-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
pinksterfeest: Het Griekse woord pentekoste (bet.: ‘50ste [dag]’) wordt in de Griekse Geschriften gebruikt voor wat in de Hebreeuwse Geschriften ‘het Oogstfeest’ (Ex 23:16) of ‘het Wekenfeest’ (Ex 34:22) wordt genoemd. Dit feest was aan het eind van de oogstperiode van zeven weken waarin eerst de gerst en vervolgens de tarwe werd geoogst. Het pinksterfeest werd gevierd op de 50ste dag vanaf 16 nisan, de dag waarop een schoof werd geofferd van de eerste gerst die was geoogst (Le 23:15, 16). Op de Hebreeuwse kalender valt Pinksteren op 6 sivan. (Zie App. B15.) De instructies voor dit feest staan in Le 23:15-21, Nu 28:26-31 en De 16:9-12. Met het pinksterfeest kwamen grote groepen Joden en proselieten uit verre landen naar Jeruzalem. Het feest was bedoeld om aan te moedigen tot gastvrijheid en vriendelijkheid voor anderen, ongeacht hun status of achtergrond — of ze nu vrij, slaaf, arm, vaderloos, weduwe, Leviet of buitenlander waren (De 16:10, 11). Daardoor was Pinksteren 33 in Jeruzalem een ideale gelegenheid voor de geboorte van de christelijke gemeente, die de opdracht kreeg iedereen getuigenis te geven ‘over de grote daden van God’ (Han 1:8; 2:11). Volgens de Joodse traditie valt Pinksteren samen met het moment dat Israël op de berg Sinaï de wet kreeg en werd afgezonderd als Gods uitverkoren volk. Die gebeurtenis vond plaats aan het begin van sivan, de derde maand (Ex 19:1). Zoals via Mozes als bemiddelaar het volk Israël in het wetsverbond werd opgenomen, zo bracht Jezus als Bemiddelaar van het geestelijke Israël nu de nieuwe natie in het nieuwe verbond.
-