Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 9/78 blz. 3-6
  • Pioniersdienst — Iets voor jou?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Pioniersdienst — Iets voor jou?
  • Onze Koninkrijksdienst 1978
  • Vergelijkbare artikelen
  • De pioniersdienst — Iets voor jou?
    Onze Koninkrijksdienst 1998
  • Jij wordt uitgenodigd te gaan pionieren — Zul je de uitnodiging aannemen?
    Koninkrijksdienst 1973
  • Het aandeel van de pionier in het bijeenbrengen van de „grote schare”
    Onze Koninkrijksdienst 1976
  • Pioniers schenken en ontvangen zegeningen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
Meer weergeven
Onze Koninkrijksdienst 1978
km 9/78 blz. 3-6

Pioniersdienst — Iets voor jou?

1 Ongetwijfeld hebben velen van jullie jezelf afgevraagd: „Is de pioniersdienst iets voor mij?” Dat is prijzenswaardig, want het laat zien dat je een groter aandeel zou willen hebben aan het verbreiden van het goede nieuws van het Koninkrijk. Dat is immers bij onze opdracht aan Jehovah inbegrepen, nietwaar? — dat wij ons met geheel ons hart, onze ziel, ons verstand en onze kracht aan de aanbidding van Jehovah onze God wijden (Mark. 12:30). Wij kunnen echter niet allemaal pionieren en dat is begrijpelijk. Sommigen van ons hebben gezinsverplichtingen of andere verplichtingen, en anderen hebben een slechte gezondheid of worden wat ouder. Maar ongetwijfeld zijn er velen meer die de grote vreugde zouden kunnen smaken onze Grootse Schepper als pioniers te dienen. Wij willen deze kwestie daarom op een reële wijze benaderen door in te gaan op enkele vragen die door velen worden gesteld. Eén vraag is deze:

Vraag 1 „IK HEB GEHOORD DAT PIONIEREN NIET VOOR IEDEREEN IS WEGGELEGD. HOE KAN IK UITMAKEN OF HET WEL OF NIET IETS VOOR MIJ IS?”

2 Dit hangt in hoge mate van je omstandigheden en schriftuurlijke verantwoordelijkheden af. De situatie van sommigen laat niet toe dat zij iedere maand 90 uur aan de rechtstreekse prediking over het Koninkrijk besteden. Maar dit betekent niet dat zij minder getrouw zijn. Er zijn bijvoorbeeld vele toegewijde huisvrouwen die als christelijke vrouwen en moeders voortreffelijke voorbeelden zijn en die het goede nieuws bij iedere gelegenheid met anderen trachten te delen. Sommigen worden ertoe bewogen er iedere maand vele uren aan te besteden met het goede nieuws naar de mensen in hun omgeving te gaan. Hun activiteit is produktief en geeft hun vreugde omdat zij het voorrecht hebben nieuwelingen te helpen zich met de gemeente te verbinden. En naarmate zij de gelegenheid hebben, besteden zij wellicht van tijd tot tijd een maand aan de hulppioniersdienst en oogsten zij de vreugde die uit die dienst voortvloeit (Gal. 6:9). In hun huidige omstandigheden ligt het eenvoudig niet binnen hun mogelijkheden om gewone pionier te zijn. Maar dit weerhoudt hen er niet van in de gemeente een pioniersgeest op te bouwen. Als zij in de dienst gaan, kunnen zij jongere en nieuwere verkondigers meenemen en helpen bekwame onderwijzers te worden en hen aanmoedigen deel te nemen aan de hulppioniersdienst en de gewone pioniersdienst.

3 Velen zijn echter vrij van gezinsverplichtingen en zouden kunnen pionieren. Het is daarom goed als wij onszelf zo nu en dan onderzoeken en onszelf de vraag stellen: „Zou ik meer tijd kunnen besteden aan het bekendmaken van het goede nieuws?” Uit onze studie van Gods Woord begrijpen we allemaal dat we ver zijn gevorderd in de periode van de „laatste dagen”. Daarom vinden wij ons in Satans stelsel omringd door de verslechterende omstandigheden die in 2 Timótheüs 3:1-5 beschreven staan. De vijand probeert heel Gods volk op te slokken in deze liefdeloze, materialistische wereld. Maar nee! Wij zijn afgescheiden van de wereld, en „dit is de overwinning die de wereld heeft overwonnen, ons geloof” (1 Joh. 5:4). Op basis dus van dit geloof zouden wij moeten proberen alle dienstvoorrechten die voor ons openstaan, aan te grijpen. Als wij de mogelijkheid hebben de hulppioniersdienst op ons te nemen, en later misschien de gewone pioniersdienst, dienen wij dit te doen. Dit geeft aanleiding tot de vraag:

Vraag 2 „HOE KAN IK ER ZEKER VAN ZIJN DAT IK HET FINANCIEEL ZAL REDDEN ALS IK GA PIONIEREN?”

4 Ook dit is een beproeving op je geloof. Of wij nu gemeenteverkondigers zijn of dat wij proberen te gaan pionieren, Jezus’ woorden in Matthéüs 6:30-33 zijn op ons allen van toepassing: „Indien God nu de plantengroei van het veld, die er vandaag is en morgen in de oven wordt geworpen, aldus bekleedt, zal hij u dan niet veeleer bekleden, kleingelovigen? Weest dus nooit bezorgd, en zegt niet: ’Wat zullen wij eten?’ of: ’Wat zullen wij drinken?’ of: ’Wat zullen wij aandoen?’ Want al deze dingen streven de natiën vurig na. Want uw hemelse Vader weet dat gij al deze dingen nodig hebt. Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd.” God verzekert ons er dus van dat hij in onze noodzakelijke levensbehoeften zal voorzien, indien we hem op zijn woord geloven en vol geloof zijn wil blijven doen. Als wij in de omstandigheid verkeren dat wij onze aangelegenheden kunnen wijzigen zodat wij kunnen gaan pionieren, en wij nemen het initiatief om dit te doen, dan zal Jehovah ermee voortgaan in het nodige te voorzien. Je mag in de hele wereld zoeken, maar je zult nergens een getrouwe pionier vinden die moet bedelen om brood! — Ps. 37:25, 26.

5 Om praktisch te zijn, waarom zou je niet eens gaan praten met enkelen van de gelukkige pioniers in je eigen gemeente of in je kring — degenen die vreugde in deze dienst hebben gevonden, die twee, drie, meer, sommigen zelfs 20 of 30 jaar pionieren. Dit zal onzekerheid kunnen wegnemen ten aanzien van de vraag of pionieren iets voor jou zou zijn. Praat met deze broeders en zusters die pionieren tot hun roeping hebben gemaakt en zich nog steeds in deze dienst verheugen. Zij kunnen uitleggen hoe het hun lukt. Zij kunnen je vertellen van de beginproblemen die ze moesten overwinnen, en welk schema ze hebben voor hun dienst, hun vergaderingen en hun andere verplichtingen zodat niets wordt verwaarloosd. En wanneer je eenmaal bent begonnen met pionieren, kunnen deze „oude rotten” je ongetwijfeld goede raad blijven geven. Heb ook het geloof dat Jehovah wegen kan openen om zelfs op bergen gelijkende obstakels te overwinnen. — Matth. 17:20.

6 Een kringopziener uit de Oriënt die onlangs Brooklyn bezocht, vertelde over een zuster die vaak een aandeel had aan de hulppioniersdienst. Haar voorbeeld laat zien waartoe geloof in staat is. Zij woonde in Mantsjoerije toen de atoombom Hirosjima verwoestte en bijna haar hele familie omkwam. De schok van dat nieuws verzwakte haar lichamelijk zo dat zij kort nadat zij naar Japan was teruggekeerd, invalide werd en totaal verlamd raakte. Toen leerde zij de waarheid kennen en werd gedoopt. Hoe graag wilde zij deze prachtige hoop aan anderen vertellen! Zij kon alleen haar gelaatsspieren gebruiken, maar zij leerde een potlood of tekenkrijtje met haar mond te hanteren en prachtige illustraties te maken bij de brieven over de Koninkrijkshoop die zij dan aan geïnteresseerde personen stuurde. Ook geeft ze getuigenis aan vele anderen die bij haar thuis komen. Toen de kringopziener in de gemeente was, ontdekte hij dat ze de voorgaande zes maanden gemiddeld 106 uur aan de dienst had besteed. Wat een voortreffelijke illustratie hoe een onoverwinnelijk geloof ertoe kan bijdragen obstakels uit de weg te ruimen en een vollediger aandeel te hebben aan de verbreiding van het goede nieuws!

