12 Wanneer je leven ten einde loopt+ en je gaat rusten bij je voorvaders, zal ik je laten opvolgen door je nageslacht,* je eigen zoon.* Ik zal hem het koningschap stevig in handen geven.+
36 Aan zijn zoon zal ik één stam geven, zodat de lamp van mijn dienaar David altijd vóór mij zal branden in Jeruzalem,+ de stad die ik uitgekozen heb als de plaats voor mijn naam.