Studies oprichten met gebruikmaking van De mens op zoek naar God
1 Jezus zei: „Eerst [moet] in alle natiën het goede nieuws worden gepredikt” (Mark. 13:10). Dit betekende dat zijn discipelen in contact zouden komen met mensen die veel verschillende talen spraken en talloze verschillende culturele en religieuze achtergronden hadden. Het betekende ook dat zijn hedendaagse discipelen, Jehovah’s Getuigen, de taak zouden hebben om alle soorten van mensen te onderwijzen.
2 Ongetwijfeld zal ons nieuwe boek De mens op zoek naar God nog veel meer rechtgeaarde mensen helpen de ware God, Jehovah, te vinden en zijn weg van waarheid te aanvaarden (Joh. 4:21-24). Hoe kunnen wij een bijbelstudie oprichten met gebruikmaking van deze publikatie?
HOE WIJ EEN STUDIE KUNNEN OPRICHTEN
3 De basis voor een bijbelstudie kan gelegd zijn tijdens het eerste bezoek, toen je te weten kwam welke godsdienst de huisbewoner was toegedaan. Bij dat eerste bezoek heb je waarschijnlijk de aandacht van de huisbewoner op een bepaald hoofdstuk of op een zekere paragraaf gevestigd. Toen, of bij een volgend bezoek, kan datzelfde punt gebruikt zijn als een springplank voor een gesprek dat tot een studie leidt. Door de vragen onder aan de bladzijde te gebruiken, heb je een basis om de gedachten en de bespreking te stimuleren. Natuurlijk zijn wij er niet in geïnteresseerd een dispuut uit te lokken, maar willen veeleer tot een redelijke beschouwing van het materiaal komen. Of wij nu in het eerste hoofdstuk van het boek of ergens anders beginnen, wij dienen ons ten doel te stellen de aandacht van de huisbewoner ten slotte op hoofdstuk 10, 15 en 16 te vestigen. Waarom?
4 De speurtocht naar de ware God moet onvermijdelijk door bemiddeling van Christus geschieden. Jezus zei: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij” (Joh. 14:6). Hoofdstuk 10 geeft duidelijk antwoord op de vraag: „Was Jezus de weg tot God?” Het zet uiteen welke geloofsbrieven Jezus bezat, hoe wij weten dat hij geen mythische figuur was, hoe hij in de bijbelse profetieën was voorzegd, waarom zijn vroege discipelen in hem als de weg tot God geloofden en hoe wij weten dat hij Gods goedkeuring genoot (Joh. 6:44, 65). Hoofdstuk 15 en 16 handelen over „Een terugkeer tot de ware God” en „De ware God en uw toekomst”.
ONDERSCHEID BEHOEFTEN VAN LEERLING
5 Na verschillende studies kunnen wij het raadzaam achten op een publikatie over te stappen waarin meer fundamentele bijbelse waarheden worden behandeld, zoals het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven. Aangezien het boek De mens op zoek naar God in eerste instantie is vervaardigd om mensen met veel verschillende achtergronden tot de ware God te trekken, zal niet elk hoofdstuk iedereen aanspreken. Wij dienen te weten hoe wij onze aanbieding en studieregeling aan de persoonlijke behoeften van de persoon in kwestie kunnen aanpassen. — 1 Kor. 9:19-22.
6 Wij kunnen het boek bijvoorbeeld hebben achtergelaten bij iemand die beweert een christen te zijn. De vraag voor het nabezoek zou nu kunnen zijn: „Waarom zijn er zo veel religies die beweren christelijk te zijn?” Bijgevolg zou hoofdstuk 11 over de afval en hoofdstuk 13 over de Reformatie de basis kunnen zijn om een studie te beginnen. Wanneer de persoon ontdekt hoe de christenheid ontstaan is, zullen wij hem helpen te beredeneren dat de bijbelse leringen tegengesteld zijn aan de afvallige leerstellingen van de christenheid. Wij hopen dat de waarheid de geest van die persoon zal bevrijden, zodat hij of zij een verhouding met Jehovah God kan aankweken (Joh. 8:31, 32). Vervolgens kan de studie in hoofdstuk 15 en 16 of in het Eeuwig leven-boek worden voortgezet.
MENSEN BEREIKEN DIE EEN NIET-CHRISTELIJKE RELIGIE ZIJN TOEGEDAAN
7 Wanneer wij met mensen studeren die een andere geloofsovertuiging zijn toegedaan, dienen wij altijd christelijke liefde en tact aan de dag te leggen. Dit werd door Paulus beklemtoond toen hij schreef: „Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven” (Kol. 4:6). Bij hindoes kunnen wij misschien proberen een studie te beginnen op blz. 372 onder het kopje „Een beloofde nieuwe wereld”. Ga dan verder in hoofdstuk 5 over het hindoeïsme. De sleutel tot succes is de behoeften van de persoon in kwestie te kennen. — Vergelijk Handelingen 17:22, 23.
8 Wij moeten vooral tact gebruiken wanneer wij met moslims te maken hebben. Ongetwijfeld zullen zij geboeid worden door hoofdstuk 12 over de islam. Terwijl dat onderwerp wordt belicht, worden in de vragen als vergelijking en tegenstelling bijbelteksten aangehaald, voornamelijk vanaf par. 23, waar leerstellingen worden besproken. Wij doen een beroep op de mensen om logisch over de dingen na te denken, overeenkomstig de bijbelse uitnodiging: „’Komt nu, en laten wij de zaken rechtzetten tussen ons’, zegt Jehovah.” — Jes. 1:18; 1 Petr. 3:15.
9 Probeer mensen van verschillende religies te helpen naar de ware God te zoeken. Vergeet niet dat hoewel wij misschien planten en begieten, het uiteindelijk God is ’die ervoor kan zorgen dat het waarheidszaad blijft groeien’ wanneer de aarde goed is. — 1 Kor. 3:6, 7; Matth. 13:18-23.