Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w77 1/12 blz. 707-709
  • Vrede kan uw deel zijn

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vrede kan uw deel zijn
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • Vergelijkbare artikelen
  • Vrede — Het bezit van christenen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Laat „de vrede van God” uw hart behoeden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
  • De wijze waarop vrede op aarde kan komen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1980
  • Bewaar de vrede die wij bezitten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
w77 1/12 blz. 707-709

Vrede kan uw deel zijn

WIE zou er geen vrede willen? Wat is het niet heerlijk wanneer gezinnen, buren, stammen, nationaliteiten en rassen zich in een mate van vrede en zekerheid kunnen verheugen! In deze wereld wordt de vrede evenwel steeds weer opnieuw door ernstige onenigheden verstoord. Hoe komt het toch, zo zou u zich kunnen afvragen, dat vrede enerzijds zo wenselijk is en niettemin terzelfder tijd zo moeilijk verworven kan worden?

Dit komt onder andere doordat mensen de deugdelijke richtlijnen van de Bron van vrede, ’s mensen Schepper, naast zich neerleggen. De christelijke discipel Jakobus zette deze grondoorzaak als volgt uiteen: „Uit welke bron komen er oorlogen en uit welke bron komen er gevechten onder u? Komen ze niet uit deze bron, namelijk uit uw begeerten naar zingenot, die strijd voeren in uw leden? . . . Gij blijft strijden en oorlog voeren. Gij hebt niet, omdat gij niet vraagt. Gij vraagt en toch ontvangt gij niet, omdat gij met een verkeerde bedoeling vraagt, om het te besteden voor uw begeerten naar zingenot.” — Jak. 4:1-3.

De „God van vrede”, Jehovah, is tegen alle zelfzucht gekant. Degenen die in geloof naar hem opzien, begeren niet wat anderen bezitten en trachten zich derhalve niet hebzuchtig datgene toe te eigenen wat hun niet toebehoort. Zij volgen de bijbelse raad op: „Laat een ieder niet zijn eigen voordeel blijven zoeken, maar dat van de ander.” — 1 Kor. 10:24; Fil. 4:9.

Denk eens aan de vele conflicten die vermeden zouden kunnen worden als alle mensen de belangen van anderen boven hun eigen belangen zouden stellen. Niemand zou bedrogen worden en niemand zou bijgevolg de bitterheid ervaren die dit met zich brengt. Onzelfzuchtigheid kweekt onzelfzuchtigheid. Wanneer een vader bijvoorbeeld van zijn persoonlijke voorkeur voor bepaalde dingen afziet en zich ten behoeve van zijn vrouw en kinderen opoffert, wordt het gezin dichter tot elkaar getrokken. Doordat de vader het voorbeeld geeft in het betonen van onzelfzuchtigheid bevordert dit dezelfde geest onder de andere gezinsleden. In plaats van ruzie en tweedracht hebben bijgevolg vrede en rust de overhand in het huisgezin.

Wat binnen de gezinskring met onzelfzuchtigheid bereikt kan worden, kan ook buiten de gezinskring onder een groot aantal personen verwezenlijkt worden. Onzelfzuchtigheid kan stam-, regionale, nationale en raciale barrières neerhalen. U hebt dit wellicht waargenomen onder de groep christenen die als Jehovah’s Getuigen bekendstaan. Zij staan er over de gehele wereld om bekend dat zij zich volkomen afzijdig houden van de geschillen van de wereld. Hun wonderbaarlijke internationale eenheid springt vooral tijdens hun grote bijeenkomsten in het oog. Een man die aan de westkust van de Verenigde Staten woont, schreef bijvoorbeeld: „Hoewel ik geen lid van deze sekte ben, heeft een eerlijk en openhartig onderzoek mij genoopt mijn sceptische opvattingen omtrent de onbuigzame toewijding van deze mensen met betrekking tot hun christelijke levenswijze te laten varen . . . Jaarlijks staan in honderden kranten over de gehele wereld artikelen over de orde en welvoeglijkheid van deze mensen en het gedrag van hun kinderen wanneer zij op internationale vergaderplaatsen bijeen zijn.”

Er was echter een tijd dat velen van degenen die nu Jehovah’s Getuigen zijn, diepgewortelde vooroordelen koesterden. Zij genoten noch vrede met God noch met hun medemensen. Maar een studie van de bijbel hielp hen de dingen volkomen anders te gaan bezien. In tegenstelling tot velen van Jezus’ landgenoten in de eerste eeuw G.T. onderscheidden zij „de dingen . . . die met vrede te maken hebben” (Luk. 19:42). Op grond van hetgeen zij leerden, hadden zij berouw over hun vroegere levenswijze, keerden zich volledig om en begonnen God te dienen als discipelen van Jezus Christus. Op deze wijze kwamen zij in een vredige verhouding tot hun Schepper te staan.

Over de uitwerking die deze vrede op de persoon zelf heeft, zegt de bijbel: „De vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus” (Fil. 4:7). De rust die uit het genieten van een goedgekeurde verhouding tot de Schepper voortspruit, behoedt iemands hart en geestelijke vermogens en beschermt hem ertegen zich al te veel zorgen over zijn noodzakelijke levensbehoeften te maken. Hij vertrouwt erop dat God zijn gebeden zal verhoren en zijn krachtsinspanningen om datgene te verwerven wat hij voor zijn levensonderhoud nodig heeft, zal zegenen. Dit stemt zijn hart en geest rustig.

Bovendien behoudt iemand, door zich naar Gods Woord te richten, een zuiver geweten. Hij ondervindt niet de kwellingen en frustraties die voortspruiten uit het besef dat men een verkeerde handelwijze volgt. Hij voelt zich gelijk de geïnspireerde psalmist die zei: „In vrede wil ik beide, mij neerleggen en slapen, want gij, ja, gij alleen, o Jehovah, doet mij in zekerheid wonen.” — Ps. 4:8.

Door onzelfzuchtig te handelen, bevordert de persoon ook betere betrekkingen met zijn medemensen. Wanneer anderen inzien dat hij hun belangen op het oog heeft, zullen ook zij meer geneigd zijn hem eerlijk en fair te behandelen.

Een goedgekeurde verhouding tot Jehovah God houdt ook een belofte van vrede in de toekomst in. Als afzonderlijke personen kunnen wij de wereld niet veranderen en de zelfzucht die tot strijd bijdraagt, niet uitroeien. De Schepper zal er evenwel op toezien dat de woorden van Jesaja ten uitvoer gebracht worden: „Zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen moeten slaan en hun speren tot snoeimessen. Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren.” — Jes. 2:4.

Wanneer mag de volledige vervulling van deze woorden omtrent vrede verwacht worden? Hoe kunt u tot degenen behoren die zich hier in de toekomst in zullen verheugen? Jehovah’s christelijke getuigen in uw omgeving zullen deze vragen graag aan de hand van de bijbel beantwoorden. Kom zelf te weten hoe vrede zowel nu als in de toekomst uw deel kan worden.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen