Jij wordt uitgenodigd te gaan pionieren — Zul je de uitnodiging aannemen?
WELK aandeel wij ook in de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk hebben, het is een bron van vreugde. Ongeacht hoe de mensen in ons gebied reageren, wij bezitten de vreugde te weten dat wij Jehovah’s wil doen. En als onze prediking over Gods koninkrijk het hart raakt van mensen met waardering, hebben wij de extra vreugde te zien hoe zij vorderingen maken op de weg van rechtvaardigheid. Hoe meer tijd wij bijgevolg aan de velddienst besteden, des te groter onze vreugde zal zijn. Dit is in overeenstemming met het bijbelse beginsel: „Wie overvloedig zaait, zal ook overvloedig oogsten.” — 2 Kor. 9:6.
Daarom nodigen wij zoveel mogelijk verkondigers ertoe uit de gewone of tijdelijke pioniersdienst op zich te nemen. Wij weten evenwel dat er velen zijn die heel graag zouden willen pionieren maar die hiertoe vanwege hun huidige omstandigheden en verantwoordelijkheden niet in staat zijn. Deze getrouwe dienstknechten van Jehovah kunnen aanmoediging putten uit het feit dat Jehovah God en Jezus Christus zich van hun beperkingen bewust zijn. Bedenk dat Jezus in een van zijn illustraties uiteenzette dat de ’aarde van het hart’ vrucht kan dragen in verschillende hoeveelheden, en toch in elk van die gevallen voortreffelijke aarde is (Matth. 13:23). Dit komt omdat het dragen van vrucht afhankelijk is van het spreken over het Koninkrijk en daarom rechtstreeks verband houdt met de hoeveelheid tijd die men aan het spreken over de waarheid met anderen besteedt.
Het is dus goed dat wij allen onze omstandigheden en verantwoordelijkheden beschouwen. Zouden wij meer vrucht kunnen dragen, dat wil zeggen, meer met anderen over Gods koninkrijk kunnen spreken, zelfs tot leden van ons eigen gezin? Verkeren wij in een positie er meer over te kunnen spreken door pionier te worden? Ja, kun jij persoonlijk wijzigingen in je huidige levenswijze aanbrengen om te gaan pionieren?
Noodzakelijke vereisten — Voldoe jij eraan?
Het is goed in gedachten te houden dat pioniers aangesteld worden door het Wachttorengenootschap, dat onder leiding van het besturende lichaam van Jehovah’s getuigen staat. Dat iemand ertoe in staat is ten minste honderd uur per maand aan de velddienst te besteden is voor het Genootschap een belangrijke overweging, maar deze overweging neemt niet de allereerste plaats in. Pioniers dienen personen te zijn wier voorbeeld in christelijk gedrag navolgenswaard is. Anderen dienen hen te kunnen herkennen als personen die de vruchten van Gods geest aan de dag leggen.
De broeders die ermee belast zijn personen voor de pioniersdienst aan te bevelen, moeten zich dus met gepaste zorg van hun verplichting kwijten. Zij weten dat een pionier hun gemeente als een aangestelde evangelist zal vertegenwoordigen. Iemand die zich onbescheiden kleedt en naar het extreme neigt wat haardracht betreft, zou de gemeente moeilijk in deze hoedanigheid kunnen vertegenwoordigen. En natuurlijk zou iemand die nog steeds aan de onreine tabaksgewoonte verslaafd is, niet als pionier kunnen dienen.
Andere vereisten om in de pioniersdienst te kunnen, staan in het „Organisatie”-boek, bladzijde 134, uiteengezet. Iemand moet ten minste 6 maanden gedoopt zijn en er wordt van hem verwacht dat hij gemiddeld honderd uur per maand — een totaal van 1200 uur per jaar — aan de velddienst zal besteden.
De tijdelijke pioniersdienst is een ideale regeling voor hen die slechts op beperkte basis kunnen pionieren, laten we zeggen één, twee of meer maanden gedurende het jaar. In feite kan iemand zelfs slechts twee weken pionieren door in de betreffende maand vijfenzeventig uur aan de velddienst te besteden. Iemand die graag een tijdelijke pionier wil zijn, hoeft niet tot zes maanden na zijn doop te wachten maar kan deze dienst onmiddellijk na zijn doop aanvragen.
Als je er over denkt de uitnodiging om te pionieren aan te nemen, stel je zelf dan eerst enkele onderzoekende vragen: Waartoe zet mijn hart mij werkelijk aan? Sta ik altijd klaar om met anderen over het Koninkrijk te spreken uit liefde voor Jehovah God? Heb ik medelijden en mededogen met de mensen die zich in een geestelijk armzalige toestand bevinden? Zet deze liefde en dit mededogen mij ertoe aan tien, twintig of honderd uur per maand in de velddienst te besteden? Of bezie ik pionieren als een of ander statussymbool, iets dat me een bepaalde mate van prestige en eer zal verschaffen? Ben ik van plan te gaan pionieren omdat mijn ouders of mijn huwelijkspartner er bij mij op hebben aangedrongen? Denk ik over pionieren als een mogelijkheid om onder een of andere gedwongen, ongewenste bezigheid uit te komen? Bezie ik de pioniersdienst als een uitweg, de minste van twee kwaden?
Juiste beweegredenen zijn van essentieel belang. De juiste zienswijze op pionieren zal iemand in staat stellen werkelijke vreugde in deze dienst te blijven scheppen. „Wat mij ertoe aanzette te gaan pionieren is dat ik Jehovah wilde behagen”, schrijft iemand die sinds 1956 gepionierd heeft, „en ik wilde dat anderen de waarheid leerden kennen zoals ik die had leren kennen. Ik was van mening dat ik dit beter zou kunnen doen door te pionieren.”
Laten mijn omstandigheden toe dat ik ga pionieren?
Beschouw, na over je beweegredenen nagedacht te hebben, je omstandigheden. Hoe staat het bijvoorbeeld met je gezondheid? Als je lichamelijk niet in staat bent honderd uur per maand aan de velddienst te besteden, zul je de gewone pioniersdienst natuurlijk niet aanvragen. Zoals één pionier zegt: „Mijn gezondheid staat het me op het ogenblik niet toe in de gewone pioniersdienst te gaan. Ik probeer echter een goede gemeenteverkondiger te zijn en soms ga ik, als ik dat kan, in de tijdelijke pioniersdienst, maar ik houd altijd de gewone pioniersdienst voor ogen en leg mijn verlangen in gebed aan Jehovah voor.”
Maar misschien is het alleen maar zo dat je niet precies weet wat je doen kunt. Als dat het geval is, zou je kunnen proberen een maand lang honderd uur aan de velddienst te besteden. Dan zul je beter kunnen beoordelen of jouw gezondheid je zal toelaten af en toe één of twee maanden tijdelijk te pionieren. Het zou zelfs een verrassing voor je kunnen zijn! Je zou, evenals anderen, kunnen bemerken dat wanneer je meer uren in het veld doorbrengt dit in werkelijkheid je gezondheid verbetert. Eén zuster besloot om, ondanks een dichtgeslagen long en een nieraandoening, om de andere maand in de tijdelijke pioniersdienst te gaan. Met welk resultaat? Niet alleen bemerkt zij dat haar gezondheid verbeterd is, maar ook heeft zij de vreugde gesmaakt te zien dat één persoon met wie zij studeerde gedoopt werd en dat twee anderen hun verlangen kenbaar gemaakt hebben getuigen van Jehovah te worden.
Een zuster die kreupel was van de jicht kreeg van haar dokter de raad veel te lopen. Zij begon dus te pionieren. Zij heeft nog steeds jicht, maar het doet haar niet meer zoveel pijn. Ook is de zuster in staat haar uren te halen. Zelfs haar levenshouding is, zoals zij zelf zegt, veranderd: „Als je Jehovah dient, vergeet je jezelf en denk je aan Hem en aan het doen van zijn wil.”
Hoe staat het met je schriftuurlijke verplichtingen? Staan je omstandigheden je in dit opzicht toe te gaan pionieren? Ben je bijvoorbeeld getrouwd en heb je kinderen? Een echtpaar zegt: „Wij pionieren hoewel wij een zoontje van twee jaar hebben. Ons schema is tamelijk strak, maar niet zo strak dat het de vreugde van het pionieren wegneemt.”
Is je huwelijkspartner een ongelovige of een tegenstander van de waarheid? „Velen denken dat het moeilijk is te pionieren met een echtgenoot die niet in de waarheid is”, zegt één zuster, „maar dat is niet waar. Ik ga in de velddienst wanneer mijn man naar zijn werk is. Eén ding wat beslist noodzakelijk is, is een schema. Ik heb er een nodig om met al mijn huishoudelijke bezigheden klaar te komen. Mijn man staat om 4 uur ’s ochtends op en dan begint voor mij dus de dag.”
Ben jij een moeder met kinderen? „In de herfst van 1968”, zo schrijft een moeder, „besloot ik te gaan pionieren nadat ik de kosten berekend had. Ik heb drie dochters van 10, 9 en 7. Ik ben weduwe en krijg steun van sociale zaken en ben in het bezit van een auto. Eerst heb ik drie maanden tijdelijk gepionierd en in die tijd werkte ik een praktisch uitvoerbaar schema uit. Met gebed, studie en de hulp van Jehovah’s geest is het dus mogelijk geweest.” Een ander zegt: „Ik kan zeggen dat dit de vreugdevolste, opbouwendste en gelukkigste tijd in mijn leven geweest is. Een ieder die kinderen heeft (zij heeft er vier, in de leeftijd van 4 tot 12) en die kan, zou deze grote zegening van pionieren moeten ondervinden. Het is werkelijk een zegen van Jehovah geweest.”
Dit zijn natuurlijk slechts enkele persoonlijke ervaringen van vele pioniers en van de manier waarop zij hun problemen oplosten. Maar het kan zijn dat de oplossingen van iemand anders in jouw omstandigheden niet opgaan. Jij moet in het bepalen van je eigen omstandigheden zelf realistisch zijn. Je moet je eigen problemen onder ogen zien. Als je reeds bepaalde schriftuurlijke verplichtingen hebt, kunnen de verplichtingen die pionieren met zich mee brengt je draagvermogen te boven gaan, en dit zou pionieren onpraktisch en niet raadzaam maken. Aan de andere kant hoef je misschien alleen enkele aanpassingen en wijzigingen in je levenswijze aan te brengen om voor beide verantwoordelijkheden zorg te dragen. Probeer je tijd te organiseren en efficiëntere werkgewoonten te ontwikkelen.
Eén zuster schrijft: „Ik heb geleerd om elke dag met mijn werk klaar te komen. Wij staan om zes uur op, en als de kinderen naar school gaan en ik de dienst in ga, is ons huis aan kant. En wat werkelijk verrassend is, het is helemaal niet moeilijk. Wij hebben meer tijd voor persoonlijke studie.”
Een andere pionierster vertelt hoe zij haar tijd indeelt: „Als de kinderen naar school zijn, maak ik extra uren zodat ik gedurende de twee zomermaanden meer tijd heb om bij hen te zijn. Een van mijn kinderen, die zich heeft opgedragen, gaat ook elke zomer één maand met mij mee als tijdelijke pionierster. Ik zou willen dat iedere moeder de vreugde kon ondervinden een dochter te hebben die haar voorbeeld als pionierster navolgt.”
Kun jij een tijdelijke pionier zijn?
Het kan heel goed mogelijk zijn dat na een bestudering van het voorgaande de weg tot de gewone pioniersdienst nog niet open blijkt te zijn. Wat dan? Honderdduizenden over de gehele aarde zijn in staat door zorgvuldige „planning” en extra krachtsinspanningen zo nu en dan tijdelijk te pionieren. Hun intense liefde voor Jehovah beweegt hen hiertoe. Alleen al in ons land hebben 6317 broeders en zusters in het dienstjaar 1972 dit dienstvoorrecht mogen smaken. De meesten van hen hebben dit op een basis van 75 uur per maand gedaan doch een grote groep ook op basis van 100 uur per maand. Willen jullie eens iets van deze getrouwe werkers horen?
Een trouwe tijdelijke pionierster uit de gemeente Purmerend vindt enorm veel steun in deze dienst en bereikt hele fijne resultaten. Het vorige jaar richtte zij twee studies op en een van hen is reeds op een kringvergadering gedoopt. Zij zelf is hierdoor sterk gegroeid in haar bekwaamheid bijbelstudies op te richten. Dat sommige personen vaak onder de moeilijkste gezinsomstandigheden die dienst verrichten blijkt wel uit het commentaar over een zuster in Amsterdam. Zij is moeder van acht kinderen maar met de hulp van haar kinderen heeft zij toch in april in de tijdelijke pioniersdienst gestaan. En bovendien is een van haar jongste kinderen nog spastisch ook.
Zou jij in april in de tijdelijke pioniersdienst kunnen staan? Degenen die het reeds hebben gedaan, hebben onnoemelijk veel vreugde hieruit geput. Het kan zijn dat je je lichamelijk niet zo goed voelt, maar kan het volgende een aanmoediging voor je zijn? Een comité van een gemeente ergens in Nederland schrijft dat er in hun gemeente een zuster is die „elk jaar” in de tijdelijke pioniersdienst gaat ondanks dat zij met astmatische bronchitis kampt. Een andere zuster uit Amsterdam, die zwaar invalide is, lost het zo op: Zij werkt samen met de gewone pioniers in de gemeente en met hun hulp volbrengt zij de tijdelijke pioniersdienst aangezien de pioniers haar helpen aan adressen voor het schrijven van brieven. Het comité schrijft: „Deze zuster is een hartverwarmend voorbeeld voor de gemeente.”
Zou ouderdom een belemmering kunnen zijn voor de tijdelijke pioniersdienst? Uit Rotterdam ontvingen wij verleden jaar een aanbeveling van een comité die aldus luidde: „Ondanks zijn leeftijd van 74 jaar wil deze broeder in de vakantiepioniersdienst. Hij is bij ons een aanmoediging in de gemeente. Hij vloeit over van liefde voor de waarheid en zijn enigste bezwaar is dat hij op zo’n hoge leeftijd de waarheid heeft leren kennen. Daarom graag een aanstelling voor hem.” Het gemeentecomité in Hoorn schreef de volgende aanbeveling: „Zuster S. is 80 jaar en staat bekend als een loyale getuige van Jehovah. Ofschoon zij bovendien moeilijk ter been is, heeft zij een schema gemaakt waardoor zij denkt in staat te zijn de vakantiepioniersdienst te volbrengen. Zij is een fijn voorbeeld van getrouwheid en wij bevelen haar van harte voor een aanstelling aan.” Wat een vreugde hebben dergelijke commentaren ons gegeven en herinneren jullie je nog dat verleden jaar 2038 in de tijdelijke pioniersdienst stonden?
Kun jij in april in de tijdelijke pioniersdienst? Waarom maak je het niet tot een voorwerp van gebed tot Jehovah en waarom zou de gemeente het niet eveneens tot een voorwerp van hun gebeden tot Jehovah maken? Maak de tijdelijke pioniersdienst voor april echter ook een voorwerp van jullie gesprekken, zowel thuis als in de gemeente. Waarom zou elke gemeente er met Jehovah’s hulp niet naar kunnen streven om 20 pct. van het totaal aantal verkondigers in de tijdelijke pioniersdienst te hebben? Dit is een Jehovah welbehaaglijk doel en begin er dan nu reeds aan te werken. Wat betekent dit aantal voor jullie gemeente? Kunnen jullie nu reeds afspraken met elkaar beginnen te maken? Kunnen de jongeren de ouderen helpen? Kunnen gezinnen elkaar onderling helpen? Kan er uit één gezin met kinderen een of twee van het hele gezin in de tijdelijke pioniersdienst terwijl de anderen die maand wat bijspringen? Bedenk dat wij heel dicht voor de „grote verdrukking” staan en er moet nog enorm veel werk gedaan worden. Het kan zijn dat jullie gebied vaak bewerkt wordt maar het is alleen maar heel fijn wanneer jullie hele gemeentegebied in april twee of drie maal bewerkt wordt. Heeft Jehovah bij monde van Ezechiël niet gezegd dat de natiën zullen „moeten” weten dat ik Jehovah ben? Heeft hij niet gezegd dat zij zullen „moeten” weten dat een profeet in hun midden is geweest? — Ezech. 36:23; 33:33.
Bij vorige gelegenheden hebben dienaren in de gemeente krachtig de leiding genomen in dit werk. Dit heeft tot voortreffelijke resultaten geleid. Uit een kleine gemeente in dit land kwamen 11 tijdelijke pioniers voort en dit kwam mede doordat het comité hierin het voorbeeld stelde. En als wij dan bedenken dat het comité slechts twee leden telde dan zien wij de dienstbaarheid van beide broeders om zich in de maand april bijzonder in te spannen. Natuurlijk kan drukte die gepaard gaat met een ambt in de gemeente een factor zijn maar met goede planning is heel wat op te vangen en wat kan een ouderling of dienaar in de bediening beter doen dan met verkondigers vijfenzeventig of honderd uur in het veld te staan, indien zijn andere omstandigheden dit toelaten? Wat een kracht gaat daar van uit. Eén dienaar die een gezin van tien leden heeft en twee ambten in de gemeente behartigt stond met zeven van zijn tien gezinsleden in de tijdelijke pioniersdienst en heeft hier veel vreugde en kracht uit geput.
Lees tenslotte ook nog deze vreugdevolle paragraaf uit een brief van een gemeente in Leiden: „Graag willen wij jullie een kijkje laten nemen in de wijze waarop de April-activiteiten in de gemeente verlopen. Reeds in het begin van het jaar hebben wij op pioniersvergaderingen die de gemeente geregeld eens in de maand belegt, gesproken over de wijze waarop we de gemeente enthousiast zouden kunnen maken. Op de dienarenvergaderingen hebben we er eveneens zeer intensief over gesproken en we mogen Jehovah beslist dankbaar zijn dat er op dit moment in de gemeente een fijne pioniersgeest heerst. Op dit moment staan er zo’n 25 pioniers in de dienst en we mogen zeggen dat alle verkondigers hierdoor aangemoedigd worden. . . . Deze jonge gemeente groeit daarom ook ontzettend hard. De geest tot meer activiteit is subliem te noemen.” Wat een vreugde. Kan jullie gemeente die vreugde in april ook smaken?
De kosten berekenen
Beschouw niet alleen je innige verlangens en beweegredenen, maar ook je omstandigheden — gezondheid, de economische situatie en schriftuurlijke verantwoordelijkheden. Al deze en andere factoren moeten beschouwd worden om te bepalen wat jouw persoonlijke mogelijkheden voor de pioniersdienst zijn.
Men moet bereid zijn offers te brengen, zuinig te zijn en zich in ongemakken te schikken. IJver, vastberadenheid, volharding, geloof, geduld en een diepe liefde voor Jehovah en je naaste zijn nodig om een succesvolle pionier te zijn. Dit zijn ook de eigenschappen waardoor de apostel Paulus het in zijn speciale toewijzing kon volhouden. — 2 Kor. 6:3-10; 11:23-27.
Als je net tekort schiet in enkele van deze punten zal de tijdelijke pioniersdienst je beslist kunnen helpen deze eigenschappen te ontwikkelen. Er is niets beters om vooruitgang te maken dan oefening. Zou april niet een prachtige maand voor je zijn om met de tijdelijke pioniersdienst te beginnen?
Als je, na al deze dingen beschouwd te hebben, werkelijk niet in staat bent te pionieren, ga er dan in opvolging van Jezus’ raad mee voort ’jezelf krachtig in te spannen’ in de dienstvoorrechten die je nu geniet (Luk. 13:23, 24). Maar als jij in staat bent op juiste wijze voor je andere schriftuurlijke verplichtingen zorg te dragen en tevens kunt pionieren, hetzij als gewone pionier, hetzij op tijdelijke basis, laat jouw hart je er dan alsjeblieft toe aanzetten dit te doen! Aanvaard deze uitnodiging en je zult gelukkig zijn dat je het gedaan hebt.
De beste aanbeveling en aanmoediging komt van de pioniers zelf zoals uit deze willekeurige greep blijkt: „Na vijf jaar in deze volle-tijddienst kan ik wel zeggen dat iemand die jong is werkelijk de grootste gelegenheid mist als hij niet pioniert.” „Ik ben nu bijna 69 jaar en heb er geen woorden voor om te zeggen hoe zeer ik deze 23 jaar van pioniersvoorrechten waardeer.” „Het diepgewortelde geluk dat pionieren met zich brengt, is iets dat men zelf moet ondervinden om het te kunnen begrijpen.”