfbeheersing. Deze hoedanigheid werd bijvoorbeeld tijdens een opmerkelijk voorval in het leven van Jozef, een zoon van de patriarch Jakob, tentoongespreid. Wat een zelfbeheersing legde Jozef aan de dag toen Potifars vrouw hem trachtte te verleiden! (Genesis 39:7-9) Ook beschikken wij over het schitterende voorbeeld van de vier Hebreeuwse jongeren die zelfbeheersing oefenden door in gehoorzaamheid aan de restricties van de Mozaïsche wet te weigeren de lekkernijen van de koning van Babylon te eten. — Daniël 1:8-17.
3. Wie staan bekend om hun voortreffelijke gedrag, en uit welk getuigenis blijkt dit?
3 Voor hedendaagse voorbeelden van zelfbeheersing kunnen wij op Jehovah’s Getuigen als groep wijzen. Zij verdienen de prijzende woorden die in de New Catholic Encyclopedia over hen staan vermeld — dat zij „een van de welgemanierdste groeperingen in de wereld” zijn. Een docent aan een universiteit in de Filippijnen zei dat „de Getuigen nauwgezet in praktijk brengen wat zij uit de Schrift hebben geleerd”. Over het congres van de Getuigen dat in 1989 in Warschau werd gehouden, schreef een Poolse verslaggever: „55.000 mensen hebben drie dagen lang geen sigaret gerookt! . . . Deze demonstratie van bovenmenselijke discipline heeft mij getroffen met gevoelens van enerzijds bewondering en anderzijds ontzag.”
God vrezen en het kwade haten
4. Wat is een van de belangrijkste hulpmiddelen voor het oefenen van zelfbeheersing?
4 Een van de belangrijkste hulpmiddelen voor het aankweken van zelfbeheersing is de vrees voor God, de gezonde angst om niets te doen wat onze liefdevolle hemelse Vader mishaagt. Hoe belangrijk de eerbiedige vrees voor God voor ons dient te zijn, kan worden opgemaakt uit het feit dat er in de Schrift vele malen gewag van wordt gemaakt. Toen Abraham op het punt stond zijn zoon Isaäk te offeren, zei God: „Steek uw hand niet uit tegen de jongen en doe hem volstrekt niets, want nu weet ik werkelijk dat gij godvrezend zijt, doordat gij mij uw zoon, uw enige, niet hebt onthouden” (Genesis 22:12). Ongetwijfeld heerste er een emotioneel zwaar geladen sfeer, en het moet dus enorme zelfbeheersing van Abraham hebben gevergd om ertoe over te gaan Gods bevel te gehoorzamen zelfs tot het punt dat hij zijn mes ophief om zijn geliefde zoon Isaäk te doden. Ja, de vrees voor God zal ons helpen zelfbeheersing te oefenen.
5. Welke rol speelt het haten van het kwade in onze beoefening van zelfbeheersing?
5 Nauw verwant aan de vrees voor Jehovah is het haten van het kwade. In Spreuken 8:13 lezen wij: „De vrees voor Jehovah betekent het kwade te haten.” Op zijn beurt helpt het haten van het kwade ons ook om zelfbeheersing te oefenen. Telkens weer wordt ons in de Schrift gezegd het kwade te haten — ja, te verafschuwen (Psalm 97:10; Amos 5:14, 15; Romeinen 12:9). Het kwade is vaak zo aangenaam, zo verleidelijk, zo verlokkelijk dat wij het eenvoudig moeten haten om ertegen bestand te zijn. Al zulk haten van het kwade heeft tot gevolg dat ons vaste besluit om zelfbeheersing te oefenen, wordt versterkt, en vormt derhalve een bescherming voor ons.
Zelfbeheersing, de weg der wijsheid
6. Waarom is het de weg der wijsheid onze zelfzuchtige neigingen te beteugelen door zelfbeheersing te oefenen?
6 Nog een grote hulp voor het oefenen van zelfbeheersing is, te beseffen dat het de weg der wijsheid is deze hoedanigheid aan de dag te leggen. Voor ons eigen bestwil vraagt Jehovah ons zelfbeheersing te oefenen. (Vergelijk Jesaja 48:17, 18.) Zijn Woord bevat veel raad die laat zien hoe wijs het is onze zelfzuchtige neigingen te beteugelen door zelfbeheersing te oefenen. Wij kunnen eenvoudig niet aan Gods onveranderlijke wetten ontkomen. Zijn Woord zegt ons: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten; want wie met het oog op zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie met het oog op de geest zaait, zal uit de geest eeuwig leven oogsten” (Galaten 6:7, 8). Een voor de hand liggend voorbeeld is dat van eten en drinken. Veel ziekten zijn het gevolg van het feit dat mensen te veel eten of drinken. Al dit zich overgeven aan zelfzucht berooft iemand van zelfrespect. Meer dan dat, iemand kan zich niet aan zelfzucht overgeven zonder ook zijn verhouding met anderen te schaden. Maar het ergste van alles is dat gebrek aan zelfbeheersing onze verhouding met onze hemelse Vader schaadt.
7. Wat is een belangrijk thema van het boek Spreuken, en uit welke bijbelteksten blijkt dit?
7 Daarom moeten wij onszelf voor ogen blijven houden dat zelfzucht ons nergens brengt. Een treffend thema van het boek Spreuken, waarin de nadruk wordt gelegd op zelfdiscipline, is dat zelfzucht eenvoudig niet loont en dat het de weg der wijsheid is zelfbeheersing te oefenen (Spreuken 14:29; 16:32). En merk op dat bij zelfdiscipline veel meer betrokken is dan eenvoudig het kwade te vermijden. Zelfdiscipline, of zelfbeheersing, is ook noodzakelijk om het juiste te doen, wat moeilijk kan zijn omdat het tegen onze zondige neigingen indruist.
8. Welke ervaring laat goed uitkomen hoe wijs het is zelfbeheersing aan de dag te leggen?
8 Een illustratie die laat zien hoe wijs het is zelfbeheersing aan de dag te leggen, is het geval van een van Jehovah’s Getuigen die in een bankgebouw in de rij stond toen een man zich vóór hem drong. Hoewel de Getuige een beetje geïrriteerd was, oefende hij zelfbeheersing. Diezelfde dag moest hij bij een zekere ingenieur zijn om een handtekening te krijgen voor een bepaald Koninkrijkszaalproject. En wie bleek deze ingenieur te zijn? Niemand anders dan de man die zich in het bankgebouw vóór hem had gedrongen! Niet alleen bleek hij heel vriendelijk te zijn, maar hij berekende de Getuige minder dan een tiende van het normale tarief. Wat was de Getuige blij dat hij eerder op die dag zelfbeheersing had geoefend en zich niet tot een woedeuitbarsting had laten prikkelen!
9. Wat is de weg der wijsheid wanneer wij in de bediening beledigingen moeten incasseren?
9 Telkens weer als wij van deur tot deur gaan om het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken of op de hoek van een straat staan om te proberen bij voorbijgangers belangstelling voor onze boodschap op te wekken, krijgen wij beledigingen naar het hoofd geslingerd. Wat is de weg der wijsheid? In Spreuken 15:1 staan de volgende wijze woorden: „Een zacht antwoord keert woede af.” Met andere woorden, wij moeten zelfbeheersing oefenen. En niet alleen Jehovah’s Getuigen hebben ondervonden dat dit zo is, maar anderen ook. De genezende waarde van zelfbeheersing wordt door de medische professie steeds meer beseft.
Onzelfzuchtige liefde helpt
10, 11. Waarom is liefde een werkelijke hulp voor het oefenen van zelfbeheersing?
10 De beschrijving van liefde die Paulus in 1 Korinthiërs 13:4-8 geeft, laat zien dat de kracht ervan ons kan helpen zelfbeheersing te oefenen. „De liefde is lankmoedig.” Lankmoedig zijn, vergt zelfbeheersing. „De liefde is niet jaloers, ze snoeft niet, wordt niet opgeblazen.” De hoedanigheid liefde helpt ons onze gedachten en gevoelens te beheersen en elke neiging om jaloers te zijn, te snoeven of opgeblazen te zijn, te beteugelen. Liefde beweegt ons ertoe precies het tegenovergestelde te zijn en maakt ons net als Jezus nederig, ootmoedig van geest. — Mattheüs 11:28-30.
11 Paulus zegt verder dat liefde ’zich niet onbetamelijk gedraagt’. Er is ook zelfbeheersing voor nodig om zich te allen tijde betamelijk te gedragen. De hoedanigheid liefde weerhoudt ons van hebzucht, van het puur ’op onze eigen belangen uit zijn’. De liefde „wordt niet geërgerd”. Hoe gemakkelijk is het ons te ergeren aan wat anderen zeggen of doen! Maar liefde zal ons helpen zelfbeheersing aan de dag te leggen en geen dingen te zeggen of te doen waar wij achteraf spijt van hebben. De liefde „rekent het kwade niet aan”. De neiging van de menselijke aard is rancuneus te zijn of wrok te koesteren. Maar liefde zal ons helpen zulke gedachten uit onze geest te bannen. De liefde „verheugt zich niet over onrechtvaardigheid”. Er is zelfbeheersing voor nodig om geen behagen te scheppen in wat onrechtvaardig is, zoals pornografie of vulgaire tv-series. Ook „verdraagt [de liefde] alle dingen” en „verduurt [ze] alle dingen”. Het vergt zelfbeheersing om dingen te verdragen, beproevingsvolle of lastige dingen te verduren en niet toe te laten dat ze ons ontmoedigen, ons represailles doen nemen of aanleiding geven met het dienen van Jehovah op te houden.
12. Wat is één manier om onze waardering te tonen voor alles wat Jehovah God en Jezus Christus voor ons hebben gedaan?
12 Als wij onze hemelse Vader werkelijk liefhebben en waardering hebben voor zijn schitterende hoedanigheden en voor alles wat hij voor ons heeft gedaan, zullen wij hem willen behagen door te allen tijde zelfbeheersing te oefenen. Ook als wij onze Heer en Meester, Jezus Christus, werkelijk liefhebben en waardering hebben voor alles wat hij voor ons heeft gedaan, zullen wij acht slaan op zijn gebod ’onze martelpaal op te nemen en hem voortdurend te volgen’ (Markus 8:34). Dit vereist beslist dat wij zelfbeheersing oefenen. Liefde voor onze christelijke broeders en zusters zal ons er ook van weerhouden hen pijn te doen door de een of andere zelfzuchtige weg te bewandelen.
Geloof en nederigheid zijn een hulp
13. Waarom kan geloof ons helpen zelfbeheersing te oefenen?
13 Nog een grote hulp om zelfbeheersing te oefenen, is geloof in God en zijn beloften. Geloof zal ons in staat stellen op Jehovah te vertrouwen en te wachten op zijn bestemde tijd om dingen recht te zetten. De apostel Paulus maakt ditzelfde punt duidelijk wanneer hij in Romeinen 12:19 zegt: „Wreekt uzelf niet, geliefden, . . . want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik wil vergelden, zegt Jehovah.’” In dit opzicht kan ook nederigheid ons helpen. Als wij nederig zijn, zullen wij niet snel aanstoot nemen aan ingebeelde of werkelijke beledigingen. Wij zullen niet ondoordacht handelen door zogezegd het recht in eigen hand te nemen, maar zullen zelfbeheersing aan de dag leggen en bereid zijn op Jehovah te wachten. — Vergelijk Psalm 37:1, 8.
14. Uit welke ervaring blijkt dat zelfbeheersing zelfs verworven kan worden door degenen die daar schromelijk in te kort schieten?
14 Dat wij kunnen leren zelfbeheersing aan de dag te leggen, werd krachtig onder de aandacht gebracht door een ervaring betreffende een man met een agressieve aard. Hij was zelfs zo’n woesteling dat toen de politie werd gebeld wegens het tumult dat hij en zijn vader veroorzaakten, hij drie politieagenten knock-out sloeg voordat andere hem overmeesterden! Mettertijd kwam hij echter in contact met Jehovah’s Getuigen en leerde hij zelfbeheersing — een van de vruchten van Gods geest — te oefenen (Galaten 5:22, 23). Thans, dertig jaar later, dient deze man Jehovah nog steeds getrouw.
Zelfbeheersing in de gezinskring
15, 16. (a) Wat zal een echtgenoot helpen zelfbeheersing aan de dag te leggen? (b) In welke situatie is zelfbeheersing vooral noodzakelijk, en uit welke ervaring blijkt dit? (c) Waarom heeft een echtgenote zelfbeheersing nodig?
15 Zelfbeheersing is beslist noodzakelijk in de gezinskring. Wil een echtgenoot zijn vrouw liefhebben als zichzelf, dan moet hij zijn gedachten, woorden en daden ten zeerste beheersen (Efeziërs 5:28, 29). Ja, het vergt zelfbeheersing van echtgenoten om acht te slaan op de in 1 Petrus 3:7 opgetekende woorden van de apostel Petrus: „Gij mannen, blijft insgelijks bij haar wonen overeenkomstig kennis.” Vooral wanneer zijn vrouw geen gelovige is, zal de gelovige echtgenoot zelfbeheersing aan de dag moeten leggen.
16 Ter illustratie: Er was een ouderling met een zeer humeurige, ongelovige vrouw. Nochtans legde hij zelfbeheersing aan de dag, en dit baatte hem zozeer dat zijn dokter tegen hem zei: „John, óf je bent van nature een heel erg geduldige man óf je hebt een religie waar veel kracht van uitgaat.” Wij hebben inderdaad een religie waar veel kracht van uitgaat, want „God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar van kracht en van liefde en van gezond verstand”, waardoor wij zelfbeheersing aan de dag kunnen leggen (2 Timotheüs 1:7). Bovendien vergt het van een vrouw zelfbeheersing om onderdanig te zijn, vooral wanneer haar man geen gelovige is. — 1 Petrus 3:1-4.
17. Waarom is zelfbeheersing belangrijk in de ouder-kindverhouding?
17 Zelfbeheersing is ook noodzakelijk in de ouder-kindverhouding. Willen ouders kinderen hebben die zelfbeheersing aan de dag leggen, dan moeten de ouders zelf in de eerste plaats een goed voorbeeld geven. En wanneer kinderen de een of andere vorm van streng onderricht nodig hebben, moet dit altijd met kalmte en in liefde worden toegediend, wat werkelijke zelfbeheersing vergt (Efeziërs 6:4; Kolossenzen 3:21). Voorts geldt voor kinderen dat wanneer zij er blijk van willen geven dat zij hun ouders werkelijk liefhebben, zij gehoorzaam moeten zijn, en gehoorzamen vereist stellig zelfbeheersing. — Efeziërs 6:1-3; vergelijk 1 Johannes 5:3.
Gebruik maken van de hulp die God verschaft
18-20. Welke drie geestelijke voorzieningen moeten wij te baat nemen teneinde de hoedanigheden aan te kweken die ons zullen helpen zelfbeheersing te oefenen?
18 Teneinde te groeien in vrees voor God, in onzelfzuchtige liefde, in geloof, in het haten van het kwade en in zelfbeheersing, moeten wij alle hulp te baat nemen waarin Jehovah God heeft voorzien. Laten wij drie geestelijke voorzieningen beschouwen die ons kunnen helpen zelfbeheersing te oefenen. Ten eerste het kostbare voorrecht van gebed. Wij willen het nooit te druk hebben om te bidden. Ja, het dient ons verlangen te zijn ’zonder ophouden te bidden’, ’aan te houden in het gebed’ (1 Thessalonicenzen 5:17; Romeinen 12:12). Laten wij het aankweken van zelfbeheersing tot een zaak van gebed maken. Maar wanneer wij te kort schieten in het aan de dag leggen van zelfbeheersing, laten wij onze hemelse Vader dan berouwvol om vergeving vragen.
19 Een tweede terrein van hulp voor het tentoonspreiden van zelfbeheersing is, ons te verzekeren van de hulp die voortspruit uit het ons voeden met Gods Woord en de lectuur die ons in staat stelt de Schrift te begrijpen en toe te passen. Het is o zo gemakkelijk dit deel van onze heilige dienst te veronachtzamen! Wij moeten zelfbeheersing oefenen en onszelf voortdurend voor ogen houden dat er geen belangrijker leesmateriaal bestaat dan de bijbel en de door „de getrouwe en beleidvolle slaaf” verschafte lectuur, en hieraan moeten wij dus de eerste plaats toekennen (Mattheüs 24:45-47). Terecht is er gezegd dat het in het leven nooit dit en dat, maar dit of dat is. Zijn wij werkelijk geestelijk gezinde mannen en vrouwen? Indien wij ons bewust zijn van onze geestelijke nood, zullen wij de zelfbeheersing aan de dag leggen die vereist is om de tv uit te zetten en zullen wij ons voorbereiden op onze vergaderingen of De Wachttoren gaan lezen die misschien net over de post is gekomen.
20 Ten derde is er de kwestie van het toekennen van de juiste waarde aan onze gemeentevergaderingen en de grotere vergaderingen en congressen. Zijn al zulke vergaderingen een absolute „must” voor ons? Komen wij voorbereid op de vergaderingen om er een aandeel aan te hebben en doen wij dit dan ook als wij de gelegenheid hebben? In de mate dat wij onze vergaderingen van belang achten, in die mate zullen wij gesterkt worden in ons vaste besluit om onder alle omstandigheden zelfbeheersing te oefenen.
21. Wat zijn enkele van de beloningen waarin wij ons kunnen verheugen wanneer wij de vrucht van de geest zelfbeheersing aankweken?
21 Welke beloningen kunnen wij verwachten wanneer wij ons best doen te allen tijde zelfbeheersing aan de dag te leggen? In de eerste plaats zullen wij nooit de bittere vruchten van zelfzucht oogsten. Wij zullen zelfrespect en een zuiver geweten hebben. Wij zullen ons heel veel moeilijkheden besparen en zullen op de weg des levens blijven. Verder zullen wij anderen zoveel mogelijk goed kunnen doen. Bovenal zullen wij acht slaan op Spreuken 27:11: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.” En dat is de grootste beloning die wij ooit kunnen hebben — het voorrecht het hart van onze liefdevolle hemelse Vader, Jehovah, te verheugen!
Herinnert u zich dit?
◻ Hoe helpt vrees voor God ons zelfbeheersing te oefenen?
◻ Waarom helpt liefde ons zelfbeheersing te oefenen?
◻ Hoe helpt zelfbeheersing in gezinsverhoudingen?
◻ Welke voorzieningen moeten wij goed benutten indien wij zelfbeheersing willen aankweken?
[Illustratie op blz. 15]
Jozef legde zelfbeheersing aan de dag toen hij verleid werd
[Illustratie op blz. 17]
Een kind met kalmte en in liefde streng onderricht toedienen, vergt werkelijke zelfbeheersing