7 Degenen die reeds lange tijd pionieren, kunnen opwindende verhalen vertellen over de overwinningen die zij door hun geloof hebben behaald. Zij kunnen vertellen over tijden dat er geen lichtpuntje te zien was; niettemin zijn zij doorgegaan en dan werden de problemen vaak op de meest onverwachte wijze opgelost zodat zij zich konden blijven verheugen in hun geliefde pioniersdienst. Hoewel zij bij tijden heel erg moe zullen zijn geweest, heeft hun loopbaan van zelfopoffering rijke zegeningen van Jehovah opgeleverd. Zij vormen een levende demonstratie van het feit dat Jehovah, getrouw aan zijn belofte, ’de vermoeide kracht geeft, en degene zonder dynamische energie volledige sterkte in overvloed schenkt’. — Jes. 40:29.

8 De druk van deze materialistische wereld schijnt sommigen meer te beïnvloeden dan anderen. Maar wij dienen het geloof te hebben dat het niet zo behoeft te zijn dat deze druk ons belemmert de pioniersdienst op ons te nemen. In sommige landen waar materialistische verlokkingen in overvloed aanwezig zijn, nemen grote aantallen van onze medechristenen aan het pionierswerk deel. In Japan bijvoorbeeld zijn op het ogenblik iedere maand meer dan 25 percent van alle verkondigers in de pioniersdienst, hetzij als speciale, gewone of hulppionier. Waardoor is het voor hen en voor anderen in de hele wereld mogelijk geworden om de pioniersdienst op zich te nemen?

9 Succesvolle pioniers zijn geestelijk gemotiveerd, en dit is natuurlijk iets dat zij gemeen hebben met al Gods dienaren die met hun hele ziel dienen. Zo geloven wij allemaal dat wij in de „laatste dagen” leven. Wij hebben liefde voor Jehovah en voor zijn regelingen die tot ons eeuwig geluk zijn. We zijn niet van mening dat dit gewoon weer een religie is net als alle andere. Hoewel er veel materiële dingen om ons heen zijn, doen wij alle moeite niet onder de betovering daarvan te geraken. Maar degenen die hebben besloten om te pionieren, hebben vaak hun financiële omstandigheden helemaal opnieuw bezien. Ze hebben een kijk op het leven ontwikkeld die inhoudt eenvoudig te leven, en ze zijn ijverig. Om kort te gaan, na hun omstandigheden zorgvuldig te hebben afgewogen, hebben zij voor de pioniersdienst plaats gemaakt in hun leven.

10 In gebieden waar velen aan het pionierswerk deelnemen, beginnen jongeren dikwijls direct nadat zij van de middelbare school komen met deze dienst, vaak omdat ouders hun dit doel vanaf hun kinderjaren voor ogen hebben gesteld. Personen bij wie een bijbelstudie wordt geleid, hebben zich soms al voordat ze gedoopt zijn, ten doel gesteld te gaan pionieren. Veel huisvrouwen in Japan die pionieren, hebben ontdekt dat het duidelijk voordelen heeft als ze hun huis eenvoudig en op orde houden. Nadat de kinderen naar school zijn gegaan, maken deze zusters op een praktische en snelle manier hun huis schoon en gaan dan de dienst in. Sommige gezinshoofden hebben part-time werk genomen waar anderen niet veel voor voelen — onplezierig werk of een baan waar zij heel vroeg in de ochtend moeten beginnen — zodat zij kunnen pionieren. In veel gevallen is het hun door deze andere benadering van hun financiële situatie gelukt door middel van het pionierswerk meer te doen in Jehovah’s dienst. In geloof hebben deze broeders en zusters ernaar gestreefd te gaan pionieren en zij zijn gezegend met de vreugden van deze dienst. Kun jij naar hetzelfde doel streven en dezelfde vreugde ervaren? Je moet zelf je omstandigheden afwegen, de mogelijkheden beoordelen en een beslissing nemen. Maar dan vraagt iemand:

Vraag 3 „IK BEN EEN TIENER EN IK WEET NU NOG NIET ZEKER WAT IK OVER ZES MAANDEN WIL DOEN, LAAT STAAN DAT IK KAN NADENKEN OVER PIONIEREN ALS EEN CARRIÈRE VOOR MIJN HELE LEVEN”.

11 Het woord „carrière” heeft iets permanents waarvoor je misschien nog niet klaar bent, en dat is begrijpelijk. Het kan zijn dat je niet vertrouwd bent met het pionierswerk. Misschien gaan je gedachten in de richting van trouwen en een gezin grootbrengen, en het ligt voor de hand dat dat van invloed is op je mogelijkheden om te blijven pionieren. Dit zijn belangrijke kwesties om persoonlijk te overwegen.

12 Daarbij komt dat voor veel jonge mensen de tijd vlak vóór en nadat zij van de middelbare school komen en hun diploma hebben gehaald, een tijd van onzekerheid is. Tot dusver is je tijd grotendeels voor je ingedeeld, en je hebt met betrekking tot je eigen leven niet veel beslissingen hoeven te nemen. Maar dit vormt er des te meer reden voor om zorgvuldig na te denken over wat je nu gaat doen.

13 De beslissingen die je nu neemt, kunnen in belangrijke mate bepalen in welke richting je leven de komende jaren zal gaan. Dus ook al liggen je doeleinden nog niet vast, waarschijnlijk zal je je leven willen vullen met iets dat lonend en voldoening schenkend is. In plaats dat je de leegte die is ontstaan nadat je van school bent gekomen, nu automatisch vult met een volledige baan zou je misschien kunnen overwegen een paar maanden in de hulppioniersdienst te gaan. Als het je bevalt, zou je kunnen beslissen om verder te gaan met de gewone pioniersdienst.

14 Na een aantal maanden of een jaar die dienst te hebben verricht, heb je waarschijnlijk een wat duidelijker idee van wat je met je leven wilt doen. Zelfs als je dan de beslissing neemt om te gaan trouwen, is het goed om te weten dat heel wat echtparen veel voordeel hebben getrokken uit de ervaring die ze hebben opgedaan door in het begin van hun huwelijk samen te pionieren — en vaak is het zo dat een of beiden tijdens hun huwelijk blijven pionieren.

15 En of je nu wel of niet getrouwd bent, je pioniersperiode zal in elk geval tot je vorming hebben bijgedragen op een wijze waar geen enkele andere bezigheid of beroepsopleiding aan kan tippen. De ervaring die je in de pioniersdienst zult hebben opgedaan, zal in je latere leven van onschatbare waarde zijn. Je zult hebben geleerd mensen van verschillende achtergronden te benaderen en met hen om te gaan. Je zult zelfstandig problemen het hoofd hebben moeten bieden en hebben leren overwinnen. Je zult je tijd hebben leren indelen en zelfdiscipline hebben ontwikkeld. En bedenk — je kunt dit pas goed beoordelen als je het probeert.

16 De omstandigheden in het leven zijn voor geen van ons onveranderlijk. Houd in gedachten dat wij geen van allen weten wat de volgende dag zal brengen. Er zijn weinig dingen in het leven die werkelijk duurzaam zijn. Dus waarom zou je niet je huidige situatie serieus bekijken en de kwestie van pionieren zorgvuldig afwegen. Als op dit moment alleen besluiteloosheid je tegenhoudt, waarom dan niet een koers in te slaan waarvan je weet dat die in overeenstemming is met Jehovah’s wil voor onze tijd? Het kan de beste carrière voor je blijken te zijn.

Vraag 4 „IK HEB HOREN ZEGGEN DAT HET MOETEN VOLDOEN AAN DE PIONIERSVEREISTEN ECHT EEN DRUK KAN WORDEN ALS JE JE UREN NIET HAALT VANWEGE ZIEKTE OF ANDERE GROTE PROBLEMEN.”

