Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w96 1/5 blz. 21-24
  • Behoud tot het einde toe een krachtig vertrouwen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Behoud tot het einde toe een krachtig vertrouwen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Oefen uw geloof
  • Door ervaring vertrouwen opbouwen
  • Omgang kan ons uit de koers drijven
  • De bedrieglijke kracht van rijkdom
  • Geloof is afhankelijk van een ontvankelijk hart
  • Op de God van onze redding vertrouwen
  • Het op de proef stellen van uw getrouwheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • Stelt u werkelijk geloof in het goede nieuws?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2003
  • Ik stortte neer en ging toch weer vliegen
    Ontwaakt! 1991
  • Laat zien dat je in Jehovah’s beloften gelooft
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2016
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
w96 1/5 blz. 21-24

Behoud tot het einde toe een krachtig vertrouwen

STEL u eens een klein vliegtuig voor dat zich onder barre weersomstandigheden in de lucht bevindt. De piloot kan geen oriëntatiepunten meer onderscheiden. Hij wordt omhuld door dikke wolken. Hij kan niets door zijn voorruit zien en toch is hij ervan overtuigd dat hij zijn reis veilig kan volbrengen. Vanwaar dat vertrouwen?

Hij beschikt over nauwkeurige instrumenten die hem in staat stellen door de wolken te vliegen en in het donker te landen. Op zijn route, vooral in de buurt van het vliegveld, wordt hij elektronisch begeleid door bakens en hij heeft radiocontact met luchtverkeersleiders op de grond.

Op vergelijkbare wijze kunnen wij de toekomst met vertrouwen tegemoet zien, ook al worden de wereldtoestanden met de dag somberder. Onze reis door dit goddeloze samenstel duurt wellicht langer dan sommigen hadden verwacht, maar wij kunnen ervan overtuigd zijn dat wij op koers en op schema liggen. Waarom kunnen wij daar zo zeker van zijn? Omdat wij over leiding beschikken die ons in staat stelt dingen waar te nemen die het menselijk oog niet kan zien.

Gods Woord is een ’licht op ons pad’ en het is „betrouwbaar, de onervarene wijs makend” (Psalm 19:7; 119:105). Net als bakens die de vliegroute van de piloot aangeven, beschrijft de bijbel nauwkeurig toekomstige gebeurtenissen en geeft ons duidelijke instructies om ervoor te zorgen dat wij veilig op onze bestemming aankomen. Willen wij echter voordeel trekken van goddelijke leiding, dan moeten wij er vertrouwen in stellen.

In zijn brief aan de Hebreeën drong Paulus er bij joodse christenen op aan ’het vertrouwen dat zij in het begin hadden, tot het einde toe stevig vast te houden’ (Hebreeën 3:14). Vertrouwen kan geschokt worden als wij het niet ’stevig vasthouden’. Daarom rijst de vraag: Hoe kunnen wij ons vertrouwen in Jehovah tot het einde toe krachtig houden?

Oefen uw geloof

Voordat een piloot kan blindvliegen, waarbij hij zich helemaal op zijn instrumenten en de verkeerstoren verlaat, moet hij een gedegen opleiding en veel vlieguren achter de rug hebben. Evenzo moet een christen voortdurend zijn geloof oefenen wil hij op Jehovah’s leiding blijven vertrouwen, vooral wanneer er zich moeilijke omstandigheden voordoen. De apostel Paulus schreef: „Omdat wij . . . dezelfde geest van geloof hebben als waarvan geschreven staat: ’Ik heb geloof geoefend, daarom heb ik gesproken’, oefenen ook wij geloof en daarom spreken wij” (2 Korinthiërs 4:13). Wanneer wij dus over het goede nieuws van God spreken, oefenen en versterken wij ons geloof.

Magdalena, die tijdens de Tweede Wereldoorlog vier jaar in een concentratiekamp heeft doorgebracht, legt uit hoe waardevol de prediking is: „Mijn moeder leerde mij dat het voor het behouden van een sterk geloof van essentieel belang is je om het geestelijke welzijn van anderen te bekommeren. Ik kan mij een voorval herinneren waaruit blijkt hoe wij erover dachten. Nadat mijn moeder en ik uit het concentratiekamp Ravensbrück waren vrijgelaten, bereikten wij op een vrijdag ons huis. Twee dagen later, op zondag, vergezelden wij de broeders en zusters in de van-huis-tot-huisprediking. Ik ben ervan overtuigd dat als wij ons erop concentreren anderen te helpen om vertrouwen in Gods beloften te stellen, diezelfde beloften reëler voor ons zullen worden.” — Vergelijk Handelingen 5:42.

Willen wij tot het einde toe een krachtig vertrouwen behouden, dan is geestelijke activiteit op nog meer terreinen vereist. Persoonlijke studie is nog een uitstekende geloofversterkende oefening. Als wij de Bereeërs navolgen en de Schrift dagelijks ijverig onderzoeken, zal dit ons helpen „tot het einde toe de volle verzekerdheid van de hoop te hebben” (Hebreeën 6:11; Handelingen 17:11). Zeker, persoonlijke studie vergt tijd en vastberadenheid. Mogelijk is dat de reden waarom Paulus de Hebreeën waarschuwde voor het gevaar „traag” of laks in die dingen te zijn. — Hebreeën 6:12.

Een lakse houding kan op veel terreinen in het leven trieste gevolgen hebben. Salomo merkte op: „Door het laten hangen van de handen lekt het huis” (Prediker 10:18). Vroeg of laat gaat een dak dat niet wordt onderhouden, regen doorlaten. Als wij onze handen in geestelijk opzicht laten hangen en in gebreke blijven ons geloof te ’onderhouden’ kunnen er twijfels binnensluipen. Geregelde meditatie over en studie uit Gods Woord daarentegen zal ons geloof voeden en beschermen. — Psalm 1:2, 3.

Door ervaring vertrouwen opbouwen

Natuurlijk leert een piloot zowel door ervaring als door studie dat zijn instrumenten betrouwbaar zijn. Evenzo groeit ons vertrouwen in Jehovah wanneer wij in ons eigen leven bewijzen van zijn liefdevolle zorg zien. Jozua ondervond dat, en hij bracht zijn mede-Israëlieten onder de aandacht: „Gij weet zeer goed met geheel uw hart en met geheel uw ziel dat niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, onvervuld is gebleven. Alles is voor u uitgekomen.” — Jozua 23:14.

Josefina, een gehuwde zuster die afkomstig is van de Filippijnen, heeft dezelfde les geleerd. Zij vertelt hoe haar leven er uitzag voordat zij de waarheid kende: „Mijn man dronk veel, en wanneer hij dronken was, werd hij kwaad en sloeg mij. Ons ongelukkige huwelijk had ook invloed op onze zoon. Mijn man en ik werkten allebei en verdienden veel geld, maar wij vergokten het grootste deel van ons loon. Mijn man had veel vrienden, maar de meeste zochten zijn vriendschap om door hem op drankjes getrakteerd te worden, en sommige probeerden hem zelfs dronken te voeren, alleen om hem belachelijk te maken.

De situatie veranderde toen wij Jehovah leerden kennen en zijn raad ter harte namen. Mijn man drinkt niet meer, wij zijn gestopt met gokken, en wij hebben ware vrienden die van ons houden en ons helpen. Wij hebben een gelukkig huwelijk, en onze zoon groeit op tot een fijne jongeman. Wij werken minder, maar wij hebben meer geld. Ervaring heeft ons geleerd dat Jehovah als een liefdevolle Vader is die ons altijd in de juiste richting leidt.”

Door radio-instructies of door op de instrumenten te kijken, beseffen piloten soms dat zij hun koers moeten wijzigen. Ook wij moeten wellicht van richting veranderen overeenkomstig Jehovah’s instructie. „Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: ’Dit is de weg. Wandelt daarop’, ingeval gijlieden rechts of ingeval gij links zoudt gaan” (Jesaja 30:21). Door middel van zijn Woord en zijn organisatie ontvangen wij raad die ons attent maakt op geestelijke gevaren. Een daarvan betreft omgang.

Omgang kan ons uit de koers drijven

Een klein vliegtuig kan door zijwind gemakkelijk uit de koers raken als de nodige correcties niet worden aangebracht. Evenzo worden christenen in deze tijd voortdurend bestookt door invloeden van buitenaf. Wij leven in een vleselijk gezinde wereld, waarin velen spotten met geestelijke waarden, terwijl zij veel meer belang hechten aan geld en genoegens. Paulus waarschuwde Timotheüs dat de laatste dagen ’moeilijk zouden zijn door te komen’ (2 Timotheüs 3:1-5). Tieners, die ernaar hunkeren populair te zijn en geaccepteerd te worden, zijn bijzonder gevoelig voor slechte omgang. — 2 Timotheüs 2:22.

De zeventienjarige Amanda vertelt: „Een tijdlang werd mijn geloof in zekere mate verzwakt door mijn klasgenoten. Zij bleven maar zeggen dat mijn religie beperkend en onredelijk is, en hierdoor begon ik ontmoedigd te raken. Mijn ouders hielpen mij echter in te zien dat christelijke richtlijnen ten doel hebben te beschermen en niet te beperken. Nu besef ik dat deze beginselen mij helpen een leven te leiden dat meer voldoening schenkt dan dat van mijn vroegere schoolkameraden. Ik heb leren vertrouwen op degenen die echt om mij geven — mijn ouders en Jehovah — en ik geniet van de pioniersdienst.”

Tot welke leeftijdsgroep wij ook behoren, wij zullen met mensen te maken krijgen die kleinerende opmerkingen over onze geloofsovertuigingen maken. Zij kunnen wereldwijs lijken, maar in Gods ogen zijn zij ’fysieke’, geen ’geestelijke’, mensen (1 Korinthiërs 2:14). Een invloedrijke groep in het Korinthe van Paulus’ dagen bestond uit de wereldwijze sceptici. Als gevolg van de leringen van deze filosofen hadden sommige christenen in Korinthe waarschijnlijk het geloof in de opstandingshoop verloren (1 Korinthiërs 15:12). „Wordt niet misleid”, waarschuwde de apostel Paulus. „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” — 1 Korinthiërs 15:33.

Goede omgang daarentegen sterkt ons in geestelijk opzicht. Binnen de christelijke gemeente hebben wij de gelegenheid met mensen om te gaan die een leven van geloof leiden. Norman, een broeder die in 1939 de waarheid heeft leren kennen, is nog altijd voor iedereen een grote bron van aanmoediging. Waardoor is zijn geestelijke kijk scherp gebleven? „Vergaderingen en hechte vriendschappen met getrouwe broeders en zusters zijn van groot belang”, antwoordt hij. „Die omgang heeft mij geholpen duidelijk het verschil te zien tussen Gods organisatie en die van Satan.”

De bedrieglijke kracht van rijkdom

Brian, een ervaren piloot, legt uit dat „een piloot het soms moeilijk vindt zijn instrumenten te geloven — enkel omdat het tegen zijn gevoel ingaat. Van ervaren luchtmachtpiloten is bekend dat zij ondersteboven hebben gevlogen omdat de lichtjes op de grond net sterren leken — hoewel hun instrumenten iets anders aangaven.”

Evenzo kunnen onze zelfzuchtige gevoelens en neigingen ons in geestelijk opzicht misleiden. Jezus zei dat rijkdom een „bedrieglijke kracht” heeft, en Paulus waarschuwde dat ’de liefde voor geld velen van het geloof heeft doen afdwalen’. — Markus 4:19; 1 Timotheüs 6:10.

Net als bedrieglijke twinkelende lichtjes kunnen aanlokkelijke materialistische doeleinden ons op het verkeerde spoor zetten. In plaats dat wij ons verheugen in de „verwachting van dingen waarop wordt gehoopt” kunnen wij afdwalen door het opzichtige geuren van de wereld die voorbijgaat (Hebreeën 11:1; 1 Johannes 2:16, 17). Als wij „besloten” zijn een weelderig leven te leiden, zullen wij waarschijnlijk weinig tijd overhebben voor geestelijke groei. — 1 Timotheüs 6:9; Mattheüs 6:24; Hebreeën 13:5.

Een jonge getrouwde man, Patrick genaamd, gaf toe dat hij en zijn vrouw geestelijke doeleinden hebben opgeofferd om een betere levensstandaard te genieten. Hij vertelt: „Wij werden beïnvloed door personen in de gemeente met dure auto’s en luxueuze woningen. Hoewel wij de Koninkrijkshoop nooit uit het oog hebben verloren, vonden wij dat wij ondertussen net zo goed een comfortabel leven konden leiden. Na verloop van tijd beseften wij echter dat waar geluk voortspruit uit dienst voor Jehovah en geestelijke groei. Nu is ons leven weer eenvoudig. Wij zijn minder gaan werken en zijn in de gewone pioniersdienst gegaan.”

Geloof is afhankelijk van een ontvankelijk hart

Een ontvankelijk hart speelt eveneens een belangrijke rol bij het opbouwen van vertrouwen in Jehovah. Toegegeven, „geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie [of: „(het) overtuigende bewijs”, voetnoot] van werkelijkheden die echter niet worden gezien” (Hebreeën 11:1). Maar als wij geen ontvankelijk hart hebben, is het onwaarschijnlijk dat wij overtuigd zullen raken (Spreuken 18:15; Mattheüs 5:6). Daarom zei de apostel Paulus dat ’niet alle mensen geloof bezitten’. — 2 Thessalonicenzen 3:2.

Hoe kunnen wij er dan voor zorgen dat ons hart ontvankelijk blijft voor al het overtuigende bewijsmateriaal dat beschikbaar is? Door godvruchtige hoedanigheden aan te kweken, hoedanigheden die geloof verrijken en bevorderen. Petrus dringt er bij ons op aan ’bij ons geloof deugd, kennis, zelfbeheersing, volharding, godvruchtige toewijding, broederlijke genegenheid en liefde te voegen’ (2 Petrus 1:5-7; Galaten 5:22, 23). Als wij daarentegen een egocentrisch leven leiden of slechts symbolische dienst voor Jehovah verrichten, kunnen wij redelijkerwijs niet verwachten dat ons geloof groeit.

Ezra ’bereidde zijn hart’ om Jehovah’s Woord te lezen en het in praktijk te brengen (Ezra 7:10). Ook Micha had een ontvankelijk hart. „Wat mij aangaat, naar Jehovah zal ik blijven uitzien. Ik wil van een wachtende houding jegens de God van mijn redding blijk geven. Mijn God zal mij horen.” — Micha 7:7.

Magdalena, die al eerder werd geciteerd, wacht eveneens geduldig op Jehovah (Habakuk 2:3). Zij zegt: „Wij hebben het geestelijke paradijs al. De volgende stap, het letterlijke paradijs, zal heel binnenkort komen. Ondertussen sluiten honderdduizenden zich bij de grote schare aan. Ik vind het opwindend te zien dat zo velen Gods organisatie binnenstromen.”

Op de God van onze redding vertrouwen

Willen wij tot het einde toe een krachtig vertrouwen behouden, dan moeten wij ons geloof oefenen en nauwgezet gehoor geven aan de leiding die wij van Jehovah en zijn organisatie ontvangen. Het is beslist de moeite waard. Een piloot voelt diepe voldoening wanneer hij na een lange, zware reis gaat dalen en uiteindelijk door het dikke wolkendek heen breekt. Daar vóór hem ligt het aardoppervlak uitgespreid — groen en uitnodigend. De landingsbaan ligt beneden op hem te wachten.

Ook ons wacht een opwindende ervaring. Deze sombere, goddeloze wereld zal plaats maken voor een nieuwe aarde waarin rechtvaardigheid zal wonen. God zal ons verwelkomen. Wij kunnen daar komen als wij acht slaan op de woorden van de psalmist: „Gij zijt mijn hoop, o Soevereine Heer Jehovah, mijn vertrouwen vanaf mijn jeugd. . . . In u is voortdurend mijn lof.” — Psalm 71:5, 6.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen