-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 5Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Hebreeuws: In de Griekse Geschriften gebruikten de Bijbelschrijvers onder inspiratie het woord Hebreeuws voor de taal van de Joden (Jo 19:13, 17, 20; Han 21:40; 22:2; Opb 9:11; 16:16) en ook voor de taal waarin de uit de dood opgewekte en verheerlijkte Jezus Saulus van Tarsus aansprak (Han 26:14, 15). In Han 6:1 wordt onderscheid gemaakt tussen ‘Hebreeuwssprekende Joden’ en ‘Griekssprekende Joden’. Sommige geleerden zijn van mening dat ‘Hebreeuws’ in deze gevallen zou moeten worden vervangen door ‘Aramees’, maar er zijn goede redenen om te geloven dat het hier echt om de Hebreeuwse taal gaat. De arts Lukas vermeldt dat Paulus de inwoners van Jeruzalem ‘in het Hebreeuws’ toesprak. Paulus sprak toen mensen toe van wie het leven draaide om het bestuderen van de wet van Mozes in het Hebreeuws. Daarnaast is het grootste deel van de fragmenten en manuscripten van de Dode Zeerollen in het Hebreeuws geschreven (zowel Bijbelse als niet-Bijbelse teksten), wat laat zien dat de taal nog dagelijks werd gebruikt. Dat er ook enkele Aramese fragmenten waren, toont aan dat beide talen werden gebruikt. Het lijkt dus heel onwaarschijnlijk dat Bijbelschrijvers die het woord Hebreeuws gebruikten eigenlijk de Aramese of Syrische taal bedoelden (Han 21:40; 22:2; vergelijk Han 26:14). In de Hebreeuwse Geschriften werd onderscheid gemaakt tussen het ‘Aramees’ en ‘de taal van de Joden’ (2Kon 18:26), en de eerste-eeuwse Joodse geschiedschrijver Josephus vermeldt het ‘Syrisch’ (of Aramees) en het ‘Hebreeuws’ als afzonderlijke talen (De Oude Geschiedenis van de Joden, X, 8). Het is waar dat sommige woorden uit het Aramees zijn overgenomen in het Hebreeuws, woorden die in het Aramees en het Hebreeuws veel op elkaar lijken en misschien nog andere woorden. Maar er lijkt geen reden te zijn om aan te nemen dat de schrijvers van de Griekse Geschriften Hebreeuws zeiden als ze Aramees bedoelden.
Bethzatha: De Hebreeuwse naam betekent ‘olijfhuis’. Volgens sommige manuscripten wordt het bassin ‘Bethesda’ genoemd, dat mogelijk ‘huis van barmhartigheid’ betekent. In andere manuscripten staat ‘Bethsaïda’, dat ‘jagershuis [of: vissershuis]’ betekent. Veel geleerden geven de voorkeur aan de naam Bethzatha.
-