Het goede nieuws aanbieden — Door een goed gebruik van de telefoon te maken
1 De opdracht die aan Gods gezalfden is gegeven en waarin de „andere schapen” delen, is het „goede nieuws” te prediken tot een getuigenis en ’discipelen te maken’ (Matth. 24:14; 28:19, 20). Soms echter kunnen onze krachtsinspanningen enigszins belemmerd worden doordat personen in geïsoleerde plaatsen wonen, zoals in bejaardentehuizen, flatgebouwen, of militaire bases waar men niet vrijelijk van deur tot deur mag gaan. Een ander probleem is de mensen thuis te treffen, zelfs al worden er wellicht herhaalde pogingen gedaan om hen te bereiken. Soms kunnen slechte weersomstandigheden of gezondheidsproblemen iemand beletten erop uit te gaan om de bezoeken te brengen die hij wil brengen. In al dergelijke gevallen kan de telefoon de hulp blijken te zijn die je nodig hebt om het probleem te overwinnen.
2 In een Amerikaanse staat in het midden-westen ligt een geïsoleerde militaire gemeenschap van ongeveer twintigduizend personen binnen het gebied van de gemeente. De broeders maakten zich er bezorgd over hoe zij het goede nieuws tot degenen die daar wonen zouden prediken en dus besloten zij te proberen de telefoon te gebruiken. Zij maakten een bladzijde van het telefoonboek tot „gebied” en de verkondiger die dit „gebied” in zijn bezit had, belde al deze personen op en probeerde aan een ieder een getuigenis te geven. De resultaten waren uitstekend. In iets meer dan een maand tijds hadden zij, hoewel slechts een gedeelte van het gebied bewerkt was, 17 boeken en 133 tijdschriften verspreid, vier abonnementen afgesloten en tevens 100 nabezoeken gebracht, acht bijbelstudies opgericht en één inactieve zuster gevonden.
3 Toen één zuster opbelde, zei de huisbewoonster haar dat ze het erg druk had, maar toen de zuster zei dat ze „een van Jehovah’s getuigen” was, vroeg zij de zuster naar haar huis te komen. Ten gevolge van een door elkaar halen van afspraken, was de huisbewoonster niet thuis toen de zuster haar bezocht; de vrouw belde dus de Koninkrijkszaal op, kreeg de zuster te spreken en vertelde haar dat ze juist voordat de zuster haar had opgebeld, tot Jehovah gebeden had haar te helpen opnieuw met zijn volk in contact te komen, daar iemand in Duitsland met haar gestudeerd had.
4 In grote steden, waar man en vrouw vaak beiden werken en de weekenden gebruikt worden om „eruit te vliegen”, zijn dergelijke personen wellicht alleen in de avonduren te bereiken — een tijdstip waarop een bezoek aan huis mogelijk niet gewaardeerd wordt, maar een telefoongesprek op een redelijke tijd ’s avonds aanvaardbaar zou zijn. Heb je dit al eens geprobeerd?
5 Als je mensen opbelt, wees dan hartelijk, vriendelijk en tactvol. Je zou kunnen zeggen: „Goedenavond, ik ben een van Jehovah’s getuigen en wij doen ons best om met iedereen in de gemeenschap in contact te komen en hun een gratis huisbijbelstudie aan te bieden. Als u even tijd hebt, zou ik u graag willen uitleggen welke voordelen u en uw gezin van een dergelijke studie zouden kunnen trekken.” Vervolgens zou er, afhankelijk van de reactie, een verder getuigenis gegeven kunnen worden en zouden er regelingen voor een persoonlijk bezoek getroffen kunnen worden. Een woord ter waarschuwing is evenwel op zijn plaats. Denk eraan je telefoongesprek kort te houden en met veel onderscheidingsvermogen en vriendelijkheid te werk te gaan, net zoals je dat bij een van-deur-tot-deurbezoek zou doen.
6 Tevens zou het goed zijn in gedachten te houden dat wanneer wij belangstellende personen opbellen en er enige interesse getoond wordt, ieder volgend contact met de persoon, hetzij per telefoon of via een persoonlijk bezoek met het doel een getuigenis te geven, als nabezoek gerekend kan worden. Sommigen die wat ouder en ziekelijk zijn, hebben bemerkt dat zij de telefoon kunnen gebruiken om belangstelling op te wekken en ontvangen de geïnteresseerde persoon dan bij zich thuis voor studie.
7 Behalve dat wij de telefoon kunnen gebruiken om het goede nieuws tot anderen te prediken, kan hij ook doeltreffend dienst bewijzen om anderen in de gemeente die misschien ziek zijn of die aanmoediging nodig hebben, op te bellen, vooral als wij niet over voldoende tijd beschikken om hen persoonlijk te bezoeken. Ook deze gesprekken kunnen kort gehouden worden, maar als ze vol van geestelijke aanmoediging zijn, kunnen ze nu net dat geven wat nodig is om iemand die misschien op dat moment terneergeslagen is, op te bouwen. Persoonlijke bezoeken — hetzij aan mensen in de wereld, hetzij aan degenen binnen de gemeente die aanmoediging nodig hebben — zijn nog steeds het beste middel om mensen te helpen, maar het is altijd goed voordeel te trekken van iedere alternatieve voorziening die ons ter beschikking staat om anderen te helpen — zoals de telefoon.