Vrede des geestes in een wedijverende maatschappij
„ALS iemand de eerste wil zijn,” raadde Jezus Christus zijn apostelen aan, „moet hij de laatste van allen en de dienaar van allen zijn.” De apostelen waren aan het redetwisten over de vraag wie van hen de grootste was. Zij wisten dat Jezus een afkeer van die geesteshouding had. Hij zette zijn discipelen nooit tegen elkaar op in een poging hun geestelijke vooruitgang te bevorderen. — Markus 9:33-37.
Voordat Jezus Christus naar de aarde kwam, had hij een aandeel gehad aan het scheppen van het eerste mensenpaar, en hij wist hoe zij waren gemaakt (Kolossenzen 1:15, 16). De eerste mensen werden geschapen met het vermogen om vooruitgang te boeken zonder meedogenloos met anderen te wedijveren. Mensen hoefden niet met elkaar te strijden om vast te stellen wie hun hoofd was, en evenmin wedijverden zij met de dieren in een strijd om het bestaan. — Genesis 1:26; 2:20-24; 1 Korinthiërs 11:3.
De oorsprong van de geest van wedijver
Hoe is een genadeloze geest van wedijver dan zo’n overheersende kracht in de mensenmaatschappij geworden? De eerste moord in de menselijke geschiedenis geeft een aanwijzing. Deze tragedie werd veroorzaakt door een geest van wedijver van de zijde van Kaïn, de oudste zoon van het eerste mensenpaar. Kaïn vermoordde zijn broer Abel omdat Abels slachtoffer God behaagde, terwijl dat niet het geval was met dat van Kaïn. En de bijbel zegt dat Kaïn „uit de goddeloze voortsproot en zijn broer vermoordde”. — 1 Johannes 3:12; Genesis 4:4-8.
Ja, de goddeloze, Satan de Duivel, is de aanstichter en de bevorderaar van de geest van wedijver. Ondanks het feit dat hij een engelenzoon van God met grote voorrechten was, wilde hij meer. (Vergelijk Ezechiël 28:14, 15.) Toen hij Eva verleidde, verried hij wat zijn eigen verlangen was. Hij zei dat zij door van de verboden vrucht te eten, ’stellig als God zou zijn’ (Genesis 3:4, 5). In werkelijkheid was het Satan die als God wilde zijn en die zich tot een rivaal van Jehovah maakte. Een geest van wedijver met God zette hem tot opstand aan. — Jakobus 1:14, 15.
Deze geest is besmettelijk. Onder Satans invloed ging de door God geschonken vrede in de oorspronkelijke gezinsregeling verloren (Genesis 3:6, 16). Sinds zijn opstand tegen God heeft Satan de Duivel over de mensheid geheerst, terwijl hij een geest van wedijver aanwakkert en mannen en vrouwen zelfs doet geloven dat genadeloze wedijver de sleutel tot succes is. Maar de bijbel verklaart: „Waar jaloezie en twistgierigheid zijn, daar is wanorde en allerlei verachtelijks” (Jakobus 3:14-16). Satan heeft de mens aldus van zijn geluk en zijn vrede des geestes beroofd.
Succes zonder wedijver
In tegenstelling tot Satans bewering geeft de bijbel voorbeelden van succes los van wedijver. Het belangrijkste voorbeeld is dat van Jezus Christus. Hoewel hij in Gods gedaante bestond, heeft hij er nooit aan gedacht aan God gelijk te willen zijn, maar heeft hij de gedaante van een slaaf aangenomen en is naar de aarde gekomen. Meer nog, hij heeft zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood aan een martelpaal. Door deze gehoorzame houding, gespeend van elke vorm van rivaliteit, verwierf hij Gods gunst. „Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke andere naam is” (Filippenzen 2:5-9). Welk groter succes zou een schepsel kunnen bereiken? Hij behaagde zijn Vader in een mate waarin geen enkel ander schepsel dat zou kunnen, en dit deed hij zonder enige vorm van rivaliteit of wedijver. — Spreuken 27:11.
De talloze getrouwe engelen in de hemel geven van dezelfde instelling blijk. Hoewel Jezus, die het hoofd van de engelen was, een weinig lager dan hen werd toen hij naar de aarde kwam, voorzagen zij bereidwillig in zijn behoeften. Zij dachten er beslist niet aan misbruik te maken van de situatie en te proberen hem als de Aartsengel te verdringen. — Mattheüs 4:11; 1 Thessalonicenzen 4:16; Hebreeën 2:7.
Hun afkeer van een wedijverende instelling wordt zelfs nog duidelijker wanneer wij de manier bekijken waarop zij hebben gereageerd op Gods voornemen om enkele onvolmaakte mensen tot onsterfelijk geestelijk leven te verhogen, in welke staat zij „engelen zullen oordelen” (1 Korinthiërs 6:3). Engelen hebben een overvloed aan ervaring in het dienen van Jehovah en bezitten veel meer vermogens om iets goeds tot stand te brengen dan onvolmaakte mensen. Toch verrichten de engelen vreugdevol dienst voor de gezalfden op aarde, zonder ooit jaloers te zijn op wat deze gezalfden zullen ontvangen (Hebreeën 1:14). Hun voortreffelijke, niet-wedijverende houding stelt hen in staat voor de troon van de Soevereine Heer Jehovah te blijven dienen.
Denk ook eens aan de getrouwe dienstknechten van God uit de oudheid die een opstanding op aarde zullen ontvangen. Abraham was een opmerkelijk voorbeeld van geloof en werd ’de vader van allen die geloof hebben’ genoemd (Romeinen 4:9, 11). Job gaf een onvervalst voorbeeld in volharding (Jakobus 5:11). Mozes, „verreweg de zachtmoedigste van alle mensen die op de oppervlakte van de aardbodem waren”, leidde de natie Israël naar vrijheid (Numeri 12:3). Wie onder de onvolmaakte mensen heeft een beter voorbeeld gegeven in geloof, volharding en zachtmoedigheid dan deze mannen? Zij zullen echter het aardse domein van Gods koninkrijk beërven (Mattheüs 25:34; Hebreeën 11:13-16). Zij zullen, net als Johannes de Doper, lager worden gerekend dan „wie een mindere is in het koninkrijk der hemelen” (Mattheüs 11:11). Zullen zij er zelfs maar aan denken te klagen en met klem te beweren dat zij degenen die hemels leven hebben ontvangen, in geloof, volharding of zachtmoedigheid evenaarden of in sommige gevallen overtroffen? Beslist niet! Zij zullen gelukkige aardse onderdanen van Gods koninkrijk zijn.
Ook in deze tijd zijn mensen die geen wedijverende instelling hebben, prettig in de omgang. Jasoeo, van wie in het eerste artikel melding werd gemaakt, raakte diep in de schulden door te speculeren in goud en verloor al zijn bezittingen. Zijn „vrienden” lieten hem in de steek. Nadat zijn vrouw de bijbel met Jehovah’s Getuigen was gaan bestuderen, ging hij uit wroeging over het lijden dat hij zijn gezin had aangedaan naar hun vergaderingen. Uiteindelijk maakte hij zich vrij van wedijver en werd een van Jehovah’s Getuigen. Nu is hij blij dat hij omringd wordt door christelijke vrienden, het soort vrienden dat bereid is hem in tijden van nood te helpen.
Hoe vrede des geestes te bewaren
Het is niet altijd gemakkelijk vrede des geestes te bewaren in een meedogenloze, wedijverende maatschappij. Wij doen er goed aan te bedenken dat de bijbel „vijandschappen, twist, jaloezie, vlagen van toorn, ruzies, verdeeldheid, sekten, uitingen van afgunst” veroordeelt als „werken van het vlees” die een belemmering voor iemand vormen om Gods koninkrijk te beërven. Al deze werken gaan gepaard met een geest van wedijver. Geen wonder dat de apostel Paulus de Galaten aanmoedigde: „Laten wij niet egotistisch worden, doordat wij onderlinge wedijver aanwakkeren en elkaar benijden.” — Galaten 5:19-21, 26.
In deze context laat Paulus’ brief zien wat de sleutel is om egotistische wedijver te bestrijden. Hij zei: „De vrucht van de geest . . . is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet” (Galaten 5:22, 23). De vrucht van de geest helpt ons onze geest vrij te maken van wedijver. Beschouw bijvoorbeeld eens de hoedanigheid liefde. „De liefde is niet jaloers”, legt Paulus uit. „Ze snoeft niet, wordt niet opgeblazen, gedraagt zich niet onbetamelijk, zoekt niet haar eigen belang, wordt niet geërgerd” (1 Korinthiërs 13:4-7). Door liefde aan te kweken, kunnen wij jaloezie, een aandrijvende kracht achter de geest van wedijver, uitbannen. Ook de andere vruchten van de geest helpen ons om ons hart en onze geest te reinigen van alle sluimerende sporen van een genadeloze geest van wedijver. Ja, met zelfbeheersing kan elke opkomende drang om met anderen te wedijveren en koste wat het kost te winnen, snel worden onderdrukt! — Spreuken 17:27.
Om deze hoedanigheden aan te kweken, moeten wij echter Gods geest op ons laten inwerken. Wij kunnen deze heilzame uitwerking van de heilige geest bevorderen door aan te houden in gebed en om de hulp van Gods geest te vragen (Lukas 11:13). Wat zal God ons in antwoord op ons gebed schenken? De bijbel antwoordt: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Filippenzen 4:6, 7.
Dit bleek duidelijk in het geval van Jezus’ apostelen. Zelfs nadat Jezus op zijn laatste avond met zijn apostelen het Avondmaal des Heren had ingesteld, kibbelden zij nog over de vraag wie van hen de grootste scheen te zijn (Lukas 22:24-27). Jezus had bij verschillende gelegenheden geprobeerd hen te helpen hun denkwijze te corrigeren, maar deze wedijverende instelling was diep in hen geworteld (Markus 9:34-37; 10:35-45; Johannes 13:12-17). Toen zij echter zo’n vijftig dagen na dat twistgesprek de heilige geest eenmaal hadden ontvangen, veranderde hun instelling. Er was geen onenigheid over de vraag wie als hun vertegenwoordiger tot de nieuwsgierige schare zou spreken die zich op die pinksterdag had verzameld. — Handelingen 2:14-21.
Er was geen plaats voor enige menselijke overheersing over de christelijke gemeente. Toen zij een probleem in verband met de besnijdenis moesten oplossen, trad Jakobus, die ten tijde van Jezus’ dood niet eens een discipel was, als voorzitter op van die belangrijke vergadering. Uit niets blijkt dat er een twistgesprek was over de vraag wie de leiding zou nemen op die vergadering van het besturende lichaam van de christelijke gemeente. Wat een verandering ten opzichte van de tijd waarin de apostelen besmet waren met een geest van wedijver! Met de hulp van de heilige geest herinnerden zij zich Jezus’ leringen en begonnen zij de betekenis van zijn lessen te begrijpen. — Johannes 14:26.
Hetzelfde kan bij ons het geval zijn. Met de hulp van de heilige geest kunnen wij elke sluimerende drang overwinnen om met anderen te wedijveren en ten koste van hen vooruitgang te boeken. Wij kunnen in plaats daarvan de vrede des geestes verwerven die alle gedachte te boven gaat. De bijbel geeft ons de verzekering dat de bron van genadeloze wedijver, Satan de Duivel, binnenkort in de afgrond zal worden geworpen, inactief zal worden gemaakt (Openbaring 20:1-3). Rivaliteit tussen buren zal niet langer bestaan. Zal het resultaat dan een maatschappij zonder enige vooruitgang zijn? In geen geval! De mensen zullen tot volmaaktheid groeien, niet door onderlinge wedijver, maar doordat Jezus’ loskoopoffer ten behoeve van hen wordt aangewend. — 1 Johannes 2:1, 2.
Keinosoeke, van wie eerder melding werd gemaakt en die eens de glorie van werelds succes had ervaren door een recordaantal auto’s te verkopen, putte zichzelf zowel geestelijk als lichamelijk uit, maar uiteindelijk gaf hij zijn werk op. „Nu is mijn leven met ware vreugde gevuld”, zegt hij. Hij is gaan inzien hoe het kwam dat Jezus’ leven door werkelijk succes werd gekenmerkt. Hij vindt nu verkwikking in alles wat hij kan doen in Gods wereldomvattende gemeente. Zo wordt hij voorbereid op de nieuwe wereld, waarin geen wedijver zal zijn. Ook u kunt een voorproefje van deze nieuwe-wereldmaatschappij krijgen door een van de Koninkrijkszalen bij u in de buurt te bezoeken en met Jehovah’s Getuigen om te gaan.
[Illustratie op blz. 7]
In Gods nieuwe wereld zal de mensenmaatschappij gekenmerkt worden door vrede en onderlinge samenwerking