LIED 7
Door Jehovah ben ik sterk
1. U bent, Jehovah, de bron van mijn kracht.
U maakt mij sterker dan ik had gedacht.
Ik ben niet bang maar vertel met veel moed
dat u bestaat en heel veel voor ons doet.
(REFREIN)
Jehovah, mijn Rots, door u ben ik sterk.
U geeft mij veel kracht voor al uw werk.
U bent mijn Vader, naar wie ik steeds ren.
U bent mijn schuilplaats, waar ik veilig ben.
2. Sinds ik u ken wandel ik in uw licht.
Ik weet wat goed is, ik heb helder zicht.
U weet dat ik op uw wetten vertrouw.
Ik dien uw Koning, gehoorzaam hem trouw.
(REFREIN)
Jehovah, mijn Rots, door u ben ik sterk.
U geeft mij veel kracht voor al uw werk.
U bent mijn Vader, naar wie ik steeds ren.
U bent mijn schuilplaats, waar ik veilig ben.
3. Ik doe uw wil met mijn hart en verstand.
Satan is kansloos, want ik kies uw kant.
Hij wil mij pijn doen, maar bang ben ik niet.
Ik voel me sterk omdat u redding biedt.
(REFREIN)
Jehovah, mijn Rots, door u ben ik sterk.
U geeft mij veel kracht voor al uw werk.
U bent mijn Vader, naar wie ik steeds ren.
U bent mijn schuilplaats, waar ik veilig ben.
(Zie ook 2 Sam. 22:3; Ps. 18:2; Jes. 43:12.)