17 Het is waar dat indien je als gewone pionier wordt ingeschreven, van je gevraagd zal worden iedere maand ten minste 90 uur aan de velddienst te besteden, of 1000 uur per jaar. Onder normale omstandigheden vinden de meeste pioniers dit een redelijk doel. Gemiddeld genomen betekent dit slechts ongeveer drie uur per dag in de velddienst door te brengen. Natuurlijk kun je gemakkelijk onder spanning komen als je je tijd niet volgens een goed schema indeelt en als je de kracht mist om je dan daaraan te houden.

18 Maar ook een ernstige ziekte die plotseling opkomt, of andere onvoorziene belangrijke gebeurtenissen zouden je heel wat tijd kunnen kosten die voor het Koninkrijkswerk bestemd was. Om dit verlies goed te maken, zou je misschien verscheidene maanden lang vijf, zes of nog wel meer uur per dag moeten prediken. Of een pionier kan vroeg in het dienstjaar ten gevolge van een of andere onvoorziene omstandigheid zo’n honderd of meer uur achter raken. Wat dan, als er later in dat jaar, terwijl hij zijn achterstand probeert weg te werken, opnieuw een ernstig probleem rijst en hem nog meer achterop doet raken wat betreft het bereiken van zijn doeleinden? Gevoegd bij zijn pogingen om met part-time werk in zijn onderhoud te voorzien, zou dit een werkelijke last kunnen worden die voor een gewetensvolle pionier zwaar op zijn geest drukt. Klaarblijkelijk gaan velen niet pionieren omdat zij zich zorgen maken over iets wat zich misschien nooit zal voordoen. Is dat probleem op te lossen?

19 Ja. Wij vinden het fijn als je het volgende weet. Als je tijdelijk ziek bent, of vanwege een andere dringende reden gedurende een paar maanden niet kan voldoen aan het vereiste minimum aantal uren, dan mag je het lichaam van ouderlingen in je gemeente vragen een brief te schrijven die zij dan bij jouw bericht naar het Genootschap voegen en waarin zij ons nadere inlichtingen over jouw probleem verschaffen. Als de ouderlingen, na grondige overweging, het raadzaam vinden dat je mag blijven pionieren zonder je zorgen te hoeven maken over het inhalen van de verloren tijd, dan moeten zij ons die aanbeveling doen, en wij zullen graag aandacht schenken aan je omstandigheden.

20 Gezien de huidige regeling dat er slechts 1000 uur per jaar vereist zijn, verwachten wij natuurlijk niet dat pioniers voor onbelangrijke dingen tijd van hun pioniersdienst afnemen, waardoor ze met hun uren achterop zouden raken. Ook als een slecht schema of gebrek aan zelfdiscipline de oorzaak vormt van de lage uren, dient de pionier zich verplicht te voelen de verloren uren in te halen. Wanneer het echter om een ongewoon lange periode van ziekte gaat, of wanneer zich plotseling een ongeluk of een ernstig familieprobleem voordoet, kun je ervan verzekerd zijn dat wij aandacht zullen hebben voor je behoeften als pionier. Wij geloven dat deze regeling wat van de druk zal wegnemen voor pioniers die er goede redenen voor hebben op dit terrein om enige consideratie te vragen.

21 Veel pioniers zijn jarenlang ijverige dienstknechten voor Jehovah geweest en verlangen er met hun hele hart naar om te blijven pionieren, en wij zien graag dat zij dat doen. Maar als iemand nu merkt dat hij over een lange tijdsperiode de vereisten maar steeds niet kan halen? Dan zou hij er ongetwijfeld verstandig aan doen om weer als een gemeenteverkondiger te dienen en wanneer dat maar mogelijk is, een aandeel aan de hulppioniersdienst te hebben.

22 Wij hopen echter dat degenen die reeds pionieren, in deze extra aandacht voor hun problemen een aanmoediging vinden om hun heilige dienst voort te zetten, terwijl hopelijk voor diegenen van jullie die over pionieren nadenken, een mogelijk obstakel is verwijderd en jullie een positieve beslissing kunnen nemen.

Vraag 5 „IK ZOU GRAAG HET GEVOEL HEBBEN DAT IK IN WAT IK DOE, WERKELIJK IETS TOT STAND BRENG EN IK WIL ER GELUKKIG IN ZIJN. ZAL PIONIEREN MIJ DEZE BEVREDIGING SCHENKEN?”

23 Wel, wat is er voor nodig om je gelukkig te maken? Jezus’ Bergrede vermeldt negen hoedanigheden die iemand gelukkig maken (Matth. 5:3-12). Sommige van de dingen die hij opsomt, trekken je misschien op het eerste gezicht niet aan als een bron van geluk. Maar wanneer wij nadenken over deze „gelukkigverklaringen”, worden wij ons dan niet bewust van de eraan ten grondslag liggende beginselen? Ze laten zien dat noch iemands huidige situatie in het leven, onderhevig als ze is aan tijd en onvoorziene omstandigheden, noch louter menslievende daden, waar geluk kunnen brengen.

24 In plaats daarvan, zo leert Jezus, spruit volledig geluk voort uit activiteiten die in verband staan met de aanbidding van Jehovah en de vervulling van zijn beloften. Het komt voort uit het doen van datgene waarvan wij diep in ons binnenste weten dat het juist is. Het is waar dat er vele dingen in het leven zijn die een mate van geluk schenken, maar wij kunnen slechts dan pas werkelijk volledig gelukkig zijn wanneer wij daarbij de wetenschap mogen hebben dat ons leven een doel heeft dat uit het nastreven van geestelijke belangen voortspruit. En Jezus deed de wijze uitspraak dat er groter geluk ligt in het geven aan anderen dan in het louter zelf genieten van dingen. Stellig is er geen groter geschenk dat wij onze medemens kunnen aanbieden dan de hoop op eeuwig leven. — Hand. 20:35.

25 Maar je zou kunnen vragen: „Hoe kan pionieren mij het gevoel geven dat ik iets tot stand breng, wanneer ik weet dat er echt wel bepaalde verkondigers zijn die in vergelijking met sommige pioniers er meer succes in hebben mensen te helpen de waarheid te leren kennen?”

26 In de eerste plaats zou het goed zijn om het idee „iets bereikt te hebben” in het juiste perspectief te plaatsen. Succes kan niet altijd afgemeten worden naar zichtbare resultaten. Sommige mensen zijn er vanwege hun persoonlijkheid of natuurlijke bekwaamheden heel succesvol in, anderen te overreden Jehovah’s soevereiniteit te aanvaarden, en zij worden inderdaad gezegend in hun werk. Maar het zijn geen aantallen die bij Jehovah tellen. In plaats daarvan gaat het erom wat wij vanuit ons hart doen om zijn naam bekend te maken en te eren.

27 En soms treden de resultaten niet direct aan het licht. Ons werk kan een krachtige invloed ten goede uitoefenen ook als we niet zo produktief lijken te zijn als anderen. Dat liet de wijze man in Prediker 11:6 uitkomen: „Zaai in de morgen uw zaad en laat tot de avond uw hand niet rusten; want gij weet niet waar dit succes zal hebben, hetzij hier of daar, of dat beide even goed zullen zijn.”

28 Als je geluk voortkomt uit duurzame dingen die de moeite waard zijn, in plaats van de voorbijgaande voordelen die de wereld te bieden heeft, en als je ervan overtuigd bent dat Jehovah’s koninkrijk spoedig leven in overvloed zal verschaffen aan allen die hem dienen en als je omstandigheden je in staat stellen er een vollediger aandeel aan te hebben anderen erover te vertellen — ja, dan zal pionieren je een gevoel geven dat je iets tot stand brengt, waardoor je inderdaad gelukkig zult zijn.

Vraag 6 „IS WEL OF NIET PIONIEREN NIET MIJN PERSOONLIJKE ZAAK, AANGEZIEN HET GEEN VEREISTE IS VOOR EEUWIG LEVEN?”

29 Toegegeven, pionieren is geen vereiste voor eeuwig leven. Maar God te dienen met een volledig hart en onze hele ziel, is dat wel. En wanneer het op pionieren aankomt, is het beginsel uit 2 Korinthiërs 9:7 (NTO) toepasselijk: „Laat iedereen geven waartoe hij in zijn hart heeft besloten, zonder gevoelens van spijt of dwang. Want God houdt van een blijmoedige gever.” Dus als anderen zouden moeten proberen te beslissen of jij dient te pionieren, dan zouden zij jouw omstandigheden en jouw hart moeten beoordelen, iets waartoe wij mensen het recht niet hebben.

30 Het ligt voor de hand dat iedereen, in overeenstemming met de beweegredenen van zijn hart en naar zijn omstandigheden, persoonlijk moet beslissen wat hij zal doen. „Laat hij zich ervan vergewissen wat zijn eigen werk is”, schrijft Paulus, „en dan zal hij alleen met betrekking tot zichzelf, en niet in vergelijking met de andere persoon, reden tot opgetogenheid hebben.” — Gal. 6:4.

31 Dus wij moeten het er wel mee eens zijn dat alleen jij de vraag of je moet gaan pionieren kunt beantwoorden. Maar wij hopen dat de hier verschafte inlichtingen je zullen helpen bij deze belangrijke kwestie alles goed tegen elkaar af te wegen. Bepaalde dingen leveren misschien een aanwijzing waardoor je wordt geholpen tot de juiste beslissing te geraken.

32 Als bijvoorbeeld een „goed leven” je sterk aantrekt, en je jezelf met materiële bezittingen wilt omringen, dan zal pionieren voor jou waarschijnlijk weinig aantrekkingskracht bezitten. Per maand 90 uur te besteden aan het maken van discipelen, en nog andere verantwoordelijkheden in dit samenstel van dingen te behartigen, vraagt een geest van zelfopoffering. Dit betekent niet dat pioniers God trachten te behagen door zelfverloochening te beoefenen. Evenwichtige pioniers blijven niet noodzakelijkerwijs geven „totdat het pijn doet”. Aan de andere kant zijn zij niet van mening dat het pijn doet om te geven.

33 Een andere factor die je ernstig dient te beschouwen, is de vraag of je om de juiste redenen, geestelijke redenen, over pionieren nadenkt. Degenen die deze dienst op zich nemen zonder geestelijk gemotiveerd te zijn, merken vaak dat het aantrekkelijke er al gauw afgaat. De realiteit dat het werken betekent, doet al gauw hun belangstelling verflauwen. Wanneer iemand bijvoorbeeld alleen maar pioniert omdat zijn beste vrienden dat doen, heeft hij waarschijnlijk geen goede basis om zijn dienst voort te zetten.

34 Ook mag pionieren niet voor sommigen een manier zijn om zich superieur te voelen aan anderen die niet pionieren. Zichzelf op deze wijze te bezien, zou betekenen dat men aanneemt dat men God met zijn hele ziel dient en dat anderen dat niet doen. Dit zou een gevaarlijke houding zijn, zoals Paulus ook stelt: „Wie zijt gij dat gij de huisknecht van een ander oordeelt? Hij staat of valt voor zijn eigen meester.” — Rom. 14:4.

35 Als je aan de andere kant bereid bent voorrang te verlenen aan het werk dat erin bestaat anderen te helpen tot een kennis van God en zijn voornemen te komen, dan is het voor jou de moeite waard om serieus over pionieren na te denken. Natuurlijk moeten je omstandigheden dan zodanig zijn dat je aan de vereisten kan voldoen wanneer je je aangelegenheden daarnaar richt en je de nodige opofferingen wilt getroosten.

36 Als je alleen maar aarzelt omdat je twijfelt aan je eigen bekwaamheden of onzeker bent over wat de toekomst wel mag brengen, dan kunnen wij slechts het advies aanbevelen dat Jehovah geeft aan degenen die bereid zijn hem te vertrouwen door zelf hun deel te doen: „Stelt mij alstublieft in dit opzicht op de proef . . . of ik voor ulieden niet de sluizen van de hemelen zal openen en werkelijk een zegen over u zal uitgieten totdat er geen gebrek meer is.” — Mal. 3:10.

Is pionieren dus iets voor jou? Wij verheugen ons met jou als deze inlichtingen je in staat hebben gesteld om te zeggen: „Ja, pionieren is iets voor mij!” En als je de beslissing neemt te gaan pionieren, kun je inderdaad uitzien naar een zeer vreugdevol voorrecht.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen