Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w88 1/9 blz. 8-13
  • Het ontmaskeren van de slang

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Het ontmaskeren van de slang
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Verdere bewijzen van opstand in de hemelen
  • Over Satan slechts weinig geopenbaard
  • De sleutel tot het raadsel
  • Een heilig geheim ontsluierd
  • Jezus ontmaskert de Tegenstander
  • Satan
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Satan
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Het zaad van de Slang — Hoe aan de kaak gesteld?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • Wie is Satan? Bestaat hij echt?
    Ontwaakt! 2007
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
w88 1/9 blz. 8-13

Het ontmaskeren van de slang

„Nu brak de dag aan waarop de zonen van de ware God kwamen om zich vóór Jehovah te stellen, en voorts kwam ook Satan aldaar in hun midden.” — JOB 1:6.

1. (a) Waar komt de naam Satan vandaan en wat is de betekenis ervan? (b) Hoe vaak komt „Satan” in de Schrift voor, en welke vragen rijzen er?

WAT is de oorsprong van de naam Satan? Wat is de betekenis ervan? Zoals deze naam in de bijbel voorkomt, bestaat hij uit de drie Hebreeuwse lettertekens ש (Sin), ט (Tēth) en נ (Noen). Met hun klinkerpunten vormen deze letters het woord „Satan”, dat, aldus de taalgeleerde Edward Langton, is „afgeleid van een wortel met de betekenis ’tegenstaan’ of ’een tegenstander zijn of als zodanig handelen’”. (Vergelijk 1 Petrus 5:8.) Hoewel de naam Satan meer dan vijftig keer in de bijbel voorkomt, wordt hij slechts achttienmaal in de Hebreeuwse Geschriften aangetroffen en dan nog alleen in de boeken 1 Kronieken, Job en Zacharia. Dit geeft dan ook aanleiding tot de vragen: Wanneer werd de mens zich bewust van Satans opstand en activiteit? Wanneer wordt Satan voor het eerst duidelijk in de Hebreeuwse Geschriften geopenbaard?

2. Welke vraag werd niet direct na de opstand van Adam en Eva beantwoord?

2 De bijbel verklaart in eenvoudige maar diepzinnige termen hoe het kwam dat zonde en opstand op aarde hun intrede deden in wat een paradijstuin in het Midden-Oosten was. (Zie Genesis hoofdstuk 2 en 3.) Hoewel de bevorderaar van de ongehoorzaamheid van Adam en Eva wordt geïdentificeerd als een slang, krijgen wij geen directe aanwijzing wie nu de werkelijke kracht en intelligentie was achter de stem die door de slang werd geuit. Niettemin had Adam heel wat tijd om na te denken over de gebeurtenissen in Eden die tot zijn verdrijving uit het paradijspark leidden. — Genesis 3:17, 18, 23; 5:5.

3. Hoe zondigde Adam, hoewel hij niet werd bedrogen, en wat was het gevolg voor de mensheid?

3 Uiteraard wist Adam dat dieren niet met menselijke intelligentie spreken. Hij wist ook dat God vóór Eva’s verzoeking nooit via enig dier tot hem had gesproken. Wie had dus zijn vrouw gezegd God ongehoorzaam te zijn? Paulus zegt dat hoewel de vrouw grondig werd bedrogen, Adam niet bedrogen werd (Genesis 3:11-13, 17; 1 Timótheüs 2:14). Misschien heeft Adam beseft dat het een of andere onzichtbare schepsel een alternatief voorstelde voor het gehoorzamen van God. En hoewel hij niet zelf door de slang was benaderd, verkoos hij toch zijn vrouw in haar ongehoorzaamheid te volgen. Adams weloverwogen en opzettelijke daad van ongehoorzaamheid bewerkte dat er geen volmaaktheid meer aan het nageslacht kon worden doorgegeven, introduceerde het gebrek van zonde en leidde tot het voorzegde doodsoordeel. En zo werd Satan, degene die zich daar van de slang bediende, de oorspronkelijke doodslager. — Johannes 8:44; Romeinen 5:12, 14.

4, 5. (a) Welk profetische oordeel werd tegen de slang uitgesproken? (b) Welke raadsels bevatte die profetie?

4 De opstand in Eden resulteerde in een profetisch oordeel van God. Dat oordeel hing samen met een ’heilig geheim’ waarvan de volledige ontsluiering duizenden jaren zou vergen. God zei tot de slang: „Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen.” — Efeziërs 5:32; Genesis 3:15.

5 Deze uiterst belangrijke profetie bevat verscheidene raadsels. Wie werd er in werkelijkheid bedoeld met „de vrouw”? Was het Eva, of was het een symbolische vrouw van grotere betekenis dan Eva? En wat werd bedoeld met ’het zaad van de vrouw’ en het ’zaad van de slang’? En wie was nu eigenlijk de slang wiens zaad een vijand zou zijn van het zaad van de vrouw? Zoals wij verderop zullen bespreken, bepaalde Jehovah kennelijk dat deze vragen op zijn bestemde tijd uitgebreider beantwoord zouden worden. — Vergelijk Daniël 12:4 en Kolossenzen 1:25, 26.

Verdere bewijzen van opstand in de hemelen

6. Welke aanwijzing van een opstand in de hemelen werd vlak voor de Vloed gezien?

6 Als de bijbelse geschiedenis zich verder ontvouwt, wordt er vlak voor de Vloed, zo’n 1500 jaar na de zondeval van de mens, weer een aanwijzing geopenbaard van opstand op een hoger niveau van leven dan dat van de mens. Het bijbelverslag vertelt ons dat „de zonen van de ware God de dochters der mensen gingen gadeslaan en bemerkten dat zij mooi waren; en zij gingen zich vrouwen nemen, namelijk allen die zij verkozen”. De bastaardnakomelingen uit deze tegennatuurlijke verbintenissen stonden bekend als „Nefilim”, „sterke mannen die er oudtijds waren, de mannen van vermaardheid” (Genesis 6:1-4; vergelijk Job 1:6 voor de identiteit van „de zonen van de ware God”). Zo’n 2400 jaar later maakte Judas even gewag van deze gebeurtenis toen hij schreef: „En de engelen die . . . hun eigen juiste woonplaats hebben verlaten, heeft hij met eeuwige banden onder dikke duisternis bewaard voor het oordeel van de grote dag.” — Judas 6; 2 Petrus 2:4, 5.

7. Welke intrigerende weglating treft ons in veel van de historische boeken van de bijbel, in weerwil van ’s mensen slechtheid?

7 In deze periode vóór de Vloed was „de slechtheid van de mens overvloedig . . . op de aarde en . . . elke neiging van de gedachten van zijn hart te allen tijde alleen maar slecht”. Niettemin bevat het geïnspireerde boek Genesis geen specifieke identificatie van Satan als de krachtige invloed achter de opstand van de engelen en de goddeloosheid van de mens (Genesis 6:5). En ook in heel de geschiedenis van de natiën Israël en Juda, met hun voortdurend vervallen tot beeldendienst en valse aanbidding, wordt Satan nooit in de geïnspireerde bijbelboeken Rechters, Samuël en Koningen genoemd als de onzichtbare invloed achter deze gebeurtenissen — en dat hoewel hij, zoals hij zelf toegaf, zich bezighield met „omtrekken op de aarde”. — Job 1:7; 2:2.

8. Was Job aanvankelijk op de hoogte van de rol die Satan in zijn lijden speelde? Hoe weten wij dit?

8 Zelfs als wij het betekenisvolle verslag van Job en zijn beproevingen beschouwen, zien wij dat Job nooit zijn beproevingen toeschrijft aan de tegenstander, Satan. Kennelijk was hij destijds niet op de hoogte van de strijdvraag die afhing van de uitkomst van zijn gedrag (Job 1:6-12). Hij besefte niet dat Satan plotseling de crisis had veroorzaakt door voor het aangezicht van Jehovah Jobs rechtschapenheid in twijfel te trekken. Toen Jobs vrouw hem berispte met de woorden: „Houdt gij nog vast aan uw rechtschapenheid? Vervloek God en sterf!” antwoordde hij dan ook: „Zullen wij enkel het goede van de ware God aannemen en niet ook het slechte aannemen?” Zonder de ware bron van zijn beproevingen te kennen, bezag hij ze blijkbaar als komende van God en daarom als iets wat aanvaard moest worden. Zo werd dit een bijzonder zware test op Jobs rechtschapenheid. — Job 1:21; 2:9, 10.

9. Welke redelijke vraag kan er met betrekking tot Mozes worden opgeworpen?

9 Nu rijst er een vraag. Als, zoals wij geloven, Mozes het boek Job heeft geschreven en daarom wist dat Satan ’op de aarde omtrok’, waarom noemt hij Satan dan niet bij name in een van de boeken van de Pentateuch, die hij eveneens heeft geschreven? Ja, waarom wordt Satan zo zelden in de Hebreeuwse Geschriften genoemd?a

Over Satan slechts weinig geopenbaard

10. Hoe werd er in de Hebreeuwse Geschriften slechts weinig over Satan geopenbaard?

10 Hoewel Jehovah wel door demonen geïnspireerde activiteiten veroordeelde, had hij in zijn wijsheid kennelijk goede redenen om ervoor te zorgen dat over zijn Tegenstander, Satan, in de Hebreeuwse Geschriften slechts weinig werd geopenbaard (Leviticus 17:7; Deuteronomium 18:10-13; 32:16, 17; 2 Kronieken 11:15). Ofschoon de Hebreeuwse schrijvers enige kennis van Satan en zijn opstandige rol in de hemel moeten hebben gehad, werden zij er dus alleen toe geïnspireerd de zonden van Gods volk en de natiën rondom te definiëren en aan de kaak te stellen en krachtig tegen de verdorvenheid ervan te waarschuwen (Exodus 20:1-17; Deuteronomium 18:9-13). Satans naam werd zelden genoemd.

11, 12. Hoe weten wij dat de Hebreeuwse bijbelschrijvers niet onwetend waren van Satan en zijn invloed?

11 Gezien de gebeurtenissen in Eden, het ontaarden van „de zonen van de ware God” en het verslag in het boek Job, waren de geïnspireerde Hebreeuwse bijbelschrijvers niet onwetend van de goddeloze, bovennatuurlijke invloed van Satan. De profeet Zacharia, die in het laatste deel van de zesde eeuw v.G.T. schreef, had een visioen van de hogepriester Jozua met „Satan . . . aan zijn rechterhand om hem te weerstaan. Toen zei de engel van Jehovah tot Satan: ’Jehovah bestraffe u, o Satan, ja, Jehovah bestraffe u’” (Zacharia 3:1, 2). En de afschrijver Ezra, die in de vijfde eeuw v.G.T. de geschiedenis van Israël en Juda beschreef, verklaarde dat ’Satan tegen Israël opstond en David ertoe aanzette Israël te tellen’. — 1 Kronieken 21:1.

12 Tegen de tijd van Zacharia liet de heilige geest Satans rol dus duidelijk in de Schrift uitkomen. Maar er zouden nog eens vijf eeuwen voorbijgaan voordat dit goddeloze schepsel in het Woord van God volledig ontmaskerd zou worden. Welke reden kunnen wij uit de bijbel afleiden voor dit tijdschema van het volledig ontmaskeren van Satan?

De sleutel tot het raadsel

13-15. (a) Welke fundamentele waarheden vormen de sleutel tot het begrijpen van de reden waarom er over Satan slechts weinig werd geopenbaard in de Hebreeuwse Geschriften? (b) Hoe werd Satan met de komst van Jezus in de openbaarheid gebracht?

13 Voor de christen die geloof stelt in Gods Woord, wordt de belangrijkste sleutel tot deze en de vorige vragen die wij hebben opgeworpen, niet gevonden in hogere bijbelkritiek, alsof de bijbel louter een literair meesterwerk is, uitsluitend het produkt van menselijk talent. De sleutel wordt onthuld in twee fundamentele bijbelse waarheden. Ten eerste, zoals koning Salomo schreef: „Het pad van de rechtvaardigen is als het glanzende licht, dat steeds helderder wordt tot de dag stevig bevestigd is” (Spreuken 4:18; vergelijk Daniël 12:4; 2 Petrus 1:19-21). Waarheid wordt in Gods Woord geleidelijk geopenbaard op Gods tijd, in overeenstemming met de behoefte en het vermogen van zijn dienstknechten om zulke waarheden te verwerken. — Johannes 16:12, 13; vergelijk 6:48-69.

14 De tweede fundamentele waarheid ligt besloten in wat de apostel Paulus schreef aan de christelijke discipel Timótheüs: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, . . . opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk” (2 Timótheüs 3:16, 17). Gods Zoon, Jezus, zou Satans activiteiten ontmaskeren en dit zou in de Schrift opgetekend worden, zodat de christelijke gemeente toegerust zou zijn om pal te staan tegen Satan ten einde Jehovah’s soevereiniteit te ondersteunen. — Johannes 12:28-31; 14:30.

15 Om deze redenen zijn de raadsels van Genesis 3:15 langzamerhand ontsluierd. Onder leiding van Gods heilige geest of werkzame kracht verschaften de Hebreeuwse Geschriften glimpjes licht met betrekking tot de Messías die zou komen, het Zaad (Jesaja 9:6, 7; 53:1-12). Parallel hiermee hebben ze in korte flitsen Satans rol als de Tegenstander van God en de vijand van de mensheid belicht. Maar met de komst van Jezus werd Satan volledig in de openbaarheid gebracht toen hij overduidelijk en rechtstreeks actie ondernam tegen het beloofde Zaad, Jezus Christus. Terwijl de gebeurtenissen in die eerste eeuw van de christelijke tijd zich ontvouwden, werden de rol van „de vrouw”, Jehovah’s hemelse geestenorganisatie, en van het Zaad, Jezus Christus, in de christelijke Griekse Geschriften opgehelderd. Terzelfder tijd werd de rol van Satan, „de oorspronkelijke slang”, vollediger onthuld. — Openbaring 12:1-9; Matthéüs 4:1-11; Galaten 3:16; 4:26.

Een heilig geheim ontsluierd

16, 17. Wat behelsde „het heilige geheim van de Christus”?

16 De apostel Paulus schreef uitgebreid over „het heilige geheim van de Christus” (Efeziërs 3:2-4; Romeinen 11:25; 16:25). Dit heilige geheim had te maken met het ware „zaad” dat uiteindelijk de oorspronkelijke slang, Satan de Duivel, zou vermorzelen (Openbaring 20:1-3, 10). Het geheim behelsde het feit dat Jezus het eerste en primaire lid van dat „zaad” was maar dat er anderen aan hem toegevoegd zouden worden, „medeërfgenamen”, eerst uit de joden en vervolgens uit de Samaritanen en de heidenen, om het aantal van dat „zaad” voltallig te maken. — Romeinen 8:17; Galaten 3:16, 19, 26-29; Openbaring 7:4; 14:1.

17 Paulus legt uit: „In andere geslachten werd dit geheim niet aan de zonen der mensen bekendgemaakt zoals het nu door geest aan zijn heilige apostelen en profeten is geopenbaard.” En wat was dan dat geheim? „Namelijk dat mensen uit de natiën medeërfgenamen zouden zijn en medeleden van het lichaam en met ons deelgenoten van de belofte in eendracht met Christus Jezus door middel van het goede nieuws.” — Efeziërs 3:5, 6; Kolossenzen 1:25-27.

18. (a) Hoe laat Paulus zien dat er tijd nodig was om de betekenis van „het heilige geheim” te onthullen? (b) Hoe zou deze onthulling van invloed zijn op het begrip omtrent „de oorspronkelijke slang”?

18 Paulus was ervan onder de indruk dat nu juist hij „het goede nieuws over de onpeilbare rijkdom van de Christus” mocht bekendmaken „en de mensen [mocht] doen zien hoe het heilige geheim volvoerd wordt, dat sinds het onbepaalde verleden verborgen is geweest in God, die alle dingen heeft geschapen”. Of zoals hij het voor de Kolossenzen formuleerde: „Het heilige geheim, dat voor de voorbijgegane samenstelsels van dingen en voor de voorbijgegane geslachten verborgen was. Maar nu is het openbaar gemaakt aan zijn heiligen.” Logischerwijs zou, als het geheim met betrekking tot het „zaad” ten slotte werd onthuld, dat ook de volledige ontmaskering van de grote Tegenstander, „de oorspronkelijke slang”, met zich brengen. Kennelijk verkoos Jehovah de kwestie met Satan niet overheersend te laten worden totdat de Messías zou komen. En wie zou beter Satan kunnen ontmaskeren dan het Zaad, Christus Jezus zelf? — Efeziërs 3:8, 9; Kolossenzen 1:26.

Jezus ontmaskert de Tegenstander

19. Hoe heeft Jezus de Tegenstander ontmaskerd?

19 Vroeg in zijn bediening wees Jezus de Verzoeker vierkant af met de woorden: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten’” (Matthéüs 4:3, 10). Bij een andere gelegenheid ontmaskerde Jezus zijn lasterende religieuze vijanden die zijn dood zochten, door degene die hen daartoe aanzette, te veroordelen en aan het licht te brengen dat hij de kracht achter de slang in Eden was geweest: „Gij zijt uit uw vader de Duivel, en gij wenst de begeerten van uw vader te doen. Die was een doodslager toen hij begon, en hij stond niet vast in de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij overeenkomstig zijn eigen aard, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.” — Johannes 8:44.

20. Welke basis had Jezus om Satan te kunnen ontmaskeren?

20 Hoe kon Jezus zo zeker zijn in zijn openlijke veroordeling van Satan? Hoe kon hij hem zo goed kennen? Omdat hij samen met Satan in de hemel had bestaan! Zelfs al voordat die in zijn trots tegen de Soevereine Heer Jehovah in opstand was gekomen, had Jezus, als het Woord, hem gekend (Johannes 1:1-3; Kolossenzen 1:15, 16). Hij had waargenomen hoe hij zich op sluwe wijze van de slang in Eden had bediend. Hij had zijn subtiele invloed op de broedermoordenaar Kaïn gezien (Genesis 4:3-8; 1 Johannes 3:12). Later was Jezus aanwezig in Jehovah’s hemelse hoven toen ’de zonen van de ware God kwamen en voorts ook Satan aldaar in hun midden kwam’ (Job 1:6; 2:1). O ja, Jezus kende hem door en door en was bereid hem te ontmaskeren en in zijn ware gedaante te tonen — een leugenaar, een moordenaar, een lasteraar en een tegenstander van God! — Spreuken 8:22-31; Johannes 8:58.

21. Welke vragen moeten nu nog beantwoord worden?

21 In aanmerking genomen dus dat zo’n machtige vijand de mensheid en haar geschiedenis beïnvloedt, willen wij vervolgens beschouwen: Hoeveel verder wordt Satan in de christelijke Griekse Geschriften nog ontmaskerd? En hoe kunnen wij weerstand bieden aan zijn sluwe plannen en onze christelijke rechtschapenheid bewaren? — Efeziërs 6:11, Kingdom Interlinear.

[Voetnoten]

a Professor Russell verklaart in zijn boek The Devil — Perceptions of Evil From Antiquity to Primitive Christianity: „Het feit dat de Duivel in het Oude Testament niet volledig is ontwikkeld, vormt geen reden om zijn bestaan in de moderne joodse en christelijke theologie te verwerpen. Dat zou een denkfout zijn die geen ruimte laat aan de wordingsgeschiedenis van een zaak, de notie dat de waarheid van een woord — of een begrip — in de vroegste vorm ervan gevonden moet worden. In plaats daarvan is historische waarheid een kwestie van ontwikkeling in de loop van de tijd.” — Blz. 174.

Kunt u zich dit herinneren?

◻ Welke raadsels in verband met Genesis 3:15 moesten verklaard worden?

◻ Welke aanwijzing is er in de Hebreeuwse Geschriften voor een opstand in de hemelen?

◻ Welke twee waarheden helpen ons te begrijpen waarom Satan zelden in de Hebreeuwse Geschriften wordt genoemd?

◻ Wat heeft „het heilige geheim van de Christus” te maken met het onthullen van Satan en zijn rol?

[Illustraties op blz. 9]

Satans invloed op de mensheid in de wereld van voor de Vloed was heel duidelijk

[Illustratie op blz. 10]

Satan — een werkelijke persoon — was degene die God uitdaagde met betrekking tot Jobs rechtschapenheid

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen