Bent u goed voor uzelf?
BENT u goed voor uzelf? Het antwoord op deze vraag is lang niet zo eenvoudig als u wel denkt. Een schrijver voor de „American Associated Press”, H. Boyle, schreef eens: „De mens heeft één gave die hem van alle andere dieren onderscheidt — de kunst zichzelf diep ongelukkig te maken. Hij is het enige dier dat vreugde de rug zal toekeren en zichzelf moedwillig ongelukkig maakt. Hij is het enige dier dat zijn eigen narigheden bedenkt, onnoodzakelijke weeën in het leven roept en er een beroep van maakt medelijden met zichzelf te hebben. Hij is het enige dier voor wie teveel nooit genoeg is. . . . Een van de dingen waar hij het meest naar verlangt — voorspoed — is datgene waar hij het minst tegen bestand is.” — Easton te Pennsylvania, de Express van 3 maart 1959.
Natuurlijk zijn er sommigen die er wegens religieus bijgeloof zelfs niet aan denken goed voor zichzelf te zijn. Tot dezulken behoren de sadhu’s of heiligen van de Oriënt en de asceten der christenheid. Daar zij door zulk een handelwijze God niet behagen en er evenmin hun medemens mee dienen, vindt hun gedrag noch in de bijbel noch in de rede enige rechtvaardiging. Gods Woord geeft te kennen dat wij goed voor onszelf moeten zijn, want er wordt van ons verwacht dat wij onze naaste zullen liefhebben als onszelf. Ja, meer nog dan dat, het veroordeelt „een strenge behandeling van het lichaam”. — Mark. 12:29-31; Kol. 2:20-23, NW.
Anderen zijn wegens onwetendheid niet goed voor zichzelf. Eeuwenlang zijn er veel verstokte sigarettenrokers geweest, niet wetende dat er tussen het roken van sigaretten en een groot aantal fysieke ziekten een nauw verband bestaat. Thans is dit verband echter zo duidelijk aangetoond dat zulke vooraanstaande specialisten als dr. Ochsner van de „Tulane University Medical School” en dr. S. Jordan van de beroemde Lahey-kliniek geen patiënten met maagkwalen willen behandelen die niet met roken willen ophouden, terwijl de American Medical Association in haar vakbladen geen enkele advertentie voor tabaksprodukten wil opnemen. Daar de sigarettenindustrie ondanks al dit bewijsmateriaal een voorspoedig bedrijf is, kan men hieruit de gevolgtrekking maken dat er nog veel mensen zijn die òf wegens halsstarrigheid òf wegens zelfzucht niet goed voor zichzelf zijn.
Door in grote of kleine dingen aan zelfzucht toe te geven, laten veel personen zien dat zij in bepaalde opzichten niet goed voor zichzelf zijn. De man die misdaad als zijn beroep kiest en voortdurend in de vrees leeft aangehouden te worden, door de politie te worden neergeschoten of door andere misdadigers te worden vermoord, is niet goed voor zichzelf. Ook bij vrouwen die ontucht als hun beroep hebben gekozen, is dit niet het geval. Zij verkeren in een beklagenswaardige toestand, leven zonder hoop en in de vrees ontdekt te worden en plegen vaak zelfmoord. Door ontucht als een gemakkelijke manier om veel geld te verdienen, te kiezen, zijn zij beslist niet goed voor zichzelf.
Wij behoeven ons echter niet aan grote, uit onze zelfzucht voortvloeiende zonden schuldig te maken om niet goed voor onszelf te zijn. Indien wij ten gevolge van onze genotzucht in eten, drinken en andere lichamelijke genoegens het leven met een buiten zijn proporties gegroeid lichaam of met enkele van de talrijke uit zulk een gedrag voortvloeiende kwalen door moeten, zijn wij niet goed voor onszelf. Indien wij, wanneer wij naar bed behoren te gaan, de knop van het televisietoestel niet kunnen omdraaien, of om een behoorlijke nachtrust te genieten niet op tijd van een gezellig avondje kunnen weggaan en als gevolg van die één of twee uur meer plezier een ellendige ochtend doormaken, zijn wij niet goed voor onszelf. Evenmin zijn zij die zittend werk verrichten en zó op hun gemak zijn gesteld dat zij zo weinig mogelijk beweging nemen, goed voor zichzelf, want zij maken zichzelf daardoor niet alleen vatbaarder voor hartkwalen maar verlagen ook hun weerstand tegen allerlei algemene ziekten.
Wanneer wij goed voor onszelf willen zijn, moeten wij tegen onze naaste, wanneer deze ons iets onverstandigs voorstelt, Neen kunnen zeggen. Door misplaatste vriendelijkheid van zijn zijde wil hij ons vaak tot gemak- of genotzucht bewegen. Of hij doet het omdat zijn ijdelheid erdoor wordt gestreeld wanneer hij erin slaagt ons een dwaze handelwijze te doen volgen. Het kan zelfs zijn dat hij met zijn vleierij aan ons adres een verborgen motief heeft, waartegen wij in Spreuken 23:6, 7 worden gewaarschuwd. Benadeel uzelf dus niet alleen maar om een ’toffe jongen’ genoemd te worden. Houd op, wanneer u genoeg hebt gehad. Blijf, ondanks wat anderen ook mogen denken of zeggen, vasthouden aan dat waarvan u weet dat het juist en goed is.
Zelfs onze beste vrienden kunnen het bij het verkeerde eind hebben. De Schrift vertelt ons dat Jezus bij een gelegenheid zijn discipelen vertelde wat hem te wachten stond: vervolging, dood en een opstanding. „Hierop nam Petrus hem terzijde en begon grote bezwaren tegen hem in te brengen, zeggende: ’Wees goed voor uzelf, Meester; u zult deze bestemming geenszins hebben.’ Zich echter omwendend, zei hij tot Petrus: ’Ga achter mij, Satan! Gij vormt voor mij een struikelblok, want gij bedenkt niet Gods gedachten, maar die van mensen.’” Petrus bedoelde het goed, maar Jezus wist beter. — Matth. 16:22, 23, NW.
Goed voor onszelf te zijn, houdt niet alleen in dat wij zowel tegen anderen als onszelf Neen moeten kunnen zeggen, maar ook dat wij, wanneer onze plichten ons roepen, Ja moeten kunnen zeggen. Waarom zullen wij wegens een geweten dat wij geweld hebben aangedaan, met een akelig gevoel rondlopen, wanneer wij door te doen wat er van ons wordt verwacht, met veel minder moeite vrede des geestes en zelfs vreugde kunnen hebben? Gods Woord geeft ons derhalve de wijze raad ’een goed geweten te behouden’. — 1 Petr. 3:16, NW.
Goed voor onszelf te zijn, houdt ook de aangelegenheid van tevredenheid in. Is de persoon die van zichzelf en van anderen het uiterste vergt opdat hij zijn zelfzuchtige ambities maar kan bevredigen, goed voor zichzelf? De bijbel antwoordt: „Zij die besloten zijn rijk te worden, vallen echter in verzoeking, in een strik en in vele zinneloze en nadelige begeerten die de mensen tot vernietiging leiden en in het verderf storten. Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijks, en door op deze liefde hun zinnen te zetten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorstoken.” Het is duidelijk dat iemand ’die zichzelf met vele pijnen doorsteekt’ niet goed voor zichzelf is! — 1 Tim. 6:9, 10, NW.
Indien wij goed voor onszelf willen zijn, moeten wij „godvruchtige toewijding te zamen met het genoegen nemen met wat wij hebben”, of tevredenheid, in ons tot ontwikkeling laten komen. Daar wij niets in de wereld hebben meegebracht, kunnen wij er ook niets uit meenemen. Laten wij wanneer wij voedsel, kleding en onderdak hebben, daarmee dan tevreden zijn, raadt de apostel ons verder aan. — 1 Tim. 6:6-8, NW.
God de Schepper verwacht van ons dat wij goed voor onszelf zijn, want hij wil ons gelukkig zien. Een vooruitziende kijk op de dingen zal ons helpen matigheid te betrachten en tevreden te zijn, in gedachten houdend dat ’de zegen van Jehóvah rijk maakt en hij voegt er geen pijn aan toe’. — Spr. 10:22, NW.