Wanneer de mishandeling zal ophouden
HOE lang geleden kwam vrouwenmishandeling reeds voor? Eén bron noemt de naar men denkt oudste geschreven wet die mannen toestond hun vrouw te slaan, daterend uit 2500 v.G.T.
In 1700 v.G.T. ontwikkelde Hammurabi, de heidense koning van Babylon, de bekende Codex Hammurabi, die bijna 300 wettelijke bepalingen bevatte waardoor de mens zich moest laten leiden. De codex verordende officieel dat een vrouw volledig onderworpen moest zijn aan haar man, die het wettelijke recht had haar voor elke willekeurige overtreding te straffen.
Later, ten tijde van het Romeinse Rijk, was de volgende Romeinse wet voor huisvaders van kracht: „Indien gij uw vrouw op overspel zoudt betrappen, moogt gij haar ongestraft zonder vorm van proces ter dood brengen, maar indien gij overspel zoudt bedrijven of onzedelijk zoudt handelen, moet zij het niet wagen u met een vinger aan te raken, en ook staat de wet haar dit niet toe.”
Een in de vijftiende eeuw van onze gewone tijdrekening geschreven huwelijkshandboek adviseerde mannen die hadden gezien dat hun vrouw een overtreding beging, „eerst tegen haar tekeer te gaan en haar schrik aan te jagen” en vervolgens „een stok te pakken en haar een flink pak slaag te geven”.
In Engeland trachtten negentiende-eeuwse wetgevers het lijden van vrouwen te verlichten door wettelijk vast te stellen hoe dik de stok mocht zijn. Zij bedachten het zogeheten „duimrecht”, dat wil zeggen dat een man zijn vrouw mocht slaan met een stok „niet dikker dan zijn duim”.
Hoewel echtgenoten thans in veel landen niet meer door wetten beschermd worden als zij hun vrouw slaan, leven deze historische tradities in vele delen der aarde hardnekkig voort. Volgens een actualiteitenprogramma van CBS-TV worden vrouwen in Brazilië door de mannen verafgood. Maar paradoxaal genoeg worden zij ook vernederd, mishandeld, geslagen en met het grootste gemak vermoord. Een dergelijk gedrag, zo vervolgde het bericht, wordt in alle lagen van de maatschappij waargenomen, met inbegrip van de gerechtshoven, waar een man die een moord heeft gepleegd om „zijn eer te verdedigen”, vrijuit kan gaan, vooral als het slachtoffer zijn vrouw is. Een verslaggever zei: „Veel van de moordenaars zijn geen primitieve mensen uit de binnenlanden, maar gestudeerde, ontwikkelde mensen.”
Aanleiding tot ’het verdedigen van zijn eer’ kan al een of andere onbeduidende overtreding van een door de echtgenoot gestelde regel zijn — een maaltijd die niet op tijd klaar is, alleen uitgaan, een baan krijgen, een universitaire graad behalen of niet „instemmen met elke soort van seksuele gemeenschap die hij verlangt”.
Gods wet en de christelijke zienswijze
Gods wet maakt duidelijk dat mannen ’hun vrouw moeten blijven liefhebben, evenals ook de Christus de gemeente heeft liefgehad’. „Mannen [behoren] hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief, want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het” (Efeziërs 5:25, 28, 29). Deze wet gaat vóór alle menselijke wetten, zowel in het verleden als thans.
Stellig zou geen enkele christelijke echtgenoot willen beweren dat hij de vrouw die hij mishandelt, nog liefheeft. Zou degene die zijn vrouw mishandelt soms zijn eigen lichaam mishandelen — aan zijn haren trekken en zichzelf in zijn gezicht en over zijn hele lichaam stompen omdat hij zichzelf echt liefheeft? Vertelt hij zonder schroom aan anderen — familieleden die niet tot het gezin behoren, vrienden of medechristenen — dat hij zo nu en dan zijn vrouw slaat en haar lichamelijk letsel toebrengt omdat hij zoveel van haar houdt? Of bedreigt hij zijn vrouw veeleer zodat zij het aan niemand zal vertellen? Worden de kinderen er door hun vader toe gedwongen te zweren dat zij niet met anderen over de mishandeling zullen praten? Of schamen zij zich ervoor dat te doen? Loochenen zijn daden dan niet zijn bewering dat hij werkelijk van zijn vrouw houdt? Liefde voor elkaar is normaal. Mishandeling niet.
Maakt ten slotte het feit dat een christelijke man zijn vrouw mishandelt, al zijn andere christelijke werken niet nutteloos in Gods ogen? Bedenk dat „iemand die slaat” niet voor voorrechten in de christelijke gemeente in aanmerking komt (1 Timótheüs 3:3; 1 Korinthiërs 13:1-3; Efeziërs 5:28). Berichten wijzen uit dat het in dit samenstel van dingen ook algemeen voorkomt dat vrouwen hun man slaan. Zouden voor zulke vrouwen niet dezelfde vragen gelden?
Hoe uiterst belangrijk is het thans voor echtgenoten en echtgenotes om in hun gezamenlijke leven de vrucht van de geest tentoon te spreiden: „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing”! (Galaten 5:22, 23) Als wij er nu in slagen deze vruchten voort te brengen, hebben wij het veelbelovende vooruitzicht op de Paradijsaarde te mogen leven waar allen voor altijd in vrede en liefde met elkaar zullen omgaan.
[Illustratie op blz. 8]
Christelijke echtgenoten ’hebben hun vrouw lief als hun eigen lichaam’, wat inhoudt: „Mishandeling verboden!”