Elkaar helpen geregeld in de dienst te staan
1 Geregelde velddienst is een teken van geestelijke kracht. Wanneer iemand echter ziek is raken plannen van slag, dingen blijven liggen en er is hulp nodig.
2 Jehovah is een uitmuntend voorbeeld van geregeldheid in al zijn activiteiten. Hij voorziet geregeld in onze geestelijke en stoffelijke behoeften (Openb. 22:2; Matth. 6:11). Ons gehele bestaan hangt af van de regelmaat die wij in zijn schepping aantreffen, en alhoewel wij het niet verdienen, vergeet hij ons niet maar is hij constant in het betonen van zijn liefde jegens ons. — Jak. 1:17.
3 Wij waarderen de voordelen van deze geregelde hulp van Jehovah beslist, niet waar? Die waardering zal ons ertoe bewegen op overeenkomstige wijze te reageren door in ons drukke leven ruimte te maken om hem geregeld te dienen, door geen maand voorbij te laten gaan waarop wij niet op de een of andere manier een aandeel aan het verbreiden van het goede nieuws hebben gehad en dit hebben gerapporteerd.
4 Bovendien is het noodzakelijk dat wij elkaar helpen om geregeld in de dienst te zijn, want berichten tonen aan dat vorig jaar 1440 predikers in Nederland, of gemiddeld ongeveer vijf per gemeente, toelieten dat ze eerst ongeregeld werden en ten slotte inactief. Indien er bij jullie in de gemeente enkelen zijn, weet jij dan wie? Maar, nog belangrijker, wat kan er worden gedaan om ze te helpen? Om te beginnen kunnen ouderlingen de leiding nemen door hen te bezoeken, wellicht samen met enkele dienaren in de bediening die daarna doeltreffend liefdevolle hulp kunnen bieden. Ook individueel hebben we echter een verantwoordelijkheid tegenover hen die „aan ons verwant zijn in het geloof” (Gal. 6:10). Wij moedigen jullie er daarom toe aan om, in overleg met de ouderlingen, enkelen van hen te bezoeken.
5 Vaak is alleen maar nodig dat wij persoonlijke belangstelling voor hen tonen en aanbieden hen met ons mee in de velddienst te nemen, misschien door ons bij het brengen van nabezoeken of bij een bijbelstudie te vergezellen. Dit op zich kan ertoe leiden dat hun vreugde en de liefde die zij eerst voor de velddienst hadden weer wordt aangewakkerd. Bij enkelen kan het goed zijn hun waardering voor geestelijke dingen te versterken. Dit kan worden gedaan door bijzonder treffend materiaal uit de publikaties, of enkele interessante schriftuurlijke punten die wij op de kringvergadering of op het congres hebben geleerd, of enkele aanmoedigende ervaringen die wij in de Koninkrijkszaal of elders hebben gehoord, met hen te delen. Dit kan hen ertoe aanmoedigen geregeld de vergaderingen te bezoeken, en vervolgens kunnen ze geholpen worden een aandeel aan de velddienst te hebben.
6 Wanneer we er moeite voor doen zelf geregeld in de dienst te staan, „altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer”, zal ons geloof „standvastig” en „onwrikbaar” zijn. Dan zullen we in staat zijn anderen te helpen die wellicht ongeregeld of inactief zijn geworden. Wij kunnen er zeker van zijn dat onze „arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer”. — 1 Kor. 15:58.