Heb je vroeger gepionierd?
1. Welk voorrecht hebben velen gehad, maar wat hebben sommigen moeten doen?
1 In de loop van de jaren hebben duizenden het voorrecht gehad ’te onderwijzen en het goede nieuws bekend te maken’ als volletijddienaren (Hand. 5:42). Sommigen hebben daar echter om uiteenlopende redenen mee moeten stoppen. Als dat ook voor jou geldt, heb je dan je huidige omstandigheden bekeken om te zien of je opnieuw in de pioniersdienst zou kunnen gaan?
2. Waarom moeten degenen die vroeger gepionierd hebben hun huidige omstandigheden weer eens onder de loep nemen?
2 Omstandigheden veranderen: Het kan zijn dat de situatie waardoor je moest stoppen met pionieren niet meer bestaat. Als je bijvoorbeeld met pionieren bent opgehouden omdat je niet aan het vereiste van 90 uur per maand kon voldoen, zou je dan weer kunnen beginnen nu het vereiste tot 70 uur is teruggebracht? Hoef je niet meer zo veel te werken of zijn je gezinsverantwoordelijkheden minder geworden sinds je uit de pioniersdienst bent gegaan? Een zuster die om gezondheidsredenen ophield met pionieren, kon weer beginnen toen ze 89 was. Omdat ze al ruim een jaar niet meer in het ziekenhuis had gelegen, vond ze dat haar gezondheid goed genoeg was om weer te kunnen pionieren!
3. Hoe kunnen gezinsleden samenwerken zodat een van hen kan pionieren?
3 Misschien heb jij vroeger niet gepionierd, maar is iemand anders in het gezin met pionieren gestopt om een gezinslid te verzorgen, een bejaarde ouder bijvoorbeeld (1 Tim. 5:4, 8). Zou het in dat geval mogelijk zijn dat er door jou of de anderen meer hulp geboden wordt? Jullie zouden er eens over kunnen praten (Spr. 15:22). Als de leden van een gezin samenwerken zodat een van hen kan pionieren, kunnen allen met recht het gevoel hebben dat ze hun steentje bijdragen.
4. Wat kun je doen als het je op dit moment niet lukt weer in de pioniersdienst te gaan?
4 Wees niet ontmoedigd als je huidige omstandigheden niet toelaten dat je weer gaat pionieren. Je bereidheid daartoe behaagt Jehovah (2 Kor. 8:12). Gebruik de bekwaamheden die je als pionier hebt verworven in je huidige dienst. Maak je wens tot een onderwerp van gebed en wees alert op mogelijkheden om verandering in je omstandigheden te brengen (1 Joh. 5:14). Misschien zal Jehovah mettertijd „een grote deur die tot activiteit leidt” voor je openen, zodat je opnieuw de vreugden van de gewone pioniersdienst kunt ervaren! — 1 Kor. 16:9.