3 Simon Petrus zei tegen ze: ‘Ik ga vissen.’ Daarop zeiden ze: ‘We gaan met je mee.’ Ze stapten in de boot en vertrokken, maar ze vingen die nacht niets.+
3 Si̱mon Pe̱trus zei tot hen: „Ik ga vissen.” Zij zeiden tot hem: „Wij gaan ook met u mee.” Zij gingen naar buiten en stapten in de boot, maar zij vingen die nacht niets.+