Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • De Islamietische leringen onderzoeken
    De Wachttoren 1954 | 1 februari
    • precies zoals landen in deze tijd van een politieagent verwachten dat hij de wet gehoorzaamt. Jehovah vernietigde een goddeloze wereld in de tijd van Noach door een vloed; hij vernietigde goddeloze steden zoals Sodom en Gomorra door vuur dat uit de hemel nederdaalde; hij vernietigde de eerstgeborenen van Egypte door een plaag, en hij kon de natie Israël gebruiken om zijn vijanden door middel van menselijke oorlogvoering te vernietigen, indien hij dat verkoos. God duldt de goddelozen totdat zijn bestemde tijd komt om hen te vernietigen. — Deut. 9:4-6; Rom. 9:22.

      Bovendien duidden Jehovah’s daden tegen de vijanden van zijn volk destijds profetisch op zijn komende oordelen. Daarom wordt zijn ’strijd van de grote dag’ Armageddon genoemd (Richt. 5:19; Ps. 83:1-19; Openb. 16:14, 16). Toen Christus Jezus kwam maakte hij definitief een einde aan al het gebruik van vleselijke wapens door Gods dienstknechten, door onomwonden te zeggen: „Allen die het zwaard opnemen, zullen door het zwaard vergaan” (Matth. 26:52, NW). Zijn volgelingen nemen deel aan een geestelijke oorlog, terwijl zij het zwaard des geestes, Gods Woord, gebruiken en geen vleselijke wapens (2 Kor. 10:3, 4; Ef. 6:12-17, NW). Geduldig wachten zij op Jehovah, dat hij wraak zal voltrekken. — Zef. 3:8; Rom. 12:19.

      Alhoewel datgene wat in het voorgaande is gezegd, sommigen mag krenken, laat toch worden opgemerkt dat wij niet kunnen verwachten tot de waarheid te geraken wanneer wij ons geloof laten besturen door onze gevoelens in plaats van door ons verstand. Gods Woord zegt: „Komt nu, en laten wij tezamen verstandelijk spreken” (Jes. 1:18, KJ). Dat betekent vergelijkingen te maken, de feiten en de argumenten die worden voorgelegd, rustig en objectief te overwegen, en vervolgens bereid te zijn de kosten te betalen, want de waarheid zal iets kosten. Daarom wordt ons de raad gegeven: „Koop de waarheid, en verkoop ze niet.” — Spr. 23:23.

  • Eeuwige lof komt de Souverein der Nieuwe Wereld toe
    De Wachttoren 1954 | 1 februari
    • Eeuwige lof komt de Souverein der Nieuwe Wereld toe

      „Elken dag zal ik U zegenen, en Uw naam loven voor eeuwig en altoos!” — Ps. 145:2, Gemser.

      1. Wie is de Souverein der nieuwe wereld, en waarom?

      JEHOVAH is de Souverein, omdat hij de overste of de opperste is over alle anderen, met inbegrip van zijn Christus. ’Het hoofd van de Christus is God’ (1 Kor. 11:3, NW). Het is onmogelijk dat iemand anders souverein over de nieuwe wereld zou kunnen zijn dan de Schepper er van, Jehovah God. Toch zal hij zijn verbond of plechtige overeenkomst ten uitvoer brengen om de nieuwe wereld door bemiddeling van zijn Christus, zijn koninklijke Zoon Jezus, te regeren. — Hand. 4:24-26, NW.

      2. Wat erkent de Grotere David in Psalm 145:1, en met welk doel moeten wij thans werken met betrekking tot Gods naam?

      2 Het wil werkelijk wat zeggen wanneer een machtige koning erkent dat hij niet de absolute macht heeft maar onderworpen is aan een superieur, een souverein die boven hem staat. Toch erkende koning David van het toenmalige Jeruzalem dit toen hij zeide: „Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, en Uw naam zegenen voor eeuwig en altoos!” (Ps. 145:1, Gemser). Tegenwoordig is er een Grotere David, de Heer Jezus Christus, en hij regeert thans op de hemelse berg Zion. Sedert 1914 n. Chr. regeert hij in de naam van God als koning van de nieuwe wereld. Het voornaamste doel van zijn regeren is, zijn God en Souvereine Koning te verhogen, want nimmer in de geschiedenis van het gehele universum hebben mensen en demonen Gods naam zo veel smaad aangedaan. Nu er zo’n koning regeert, die aan Gods lof en verhoging is toegewijd, kan zijn smaad thans niet veel langer meer voortduren. In overeenstemming met Jehovah’s Koning moeten wij thans werken met het doel de smaad die Gods naam is aangedaan, te verwijderen. Zij die tot het gezalfde overblijfsel van zijn medeërfgenamen behoren, dienen dit voornamelijk te doen, en thans eveneens de grote schare van zijn toekomstige onderdanen. — Openb. 7:9-15, NW.

      3. In welk opzicht is Jehovah een Theocraat, en in welk mate moeten wij, evenals Christus’ apostelen, dit feit erkennen?

      3 Jezus erkent God als Koning. Indien wij Jezus nastreven, zullen wij het goddelijke koningschap, Jehovah’s koningschap, eveneens erkennen. Dat Jehovah zowel God als Koning is, maakt hem tot een goddelijke Koning, een Theocraat of God-Regeerder. In het gehele universum, zowel het zichtbare als het onzichtbare deel, is er slechts voor één zo’n God-Koning plaats. Dit feit verplicht ons een onbuigzame houding aan te nemen wanneer er een botsing ontstaat tussen Gods heerschappij en de heerschappij van de mens, tussen Gods koninklijke wet en de politieke wet van de mens. Negentien eeuwen geleden beweerde het Joodse Sanhedrin, of Hooggerechtshof te Jeruzalem, dat uit priesters en andere religieuze leiders was samengesteld, dat het God vertegenwoordigde, toch verwierp het zijn Christus. Toen zij wetten trachtten te maken

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen