Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g73 8/4 blz. 3-5
  • De vreugde die het schenkt onzelfzuchtig te zijn

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De vreugde die het schenkt onzelfzuchtig te zijn
  • Ontwaakt! 1973
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het geluk dat voortspruit uit geven
    Ontwaakt! 1977
  • Deel in de vreugde van het geven!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2001
  • Geven schenkt geluk
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1953
  • Vreugde vinden in een wereld vol ellende
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
Meer weergeven
Ontwaakt! 1973
g73 8/4 blz. 3-5

De vreugde die het schenkt onzelfzuchtig te zijn

„EERST UZELF!” Slechts twee woorden, maar ze stonden in zulke grote letters dat ze de hele voorpagina vulden. Ze verkondigden de filosofie die de moslims in september 1972 in hun publikatie aan voorbijgangers in de straten van Brooklyn, New York, aanboden.

Wat een verschil ligt er tussen deze boodschap van een moderne mohammedaan en de boodschap die Jezus Christus bracht! Hij predikte dat men anderen hoger moest stellen dan zichzelf. Hij onderwees door woord en daad dat men zich voor anderen moet opofferen. Hij zette een beginsel uiteen dat in de oren van zijn toehoorders heel vreemd moet hebben geklonken: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” — Hand. 20:35.

Sommige mensen zijn toonbeelden van onzelfzuchtigheid. Tot hen behoren ouders die zich zo onzelfzuchtig aan hun gezin geven, dat zij van tijd tot tijd aangespoord moeten worden iets voor zichzelf te doen, zoals wat nieuwe kleren kopen of enige ontspanning nemen. Zo was er het geval van een moeder met vijf kinderen die met grote zuinigheid haar huishouden moest bestieren vanwege het zelfzuchtige gedrag van haar echtgenoot. De verzorging van haar gezin vroeg zoveel van haar tijd en energie dat zij nooit aan gewone genoegens toekwam. Wat haar beloning was? Zij genoot een rustig gemoed en de liefde en genegenheid van haar kinderen. Daar zij haar hart erop had gezet haar gezin te dienen, ervoer zij een gevoel van voldoening en had geen last van verveling; verre van dat, zij was gelukkig omdat zij kon geven.

Waarom gaat onzelfzuchtigheid gepaard met vreugde en geluk? Wegens het feit dat de Schepper, Jehovah God, ons naar zijn beeld en gelijkenis heeft gemaakt, en hij is, boven allen, de Grote Onzelfzuchtige. Hij begiftigde ons niet alleen met een moreel gevoel, waardoor wij het vermogen bezitten een onderscheid te maken tussen goed en kwaad, maar hij heeft ons ook zo gemaakt dat wij tevredenheid en geluk ervaren als wij gerechtigheid oefenen, als wij doen wat juist is. Zo verklaarde de beroemde Engelse jurist Blackstone eens dat God „de wetten van eeuwige gerechtigheid zo onafscheidelijk verbonden en zo onverbrekelijk verweven heeft met het geluk van elk menselijk individu, dat het laatste [geluk] niet kan worden verworven zonder het eerste [gerechtigheid] in acht te nemen; en als bovengenoemde wetten stipt worden gehoorzaamd, kan dit niet anders dan geluk tot gevolg hebben”. Als dit voor het oefenen van gerechtigheid geldt — en dit is beslist het geval — is het ook zeker waar met betrekking tot onzelfzuchtigheid.

Als wij de vreugde willen ervaren die onzelfzuchtigheid met zich brengt, moeten wij aan deze eigenschap werken, want onzelfzuchtigheid is geen kwestie van „doen wat voor de hand ligt” of het volgen van de weg van de minste weerstand. Wegens onze overgeërfde zonde en onze omgeving zijn wij geneigd datgene te doen wat slecht en zelfzuchtig is (Gen. 8:21; Ps. 51:5). Vooral binnen de gezinskring, waar men in het bijzonder in een nauw contact met elkaar staat, moet hieraan aandacht geschonken worden. Zelfzucht van de zijde van de één heeft smart of een zelfzuchtige reactie van de zijde van de ander tot gevolg; maar onzelfzuchtigheid heeft wederzijdse tevredenheid en voldoening tot gevolg. Geen wonder dat een van Engelands premiers uit de negentiende eeuw, Gladstone, tot de conclusie kwam dat „zelfzucht de grootste vloek is voor het mensengeslacht”. En dat is ze zeer beslist, want ze bracht onze eerste menselijke ouders — en daardoor ook ons allemaal — in moeilijkheden. Ze is de wortel van alle conflicten tussen natiën onderling, tussen kapitaal en arbeid, tussen ouders en kinderen.

Zelfs kleine onzelfzuchtige daden in de vorm van behulpzaamheid brengen reeds vreugde. Empathie zal ons natuurlijk helpen de gelegenheden hiervoor aan te grijpen; wij moeten het vermogen bezitten onszelf in de plaats van anderen te stellen. Veel vaker is het echter misschien alleen maar een kwestie van wat minder gehaast te zijn. Zo moeten verkeersslachtoffers soms lang en hard roepen voor iemand van hun toestand notitie neemt en naderbij sloft om te zien wat voor hulp er nodig is. In scherpe tegenstelling hiermee staat de ervaring van een autobestuurder in Brooklyn, die op zijn gemak naar huis reed, geen haast had en bij een kruising opmerkte dat de bestuurder in de auto voor hem niet wist waar hij heen moest. Daarom stapte hij uit en vroeg aan deze bestuurder wat het probleem was. Toen hij had vernomen welke straat de man zocht, ging hij in zijn auto voor om de weg te wijzen; dat was eenvoudiger dan het geven van een uitvoerige uitleg. De blijde glimlach op de gezichten van de bestuurder en zijn passagiers en hun waardering vormden een royale beloning voor de tijd en moeite die het de behulpzame automobilist kostte om hun de weg te wijzen; het had hem vreugde en voldoening geschonken iemand anders te hebben kunnen helpen.

De joodse schrijver en zionisten-leider Israël Zangwill maakte eens een scherpzinnige opmerking die hier heel toepasselijk is. Hij zei: „Zelfzucht is het enige ware atheïsme, aspiratie en onzelfzuchtigheid de enige ware religie.” En dit is waar als wij beseffen dat de ware religie inhoudt ’God met ons gehele hart en onze gehele ziel, geest en kracht lief te hebben en onze naasten lief te hebben als onszelf’, hetgeen het zorgen voor ’weduwen en wezen’ omvat. De apostel Paulus gaf dan ook de raad: „Laat een ieder niet zijn eigen voordeel blijven zoeken, maar dat van de ander.” — 1 Kor. 10:24; Mark. 12:29-31; Jak. 1:27.

Doordat Jehovah’s getuigen zich werkelijk onzelfzuchtig moeite geven de goede dingen die zij hebben geleerd, met anderen te delen, zijn zij een gelukkig volk, zoals anderen hebben bemerkt. Zo gebeurde het in 1972 op een grote vergadering van Jehovah’s getuigen in Wenen, Oostenrijk, dat een vrouw die uit nieuwsgierigheid was komen kijken, geïnteresseerd raakte in Jehovah’s getuigen omdat zij, om haar eigen woorden te gebruiken, „de gelukkige gezichten zag van mensen die blijkbaar wisten wat hun te doen stond”. Deze vrouw vormt geen uitzondering. Ook anderen zijn zo onder de indruk gekomen van de vreugde die onder de Getuigen zichtbaar is, dat zij belangstelling hebben gekregen voor de boodschap die de Getuigen brengen.

De wereld heeft het duidelijk volkomen bij het verkeerde eind. Ze zoekt naar vreugde en geluk, maar streeft die doeleinden met zelfzuchtige middelen na. Vreugde en zelfzucht gaan evenwel net zo min met elkaar samen als de spreekwoordelijke elementen water en vuur. Geluk en vreugde vloeien voort uit onzelfzuchtigheid, uit goeddoen als men daartoe in de gelegenheid is, jegens de eigen gezinsleden, jegens collega’s of werknemers, of jegens vreemdelingen op de weg. En natuurlijk komt de grootste vreugde wanneer men met anderen het waardevolste deelt wat men bezit, namelijk een begrip van Gods Woord en voornemens. Als u een dergelijk begrip bezit, volg dan Jezus’ gebod na: „Gij hebt om niet ontvangen, geeft om niet.” Dat is de manier om vreugde te ervaren. — Matth. 10:8.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen