Jeremia 2:13 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 13 “Want mijn volk heeft twee slechte dingen gedaan:ze hebben mij, de bron van levend water,+ verlatenen ze hebben waterputten voor zichzelf gegraven,*gebarsten waterputten, waarin het water niet blijft staan.” Jeremia 2:13 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 13 ’want er zijn twee slechte dingen die mijn volk heeft gedaan: Mij, de bron van levend water,+ hebben zij verlaten,+ om zichzelf regenbakken uit te houwen, gebroken regenbakken, die het water niet kunnen houden.’ Jeremia Index van Wachttoren-publicaties 1986-2024 2:13 it-2 706; jr 68-69; w07 15/3 9-10; w03 1/12 32 Jeremia Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985 2:13 w84 15/2 22; w79 1/6 11; w79 15/11 29; bf 103; g66 22/6 7; w64 54; w63 381, 613; w57 377; w50 140 Jeremia Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019 2:13 Inzicht, Deel 2, blz. 706 Jeremia, blz. 68-69 De Wachttoren,15/3/2007, blz. 9-101/12/2003, blz. 32
13 “Want mijn volk heeft twee slechte dingen gedaan:ze hebben mij, de bron van levend water,+ verlatenen ze hebben waterputten voor zichzelf gegraven,*gebarsten waterputten, waarin het water niet blijft staan.”
13 ’want er zijn twee slechte dingen die mijn volk heeft gedaan: Mij, de bron van levend water,+ hebben zij verlaten,+ om zichzelf regenbakken uit te houwen, gebroken regenbakken, die het water niet kunnen houden.’
2:13 w84 15/2 22; w79 1/6 11; w79 15/11 29; bf 103; g66 22/6 7; w64 54; w63 381, 613; w57 377; w50 140
2:13 Inzicht, Deel 2, blz. 706 Jeremia, blz. 68-69 De Wachttoren,15/3/2007, blz. 9-101/12/2003, blz. 32