Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w56 1/9 blz. 393-398
  • De juiste oorlog voeren

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De juiste oorlog voeren
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1956
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • EEN ONOVERTREFBARE UITRUSTING
  • Strijders voor de waarheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1956
  • De Christelijke strijders
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • De geloofsstrijd der vredelievenden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Oorlog
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1956
w56 1/9 blz. 393-398

De juiste oorlog voeren

„Want de wapenen van onze oorlogvoering zijn niet vleselijk, maar krachtig door God tot omverwerping van datgene wat sterk is verschanst.” — 2 Kor. 10:4, NW.

1, 2. Noem enkele oorzaken op waarom er thans oorlog wordt gevoerd?

ER STAAT in Jehovah’s woord geschreven: „Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. . . . een tijd van oorlog en een tijd van vrede.” Eeuwenlang hebben de natiën onderling oorlog gevoerd zoals Christus ook voorzegde dat er in de periode voorafgaande aan het volledige einde van dit huidige samenstel van dingen oorlogen en geruchten van oorlogen zouden zijn. Nadat de vervulling hiervan eeuwenlang op zich heeft laten wachten, leven wij thans in het hoogtepunt dier tijd, de tijd waarin er op aarde geen vrede zou heersen. — Pred. 3:1, 8.

2 Heeft men u soms het geloof bijgebracht dat alle ellende, leed, wreedheid en barbaarsheid welke een oorlog met zich brengt, het werk van God is? Is het redelijk te veronderstellen dat een God van liefde, wijsheid en barmhartigheid de veroorzaker zou zijn van de verwoestingen en puinhopen, het verlies aan dierbaar leven, welke alle het gevolg van oorlog zijn? Geenszins. Uit Jakobus 3:14-16 en 4:1-4 blijkt veeleer dat de zelfzucht, de conflicten, oorlogen en wanorde hun oorsprong vinden bij de demonen, bij Satan, „de god dezer wereld,” die als een wederstrever van Jehovah in zijn hevige begeerte naar macht de aarde ruïneert. In de denkwijze der natiën wordt zijn leiding over hen duidelijk weerspiegeld. „Want van klein tot groot zijn zij er allen op uit zich te bevoordelen; allen, van profeet tot priester, plegen zij bedrog.” Zo gedegenereerd zijn zij geworden dat wij zelfs de geestelijken Gods zegen horen afsmeken voor de vleselijke oorlogen der natiën, daar zij hun nationale of religieuze belangen boven Gods Woord stellen en luid roepen: „Vrede, vrede, terwijl er geen vrede is.” — Jer. 6:13, 14, NBG.

3. Waarom dienen wij ons door de Schrift te laten leiden?

3 Welke handelwijze kunnen eerlijke mensen het best volgen te midden van deze over de gehele wereld verbreide verwarring? Moeten wij maar met de massa meegaan, of is er een zekerder en betere weg voor ons uitgebakend? De Schrift licht ons er over in dat evenals de hemelen hoger zijn dan de aarde, Jehovah’s wegen en gedachten veel hoger zijn dan de onze. Wij doen er goed aan acht te slaan op zijn weg, en die weg niet licht van de hand te wijzen. Onderzoek eens terdege wat de bijbel over de juiste oorlogvoering vermeldt en overweeg of die niet veel praktischer is dan wat de natiën doen. In niet mis te verstane woorden staat er beschreven wat hen die hun eigen gang gaan, te wachten staat. Hoewel zij misdaden begaan tegen de mensheid, zijn zij zo verhard en schaamteloos geworden dat zij zelfs niet meer kunnen blozen; ’daarom zullen zij vallen onder de vallenden; ten tijde als Ik hen bezoeken zal, zullen zij struikelen, zegt Jehovah.’ Waarom dan wel? Omdat zij het regenboogverbond, Jehovah’s wet betreffende de heiligheid van het levensbloed, hebben verbroken en zijn gramschap en toorn over de natiën en hun legers hebben gebracht (Jer. 6:15; Jes. 34:1-4). Geen der oorlogen heeft ons een permanente vrede kunnen bezorgen, slechts een onzekere wapenstilstand.

4. Wat verstaat men onder een geestelijke oorlogvoering?

4 De natiën strijden tegen vlees en bloed. Voor christenen geldt de bijbelse opdracht, een geestelijke oorlog te voeren. „De wapenen van onze oorlogvoering zijn niet vleselijk, maar krachtig door God,” ten einde zijn voornemen ten uitvoer te brengen. Willen wij deze geestelijke oorlog voeren, dan moeten wij er van op de hoogte zijn waarom en waartegen wij strijden. Het is geen strijd van man tegen man of een worsteling om de opperheerschappij met superieure wetenschappelijke vernietigingsmethoden. Paulus zegt ons in het zesde hoofdstuk van de Efeze-brief dat het geen strijd is „tegen bloed en vlees, maar tegen de regeringen, tegen de autoriteiten, tegen de wereldheersers dezer duisternis, tegen de goddeloze geestelijke krachten in de hemelse gewesten.” Dit betekent geenszins dat wij thans tegen de menselijke regeringen moeten strijden of daartegen oppositie moeten voeren. Er wordt ons juist gezegd voor koningen en regeerders te bidden opdat wij een vreedzaam en rustig leven mogen blijven leiden en het ons door God opgedragen werk ten uitvoer mogen brengen. Jezus zeide zijn discipelen: „Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaars gestreden hebben” (Joh. 18:36). In de hierboven geciteerde schriftuurplaats in zijn brief aan de Efeziërs verwees de apostel Paulus naar de strijd tegen de geestelijke organisatie van Satan, die de aarde eeuwenlang heeft beheerst en geregeerd. — 2 Kor. 10:4; Ef. 6:12; 1 Tim. 2:1-3, NW.

5. Waardoor zijn velen voor de waarheid verblind, en hoe kunnen wij hen helpen?

5 Door deze machtige demonenheerschappij over de mensen is de geest der ongelovigen voor het waarheidslicht verblind. Er is een sluier over het goede nieuws geworpen zodat zij die verloren gaan, het niet kunnen onderscheiden of bevatten. De goddeloze geestelijke krachten in de hemelse gewesten, die wegens hun opstand zelf in dikke duisternis worden gehouden, hebben verwarring gezaaid en duisternis veroorzaakt ten aanzien van Gods wil. Hoe uitmuntend zij hierin zijn geslaagd, blijkt wel uit de algemene onbekendheid met de bijbel, zelfs in de christenheid. IJverige kerkgangers tonen een grove onkunde inzake Gods voornemens, afgezien dat zij enkele van de allerbelangrijkste schriftuurplaatsen uit het hoofd kennen. U behoeft zich hierover niet te verbazen, daar velen wordt gezegd geen bijbelse publikaties te lezen tenzij ze kerkelijk zijn goedgekeurd. Zij vergeten dat God zelf ons de uitnodiging doet toekomen: „Komt nu, en laten wij tezamen verstandelijk spreken.” Als gevolg hiervan ’bedekt duisternis de aarde en donkerheid de volken’ (Jes. 1:18, KJ; 60:1-3, 19, 20). Een der belangrijkste doelstellingen van een christen is, de gevolgen van deze geestelijke afval te bestrijden. Evenals Gideons mannen de in hun handen zijnde kruiken stuksloegen om de fakkels helder te laten schijnen, hetgeen onder de vijand een grote verwarring veroorzaakte, laten Jehovah’s dienstknechten op aarde het waarheidslicht van de duisterste hoek in de christenheid tot de duisterste hoek van het heidendom schijnen.

6. Licht toe wat men onder een christelijke oorlogvoering verstaat en wat de zegeningen er van zijn.

6 Een onderdeel van de geestelijke oorlogvoering, dat een bijzonder grote mate van vreugde schenkt, is het vrijlaten der gevangenen, het uitroepen van vrijheid voor de gevangenen en het openen van de gevangenissen voor hen die gebonden zijn; wat wordt gedaan wanneer de mensen van goede wil geduldig in de waarheid worden onderwezen en wanneer de sluier van bijgeloof en religieuze duisternis waaraan zij van kindsbeen af gewend zijn, geleidelijk wordt weggetrokken. Wanneer zij ten slotte door een kennis van de waarheid zijn bevrijd, is hun vreugde gelijk die van een gevangene die wordt vrijgelaten of van een blinde die het gezichtsvermogen terugontvangt. Ten einde dit te bewerkstelligen, moeten wij handelen zoals Paulus zeide: „Predik het woord, houdt u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd, . . . bewaar in alles uw evenwicht, lijd kwaad, verricht zendingswerk, volbreng uw bediening nauwgezet.” Vervolgens zegt de apostel Paulus: „Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loopbaan tot het einde toe gelopen, ik heb overeenkomstig het geloof geleefd” (2 Tim. 4:2-7, NW). Een dergelijke oorlogvoering behoeft geen enkele aardse natie te vrezen, want ze is voor het bestwil der mensen. De kennis van God en de liefde voor hem en onze medemensen wordt er door vergroot, en door deze opbouwende strijd worden de mensen van goede wil mentaal, moreel en geestelijk opgebouwd. De daardoor afgeworpen zegeningen zijn duurzaam en leiden tot leven, terwijl ze vergezeld gaan van Gods gunst. Deze oorlogvoering kent niet de gebruikelijke naweeën, welke bittere vijandschap kweken en slavernij bevorderen, waardoor het aangezicht der aarde wordt geteisterd. Door de door God geboden christelijke oorlogvoering worden integendeel mensen van allerlei slag en uit alle natiën in een duurzame band van vrede en onderling begrip samengebonden door het Woord Gods.

7. Geef voorbeelden van de strijd waardoor de zuivere aanbidding werd hooggehouden.

7 In alle delen der wereld voeren Jehovah’s getuigen deze strijd ter verbreiding van bijbelkennis. In hun strijd tegen de duisternis zijn zij naar de huizen der mensen gegaan, evenals Jezus en de discipelen vóór hen. Uit eigen ervaring wist Paulus wat de bediening van het evangelie voor strijd vergde, want hij verhaalde ons over de in woede ontstoken religieuze menigte te Efeze en hoe zij twee uur achtereen bleven roepen, „Groot is Artemis der Efeziërs!” in een poging de vroege christenen te intimideren (Hand. 19:28, NW). Ook vertelde hij van de complotten welke tegen hem werden gesmeed, van de keren dat hij in de gevangenis werd opgesloten, dat hij werd geslagen, van de gevaren op de zee en op het land, de moeilijkheden en ontberingen welke hij ondervond in zijn strijd ter verbreiding van de kennis van Christus (2 Kor. 11:23-27). Tot op heden is die strijd niet geluwd, maar Jehovah’s getuigen zijn voortgegaan met hun vreedzame bediening van het evangelie, volksoplopen, verbodsbepalingen en gevangenisstraffen ten spijt. Zo werden kortgeleden in Trinidad vier Wachttorenzendelingen zonder opgaaf van redenen als „ongewenste bezoekers” gebrandmerkt, toen zij hun motorschip in de haven wilden aanleggen om brandstof en voorraden in te nemen ten einde hun bediening onder de over de Caraïbische eilanden verspreide bevolking te kunnen voortzetten. In andere plaatsen zijn Jehovah’s getuigen lastig gevallen door volksmenigten, bespot, gedeporteerd, van hun geliefden gescheiden, gevangen gezet en zelfs ter dood gebracht, maar desondanks zijn zij als goede strijders getrouw voortgegaan. In vrede hebben zij hun boodschap gebracht, maar met geweld werd ze verworpen. In deze tijd voeren niet alleen de natiën onderling oorlogen, maar er wordt ook een intensieve geestelijke oorlog gevoerd voor de bekendmaking van de waarheid.

EEN ONOVERTREFBARE UITRUSTING

8. Waarom moeten wij ons met de waarheid omgorden? Op welke wijze?

8 Hoe kunnen wij in deze strijd aan Gods zijde een aandeel hebben? Zoals elke soldaat moeten ook wij goed met onze uitrusting bekend zijn. Wij dienen te begrijpen waarom wij strijden en er van overtuigd te zijn dat dit een goede reden is. Steunend op zijn vele ervaringen en lange jaren van zendingsdienst, noemde Paulus achtereenvolgens de voornaamste onderdelen van de christelijke oorlogsuitrusting op. Allereerst sprak hij er over de ’lendenen omgord te hebben met waarheid.’ Dit duidt er op dat de waarheid altijd dicht bij ons moet zijn; wij moeten ons er mee omgord hebben als iets wat wezenlijk nodig is. Deze houding maakt een groot verschil met die van heel wat mensen die een bespreking van de Schrift terzijde schuiven en onverschillig protesteren: „Ik ben reeds bij een kerk aangesloten.” Een of tweemaal per week doen zij zich vroom voor, maar de overige tijd bekommeren zij zich er niet om. Zulke mensen onderzoeken zelfs niet de degelijkheid of kwaliteit van dat wat zij als de waarheid aannemen, zij kennen hun geloofsbelijdenis niet eens en weten nog minder van het Woord Gods. Voor een christen is het echter onontbeerlijk een nauwkeurige kennis der waarheid te hebben. Wanneer wij zelfs niet het verschil tussen de ware en de valse aanbidding weten, kunnen wij de dwaling niet helpen bestrijden (Jes. 28:17, 18). Ware christenen zijn niet verdeeld. Zij weten dat er één waar geloof is en dat dit in de bijbel staat opgetekend. Zij hechten geloof aan Jezus’ woorden, „Uw woord is waarheid,” en zij handelen dienovereenkomstig. Door deze kennis kunnen zij de ketenen van het ritueel en de overlevering afwerpen en hun geest één laten worden met die van God. „Voor deze vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. Staat daarom pal en laat u niet wederom een slavenjuk opleggen.” — Gal. 5:1; Ef. 6:14; Joh. 17:17, NW.

9. Welke bescherming biedt de borstplaat der rechtvaardigheid?

9 Vervolgens moeten wij de borstplaat der rechtvaardigheid aandoen. Wanneer wij de waarheid prediken, moeten wij dienovereenkomstig een rechtvaardig leven leiden; anders zijn wij huichelaars en geen ware dienstknechten van Jehovah. Met geheel onze ziel moeten wij de dienst verrichten, en wij dienen niet halfslachtig te zijn. Zij die aan de neigingen van het vlees toegeven en zich immoreel gedragen, krijgen de waarschuwing dat zij nimmer Gods koninkrijk zullen beërven en dat zelfs heel weinig bederf al onze goede werken in Gods ogen spoedig zal doen gisten en bederven. Zulke vleselijke begeerten strijden tegen de belangen van onze ziel en moeten met de borstplaat der rechtvaardigheid worden afgeweerd. — Gal. 5:9, 13; 1 Petr. 2:11, NW.

10. Welk goede nieuws moeten wij verbreiden?

10 „Staat daarom pal, . . . uw voeten geschoeid met de toerusting van het goede nieuws van vrede” (Ef. 6:14, 15, NW). Jehovah’s getuigen brengen de mensen deze boodschap en troost. Op dezelfde aankondiging legde Jezus de nadruk toen hij zeide: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt . . . en dan zal het volbrachte einde komen” (Matth. 24:14, NW). Thans vertellen Jehovah’s getuigen de mensen op de gehele aarde het goede nieuws dat Christus nu in de hemel op de troon zit en dat wij in een overgangstijd leven, waarna Gods koninkrijk onder alle mensen des geloofs een duurzame vrede tot stand zal brengen. „Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van den vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning” (Jes. 52:7, NBG). Wat mankeert er aan die boodschap van vrede en hoop, wanneer zelfs de voeten van deze boodschappers van goed nieuws in Gods ogen liefelijk toeschijnen? Deze vredesboodschap is evenwel een openlijke oorlogsverklaring aan Satans organisatie.

11. (a) Hoe is geloof een bescherming en hoe verkrijgt men geloof? (b) Geef voorbeelden van een groot geloof uit het verleden.

11 Daarom worden wij gewaarschuwd ’het grote schild des geloofs op te nemen, waarmede gij alle brandende projectielen van de goddeloze zult kunnen blussen.’ Wij kunnen het verwachten dat wij in deze oorlog aangevallen zullen worden en om deze strijd te kunnen voortzetten, hebben wij geloof in Jehovah nodig. Door geloof kunnen wij de wereld overwinnen en elke moeilijkheid te boven komen welke een getrouwe dienst in de weg kan staan. Wanneer wij een sterk geloof hebben, zullen wij ons niet laten ontmoedigen ook al heeft onze geduldige prediking niet onmiddellijk de door ons zo gewenste uitwerking. Noach was na jarenlang prediken niet ontmoedigd noch gaf hij het op. Hij wist dat God waarachtig was. Jesaja zegt: „Jehovah, wie heeft ons bericht geloofd? . . . De ganse dag heb ik mijn handen uitgestrekt naar een volk dat ongehoorzaam is en tegenspreekt.” Toch gaf hij het niet op, en Paulus haalt dit voorbeeld in zijn brief aan de Romeinen aan omdat hij begreep dat alhoewel er velen niet geloofden, het werk Gods toch ten uitvoer werd gebracht. Wij kunnen echter geen geloof bezitten zonder een fundament van kennis te hebben waarop wij het kunnen grondvesten. Hoe groter onze nauwkeurige kennis van God is en hoe meer wij die gebruiken, des te meer zal ons schild des geloofs een bescherming zijn. — Ef. 6:16, 17; Rom. 10:16, 20, 21, NW; Jes. 53:1; 65:2, NBG.

12. Hoe ontvangen wij de helm der redding?

12 Paulus geeft eveneens de raad de „helm der redding” aan te nemen als een deel van uw uitrusting. Hij wist maar al te goed hoe God in zijn onverdiende goedgunstigheid de auteur was geworden van onze eeuwige redding door bemiddeling van Christus. Deze voorziening is een gave die wij moeten aanvaarden, willen wij de zegeningen er van smaken, want ze wordt niemand opgedrongen. Paulus zag dat vele profetieën in vervulling gingen, daarom schreef hij: „De verlossing is ons nu reeds nader dan toen wij het geloof aannamen” (Rom. 13:11, LV). Dit geldt voor christenen van tegenwoordig in wel dubbele mate, omdat wij in het geslacht leven dat getuige zal zijn van de verlossing van gelovige mensen (Openb. 12:10). Zij die voor verlossing in aanmerking komen, zijn gemakkelijk genoeg te herkennen, niet aan het een of andere uitzonderlijke gewaad, maar door hun geloof en werken. Zij laten hun licht schijnen door als christelijke getuigen voor Jehovah te leven en te prediken.

13. Waarom nemen wij het zwaard des geestes gaarne op, en hoe wordt het gehanteerd?

13 Een uitermate belangrijk uitrustingsstuk bij de geestelijke oorlogvoering is het „zwaard des geestes, namelijk, Gods woord” (Ef. 6:17, NW). Zowel bij de verdediging als in de aanval is het onontbeerlijk (2 Kor. 6:2-10). Wat is een soldaat zonder wapen? of hoelang zal hij de strijd volhouden wanneer hij het niet weet te hanteren? Evenzo is een bedienaar van het evangelie die wel in het bezit is van een bijbel maar hem niet doeltreffend weet te gebruiken en geen schriftuurplaatsen weet te vinden, in een geestelijke oorlog hulpeloos. Toch bevinden vele geestelijken zich heden ten dage in een dergelijk parket. Wat voor wijsheid hebben zij nog wanneer zij het Woord van Jehovah verwerpen door zijn authenticiteit of inspiratie te loochenen? Paulus zegt, neemt het zwaard des geestes aan. Hij prees de bewoners van Berea omdat zij de Schrift ijverig onderzochten en het bewezene aannamen. Wij dienen evenzo te handelen. Door dit Woord openbaart God wat zijn voornemen is, wat hij van de mensen verlangt en wat de door hem vastgestelde vereisten voor het leven zijn. Met dit zwaard des geestes zijn wij voor de aanval bewapend en door God krachtig gemaakt om wat sterk verschanst is, omver te werpen.

14. Welke gebeden zal God verhoren?

14 Vervolgens luidt Paulus’ geïnspireerde raad: „Terwijl gij met elke vorm van gebed en smeekbede bij elke gelegenheid in geest bidt. En blijft te dien einde waakzaam met alle standvastigheid.” Door het gebed kunnen wij Jehovah door bemiddeling van Christus, onze Leider en Bevelhebber in deze geestelijke oorlog, naderen en met hem in contact treden. Wij moeten God smeken dat zijn geest ons in tijden van nood kracht en leiding moge schenken. Wanneer ons gebed in overeenstemming met zijn wil is, kunnen wij er verzekerd van zijn dat hij ons zal verhoren; daarentegen weigert hij te luisteren naar de gebeden welke de van bloed druipende strijders van het samenstel der oude wereld tot hem richten om zelfzuchtige belangen (Jes. 1:15; Ef. 6:18, NW). Een soldaat dient stellig ’waakzaam te blijven met alle standvastigheid,’ maar in deze benarde tijd geldt dit in bijzondere mate voor christenen. Zoals Christus van tevoren wist, zou zijn komst door de wereld in het algemeen onopgemerkt blijven, alhoewel die door Jehovah’s getuigen in het openbaar wordt aangekondigd. Het merendeel blijft slapen en wordt niet wakker geschud door het vreugdegeschal over het teken van zijn tegenwoordigheid. — Openb. 16:15, NW; Matth. 24:42-44.

15, 16. Hoe kunnen wij in de geestelijke oorlog strijden? Welke voorzieningen zijn er voor ons getroffen?

15 Ten slotte moet iedere strijder voor Jehovah de waarheid aan anderen kunnen bekendmaken. Paulus drukte het als volgt uit: „Opdat de bekwaamheid om te spreken mij gegeven moge worden . . . met alle vrijheid van spreken om het heilige geheim van het goede nieuws bekend te maken, . . . opdat ik in verband er mede met vrijmoedigheid mag spreken zoals ik behoor te spreken” (Ef. 6:19, 20, NW). Alhoewel Paulus als een afgezant in ketenen schreef, predikte hij vrijelijk en vrijmoedig omdat hij ten volle begreep waarom het ging en waarom er gestreden diende te worden. De christelijke soldaat verkrijgt deze kennis door middel van Gods Woord der waarheid. Ook put hij uit deze bron de moed welke met geloof samengaat. Trekt u nu, wanneer u aldus met de wapenen des lichts of der rechtvaardigheid bent uitgerust, niet vreesachtig terug. De nacht is ver gevorderd, de dag naakt en thans is het de tijd voor actie! — Rom. 13:12.

16 ’Gezegend zij Jehovah, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog’ (Ps. 144:1). Waarlijk, in alles heeft Jehovah met wijsheid voorzien, de uitrusting voor de strijd, een kennis omtrent de vijand, en de kracht en moed om voort te gaan. Wij moeten echter het onze doen. Evenals exercitie en oefening noodzakelijk zijn voordat er een menselijke oorlog wordt gevoerd, is dit ook het geval in verband met de geestelijke oorlogvoering. Jehovah weet wat wij nodig hebben en is zich bewust van onze behoeften, maar wij moeten ons zijn voorzieningen ten nutte maken. Welke voorzieningen? Studie, omgang met anderen en dienst. Elk heeft een belangrijk aandeel in het toerusten en voorbereiden van ons. Onder studie wordt een intensieve en voortdurende persoonlijke studie verstaan en eveneens een actief deelnemen aan de gemeentelijke studies, welke alle een deel zijn van de oefening om ons slagvaardig te maken. Door de omgang met elkaar worden wij aangemoedigd, verkrijgen vertrouwen en zijn verzekerd van de van ganser harte gegeven steun van de zijde van onze broeders en zusters. Wanneer iemand in de strijd alleen staat, heeft hij geen schijn van kans; het is daarom zeer belangrijk met elkaar om te gaan. Vervolgens krijgen wij in de dienst de gelegenheid onze uitrusting te beproeven, onze kennis te versterken en er aan gewend te raken hoe wij het zwaard des geestes moeten hanteren. Gebruik deze voorzieningen van Jehovah ten volle en nadat u alles hebt gedaan wat in uw vermogen lag, zal God datgene geven wat voor de overwinning noodzakelijk is. Want „wij hebben deze schat . . . in aarden vaten, opdat de kracht boven datgene wat normaal is, van God moge zijn en niet de kracht uit ons zelf.” — 2 Kor. 4:7-11, NW.

[Illustratie op blz. 393]

BIJBEL

VERSCHANSTE VALSE LEERSTELLINGEN

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen