5 het goud voor het goudwerk en het zilver voor het zilverwerk, voor al het werk dat door de ambachtslieden moet worden gedaan. Wie biedt zich vandaag vrijwillig aan om een geschenk voor Jehovah te geven?’+
5 van het goud voor het goudwerk, en van het zilver voor het zilverwerk en voor al het werk door de hand van de handwerkslieden. En wie biedt zich vrijwillig aan om vandaag zijn hand te vullen [met een geschenk] voor Jehovah?”+