Bewaar een vast geloof
„Hoe lang zult gij nog op twee verschillende gedachten hinken?” — 1 KONINGEN 18:21.
1. Hoe reageren sommigen op de waarheid?
DE NEIGING tot twijfelen, die thans zo algemeen is, zou zelfs uw eigen houding jegens God en de bijbel kunnen beïnvloeden. Sommige mensen horen de waarheid, vinden deze mooi en bestuderen de bijbel een tijdlang. Zij bezoeken enkele christelijke vergaderingen, maar beseffen niet werkelijk dat het dienen van God hun levensdoel dient te zijn. — Matthéüs 13:3-9.
2. (a) Hoe reageren anderen? (b) Welke voortreffelijke raad lezen wij in Hebreeën 10:36-39?
2 Anderen hebben de waarheid aanvaard, hebben hun leven door bemiddeling van Jezus Christus aan Jehovah God opgedragen en hebben die opdracht door de waterdoop gesymboliseerd. Maar zij maken geen vorderingen. Af en toe besteden zij een paar uurtjes aan de velddienst. Maar zij leven niet werkelijk overeenkomstig hun opdracht, want onvoorwaardelijk aan God opgedragen zijn, wil zeggen dat men hem van ganser harte en ernstig toegewijd is. — Matthéüs 16:24; Hebreeën 10:36-39.
3. Wat zei Elia over een enigszins overeenkomstige situatie?
3 Weifelaars houden misschien van de waarheid, maar zij houden ook van de wereld. Zij hunkeren wellicht nog steeds naar enkele van de oude gewoonten. Hun banden van trouw zijn verdeeld. Lang geleden vroeg Elia aan de Israëlieten: „Hoe lang zult gij nog op twee verschillende gedachten hinken? Indien Jehovah de ware God is, gaat hem volgen; maar is het Baäl, gaat hem volgen.” In één vertaling wordt dit vers als volgt weergegeven: „Hoe lang zult u de kat uit de boom kijken?” — 1 Koningen 18:21; The New English Bible.
4. Wat is de waarde van ijverige dienst?
4 Jehovah’s volk put vreugde en verkwikking uit ijverige dienst (Titus 2:13, 14). Deze dienst helpt hen geestelijk levend te blijven. Velen, vooral degenen met een lange ervaring in Gods dienst, spreiden een opmerkelijke ijver ten toon. Maar uit veel plaatsen komen berichten binnen die erop duiden dat sommige jongeren of nieuwelingen nog steeds door de wereld verlokt worden, in plaats dat zij zich met hart en ziel aan Jehovah’s dienst geven. Denk eens aan de vreugden en zegeningen die hun ten deel zouden vallen als zij de waarheid stevig zouden vastgrijpen en krachtig voorwaarts zouden gaan in heilige dienst, misschien als volle-tijdpioniers, en zich er aldus ijverig voor zouden inzetten anderen te doen beseffen hoe dringend de tijd is.
5. Welke vragen zou u zich terecht kunnen stellen?
5 Het zou goed zijn u af te vragen: Sta ik werkelijk vast in het geloof, of is mijn blik verdeeld? Laat ik mijn tijd opslokken door dingen die prettig zijn maar weinig waarde hebben? Besteed ik meer tijd aan het kijken naar televisie, het beoefenen van sport of het doen van andere aangename maar tijdrovende dingen dan aan Gods dienst? Of is het nederig gehoorzamen en dienen van God het werkelijke doel in mijn leven? Als het doen van de goddelijke wil uw levensdoel is, zal God u schragen en zult u zich eeuwig in zijn zegeningen kunnen verheugen.
6. Welke raad in de brief van Jakobus kan ons helpen een vast geloof te bewaren?
6 Het is belangrijk positieve stappen te doen om met het oog op eeuwig leven in Gods Nieuwe Ordening een vast geloof te behouden. Elia spoorde anderen ertoe aan een moedig standpunt in te nemen voor wat juist was. Jakobus schreef: „Onderwerpt u daarom aan God, maar weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten. Nadert tot God en hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw hart, besluitelozen.” Jakobus schreef aan personen die berouw moesten hebben omdat hun besluiteloze hart hen ertoe bracht zich aan activiteiten over te geven die God mishaagden. Zijn raad kan nuttig zijn als u door de wegen van de wereld bent verlokt. Jakobus schreef: „Maakt plaats voor ellende en treurt en weent. Uw lachen ga over in treuren, en uw vreugde in neerslachtigheid. Vernedert u in de ogen van Jehovah en hij zal u verhogen.” — Jakobus 4:7-10.
Kennis bouwt geloof op
7. (a) Welk verband bestaat er tussen kennis en geloof? (b) Waarom dient u de bijbel te gebruiken om uw geloof sterker te maken?
7 Geloof is een kwestie van vertrouwen. Het is gebaseerd op nauwkeurige kennis en ervaring. Hoe meer u over God weet en hoe meer ervaring u met zijn Woord en zijn wegen hebt, des te sterker zal uw geloof zijn. De bijbel zegt: „Geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt” (Hebreeën 11:1). Hoe zou u een verzekerd geloof kunnen hebben als u slechts een oppervlakkige kennis bezat van wat Jehovah heeft gedaan? God heeft u verstand en intelligentie gegeven en het vermogen dingen te begrijpen. Dit zijn gaven, en hij verwacht van u dat u ze zult gebruiken om meer over hem te weten te komen. Als u iemand een brief schrijft, verwacht u dat hij die zal lezen en hem niet zomaar op een plank zal leggen of bij wijze van decoratie op een tafel zal laten liggen. Hebt u Gods brieven aan ons — zijn geschreven Woord — gelezen en bestudeerd? Wanneer u de bijbel bestudeert en begrijpt, zult u dingen leren die u anders niet te weten zou komen. Het is belangrijk de waarde te beseffen van de inlichtingen die de bijbel verschaft. Een christelijke ouderling zei: „Personen die twijfels uiten, studeren gewoonlijk niet veel. Zij weten weinig over de bijbel — zij maken zich de waarheid nooit echt eigen.”
8. Wat wordt geadviseerd wanneer iemand een vraag stelt die u niet kunt beantwoorden?
8 Als iemand een vraag stelt die u niet kunt beantwoorden, tast dit dan uw geloof aan? Natuurlijk niet. Niemand weet alles. Verricht dus nazoekwerk. Beschouw de tekst grondig. Lees de omringende verzen en vergewis u van de betekenis. De Comprehensive Concordance of the New World Translation of the Holy Scriptures of een andere bijbelconcordantie, het boek Hulp tot begrip van de bijbel en de Watch Tower Publications Indexes of de indexen achterin de door het Genootschap uitgegeven tijdschriften en boeken kunnen u helpen verwante teksten, achtergrondinformatie en een verhandeling over het onderwerp te vinden. Meer ervaren christenen kunnen ook hulp bieden. Een Getuige met een jarenlange ervaring zei: „Ik heb altijd een bevredigend antwoord gekregen.”
9. Wat kunnen wij uit het voorbeeld van de Bereeërs leren?
9 Wij moeten als de Bereeërs zijn, over wie de bijbel met lof spreekt omdat zij ’dagelijks zorgvuldig de Schriften onderzochten’ om zich ervan te vergewissen of de dingen die de apostel Paulus onderwees, juist waren. Zij werden niet teleurgesteld in wat zij vonden. Vandaar dat ’velen van hen gelovigen werden’. Een van hen, Sópater, genoot het voorrecht Paulus te vergezellen op zijn derde zendingsreis door Macedonië. — Handelingen 17:10-12; 20:4.
Nederigheid noodzakelijk
10. (a) Hoe kan kennis worden misbruikt? (b) Welke uitwerking dient Spreuken 16:5 volgens u op onze houding te hebben?
10 Kennis is geen doel op zich maar geeft ons de noodzakelijke hulp om meer waardering voor Jehovah God en zijn Woord te krijgen. Een nauwkeurige kennis, gecombineerd met liefde, dient aan te zetten tot nederigheid, en niet tot een overschatte opinie met betrekking tot onze eigen belangrijkheid. De reden waarom sommige mensen studeren, is niet omdat zij God beter willen dienen, maar omdat zij zichzelf en hun eigen opvattingen op de voorgrond willen plaatsen. Zij worden misschien opgeblazen en gaan kritiek uitoefenen op anderen — op oudere broeders en zelfs op de christelijke gemeente en het schitterend in elkaar grijpend geheel van bijbelse waarheden die door de gemeente worden onderwezen. — Spreuken 16:5; 1 Korinthiërs 8:1.
11. Waar hebben wij onze kennis en intelligentie vandaan, en wat dient dit ons over nederigheid te leren?
11 Wij bezitten echter niets wat wij niet uit een andere bron hebben ontvangen. Wij hebben onze intelligentie van onze ouders geërfd, maar oorspronkelijk werd ze door onze Schepper, Jehovah God, aan de mensheid gegeven. Wij hebben onze kennis ontvangen via degenen die ons hebben geholpen, uit publikaties die wij hebben gelezen en van God, die de bron der waarheid is. In feite is alles wat wij bezitten oorspronkelijk van God afkomstig. De apostel schreef: „Want wie doet u van een ander verschillen? Ja, wat hebt gij dat gij niet hebt ontvangen? Indien gij het nu inderdaad hebt ontvangen, waarom roemt gij dan alsof gij het niet hadt ontvangen?” — 1 Korinthiërs 4:7.
12. Welk krachtige punt wordt in Psalm 25:9 en Jakobus 4:6 onder onze aandacht gebracht?
12 Jehovah oordeelt ons niet naar de intelligentie die wij hebben geërfd, maar naar onze nederigheid en onze bereidheid om zijn weg te leren kennen en te volgen. Nederigheid en geloof gaan hand in hand. De bijbel zegt dat God „de zachtmoedigen” zijn weg zal leren. Ook wordt er gezegd: „God weerstaat de hoogmoedigen, maar hij geeft onverdiende goedheid aan de nederigen.” — Psalm 25:9; Jakobus 4:6.
13. Wat zijn enkele voorbeelden van personen die zich lieten onderwijzen?
13 Nederigheid omvat de bereidheid zich te laten corrigeren. De apostelen Petrus en Thomas vormden hier in het oog springende voorbeelden van. Petrus trad op de voorgrond wat spreken betreft, maar hier stond tegenover dat hij het vaakst werd gecorrigeerd, terechtgewezen of zelfs bestraft. Toch was Petrus een ijverige, actieve dader van het woord, en zijn geloof, initiatief en moed vormen voor ons allen een sprekend voorbeeld. Thomas geloofde niet dat Jezus was opgewekt, maar toen hij met de feiten werd geconfronteerd, aanvaardde hij dit onmiddellijk. Tonen wij een overeenkomstige nederigheid wanneer onze fouten of misvattingen door de Schrift worden gecorrigeerd? — Johannes 20:24-29.
Beproef uw geloof
14. Wat doet een zekere christelijke ouderling waardoor hij wordt geholpen een vast geloof te bewaren?
14 Een zekere christelijke ouderling, die al geruime tijd in de waarheid is, stelt zichzelf vaak de vraag waarom zijn geloof nog steeds sterk is terwijl sommige personen die hij kende, zijn afgedreven. Hij zegt dat hij altijd Paulus’ raad in gedachte heeft gehouden: „Blijft beproeven of gij in het geloof zijt, blijft bewijzen dat gij goedgekeurd zijt” (2 Korinthiërs 13:5). Wanneer deze ouderling naar zijn werk rijdt, beproeft hij zich vaak door bijbelse waarheden in zijn geest de revue te laten passeren. Hij stelt zich voor dat hij deze waarheden bespreekt, en in zijn gedachten verklaart en verdedigt hij ze tegenover allerlei mensen. Deze broeder wijst erop dat openbare lezingen in de Koninkrijkszaal ons vaak eens te meer bewijzen dat de bijbel werkelijk het Woord van God is. Maar hij vraagt: „Hoe zouden wij deze dingen weten als wij de vergaderingen waar ze werden besproken niet hadden bijgewoond?” Geregeld stelt hij zich vragen over Gods goedheid en Zijn organisatie. Deze christelijke opziener brengt hier in zijn gebeden waardering voor tot uitdrukking en zegt: „Ik dank Jehovah dat hij mij heeft toegestaan bij zijn volk te blijven.” Zou u er baat bij hebben als u op overeenkomstige wijze zou beproeven of u werkelijk „in het geloof” bent?
Gebed is uiterst belangrijk
15, 16. Waarom is het gebed zo uitermate belangrijk om een vast geloof te bewaren?
15 Dit voorbeeld laat twee punten uitkomen die van het grootste belang zijn om een vast geloof te bewaren: gebed en christelijke vergaderingen. Het komt vaak voor dat mensen met een zwak geloof slechts zelden bidden. Een christelijke vader houdt in gedachte dat Daniël verscheidene malen per dag bad, zelfs nadat bidden bij de wet was verboden (Daniël 6:6-10). Verscheidene malen per dag smeekt deze vader Jehovah om wijsheid en leiding.
16 Aarzelt u om te bidden? De psalm zegt: „Jehovah is nabij allen die hem aanroepen, allen die hem aanroepen in waarachtigheid.” Jezus vroeg: „Als gij dus, ofschoon gij boos zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader, die in de hemelen is, goede dingen geven aan wie hem erom vragen?” (Psalm 145:18; Matthéüs 7:11) Jehovah zal beslist „goede dingen” geven aan degenen die hier nederig in geloof om vragen.
De rol van vergaderingen
17. Welke bijbelse voorbeelden tonen aan hoe belangrijk het is met medegelovigen bijeen te komen?
17 Behalve het gebed is ook geregeld bijeenkomen met medegelovigen noodzakelijk voor het geloof. Driemaal per jaar moest elke mannelijke Israëliet in Jeruzalem „voor het aangezicht van de ware Heer Jehovah verschijnen”. Aangezien veel mannen zich bewust waren van de grote geestelijke waarde van zulke gelegenheden, namen zij hun hele gezin mee (Exodus 23:14-17; Lukas 2:41-45). Ook Paulus zag uit naar de geloofopbouwende aanmoediging die de gemeente in Rome hem zou geven. Hij verlangde ernaar daar met medegelovigen bijeen te zijn opdat er door middel van elkaars geloof „een uitwisseling van aanmoediging” zou zijn en zij elkaar zouden opbouwen. — Romeinen 1:11, 12.
18. Hoe bezien degenen met een sterk geloof christelijke vergaderingen?
18 Mensen met een sterk geloof trekken voordeel van alle christelijke vergaderingen. Zij vertrekken niet na het eerste uur of komen niet alleen maar voor het tweede uur. Zij hebben waardering voor deze vergaderingen en beseffen dat ze een gelegenheid verschaffen om te leren en aangemoedigd en gezegend te worden, en dat wij op zulke vergaderingen hulp kunnen ontvangen van liefdevolle broeders en elkaar kunnen aansporen „tot liefde en voortreffelijke werken” (Hebreeën 10:24, 25). Hoe zouden wij zo’n aanmoediging kunnen ontvangen als wij niet omgingen met degenen die deze kunnen geven?
Getuigenis geven en ons geloof
19. Hoe wordt het geloof door het christelijke getuigeniswerk gesterkt?
19 Het christelijke getuigeniswerk is nog een hulp om ons geloof op te bouwen. Jakobus schreef: „Toon mij uw geloof afgescheiden van de werken, en ik zal u mijn geloof tonen door mijn werken. Ja, zoals het lichaam zonder adem dood is, zo is ook geloof zonder werken dood” (Jakobus 2:18, 26). Een belangrijk werk van christenen is anderen te onderwijzen, en elke getuige van Jehovah zal u vertellen: ’Getuigenis geven bouwt het geloof beslist op!’ Het strekt niet alleen degene tot voordeel die wordt onderwezen, maar ook de onderwijzer. Het is een opbouwende, geloof versterkende activiteit. Getuigenis geven leidt ertoe dat u uw geloof verdedigt. Het scherpt uw denkvermogen. Ja, en getuigenis geven van het Koninkrijk werpt van God afkomstige zegeningen af, met inbegrip van de duidelijk waarneembare leiding die door zijn geest wordt verschaft. — Markus 13:11; Romeinen 10:14, 15.
Vertrouwen in de „slaaf”
20, 21. (a) Wat dienen wij in verband met de „getrouwe en beleidvolle slaaf” in gedachte te houden? (b) Hoe bracht een christen dit onder woorden?
20 Het is ook belangrijk in gedachte te houden waar wij de waarheid in eerste instantie hebben leren kennen. Wie heeft ons geholpen ons geloof in de bijbel en de daarin opgetekende beloften op te bouwen? Hoe zijn wij gaan begrijpen wat de bijbel in deze tijd voor ons betekent? Jezus zei dat hij bij zijn wederkomst een „getrouwe en beleidvolle slaaf” zou aantreffen die geestelijk voedsel zou verschaffen en dat de „slaaf” die daarmee bezig zou blijken te zijn, over alle bezittingen van de meester aangesteld zou worden. — Matthéüs 24:45-47.
21 Een christelijke echtgenoot zei eens: „Jehovah’s zichtbare organisatie is een uitzonderlijk betrouwbare bron. Ze heeft me nog nooit in enig opzicht op de verkeerde weg geleid. Alles wat ze heeft gezegd, was gebaseerd op Gods Woord en is het beste geweest voor mij, voor mijn gezin en voor iedereen die ik ken. Ik kan werkelijk zeggen dat mijn geloof hierdoor enorm is opgebouwd.”
22. Welke vragen kunnen u helpen analyseren wat u eraan doet om uw eigen geloof sterk te houden?
22 Hebt u Jehovah’s Woord bestudeerd en aanvaard, en stelt u er geloof in? Hebt u uw leven aan God opgedragen en die opdracht gesymboliseerd door de waterdoop? Leeft u nu overeenkomstig die opdracht? Vraagt u God om leiding, kennis en geloof? Gaat u geregeld en ijverig voort met uw persoonlijke studie? Bent u altijd op christelijke vergaderingen? Bent u actief en ijverig in Gods heilige dienst? En verbetert u de kwaliteit van uw activiteit op het gebied van het maken van discipelen, of hebt u dit louter een sleur laten worden? — Matthéüs 28:19, 20.
23. Hoe dient u problemen, beproevingen en belemmeringen onder de ogen te zien?
23 Natuurlijk tobben wij allemaal met problemen en hebben wij onze tekortkomingen. Maar wanneer er beproevingen en belemmeringen op onze weg komen, moeten wij niet wankelen, weifelen of ’de kat uit de boom kijken’. Wij moeten veeleer één doel voor ogen hebben en zeker zijn van de waarheid. Jakobus schreef: „Beschouwt het een en al vreugde, mijn broeders, wanneer u verscheidene beproevingen overkomen, daar gij weet dat deze beproefde hoedanigheid van uw geloof volharding bewerkt.” Paulus gaf de raad: „Blijft wakker, staat vast in het geloof, gedraagt u als mannen, wordt machtig” (Jakobus 1:2, 3; 1 Korinthiërs 16:13). Om als getuigen van Jehovah in het ware geloof te blijven, moeten wij de hoedanigheid geloof — een vrucht van Gods heilige geest — ontwikkelen. — Galáten 5:22, 23.
24. Waarom is het zo belangrijk een vast geloof te hebben?
24 Waarom dient u dit te doen? Omdat het geloof een schild is tegen Satan, die ’rondgaat als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden’. „Neemt bovenal het grote schild des geloofs op, waarmee gij alle brandende projectielen van de goddeloze zult kunnen blussen” (1 Petrus 5:8-10; Efeziërs 6:16). Als u een vast geloof bewaart, zult u de dingen op Gods manier willen doen. Uw hart zal goed zijn. Uw werken zullen in overeenstemming zijn met zijn instructies en u zult voorwaarts gaan, steeds vorderingen makend op de smalle weg die naar het leven voert. — Matthéüs 7:14.
Bij wijze van overzicht:
□ Waarom twijfelen sommige mensen, en wat zouden zij daaraan kunnen doen?
□ Wat hebt u over kennis en nederigheid geleerd?
□ Hoe kunt u uw geloof versterken?
□ Waarom is het zo belangrijk een vast geloof te bewaren?
[Illustratie op blz. 9]
De Wachttoren-publikaties vormen een grote hulp bij nazoekwerk in verband met bijbelse onderwerpen en vragen