Tot de Hoorder van het gebed komen
„O Hoorder van het gebed, ja, tot u zullen mensen van alle vlees komen.” — Ps. 65:2.
1, 2. (a) Welke uitnodiging heeft iedereen ontvangen? (b) Is het voor God moeilijk gebeden te horen, en naar wier gebed zal hij luisteren?
IN WELKE mate gebruikt u uw spraakvermogen? U kunt beslist een voortreffelijke zegen voor anderen zijn wanneer u het wonderbaarlijke spraakvermogen gebruikt. Maar bovendien richt de Ontwerper van de spraak en de stem tot iedereen de grootse uitnodiging in gebed tot hem te komen. Personen die waardering bezitten, aanvaarden deze uitnodiging op hun beurt en verheffen hun stem ten einde de Maker van de taal vol dank te loven en smeekbeden tot hem te richten. — Ps. 150:6.
2 Wanneer u tot God, wiens naam Jehovah is, bidt, kan de lucht om u heen gonzen van andere stemmen, van muziek of van allerlei geluiden. Niettemin kan degene die de spraak mogelijk heeft gemaakt, de gebeden ontcijferen van degenen die zijn uitnodiging om met hun smeekbeden tot hem te komen, aanvaarden. Zijn vermogen om te luisteren is niet afhankelijk van geluidsgolven en ook wordt er geen probleem geschapen wanneer de lucht bezwangerd is met zinloos gepraat van goddelozen. Met betrekking tot Gods vermogen om te luisteren, wordt ons de verzekering gegeven: „De begeerte van de zachtmoedigen zult gij stellig horen, o Jehovah. . . . Gij zult aandacht schenken met uw oor.” — Ps. 10:17.
3. Bestaat er een juiste manier om te bidden? Hoe weet u dit?
3 Bidden is over de gehele wereld een algemene religieuze gewoonte, hoewel er talloze ideeën bestaan over de wijze waarop men hierbij te werk moet gaan. Misschien behoort u ook wel tot de vele mensen die gebeden tot God richten, terwijl u zich toch afvraagt of u wel op de juiste wijze toegang zoekt tot de ware God. Het spreekt vanzelf dat men op een eerbiedige wijze tot hem moet spreken. Als een mededeelzame God die veel liefde bezit, heeft hij in zijn geïnspireerde Woord overvloedig veel inlichtingen verschaft op grond waarvan mensen van alle nationale achtergronden kunnen weten hoe zij op een juiste en respectvolle wijze in gebed ’tot God’ kunnen ’naderen’. — Jak. 4:8.
4. Wat zijn enkele van de vereisten waaraan voldaan moet worden wil God naar gebeden luisteren?
4 Wanneer u bidt, praat u niet tot een willekeurig iemand, maar tot de „majesteit in de hemelen” (Hebr. 8:1). Hierdoor alleen al wordt beklemtoond hoe belangrijk het is onze onvolmaakte toestand te beseffen. Ook oprechtheid en geloof kunnen tot de vereisten worden gerekend. Merk in Jezus’ woorden op welk een nauw verband er tussen geloof en gebed bestaat: „Daarom zeg ik: Hebt bij alle dingen waarom gij bidt en vraagt, geloof dat gij ze feitelijk reeds hebt ontvangen, en gij zult ze hebben” (Mark. 11:24). Wanneer u er moeite voor doet door middel van uw gedachten en woorden dingen uit te leggen die u zorgen baren, doe dit dan met uw „gehele hart”. — Ps. 119:145.
DE WEG OM TOT GOD TE KOMEN
5, 6. (a) Wie heeft Jehovah in het verleden toegestaan tot hem te bidden? (b) Hoe werden Cornelius’ gebeden verhoord?
5 „Mensen van alle vlees” kunnen, ongeacht hun nationale oorsprong, tot God komen wanneer zij zich ervan bewust zijn dat zij geestelijke hulp nodig hebben. Zelfs toen de natie Israël Gods ’persoonlijke eigendom’ was, konden ook buitenlanders tot Jehovah naderen. Zij konden komen en in de richting van Jehovah’s huis te Jeruzalem bidden, in de verzekering dat God vanuit de hemel zou luisteren (2 Kron. 6:32, 33). De apostel Petrus erkende dit feit toen hij in het huis van Cornelius zei: „God [is] niet partijdig . . ., maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem.” — Hand. 10:34, 35.
6 Cornelius was een man uit de natiën, „een legeroverste . . . een godvruchtig man en iemand die . . . God vreesde”, maar iemand die zijn geloof tot uitdrukking bracht. Stelt u zich de vreugde eens voor die Cornelius ondervond toen een engel hem de verzekering gaf dat zijn gebeden en gaven van barmhartigheid gunstig door God ontvangen waren! Hij verwelkomde het getuigenis dat Petrus gaf en hij en zijn huisgezin werden gedoopt. — Hand. 10:1-4.
7. Aan wie schenkt God kennis?
7 Evenals Cornelius, moeten ook degenen die thans in geestelijk opzicht uitgehongerd zijn, naar God tasten en oprecht naar hem zoeken (Hand. 17:27). Zij dienen er oprecht moeite voor te doen zijn wil te leren kennen en te vernemen wat God van hen verlangt willen zij hem behagen. Op zijn beurt is God goedgunstig en barmhartig en schenkt hij degenen die een hart bezitten dat tot rechtvaardigheid geneigd is en die een oprecht geloof tot uitdrukking brengen, zulk een kennis.
8. (a) Welke voorziening heeft Jehovah voor ons getroffen om tot hem te komen? (b) Waarom nodigde Jezus ons uit in zijn naam tot God te bidden?
8 Om gemakkelijk contact te verkrijgen met de hemelse Vader moeten wij Christus Jezus als Heer aanvaarden. Vrede met God kan alleen door middel van de door God bepaalde weg komen, de loskoopvoorziening door bemiddeling van de Heer Jezus (Matth. 20:28; 1 Tim. 2:5, 6). Hij is de voorziening waardoor wij in gebed tot God kunnen naderen en met hem verzoend kunnen worden. Jezus verklaarde terecht: „Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij” (Joh. 14:6). Hij is de „helper” die een belangrijke rol speelt om ons toegang tot de Hoorder van het gebed te verschaffen (1 Joh. 2:1, 2). De weg die gevolgd moet worden om tot God te komen, is derhalve gebaseerd op Christus’ officiële diensten als hogepriester alsook op de losprijs die hij voor de mensheid heeft verschaft. Wanneer wij in zijn naam bidden en tot de Vader komen, erkennen wij hiermee zijn positie als Gods „Voornaamste Bewerker van het leven”. Er is geen andere tussenpersoon nodig om onze gebeden tot God op te zenden. — Hand. 3:15; Joh. 14:13,14; Hebr. 10:19-22.
9. Hoe moeten wij bidden indien wij verwachten dat God naar onze verzoeken luistert?
9 Wij moeten ons te allen tijde vrij voelen onze verzoeken aan God kenbaar te maken. Dit is voortreffelijk, maar wij dienen in gedachten te houden dat hij niet verplicht is ze alle te verhoren. Waarom zou hij naar gebeden luisteren of gebeden verhoren die niet zijn belangen of de belangen van zijn volk dienen of die misschien zelfs ten nadele zijn van degene die het verzoek doet? Hij handelt niet in strijd met zijn eigen voornemen of ten nadele van personen die hem aanbidden. Wil een verzoek ingewilligd worden, dan moet het de Hoorder van het gebed behagen. Dit toont aan hoe belangrijk het is dat wij alleen om dingen vragen die in overeenstemming zijn met Gods wil, indien wij verwachten dat hij het oor zal lenen aan onze gebeden, zoals er ook staat geschreven: „Dit is het vertrouwen dat wij jegens hem hebben, dat, ongeacht wat wij vragen overeenkomstig zijn wil, hij ons hoort” (1 Joh. 5:14). De inhoud van onze verzoeken aan hem dient dus beheerst te worden door een kennis van zijn wil.
IN GELOOF BIDDEN
10. Waarom is geloof noodzakelijk om vrijuit tot God te kunnen spreken?
10 De gehele levenswandel van een ware christen wordt door geloof beheerst, hetgeen hem in staat stelt belemmeringen in zijn dienst voor God te overwinnen. Wanneer het dus op het gebed aankomt, draagt het ertoe bij vrijuit met hem te spreken wanneer wij geloven dat er een werkelijke en levende God bestaat die gebeden kan verhoren en ook inderdaad verhoort. Het is zelfs belangrijk er volledig in te geloven dat God „bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken” (Hebr. 11:6). Hij die alles het beste weet en die het beste zorgt, is zich altijd van onze behoeften bewust, ook al zijn deze nog zo uiteenlopend voor mensen die in verschillende delen van de wereld wonen. In figuurlijke zin ’is Jehovah nabij allen die hem in geloof aanroepen’ en reageert hij snel op hun behoefte aan hulp. — Ps. 145:18.
11. (a) Kent God onze behoeften? (b) Waarom zouden wij er dan om bidden?
11 Wanneer wij Degene aanroepen wiens oren naar de gebeden van rechtvaardigen luisteren, worden wij eraan herinnerd dat hij zich volledig bewust is van wat wij nodig hebben, zelfs nog voor wij hem erom vragen. Met betrekking tot voedsel, drank en kleding verklaarde zijn eigen Zoon: „Uw hemelse Vader weet dat gij al deze dingen nodig hebt” (Matth. 6:32). Maar ook al heeft God alle kennis en is hij zich van deze dingen bewust, toch wil hij dat wij hem onze behoeften en noden kenbaar maken. Met het oog op zijn permanente uitnodiging om tot hem te komen, zou het van gebrek aan waardering blijk geven wanneer wij het standpunt zouden innemen dat wij hem niet moeten lastig vallen door hem om onze dagelijkse behoeften te vragen. Als ’s mensen verzorger slaat de „God die ziet” zowel de goeden als de slechten op aarde gade, terwijl hij degenen die hem liefhebben, niet in de steek laat, waardoor zij verplicht zouden zijn al hun problemen alleen uit te werken. Jehovah God moet het in werkelijkheid prettig vinden naar degenen te luisteren die zich op hem verlaten, en te horen hoe zij hem met hun eigen woorden vertellen dat zij hem als hun Vader en toevlucht en de bron van hun kracht erkennen. — Gen. 16:13; Ps. 46:1; Spr. 15:3.
12. (a) Welke onjuiste zienswijze hebben sommigen omtrent het gebed? (b) Waarom is het evenwel heilzaam te bidden?
12 Degenen die weinig geloof bezitten, beschouwen God misschien als iemand die afwezig is en de mensheid aan haar lot heeft overgelaten. Of zij zijn van mening dat het gebed slechts een vorm van zelfmisleiding is. Anderen beschouwen het misschien als een psychologische steun of kruk om iemand in een vredige geestesgesteldheid te houden, terwijl iemands gedachten aldus in geestelijke kanalen worden geleid. Er zit echter veel meer aan vast dan een emotionele ervaring. U praat niet tegen uzelf, maar u richt u tot de levende hemelse Vader, die „overvloedig veel meer kan doen dan alles wat wij vragen of waarvan wij ons een denkbeeld kunnen vormen” (Ef. 3:20). Wanneer er beslissingen genomen moeten worden, kan door Jehovah’s geest en leiding de weg ontsloten worden die gevolgd moet worden. Hoewel God zelfgenoegzaam is en niets nodig heeft, heeft hij veel empathie voor zijn volk aangezien hij beseft waaraan zijn dienstknechten behoefte hebben, en zij worden ertoe uitgenodigd ’al hun zorgen van het dagelijkse leven op hem te werpen, omdat hij ervoor zal zorgdragen’. — 1 Petr. 5:7.
HET GEBED HELPT
13. Welke uitwerking had het gebed in het geval van Elia?
13 Door bemiddeling van een profeet van Israël werden de kracht en de doeltreffendheid van het gebed geïllustreerd. Nadat Elia het naderende einde van een lange droogteperiode over Israël had bekendgemaakt, bad hij op de berg Karmel of het weer mocht regenen. Vanaf die plaats zag zijn bediende hoe het gebed werd verhoord — eerst een wolkje, als de voorloper van de regen, en toen de plasregen die volgde. Toen de bijbelschrijver Jakobus de aandacht vestigde op die historische gebeurtenis, maakte hij melding van Jehovah’s vermogen de gebeden van zijn dienstknechten te verhoren die overeenkomstig zijn voornemen bidden. Wij lezen: „De smeking van een rechtvaardige heeft, als ze in werking is, veel kracht.” — Jak. 5:16-18; 1 Koningen, de hoofdstukken 17, 18.
14. Waarom dient men er volhardend in te zijn wanneer men in verband met zijn behoeften bidt?
14 Als iemand die werkelijk belangstelling heeft voor het welzijn en het geluk van het mensdom, heeft de Vader van de menselijke familie er regelingen voor getroffen dat allen dag en nacht in contact met hem blijven. Ouders waarderen het wanneer hun kinderen te allen tijde naar hen opzien voor wat zij nodig hebben; hoeveel te meer weet Jehovah hoe hij voor degenen moet zorgen die volharden in hun smeekbeden tot hem. Jezus maakte hetzelfde punt duidelijk toen hij zijn discipelen een illustratie gaf ’met betrekking tot de noodzaak om altijd te bidden en het niet op te geven’ (Luk. 18:1-8). Wanneer u herhaaldelijk om datgene wat u nodig hebt verzoekt, geeft u van uw bezorgdheid blijk, en wanneer uw gebeden worden verhoord, wordt uw volharding beloond.
15. Hoe waardevol is gebed gedurende vervolging?
15 Wanneer de verbreiding van het goede nieuws wordt tegengestaan, heeft dit vroeger of later altijd een bepaalde uitwerking op de brengers van dit nieuws. Lijden en vervolging kunnen het gevolg zijn, zoals ook Christus Jezus dit ervoer. Er staat geschreven: „Allen die met godvruchtige toewijding in vereniging met Christus Jezus wensen te leven, zullen ook vervolgd worden” (2 Tim. 3:12). Door tot God te bidden en smeekbeden tot hem op te zenden en ook door liefde voor hem te tonen en vertrouwen in hem te stellen, worden Jehovah’s christelijke getuigen geholpen om, wàt er ook gebeurt, aan hun loopbaan van getrouwheid vast te houden (Ps. 34:15). De raad uit Romeinen 12:12 luidt: „Volhardt onder verdrukking”, en tevens: „Houdt aan in het gebed.”
16, 17. (a) Hoe kunnen wij van bezorgdheid blijk geven voor onze broeders en zusters die vervolgd worden? (b) Wat wordt hierdoor op zijn beurt in het geval van de verzoeker te kennen gegeven?
16 Er worden nu en dan verbodsbepalingen uitgevaardigd om de prediking van het goede nieuws te belemmeren, hetgeen rechtszaken, vervolging en soms gevangenisstraffen voor de predikers tot gevolg heeft. Wanneer wij over zulke dingen horen, voelen wij intens mee met onze broeders en zusters, die standvastig blijven en die, ook niet ter wille van tijdelijke verlichting, van geen compromis willen weten. Wij kunnen kracht putten uit hun schitterende standpunt voor rechtvaardigheid onder druk, en zij kunnen zich op hun beurt aangemoedigd en geholpen voelen door onze gebeden. Ja, het is juist voor personen te bidden die regeringsposities bekleden, opdat christenen hun christelijke leven en activiteit zonder belemmering kunnen voortzetten. — 1 Tim. 2:1, 2.
17 Wanneer onze broeders en zusters in moeilijkheden verkeren, zoals in het geval van een belangrijke rechtszaak, kan onze bezorgdheid weerspiegeld worden door de volharding waarmee wij voor hen bidden. Het is duidelijk dat God de verzoekers in de gelegenheid stelt de diepte van hun liefde en de oprechtheid van hun beweegredenen ten toon te spreiden wanneer zij om verlichting vragen. Afstand of gevangenismuren doen niets af van de doeltreffendheid van hun smeekbede. De Schrift toont zonder enige twijfel aan dat volharding in het gebed verlichting tot gevolg kan hebben voor degenen die in moeilijke omstandigheden verkeren. — 2 Kor. 1:8-11.
GEDULD EN VOLHARDING IN HET GEBED
18. Waarom is geduld uiterst belangrijk wanneer wij bidden?
18 Wij moeten echter altijd beseffen hoe belangrijk het is op Jehovah te wachten in de kwestie van het verhoren van onze gebeden met betrekking tot verbodsbepalingen en vervolging. De schijnbare traagheid waardoor Gods handelingen soms worden gekenmerkt, dient niet opgevat te worden als onvermogen om ten behoeve van degenen die hij liefheeft op te treden. Misschien is zijn tijd nog niet aangebroken om een overwinning in rechtszaken te schenken of op andere manieren verlichting te verschaffen, aangezien er een nog groter getuigenis omtrent Gods koninkrijk gegeven kan worden als er later verlichting komt. Noem God nooit „traag” maar erken dat hij voor alles zijn ’bestemde tijd’ heeft. Intussen kan hij bescherming verschaffen door bemiddeling van engelen. Er kan ook troost geput worden uit de woorden van de apostel Petrus: „Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden . . . Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte, zoals sommigen traagheid beschouwen” (2 Petr. 2:9; 3:9). Ja, de Hoorder van het gebed kan degenen die geduldig zijn en die eraan vasthouden zijn wil te doen, beslist sterken.
19. (a) Dienen wij te bidden of God vervolging wil verhinderen? (b) Wat kan Jehovah altijd doen als hij dit verkiest?
19 De kracht van een bemiddelend gebed voor anderen dient niet over het hoofd gezien te worden, of het nu persoonlijk wordt opgezonden of door velen. Jehovah wordt niet gedwongen handelend op te treden omdat zo’n groot aantal personen tot hem bidt. Degenen die tot Jehovah bidden, vragen of Zijn wil gedaan mag worden, en hun verenigde belangstelling en liefdevolle bezorgdheid hebben ten doel hun medepredikers van het goede nieuws hulp en bescherming te verschaffen. Misschien blijkt het Gods wil te zijn verlichting te verschaffen die niet door de betrokkenen werd voorzien. Verlaat u vol vertrouwen op dit feit: Jehovah zal degenen die hun rechtschapenheid onder moeilijkheden bewaren, steunen!
20. Moeten wij ooit het gevoel hebben dat onze smeekbeden voor anderen vergeefs zijn?
20 Wij moeten dus nooit het gevoel hebben dat onze smeekbeden vergeefs zijn of dat wij misschien niet op de juiste wijze hebben gebeden om degenen te helpen die vervolgd worden. Wat God ter verhoring doet, zal datgene zijn wat wij hadden moeten vragen als wij dit geweten hadden (Rom. 8:26, 27). Iedereen dient het volste vertrouwen te hebben dat Jehovah’s macht in de loop der eeuwen niet is verminderd en dat hij evenmin doof is geworden, zodat hij de gebeden van zijn aanbidders niet zou kunnen horen.
VRIJMOEDIGHEID IN HET GEBED
21. (a) Waarom dienen wij niet terughoudend te zijn in het gebed? (b) Door welke voortreffelijke eigenschappen voelen wij ons tot Jehovah aangetrokken?
21 Iemand in wie Gods liefde volledig tot ontplooiing is gekomen, voelt zich vrij met volledig vertrouwen tot hem te naderen. Waarom zou iemand er terughoudend in zijn een dank- of lofgebed of een smeekbede te richten tot een God die zoveel wonderbare eigenschappen bezit, met inbegrip van barmhartigheid, lankmoedigheid en liefderijke goedheid? (Ps. 36:7) Wanneer onvolmaakte mensen inzicht verkrijgen in deze hoedanigheden van zijn persoonlijkheid, dienen zij moed te verzamelen om met betrekking tot elk onderwerp maar ook tot Jehovah, de „God der heerlijkheid”, te naderen ten einde hem om hulp te vragen bij het doen van zijn goddelijke wil (Hand. 7:2). Hoe verkwikkend is het voor ons, die te midden van een koude, zelfzuchtige wereld leven, om tot een vader te naderen en te bidden die mededogend en barmhartig met ons is wanneer wij in moeilijkheden of in ongunstige omstandigheden verkeren. Hijzelf verklaarde in dit verband tot Mozes: „Jehovah, een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid.” — Ex. 34:6.
22. Wat is nog een reden om vrijelijk tot Jehovah te komen?
22 Wij hebben nòg een reden om met vrijmoedigheid van spreken in het gebed tot zo’n God te naderen wanneer wij leren welk aandeel Christus Jezus in deze regeling heeft. De apostel Paulus vestigt in Hebreeën 4:15, 16 als volgt onze aandacht op hem: „Wij hebben als hogepriester niet iemand die geen medegevoel kan hebben met onze zwakheden, maar iemand die in alle opzichten evenals wij beproefd is, maar zonder zonde. Laten wij daarom met vrijmoedigheid van spreken de troon van onverdiende goedheid naderen, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen en onverdiende goedheid mogen vinden tot hulp op de juiste tijd.” Aangezien wij weten dat hij precies dezelfde dingen meemaakte die wij onder de ogen moeten zien en moeten verduren, beseffen wij hoe begrijpend hij kan zijn en hoe hij ons kan helpen als wij, zondige schepselen, door bemiddeling van hem als onze loskoper en middelaar met God verzoend trachten te worden. — Hebr. 7:25.
23. (a) Waarom voelde Jezus zich vrij om met zijn Vader te spreken? (b) In het bijzonder bij welke gelegenheden bad hij?
23 Toen Jezus op aarde was, voelde hij zich vrij om met zijn Vader in de hemel in contact te treden. Wij kunnen ons voorstellen hoe het hem destijds, toen hij ver van de aanwezigheid van Jehovah verwijderd was, vreugde schonk door middel van het gebed met God te spreken. Aangezien hij belangrijke dingen met God moest bespreken, ging hij naar eenzame plaatsen waar hij gelegenheid had te mediteren. Alle evangelieverslagen onthullen dat Jezus iemand was die veel bad — hij bad ten tijde van zijn doop, ook toen hij de menigten voedde, wederom voordat hij zijn apostelen uitkoos, ook ten tijde van het Avondmaal, en ten slotte aan de martelpaal. Bij deze en andere gelegenheden sprak Jezus met zijn hemelse Vader. In alle opzichten wilde hij zijn Vader behagen en Zijn wil doen in plaats van zijn eigen wil (Joh. 5:30). Hij bleef het hem toegewezen werk getrouw verrichten, in de wetenschap dat zijn smekingen en smeekbeden gunstig werden verhoord (Hebr. 5:7-10). Hij heeft nooit geschipperd om vervolging te vermijden, maar leidde een leven van rechtschapenheid, waardoor hij Jehovah’s soevereiniteit hooghield. Als resultaat hiervan maakten zelfs hemelse schepselen bekend dat hij de eer en heerlijkheid die hij verkreeg, waardig was. — Openb. 5:11, 12.
24. Wat kunnen wij doem om onze weg succesvol te maken?
24 Wat vormde deze Leider en Meester, die zijn weg succesvol maakte door middel van het gebed, een schitterend voorbeeld dat alle christenen kunnen navolgen! Allen die net zo succesvol als hij willen zijn, dienen het voorbeeld na te volgen van deze Zoon van God, die er zo verlangend naar was elke dag te doen wat zijn Vader hem wilde laten doen. Wanneer degene die bidt, vanuit het hart tot God spreekt en om de kracht en steun vraagt die nodig zijn om de goddelijke wil te doen, wordt hij geholpen op een wijze te wandelen en te spreken die de Schepper behaagt. Wanneer wij dicht tot God naderen en hem in een geest van afhankelijkheid om hulp en leiding smeken, kan dit ons een verkwikkende verlichting schenken. Wij worden ertoe aangemoedigd al onze bezorgdheden op God te werpen (1 Petr. 5:7). U zult u herinneren dat Jezus de raad heeft gegeven te bidden en het niet op te geven God om iets te vragen wat wij wellicht nodig hebben. — Luk. 18:1-7.
BLIJF BIDDEN
25. Hoe kunt u van een wachtende houding blijk geven?
25 Wanneer degene die bidt het voorrecht om met Jehovah contact te onderhouden, op juiste wijze naar waarde schat, zal dit hem helpen een rechtvaardige loopbaan te blijven volgen, terwijl hij terzelfder tijd geen spectaculair antwoord op elk verzoek verwacht. Het kan zelfs nodig zijn dat men veel geduld oefent wanneer men beproefd of gekastijd wordt, en lang op een antwoord moet wachten. Men dient nooit de kracht van het gebed te onderschatten maar dient veeleer van een „wachtende houding” blijk te geven, in het volste vertrouwen, zoals door de profeet Micha onder woorden wordt gebracht, dat ’mijn God mij zal horen’. — Micha 7:7.
26, 27. (a) Hoe kunt u geloof tonen in de kracht van het gebed? (b) Waartoe dient uw liefde voor God u aan te sporen?
26 Wanneer u iets verkeerds hebt gedaan, vormt dit er niet de tijd voor ermee op te houden om Gods gunst te smeken, alsof u zich niet geschikt voelt om te bidden. Men dient zijn overtredingen niet te ’bedekken’ (Spr. 28:13). Indien u barmhartigheid wenst te ontvangen, zeg Jehovah uw God dan hoe het u spijt wat u hebt gedaan, misschien zonder op dat moment te hebben nagedacht. Toon, nadat u de kwestie naar uw beste vermogen hebt gecorrigeerd, dat u geloof hebt in de kracht van het gebed en in Gods bereidheid te vergeven, door hem uw verontschuldigingen aan te bieden. Op deze wijze kunt u er blijk van geven dat Jehovah uw hulpgeroep hoort en begrijpt wat u werkelijk nodig hebt. — Ps. 5:1, 2.
27 Is de draagwijdte van de uitnodiging die tot mensen van alle vlees wordt gericht om tot de Hoorder van het gebed te komen, volledig tot u doorgedrongen? Als men zich ook maar in enig opzicht bevreesd of angstig voelt om tot God te naderen, geeft men dan niet van een bepaald gebrek aan liefde jegens hem blijk, zelfs van een gebrek aan waardering voor de loskoopvoorziening? Iemands onvolmaaktheden dienen beslist geen belemmering te vormen om snel tot de liefdevolle Schepper te naderen. Iemands liefde voor God dient hem er zelfs toe te brengen zich vrijuit tot zijn barmhartige Schepper te uiten. — 1 Joh. 4:16-18.
28. (a) Hoe kunnen de oudere mannen een zegen voor u zijn? (b) Welk voorbeeld is er van iemand met grove zonden die God om barmhartigheid vroeg?
28 Het kan echter gebeuren dat iemand er geen vertrouwen meer in heeft Jehovah aan te roepen ten einde hem om hulp te vragen. Misschien heeft een slecht geweten of iets wat verkeerd is gegaan in uw leven, u een negatief gevoel van onwaardigheid gegeven. In een dergelijke situatie verkeert u in groot gevaar wanneer u verzuimt God om hulp te vragen. Waarom zou u de kwestie verergeren door ermee op te houden te bidden? Voor degenen die er terughoudend in zijn uit zichzelf tot God te komen en vrijuit tot hem te spreken, kunnen de voorbeden van oudere mannen in de gemeente een zegen zijn. Deze bekwame broeders in de gemeente zijn er om u te helpen indien u het gevoel hebt dat een „wolkgevaarte” u belet tot God te naderen en verhindert dat uw gebeden tot hem doordringen (Klaagl. 3:44). Jakobus schreef met betrekking tot het bidden voor elkaar: „De smeking van een rechtvaardige heeft, als ze in werking is, veel kracht” (Jak. 5:16). Dat men aldus om hulp kan vragen, duidt op een liefdevolle regeling om degenen die er terughoudend in zijn uit eigen beweging hun hart uit te storten bij de God die absoluut rechtvaardig, goed en heilig is, door middel van raad en gebed bij te staan. Aan de andere kant kan de zondaar die persoonlijk tot God nadert, beslist gezegend worden wanneer hij God om barmhartigheid smeekt. Koning Manasse van Juda had hier succes mee. Hij bleef bidden en zijn verzoek werd uiteindelijk ingewilligd. — 2 Kron. 33:12, 13.
29. Waartoe dient iedereen eerlijk te zijn in zijn gebeden?
29 Het is zonder uitzondering voor allen passend om ronduit en eerlijk met Jehovah God te spreken als zij willen dat hij hun verzoeken inwilligt. Waarom zou iemand trachten iets voor hem verborgen te houden? Hij ’kent aller harten’. Probeer hem dus nooit te bedriegen (Hand. 1:24; Jer. 17:10). Wees in uw gebeden specifiek en eerlijk, terwijl u uw zonden en dwalingen oprecht aan uw hemelse Vader belijdt. Heb de intense waardering die de loyale David had en vraag God u te doorzoeken en uw hart te kennen. Smeek hem het oor te lenen aan uw gebed en aandacht te schenken aan uw smekingen (Ps. 139:23; 86:6). Houd in gedachten dat het gebed van de oprechten hem welgevallig is. Denk dus aan de vele redenen waarom u vrijuit dient te blijven bidden, terwijl u vol vertrouwen verwacht dat God u hoort en zal helpen. — Spr. 15:8.
30. Tot wie dient u zonder voorbehoud te komen?
30 Er is Iemand tot wie u zonder voorbehoud kunt komen. Hij is de „Hoorder van het gebed”. Waarom zou u hem dus niet gelukkig maken wanneer u door „gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend [laat] worden”? (Fil. 4:6) Door dit te doen, kunt u voorwaarts gaan en de liefde ervaren die God heeft voor degenen die tot hem komen.