December

Kan Jehovah mensen uit de dood opwekken? Absoluut! Hij is ‘de Almachtige’ (Openb. 1:8). Hij is dus zo machtig dat hij elke vijand kan verslaan, zelfs de dood (1 Kor. 15:26). We weten ook dat Jehovah in staat is de doden op te wekken omdat hij een onbegrensd geheugen heeft. Hij roept elke ster bij naam (Jes. 40:26). Ook degenen die gestorven zijn zitten in zijn geheugen (Job 14:13; Luk. 20:38). Het is voor hem geen enkel probleem om zelfs de kleinste details op te halen van degenen die hij weer tot leven brengt, met inbegrip van hun genetische code, hun ervaringen in het leven en hun herinneringen. Je hebt dus goede redenen om te geloven in Jehovah’s belofte om de doden op te wekken. Je weet namelijk dat hij die belofte kan en wil nakomen. En er is nog een reden om erin te geloven: Jehovah heeft het al gedaan. In Bijbelse tijden gaf hij enkele trouwe mannen, onder wie Jezus, de macht om de doden op te wekken. w23.04 9-10 ¶7-9

Als je zachtaardig en met tact spreekt, is de kans groter dat mensen willen luisteren en verder willen praten. Natuurlijk hoef je niet met een gesprek verder te gaan als iemand alleen maar een discussie wil winnen of je geloof belachelijk wil maken (Spr. 26:4). Maar misschien merk je dat zoiets niet vaak voorkomt en dat velen wel willen luisteren. Het mag duidelijk zijn hoe waardevol het is zachtaardigheid tot een persoonlijk doel te maken. Vraag Jehovah of hij je de kracht geeft om zachtaardig te reageren op controversiële vragen of onterechte kritiek. Vergeet niet dat je zachtaardige houding kan voorkomen dat een verschil van mening escaleert en uitloopt op ruzie. Als je zachtaardig en respectvol blijft, kan dat de mening van sommige mensen over ons en over Bijbelse waarheden veranderen. Dus ‘wees altijd bereid’ om je overtuigingen ‘te verdedigen’, maar ‘doe dat met zachtaardigheid en diep respect’ (1 Petr. 3:15). Laat zachtaardigheid je kracht zijn! w23.09 19 ¶18-19

Sta eens stil bij vier kenmerken van een geduldig persoon. Ten eerste: wie geduldig is wordt niet snel kwaad. Als hij wordt geprovoceerd of onder druk staat, gaat hij niet terugslaan maar probeert hij kalm te blijven (Ex. 34:6). Ten tweede: wie geduldig is kan rustig afwachten. Als iets langer duurt dan gedacht, doet hij zijn best niet onrustig of geïrriteerd te worden (Matth. 18:26, 27). Ten derde: wie geduldig is gaat niet overhaast te werk. Als het om een belangrijke taak gaat, zal een geduldig persoon er niet halsoverkop aan beginnen of het snel afraffelen. Hij trekt juist genoeg tijd uit om te plannen wat hij gaat doen. Hij neemt voor zijn taak de tijd die ervoor nodig is. Ten vierde: wie geduldig is kan beproevingen zonder klagen verdragen. Hij doet zijn best om met een positieve instelling te volharden (Kol. 1:11). Als christenen moeten we aan al deze kenmerken van geduld blijven werken. w23.08 20-21 ¶3-6

Het is belangrijk je figuurlijke hart te beschermen. Een goede reden daarvoor is dat Jehovah je hart onderzoekt. Hij ziet niet alleen hoe je op anderen overkomt maar ook wie je vanbinnen echt bent. Jehovah houdt van je als je je geest met zijn levengevende wijsheid vult (Joh. 4:14). Op die manier laat je geen ruimte voor het morele en geestelijke gif van Satan en zijn wereld (1 Joh. 5:18, 19). Leer Jehovah beter kennen, want dan krijg je meer liefde en respect voor hem. Je zult je Vader dan geen verdriet willen doen. Je gaat zelfs de gedachte aan zondigen haten. Marta, een zuster in Kroatië die in de verleiding kwam iets immoreels te doen, schreef: ‘Ik vond het moeilijk om helder te denken en het verlangen om iets verkeerds te doen te onderdrukken. Maar ontzag voor Jehovah was een bescherming voor me.’ Hoe kon ontzag Marta beschermen? Ze mediteerde over de consequenties van een verkeerde keuze. Wij kunnen hetzelfde doen. w23.06 20-21 ¶3-4

Jezus wist dat het Jehovah’s bedoeling is Zijn naam te heiligen, van alle blaam te zuiveren. Daarom leerde onze Meester zijn volgelingen te bidden: ‘Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden’ (Matth. 6:9). Jezus begreep dat dit de belangrijkste kwestie is die iedereen aangaat. Niemand in het universum heeft meer gedaan om Jehovah’s naam te heiligen dan Jezus. Maar van welke zonde werd hij bij zijn arrestatie door zijn vijanden beschuldigd? Godslastering! Voor Jezus zal het lasteren van de heilige naam van zijn Vader de meest weerzinwekkende zonde zijn geweest. Het deed hem veel pijn voor die misdaad te worden aangeklaagd en veroordeeld. Mogelijk was dat de belangrijkste reden waarom ‘zijn leed zo groot was’ in de uren voorafgaand aan zijn arrestatie (Luk. 22:41-44). w24.02 11 ¶11

In de wedstrijd om het leven moet je Jehovah en Jezus meer liefhebben dan je familieleden (Matth. 10:37). Maar dat betekent niet dat je je gezinsverplichtingen kunt verzaken. Je kunt niet aanvoeren dat die je beletten te doen wat Jehovah en Jezus blij maakt. Integendeel, je moet je rol in het gezin vervullen om voor Jehovah en Jezus aanvaardbaar te zijn (1 Tim. 5:4, 8). En je zult gelukkiger zijn als je het doet. Tenslotte heeft Jehovah het gezin gemaakt om gelukkig te zijn als man en vrouw elkaar met liefde en respect behandelen, als ouders hun kinderen liefhebben en opvoeden en als kinderen hun ouders gehoorzamen (Ef. 5:33; 6:1, 4). Wat je rol in het gezin ook is, vertrouw op de wijsheid uit de Bijbel. Ga niet af op je gevoel, op wat in je cultuur gebruikelijk is of op wat zogenaamde deskundigen zeggen. Maak goed gebruik van onze Bijbelse publicaties. Daarin staan praktische suggesties voor het toepassen van Bijbelse principes. w23.08 28 ¶6-7

Een christelijke vrouw heeft nuttige skills nodig. Sommige vaardigheden die je als meisje leert, zullen je heel je leven van pas komen. Bijvoorbeeld goed lezen en schrijven. In sommige culturen worden lezen en schrijven niet gezien als belangrijke vaardigheden voor een vrouw. Maar voor elke christen zijn ze dat wel (1 Tim. 4:13). Laat je er dus niet van weerhouden goed te leren lezen en schrijven. Wat zijn de voordelen? Het kan je helpen een baan te vinden en behouden. Je wordt beter in het bestuderen en onderwijzen van Gods Woord. En het beste van alles is dat je naar Jehovah toe groeit omdat je meer uit Bijbellezen en meditatie kunt halen (1 Tim. 4:15). w23.12 20 ¶10-11

Je kunt Jehovah vragen om hulp bij verleidingen. Omdat je onvolmaakt bent, moet je constant vechten tegen de verleiding om te doen wat verkeerd is. Satan doet er alles aan om die strijd zo moeilijk mogelijk te maken. Zo probeert hij je denken te infecteren door middel van immoreel entertainment. Zulk amusement kan je geest vullen met slechte gedachten — gedachten die je vanbinnen onrein maken en die tot ernstige zonden kunnen leiden (Mark. 7:21-23; Jak. 1:14, 15). Je hebt Jehovah’s hulp nodig om weerstand te bieden aan de verleiding verkeerde dingen te doen. Jezus nam de volgende vraag op in zijn voorbeeldgebed: ‘Breng ons niet in beproeving, maar red ons van de goddeloze’ (Matth. 6:13). Jehovah wil je graag te hulp komen bij beproevingen of verleidingen. Maar je moet hem wel om hulp vragen. En handel ook naar je gebeden. w23.05 6-7 ¶15-17

Echtgenoten die waarde hechten aan hun band met hun hemelse Vader, volgen graag zijn advies op. En dat zal ze helpen problemen waardoor hun liefde kan bekoelen te vermijden of aan te pakken. Daarnaast doen geestelijk ingestelde mensen hun best om Jehovah na te volgen door bijvoorbeeld net als hij vriendelijk, geduldig en vergevingsgezind te zijn (Ef. 4:32–5:1). Als echtgenoten zulke eigenschappen hebben, kan liefde beter groeien. Lena, een zuster die al meer dan 25 jaar getrouwd is, zegt: ‘Het is makkelijk om van een geestelijk gezinde man te houden en hem te respecteren.’ Toen Jehovah een echtpaar moest kiezen om de ouders te zijn van de toekomstige Messias, koos hij Jozef en Maria. Waarom koos hij van al Davids nakomelingen die twee? Ze hadden allebei een persoonlijke band met hem. Hij wist dat hun liefde voor hem hun huwelijk vorm zou geven. w23.05 21 ¶3-4

Onze Leider, Jezus, is volmaakt. Maar degenen die hij gebruikt om hier op aarde de leiding te nemen zijn dat niet. Misschien vind je het soms moeilijk ze te gehoorzamen, vooral als ze iets vragen dat je liever niet doet. Dat had Petrus op een gegeven moment ook. Toen een engel hem opdracht gaf dieren te eten die volgens de wet van Mozes onrein waren, weigerde hij dat — niet één keer maar tot drie keer toe! (Hand. 10:9-16) Waarom? Omdat hij het niet goed snapte. Paulus daarentegen was wel gehoorzaam. De ouderlingen in Jeruzalem gaven hem opdracht met vier mannen naar de tempel te gaan en zich ceremonieel te reinigen om te laten zien dat hij zich aan de wet hield. Maar hij wist dat christenen niet langer onder de wet stonden. En hij had niets verkeerds gedaan. Toch aarzelde hij niet. ‘De volgende dag nam Paulus de mannen mee en hij liet zich samen met hen ceremonieel reinigen’ (Hand. 21:23, 24, 26). Paulus’ gehoorzaamheid bevorderde de eenheid (Rom. 14:19, 21). w23.10 10 ¶15-16

Wat is er nodig voor een hechte vriendschap? Waarschijnlijk is ontzag niet het eerste dat bij je opkomt. Maar voor een hechte vriendschap met Jehovah moet je ook ontzag voor hem hebben. Hoelang je Jehovah ook dient, het is belangrijk dat je altijd ontzag voor hem hebt. Maar wat houdt ontzag voor Jehovah in? Ontzag voor Jehovah is een diep gevoel van respect en bewondering. Wie ontzag voor hem heeft, houdt van hem en wil niets doen dat zijn band met hem in gevaar brengt. Jezus had zo’n ‘ontzag voor God’ (Hebr. 5:7). Hij had geen ontzag uit angst voor Jehovah (Jes. 11:2, 3). Hij voelde juist diepe liefde voor hem en wilde hem graag gehoorzamen (Joh. 14:21, 31). Net als Jezus hebben wij ontzag voor Jehovah omdat hij liefdevol, wijs, rechtvaardig en machtig is. We weten ook dat Jehovah van ons houdt en dat onze reactie op zijn leiding iets met hem doet. Je kunt Jehovah verdriet doen of juist zijn hart verheugen (Ps. 78:41; Spr. 27:11). w23.06 14 ¶1-2; 15 ¶5

Toen Uzzia machtig werd, vergat hij dat hij zijn macht en succes aan Jehovah te danken had. De les? Vergeet nooit dat het Jehovah is die je alle goede dingen in je leven en in zijn dienst geeft. Schep niet op over je prestaties maar geef Jehovah de eer voor wat je kunt doen (1 Kor. 4:7). Accepteer nederig dat je onvolmaakt bent en correctie nodig hebt. Een broeder van in de 60 schreef: ‘Ik heb geleerd mezelf niet te serieus te nemen. Als ik word gecorrigeerd vanwege de kinderlijke fouten die ik soms maak, probeer ik weer op te staan en verder te gaan.’ Dus om een gelukkig leven te leiden, moet je ontzag hebben voor Jehovah en nederig blijven (Spr. 22:4). w23.09 10 ¶10-11

De eerste christenen moesten volharden. Bovenop de problemen die ieder ander meemaakte kregen ze moeilijkheden te verduren omdat ze christen waren. Velen werden vervolgd, niet alleen door de Joodse religieuze leiders en de Romeinse autoriteiten maar ook door hun eigen familie (Matth. 10:21). En binnen de gemeente moesten ze soms vechten tegen de invloed van afvalligen, die met hun leer verdeeldheid probeerden te zaaien (Hand. 20:29, 30). Maar ze slaagden erin te volharden (Openb. 2:3). Hoe? Ze dachten goed na over Bijbelse voorbeelden van volharding, zoals Job (Jak. 5:10, 11). Ze baden om kracht (Hand. 4:29-31). En ze bleven gefocust op de voordelen van volharding (Hand. 5:41). Ook jij kunt volharden als je geregeld voorbeelden van volharding in Gods Woord en in onze publicaties bestudeert en erover mediteert. w23.07 3 ¶5-6

Jehovah en Jezus zullen ons nooit laten vallen. Toen Petrus Jezus had verloochend, kwam hij op een kruispunt in zijn leven te staan. Zou hij opgeven? Of zou hij als discipel van Christus volhouden? Jezus had Jehovah gesmeekt dat Petrus’ geloof niet zou bezwijken. Hij vertelde Petrus over dat gebed en sprak het vertrouwen uit dat Petrus later zijn broeders zou kunnen versterken (Luk. 22:31, 32). Wat zal het Petrus goed hebben gedaan aan die woorden van Jezus terug te denken! Als je op een kruispunt in je leven komt te staan, kan Jehovah zorgzame herders gebruiken om je de aansporing te geven die je nodig hebt om trouw te blijven (Ef. 4:8, 11). Net zoals Jehovah in de behoeften van Petrus en de andere apostelen voorzag, zo zal hij ook voor ons zorgen als de dienst in ons leven op de eerste plaats komt. w23.09 24-25 ¶14-15

Jehovah ziet zelfs de kleinste dingen die je voor anderen doet. Hij beziet het als een waardevol offer en als een schuld die hij zal terugbetalen. Wat als je dienaar of ouderling bent geweest en het nu niet meer bent? Jehovah vergeet niet wat je in het verleden hebt gedaan en onthoudt zelfs de liefde die je daartoe motiveerde (1 Kor. 15:58). Hij ziet ook de liefde die je nog steeds toont. Jehovah wil dat we allemaal meer liefde krijgen voor hem en voor anderen. Je kunt je liefde voor Jehovah vergroten door zijn Woord te lezen en erover te mediteren en door geregeld met hem te praten in gebed. Je kunt je liefde voor je broeders en zusters vergroten door ze op praktische manieren te helpen. Hoe sterker je liefde wordt, hoe dichter je naar Jehovah en je geestelijke familie toe groeit. En die vriendschappen zijn voor eeuwig! w23.07 10 ¶11; 11 ¶13; 13 ¶18

Elke christen moet zelf beslissen hoe hij voor zijn gezondheid zorgt. Als het om medische beslissingen gaat, houden we ons natuurlijk aan de Bijbelse wetten over bloed en spiritisme (Hand. 15:20; Gal. 5:19, 20). Maar verder is het vaak een kwestie van persoonlijke voorkeur. Hoe sterk je ook overtuigd bent van een bepaalde behandelmethode, respecteer het recht van je broeders en zusters om hun eigen beslissingen te nemen. Houd altijd de volgende punten in gedachte. (1) Alleen Gods Koninkrijk kan een eind maken aan alle ziekten en gezondheidsproblemen (Jes. 33:24). (2) Elke christen moet doen wat volgens ‘zijn eigen overtuiging’ het beste is (Rom. 14:5). (3) Oordeel anderen niet en leg ze geen struikelblok in de weg (Rom. 14:13). (4) Toon liefde en laat je vrijheid om persoonlijke keuzes te maken niet belangrijker zijn dan de eenheid van de gemeente (Rom. 14:15, 19, 20). w23.07 24 ¶15

Is je band met Jehovah je dierbaar? Ongetwijfeld houd je veel van hem. Sinds de oudheid hebben talloze mensen die liefde gevoeld (Ps. 104:33, 34). Velen hebben van alles opgeofferd om Jehovah te aanbidden. Dat was bijvoorbeeld het geval met de nazireeërs in Israël. De nazireeërs waren ijverige Israëlieten die bepaalde persoonlijke offers brachten om Jehovah op een speciale manier te dienen. Onder de wet van Mozes kon een man of vrouw een speciale gelofte aan Jehovah doen om voor een bepaalde tijd als nazireeër te leven (Num. 6:1, 2). Als iemand die plechtige belofte deed, moest hij richtlijnen opvolgen die niet voor de rest van de Israëlieten golden. Waarom zou een Israëliet ervoor kiezen de nazireeërgelofte af te leggen? Waarschijnlijk uit diepe liefde voor Jehovah en oprechte dankbaarheid voor zijn rijke zegen (Deut. 6:5; 16:17). w24.02 14 ¶1-2

Het Hebreeuwse woord voor loyaliteit en loyale liefde in de Bijbel duidt op een liefdevolle, innige gehechtheid. Het gaat daarbij vaak om Jehovah’s liefde voor zijn aanbidders, maar ook om de liefde van zijn aanbidders onderling (2 Sam. 9:6, 7). Je loyaliteit kan na verloop van tijd sterker worden. Dat is wat Daniël ondervond. Daniëls loyaliteit is in zijn leven vaak op de proef gesteld. Een van de grootste uitdagingen kwam toen hij al over de 90 was. De bestuurders en ambtenaren van de koning hadden een hekel aan Daniël en hadden geen respect voor de God die hij aanbad. Ze bedachten een plan om Daniël om te brengen. Ze lieten een wet uitvaardigen waardoor Daniël kleur moest bekennen: zou hij loyaal zijn aan zijn God of aan de koning? Hoe kon Daniël zijn trouw aan de koning bewijzen? Dertig dagen niet tot Jehovah bidden. Dat was alles. Maar Daniël koos ervoor loyaal te blijven aan Jehovah (Dan. 6:12-15, 20-22). w23.08 5 ¶10-12

Jehovah wil dat je je broeders en zusters blijft liefhebben. Als iemand je niet behandelt zoals je van een christen verwacht, ga er dan van uit dat hij eigenlijk Bijbelse principes wil volgen en gewoon iets ondoordachts heeft gedaan (Spr. 12:18). Jehovah houdt van zijn trouwe aanbidders ondanks hun fouten. Als je iets verkeerds doet, neemt hij niet zomaar afstand van je en zal hij niet kwaad blijven (Ps. 103:9). Wat is het belangrijk onze vergevingsgezinde Vader na te volgen! (Ef. 4:32–5:1) Houd ook in gedachte dat het belangrijk is dicht bij je broeders en zusters te blijven omdat het einde dichterbij komt. We kunnen verwachten dat de vervolging toeneemt. Misschien word je zelfs vanwege je geloof gevangengezet. Als dat gebeurt, heb je meer dan ooit je broeders en zusters nodig (Spr. 17:17). w24.03 15-16 ¶6-7

In de Bijbel staan verhalen van jongeren die een band met Jehovah opbouwden, zijn goedkeuring kregen en een goed leven hadden. Een van hen was David. Hij koos er al jong voor een vriend van Jehovah te zijn en werd later een trouwe koning (1 Kon. 3:6; 9:4, 5; 14:8). Het is goed je eens in Davids leven te verdiepen. Dat zal je motiveren Jehovah trouw te dienen. Je kunt ook een studieproject maken rond het voorbeeld van Markus of Timotheüs. Zij begonnen Jehovah al jong te dienen en zijn hem altijd trouw gebleven. Je zult zien dat ze Jehovah blij maakten. Hoe je leven eruit zal zien, hangt af van wat je er nu mee doet. Als je op Jehovah vertrouwt en niet op je eigen verstand, zal hij je voetstappen leiden. Zo kun je een gelukkig en leuk leven hebben. Bedenk dat Jehovah waardeert wat je voor hem doet. Wat kun je nou beter met je leven doen dan je lieve hemelse Vader te dienen? w23.09 13 ¶18-19

Toen Paulus net christen was geworden, werd hij door velen verkeerd beoordeeld (Hand. 9:26). Later waren er personen die achter zijn rug om over hem spraken om zijn reputatie kapot te maken (2 Kor. 10:10). Daarnaast zag hij dat een verantwoordelijke broeder een slechte beslissing nam die anderen tot struikelen kon brengen (Gal. 2:11, 12). Bovendien stelde Markus, met wie hij nauw samenwerkte, hem diep teleur (Hand. 15:37, 38). In elk van die situaties had Paulus kunnen beslissen niet meer om te gaan met degenen die hem hadden gekwetst. Maar hij besefte dat zijn broeders en zusters onvolmaakt waren. Hij behield een positieve kijk op hen en bleef actief in Jehovah’s dienst. Wat hielp hem om vol te houden? Paulus hield van zijn broeders en zusters, en dat hielp hem om zich niet op hun fouten te richten maar op hun goede eigenschappen. Liefde hielp hem ook om te doen wat in de tekst voor vandaag staat. w24.03 15 ¶4-5

In de Bijbel staan veel verslagen die laten uitkomen hoe waardevol zachtaardigheid is. Denk maar aan wat Isaäk meemaakte toen hij zich vestigde in het Filistijnse gebied van Gerar. Zijn jaloerse buren gooiden de waterputten dicht die de bedienden van zijn vader hadden gegraven. Isaäk ging niet op zijn rechten staan maar verhuisde en groef andere putten (Gen. 26:12-18). Toen beweerden de Filistijnen dat ook het water op de nieuwe plek van hen was. Maar Isaäk bleef vreedzaam (Gen. 26:19-25). Wat hielp hem om zachtaardig te zijn terwijl anderen hem bleven provoceren? Ongetwijfeld had hij veel geleerd van zijn ouders, van het vredelievende optreden van Abraham en ‘de kalme en zachtaardige geest’ van Sara (1 Petr. 3:4-6; Gen. 21:22-34). w23.09 15 ¶4

Uit liefde stuurde Jehovah zijn eerstgeboren Zoon naar de aarde om ons meer over het Koninkrijk te leren. Jezus gaf zijn leven om ons van zonde en de dood los te kopen. Daarna wekte Jehovah Jezus op om in de hemel als Koning van zijn Koninkrijk te regeren. Het hoofdthema van de Bijbel is dat Jehovah’s naam wordt gezuiverd als hij door middel van zijn Koninkrijk onder Christus zijn doel met de aarde bereikt. Jehovah’s doel kan niet worden veranderd. Hij heeft gegarandeerd dat alles precies zal gebeuren zoals hij heeft beloofd (Jes. 46:10, vtn.; Hebr. 6:17, 18). De aarde zal worden veranderd in een paradijs waar volmaakte, rechtvaardige nakomelingen van Adam en Eva eeuwig zullen leven (Ps. 22:26). Maar dat is nog niet alles wat Jehovah van plan is. Het is zijn uiteindelijke doel om iedereen in de hemel en op aarde te verenigen. Iedereen in het universum zal zich dan loyaal aan hem onderwerpen als Soeverein (Ef. 1:8-11). Ben je niet verbaasd over de prachtige manier waarop Jehovah zijn doel bereikt? w23.10 20 ¶7-8

De Joden die naar Jeruzalem terugkeerden kregen al snel te maken met onstabiele economische en politieke omstandigheden en tegenstand. Velen vonden het daarom moeilijk zich op de herbouw van Jehovah’s tempel te richten. Om die reden gaf Jehovah twee profeten, Haggaï en Zacharia, opdracht om de ijver van het volk aan te wakkeren (Hag. 1:1; Zach. 1:1). Hun werk had goede resultaten. Maar bijna 50 jaar later bereikten de Joden opnieuw een dieptepunt. Ezra, een bekwaam kopiist van de wet, kwam toen vanuit Babylon naar Jeruzalem om Gods volk aan te moedigen de ware aanbidding op de eerste plaats te stellen (Ezra 7:1, 6). De profetieën van Haggaï en Zacharia hielpen Gods volk in het verleden om bij tegenstand op Jehovah te blijven vertrouwen. Ze kunnen ook ons helpen in onzekere tijden overtuigd te zijn van Jehovah’s steun (Spr. 22:19). w23.11 14 ¶2-3

Hoe kun je liefde voor je broeders en zusters tonen? Onder andere door ze te troosten. En je kunt ze ‘blijven (...) troosten’ als je door medegevoel wordt bewogen (1 Thess. 4:18). Hoe zorg je ervoor dat je liefde voor anderen sterk blijft? Door je uiterste best te doen om hun fouten te vergeven. Waarom is het vooral nu zo belangrijk liefde voor elkaar te tonen? Merk op welke reden Petrus noemt vlak voordat hij ons aanspoort intense liefde voor elkaar te hebben: ‘Het einde van alle dingen is nabij’ (1 Petr. 4:7, 8). Wat kunnen we verwachten naarmate het einde van deze slechte wereld dichterbij komt? Jezus voorspelde over zijn volgelingen: ‘Jullie zullen vanwege mijn naam door alle volken worden gehaat’ (Matth. 24:9). Om tegen die haat opgewassen te zijn, moeten we eensgezind blijven. Dan zal het Satan niet lukken om verdeeldheid te zaaien, omdat we dicht bij elkaar worden gehouden door liefde (Fil. 2:1, 2). w23.11 13 ¶18-19

De waarheden uit Gods Woord hebben veel kracht. Als je mensen leert wie Jehovah echt is, maak je iets heel bijzonders mee. Geleidelijk gaat de blinddoek van satanische leugens af en beginnen ze je dierbare Vader te zien zoals jij hem ziet. Ze krijgen ontzag voor zijn onbegrensde kracht (Jes. 40:26). Ze krijgen vertrouwen in zijn volmaakte rechtvaardigheid (Deut. 32:4). Ze leren veel van zijn diepe wijsheid (Jes. 55:9; Rom. 11:33). En het troost ze te leren dat hij de verpersoonlijking van liefde is (1 Joh. 4:8). Terwijl ze naar Jehovah toe groeien, krijgen ze de vaste hoop om als kinderen van hem eeuwig te leven. Wat is het een geweldig voorrecht mensen te helpen een band met hun Vader te krijgen! Als je dat doet, beziet Jehovah je als een van zijn ‘medewerkers’ (1 Kor. 3:5). w24.02 12 ¶15

Studeer jij met Getuigen en denk je erover je te laten dopen? Of zijn je ouders Getuigen en wil je gedoopt worden? De doop is een heel mooi doel! Maar voordat je gedoopt kunt worden, moet je je aan Jehovah opdragen. Hoe draag je je aan Jehovah op? Je belooft hem in gebed dat je alleen hem zult aanbidden en dat zijn wil op de eerste plaats in je leven komt. Eigenlijk beloof je hem dat je hem altijd zult liefhebben ‘met je hele hart, je hele ziel, je hele verstand en je hele kracht’ (Mark. 12:30). Je opdracht is een persoonlijke zaak, iets tussen jou en Jehovah. Maar de doop gebeurt in het openbaar. Daarmee laat je anderen zien dat je je aan Jehovah hebt opgedragen. Je opdracht is een heilige gelofte en het moet je doel zijn die na te komen. Dat verwacht Jehovah ook van je (Pred. 5:4). w24.03 2 ¶2; 3 ¶5

Geen enkel huwelijk is perfect. De Bijbel is er duidelijk over: ‘Wie trouwt, haalt zich problemen op de hals’ (1 Kor. 7:28). Waarom? Omdat het huwelijk twee onvolmaakte mensen samenbrengt die een verschillend karakter hebben en van verschillende dingen houden. Vaak hebben ze allebei een andere achtergrond en cultuur. En misschien ontdekken ze bepaalde karaktertrekken bij elkaar die voor hun trouwen niet waren opgevallen. Zulke dingen kunnen wrijving veroorzaken. Sommigen geven hun partner de schuld. Ze zien niet in dat ze zelf een deel van het probleem zijn en iets moeten doen om het op te lossen. Misschien gaan ze zelfs denken dat uiteengaan of scheiden de enige oplossing is. Maar Jehovah wil dat man en vrouw het huwelijk respecteren en bij elkaar blijven, ook als een van beiden moeilijk is om mee samen te leven. w24.03 16 ¶8; 17 ¶11

Na je opdracht en doop groeide je hoop naarmate je meer leerde en je geestelijk volwassen werd (Hebr. 5:13–6:1). Je hebt waarschijnlijk ervaren wat in Romeinen 5:2-4 wordt beschreven. Je maakte beproevingen mee, maar je doorstond ze en voelde hoe blij Jehovah met je was. Omdat je nu overtuigd bent van zijn goedkeuring, heb je nog meer reden om te verwachten dat je krijgt wat hij heeft beloofd. Je hoop is sterker geworden dan in het begin. Het is reëler voor je, persoonlijker. Het raakt je nog dieper, heeft invloed op elk aspect van je leven en verandert hoe je met je gezin omgaat, hoe je beslissingen neemt en zelfs hoe je je tijd gebruikt. Paulus zegt nog iets belangrijks over de hoop die je krijgt als Jehovah je zijn goedkeuring geeft. Hij verzekert je dat je hoop in vervulling zal gaan (Rom. 15:13). w23.12 12-13 ¶16-19

Als je een zware beproeving doormaakt, kun je emotioneel uit balans raken. Wat je voelt, denkt en doet is anders dan normaal. Het kan voelen als in een storm: je wordt van de ene sterke emotie naar de andere geslingerd. Hoe helpt Jehovah je als je door zulke emoties wordt overspoeld? Hij verzekert je ervan dat hij je houvast of stabiliteit zal geven. Als een schip in een storm terechtkomt, kan het gevaarlijk heen en weer gaan schommelen. Om dat slingeren tegen te gaan, hebben veel schepen aan beide kanten stabilisatoren die onder water uitsteken. De stabilisatoren kunnen het schommelen aanzienlijk verminderen, zodat het veiliger en draaglijker wordt voor de passagiers. Maar veel stabilisatiesystemen werken het beste als het schip vooruitgaat. Op een vergelijkbare manier zal Jehovah je ‘stabiliseren’ als je in moeilijke tijden trouw voorwaarts gaat. w24.01 22 ¶7-8

Als je bang bent, vraag je dan af wat Jehovah in het verleden heeft gedaan. Denk na over wat hij heeft geschapen. ‘Kijk goed’ hoe Jehovah zorgt voor de vogels en de bloemen, ook al zijn ze niet naar zijn beeld geschapen en kunnen ze hem niet aanbidden. Als je daarbij stilstaat, krijg je meer vertrouwen dat hij ook voor jou zal zorgen (Matth. 6:25-32). Denk ook na over wat Jehovah voor zijn aanbidders heeft gedaan. Maak een studie van een Bijbels persoon met een groot geloof. Of lees de ervaring van iemand die Jehovah in deze tijd dient. Mediteer daarnaast over hoe Jehovah al voor jou heeft gezorgd. Hoe heeft hij je tot de waarheid getrokken? (Joh. 6:44) Hoe heeft hij je gebeden verhoord? (1 Joh. 5:14) Welke voordelen ervaar je dagelijks dankzij het offer van zijn geliefde Zoon? (Ef. 1:7; Hebr. 4:14-16) w24.01 4 ¶6; 7 ¶17