Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w64 15/11 blz. 675-676
  • Zij die vrede nastreven

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Zij die vrede nastreven
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Vergelijkbare artikelen
  • Vrede — Het bezit van christenen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Ware vrede — Uit welke bron?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Binnenkort — Een wereld zonder oorlog!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • ’s Mensen hoop op vrede — Is dit de V.N.?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
w64 15/11 blz. 675-676

Zij die vrede nastreven

INDIEN uw hart smacht naar de tijd dat de aarde niet meer door oorlog geteisterd zal worden, zijn de geïnspireerde woorden: ’Zoek vrede en streef die na’, voor u heel toepasselijk (1 Petr. 3:11, NW). Het is niet slechts een kwestie van in vrede met onze naaste trachten te leven, maar wij moeten eerst vrede met God zoeken, door ons leven in overeenstemming met zijn Woord te brengen. Dan zullen wij bemerken dat wij in vrede met onze naaste kunnen leven en zullen wij voor leven in Gods vredige nieuwe samenstel van dingen, dat thans nabij is, in aanmerking komen.

Vredelievende mensen lezen dan ook met intense belangstelling wat er volgens Gods Woord in onze tijd zou geschieden: „Hij [Jehovah God] zal richten tussen vele volkeren en recht spreken over machtige natiën tot in verre landen. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen den oorlog niet meer leren.” — Micha 4:3.

Betreffende de vervulling van deze woorden zou men geneigd zijn te denken dat de geestelijken nummer één zijn in het opvolgen van Gods voorschrift, maar de feiten tonen aan dat religieuze leiders herhaaldelijk hun zegen aan de moedwillige afslachting van menselijk leven hebben geschonken. De steun die Adolf Hitler van de katholieke en lutherse geestelijkheid ontving, vormt een welbekend onderdeel van de huidige geschiedenis. Hetzelfde kan worden gezegd van de steun die door het Vaticaan aan de fascist Mussolini werd verleend; en de protestantse geestelijken over de gehele wereld hebben zich niet minder bereid getoond om in oorlogen voor het succes van hun land te bidden.

Ook zijn „niet-christelijke” religieuze leiders in dit opzicht niet minder enthousiast geweest. In landen zoals Japan hebben shintoïstische en boeddhistische groeperingen het volk op grote schaal laten geloven dat de grootscheepse afslachting van mensen in een ander land de wil van de goden was en dat het sterven voor de keizer de grootste eer was die iemand ten deel kon vallen. Geen wonder dat in „christelijke” en „heidense” landen het vertrouwen van het volk in de religieuze leiders die enerzijds voor vrede bidden en anderzijds de oorlog zegenen, danig is geschokt.

Begrijpelijkerwijs wordt in het bijbelboek Openbaring al zulke valse religie gegroepeerd onder het symbool van een vrouw die dronken is van menselijk bloed; zij wordt „Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde” genoemd en van haar wordt gezegd dat zij verantwoordelijk is voor het bloed van „allen die op de aarde geslacht zijn”. — Openb. 17:5, 6; 18:24, NW.

Ook al zijn de religieuze leiders op zo’n teleurstellende wijze te kort geschoten, toch zijn er over de gehele wereld christenen die vrij zijn gebleven van deze bloedschuld en die acht hebben geslagen op Gods bevel vrede na te streven en ’hun zwaarden tot ploegscharen om te smeden’. De South African Voice van 5 april 1964 leverde hierop het volgende commentaar: „Het door de kerken in Zuid-Afrika ingenomen standpunt inzake de militaire dienst . . . is dermate veranderd dat er feitelijk nog maar één religieuze groep is die [er] onvermurwbaar tegen in ’opstand’ blijft komen. . . . Uit een grondig onderzoek door Die STEM, blijkt dat de Getuigen van Jehovah de enigen zijn die nog steeds nadrukkelijk militaire opleiding en dienstplicht weigeren . . . [Zij] blijven onverzettelijk tegen militaire opleiding of het voeren van oorlog gekant.”

Feitelijk komen Jehovah’s getuigen niet in „opstand” tegen de activiteiten van welke regering ook, maar zij handhaven een onwrikbare neutraliteit ten opzichte van de politieke en militaire aangelegenheden der wereld, daar zij het uitdrukkelijke bevel van de Schrift opvolgen: ’Zoek vrede en streef die na.’ Zij zijn geen pacifisten. Zij dwarsbomen geen enkel regeringsprogramma dat de dienstplicht beoogt, noch demonstreren zij ertegen, doch zij onderwerpen zich aan Gods regeling der dingen. De bijbel zegt over hen: „Al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen oorlog overeenkomstig datgene wat wij zijn in het vlees. Want de wapenen van onze oorlogvoering zijn niet vleselijk.” — 2 Kor. 10:3-5, NW.

Toen onlangs in de Verenigde Staten een jeugdige Getuige tot vijf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld, stond in de Evening Journal (Wilmington, Delaware, 5 maart 1964) een artikeltje waarin ronduit werd gezegd: „Het is waar dat deze religieuze groep niet protesteert tegen een dergelijke behandeling van de zijde der federale regering en dat ze het verwacht wegens haar geloofsovertuiging te worden vervolgd, maar in hoeverre raakt het ons, de rest van de maatschappij, dat een man tot vijf jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld wegens de aard van zijn religieuze overtuiging? Deze kwestie dringt door tot de kern van onze grondwet en de burgerlijke en religieuze vrijheden die ze proclameert. Het is een kwestie die dubbel aan ons geweten knaagt wegens de grote rechtschapenheid en het voorbeeldige leven van jongemannen als dhr. Silvernail, en tevens omdat men het er tegenwoordig zo algemeen over eens is dat de wereld een volgende algehele oorlog niet meer zou kunnen overleven. . . . Het is belangrijk te beseffen dat de religieuze overtuiging van sommige mensen zo diep gaat dat hun geweten het hun niet toestaat ook maar in enig opzicht deel te hebben aan het oorlogsstelsel en de oorlogsvoorbereiding.” Zij volgen gewetensvol het bijbelse bevel op om de vrede na te streven.

Hun streven naar vrede blijft beslist niet beperkt tot pogingen niet bij de oorlogen van de natiën der wereld betrokken te raken. Het opvolgen van de bijbelse raad stelt hen in staat te voorkomen dat persoonlijke misverstanden tot een blijvende wrok en een geest van gebrek aan samenwerking uitgroeien. Het maakt het voor hen mogelijk huiselijke problemen dusdanig op te lossen dat de familiebanden worden verstevigd. Omdat zij nieuw gemaakt zijn in de kracht die hun denken aandrijft, worden zij niet bij al het gekrakeel op raciaal gebied en de economische wedijver van de wereld betrokken. Zij verheugen zich in een wereldomvattende eenheid die geen sociaal, raciaal of nationaal onderscheid kent. Vandaar dat zij als een verenigd volk overal aan iedereen het goede nieuws van Gods koninkrijk bekendmaken, door middel waarvan God zelf de „oorlogen doet ophouden tot het einde der aarde”. — Ps. 46:10 9; Ef. 4:20-24, NW.

Ook u kunt zich in een dergelijke vrede verheugen. Ze is ten deel gevallen aan degenen die luisteren naar en zich onderwerpen aan de oordelen van „de God die vrede geeft” (Rom. 16:20, NW). Dit kunt u doen door zijn Woord te bestuderen, de daarin opgetekende waarheden met anderen te delen en u aan te sluiten bij hen die bewezen hebben vrienden van vrede te zijn.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen