Jullie dienstvergaderingen
WEEK DIE OP 9 JANUARI BEGINT
10 min: Lied 40. Zet velddienstregelingen voor januari uiteen. Herinner de broeders aan het voorrecht een Getuige te mogen zijn. Mededelingen; ook Vragenbus.
18 min: Welke brochure te gebruiken? Betrek je toehoorders af en toe in de bespreking door vragen te stellen. Onze drie nieuwe brochures werden speciaal ontworpen voor het huisbijbelstudiewerk. Elke brochure werd zo opgesteld dat de inhoud een bepaalde groep van personen zou aanspreken. Verwijs naar stof in de brief van het bijkantoor in „Onze Koninkrijksdienst” van maart 1976 om aan te tonen in welk opzicht dit het geval is. Ten einde deze brochures zo doeltreffend mogelijk in het veld te kunnen gebruiken, moeten wij oplettend naar de huisbewoner luisteren. Wanneer wij zijn gedachten kennen, zullen wij in staat zijn te bepalen met welke brochure hij het meest gebaat zal zijn.
Demonstraties: Laat vier verschillende verkondigers aan vier verschillende huisbewoners een abonnement aanbieden. Laat inleidingen achterwege; toon slechts het besluit van de bijbelse gesprekken en korte abonnementsaanbieding. Eerste huisbewoner neemt aanbieding en drie brochures; de tweede neemt slechts twee tijdschriften met drie brochures; de derde aanvaardt alleen een brochure; de vierde neemt geen lectuur, maar gezien het gesprek besluit verkondiger met een bepaalde brochure in gedachten een nabezoek te brengen. Hoewel het gesprek met de huisbewoner kort is, weet de verkondiger toch verschillende inlichtingen te verkrijgen die de mening van de huisbewoner onthullen. Na elk gesprek vraagt de voorzitter aan de toehoorders wat de belangrijkste beweringen van de huisbewoner waren, wat deze over zijn denkwijze onthulden en welke brochure, als deze bestudeerd zou worden, zijn vragen het beste zou beantwoorden.
Voorzitter besluit met aanmoediging aan de deuren oplettend te zijn, door te luisteren naar hetgeen mensen te zeggen hebben en te trachten vast te stellen wat zij nu precies nodig hebben om geholpen te worden. Moedig tevens allen aan deze week enkele nabezoeken te brengen in een poging studies op te richten.
17 min: Demonstratie: Groepje dat net terugkomt uit de velddienst bespreekt (1) plannen voor afsluiten abonnementen — dit betekent vaak genoeg in de dienst uittrekken om succes te hebben; (2) hoe belangrijk het is de abonnementsformulieren juist in te vullen en prompt bij de gemeente in te leveren; (3) hoe belangrijk het vooral is om te proberen bijbelse gesprekken met de mensen te krijgen en de weg te effenen voor een nieuwe bijbelstudie, misschien via een brochure en (4) recente ervaringen in de velddienst en bij het oprichten van studies.
15 min: „Zegt wat gij te zeggen hebt in uw hart.” Warme slotlezing gebaseerd op artikel in „Wachttoren” van 15 juli 1976. Moedig de gemeente aan bij hun christelijke gedrag ijverige velddienst te voegen, zodat mensen zullen weten wat de reden voor ons goede gedrag is (Matth. 5:16). Vraag allen volgende week de brochure mee te nemen die op de dienstvergadering besproken wordt. Lied 16. Gebed.
WEEK DIE OP 16 JANUARI BEGINT
12 min: Lied 95. Plaatselijke mededelingen en Theocratisch nieuws. Behandel dan het volgende: Wij leven in bijzondere periode van menselijke geschiedenis. Hoofdstuk van ’s mensen leven op aarde waarin hij onafhankelijk van God tracht te zijn, is bijna afgesloten. Nieuw hoofdstuk onder rechtvaardige Koninkrijksheerschappij staat op het punt te beginnen. Wat staat ons te doen? Wij staan nu en in de toekomst voor moeilijke tijden. Niettemin toonde Jezus dat wij niet ontmoedigd moeten zijn maar moed moeten scheppen. Bevrijding is nabij (Luk. 21:25-28). Ondertussen hebben wij werk te doen — het Koninkrijk over de gehele aarde prediken en discipelen maken (Matth. 28:19, 20). Werk gaat nog steeds voort en heeft succes. Willen mensen Gods stem horen, dan is het belangrijk dat wij met dit werk doorgaan.
15 min: „Het leven heeft veel meer te bieden!” Bespreking en demonstratie gebaseerd op nieuwe brochure.
Herhaal de grondbeginselen om op een eenvoudige wijze studies op te richten, zoals twee weken geleden werd getoond. Vraag verkondigers om ervaringen die zij sindsdien in het veld opgedaan hebben door de suggesties toe te passen om te proberen studies op te richten. (Informeer hier van tevoren naar.)
Vestig aandacht op brochure „Het leven heeft veel meer te bieden!” en geef enig commentaar over de soort van personen voor wie deze brochure bedoeld is. Verkondiger demonstreert, met gebruik van een eenvoudige inleiding, hoe deze brochure voor het oprichten van een studie gebruikt kan worden. Terwijl hij met huisbewoner spreekt, leest hij titel van brochure voor en zegt: „Wij hebben er beiden belangstelling voor van het leven te genieten, niet waar?” Als je zijn aandacht hebt, zeg dan: „Merkt u eens op wat hier staat”, en begin de eerste paragraaf te lezen. Stel, in gesprekstrant, de eerste vraag en geef huisbewoner gelegenheid te antwoorden.
Voorzitter en toehoorders analyseren wat er gedaan werd en geven commentaar op punten die zij kunnen navolgen. Voorzitter geeft commentaar op de nieuwe indeling van de schriftplaatsen in deze brochures. Hebben de verkondigers opgemerkt dat de schriftplaatsen in de paragrafen allemaal staan uitgeschreven en dat er geen aanvullende teksten in vermeld worden? Als men de brochure dus alleen maar leest, is dat minder ingewikkeld en kan men snel opschieten. Wanneer je aan de hand van de brochure een bijbelstudie leidt, moeten de schriftplaatsen opgezocht worden die onder aan de bladzijde, bij de vragen, staan, en niet de teksten die in de paragrafen aangehaald worden. Laat alle toehoorders hun brochure opslaan om dit kenmerk te zien.
Voorzitter moedigt verkondigers aan eenvoudige inleiding die tot de brochure leidt, te repeteren. Dringt er bij allen op aan niet alleen te proberen abonnementen af te sluiten maar deze week enige tijd aan het brengen van nabezoeken te besteden ten einde bijbelstudies op te richten.
20 min: De stem van God en van Jezus horen. (Zaalbespreking met gebruik van bijbel.) In verleden hebben mensen Jehovah’s stem gehoord. (Bij drie gelegenheden: [1] Jezus’ doop [Mark. 1:11]. [2] Jezus’ transfiguratie [Mark. 9:7]. [3] In 33 G.T., kort voor Jezus’ laatste Pascha [Joh. 12:28, 29].) Ook nu kunnen mensen Gods stem horen. Hoe? Jehovah hoeft daartoe niet letterlijk hoorbaar te spreken. Mensen kunnen Gods stem horen door dat wat in Zijn Woord staat, te erkennen en te gehoorzamen. „Stem” van toepassing op „elke uitspraak . . . uit Jehovah’s mond” (Matth. 4:4). Zelfde geldt voor de stem van Jezus. Noemde zichzelf de „voortreffelijke herder” wiens schapen ’naar zijn stem luisteren’ en hem volgen, omdat ze zijn stem kennen (Joh. 10:2-5, 11). Christus’ „schapen” „kennen” zijn stem in die zin dat zij datgene wat Jezus gezegd heeft, zoals opgetekend in de bijbel, als waar herkennen en erkennen. Zij weigeren leer van „vreemdelingen”, valse herders, te erkennen. Zij gehoorzamen zijn geboden. Hoe zullen mensen in deze tijd dan de stem van God en zijn Voornaamste Herder horen? Door Gods in de bijbel opgetekende geboden en beginselen te horen. Wie zal ze hun vertellen? Niet de geestelijkheid! Neen, het zijn alleen Jehovah’s Getuigen die over de gehele aarde het goede nieuws van het Koninkrijk prediken. Hoewel Jezus Christus nu niet in eigen persoon spreekt, kunnen mensen ’zijn stem horen’ door bemiddeling van zichtbare vertegenwoordigers (2 Kor. 5:20; Hand. 16:14). Hoe dringend is het dat wij in deze tijd Gods „stem” laten horen! Wij kunnen niet zelf beoordelen of mensen „schapen” of „bokken” zijn. Dit staat niet van tevoren vast. Allen moeten het goede nieuws horen en wij moeten blijven prediken (Rom. 10:14). Zijn er in jullie gebied nog steeds mensen die willen luisteren? Ongetwijfeld! Blijf het Woord prediken en laat de mensen de „stem” van God en Jezus horen. Dan kunnen zij een beslissing nemen en te zijner tijd tonen of zij „schapen” of „bokken” zijn (Matth. 25:31-46). Wij allen, jong of oud, kunnen de vreugde smaken aan dit unieke mondelinge werk deel te nemen. — Matth. 11:29, 30.
13 min: Bespreking van 1/4 van het inlegvel „Gij zijt allen broeders”. De inhoud kan in vieren worden gedeeld en door de ouderlingen worden besproken in welke vorm maar gekozen wordt. Het ligt in de bedoeling de stof en ervaringen met de gemeente te delen zodat iedereen aangemoedigd wordt. Lied 57. Gebed.
WEEK DIE OP 23 JANUARI BEGINT
10 min: Lied 62. Mededelingen. Bespreek noodzaak dat christelijke ouders hun verantwoordelijkheid inzien kinderen op te leiden. Ouders die niet in de waarheid zijn, gaan deze verantwoordelijkheid vaak uit de weg door schoolonderwijzers of andere familieleden ermee te belasten. Christelijke ouders zijn anders. Kinderen zijn een erfenis van Jehovah (Ps. 127:3-5). Wat doe je met erfenis van de Soeverein van universum? Oprechte christenen zullen zich er op verstandige wijze, met grote zorgvuldigheid, om bekommeren. Zo dienen kinderen behandeld te worden. Op ouders zelf rust verantwoordelijkheid kinderen op te leiden (Deut. 6:6, 7). Hoe?
20 min: Demonstreer hoe gezin opbouwende besprekingen over „Jeugd”-boek kan hebben. Vele hoofdstukken verschaffen basis hiervoor. Zoek hoofdstuk uit; merk op dat paragrafen gewoonlijk gegroepeerd zijn. Lees het gedeelte eerst en stel dan vragen. Allen in gezin bespreken onderwerp met eigen woorden, niet slechts antwoorden voorlezen. Ontlok meningen en ervaringen over het onderwerp. Kom door communicatie te weten wat in hart leeft. (Gebruik indien mogelijk gezin dat dit reeds heeft gedaan met „Jeugd”-boek.)
15 min: „Bestaat er een God die zich om ons bekommert?” Bespreking en demonstraties gebaseerd op nieuwe brochure. Herhaal de grondbeginselen voor het op eenvoudige wijze oprichten van studies die vorige keren genoemd zijn. Vraag verkondigers naar ervaringen die zij sindsdien door toepassing van deze suggesties in het veld hebben opgedaan. Vestig vervolgens aandacht op brochure „Bestaat er een God die zich om ons bekommert?” Maak enkele opmerkingen over de soort van personen voor wie deze brochure bedoeld is. Voorzitter geeft voorbeeld van eenvoudige inleiding door de drie vragen op de voorpagina van de brochure voor te lezen en te zeggen: „Bent u het niet met mij eens dat heel wat mensen werkelijk het antwoord op deze vragen zouden willen weten?” Vervolgens legt hij uit dat een verkondiger verder zou kunnen gaan met te zeggen: „Merkt u eens op wat hier staat”, om dan de eerste twee paragrafen te lezen en in gesprekstrant, op belangstellende wijze vraag te stellen.
Laat, na deze korte bespreking door voorzitter, voorbereide verkondiger inleiding demonstreren en de eerste paar paragrafen uit brochure behandelen. Voorzitter en toehoorders kunnen commentaar geven op doeltreffende punten die wij kunnen navolgen.
Voorzitter geeft commentaar op waarde van illustraties in nieuwe brochures en hoe ze gebruikt kunnen worden om degenen met wie wij studeren van hoofdpunten te doordringen. Illustraties zijn niet slechts bedoeld om brochure aantrekkelijker te maken, maar ook om te onderwijzen. Laat alle toehoorders hun brochure te voorschijn halen en bespreek enkele illustraties met hen.
Voorzitter moedigt verkondigers aan eenvoudige inleiding tot brochure goed in hun geest te prenten en te allen tijde bedacht te zijn op gelegenheden om studies op te richten. Vraag: Hoevelen hebben deze maand daadwerkelijk geprobeerd een studie op te richten?
15 min: Bespreking van het tweede gedeelte van „Gij zijt allen broeders”. Besluit met een stimulerende aansporing voor de velddienst en een ervaring of aanmoediging in verband met de abonnementsveldtocht. Lied 28. Gebed.
WEEK DIE OP 30 JANUARI BEGINT
15 min: Lied 36. Financieel verslag en mededelingen. Bespreek brief van bijkantoor. Nodig twee of meer tieners (van tevoren uitgekozen) uit te vertellen hoe zij het „Jeugd”-boek vinden.
17 min: Bespreking van artikel „Wij bezitten wat wij nodig hebben!” met vragen en antwoorden. Moedig verkondigers aan elke manier te beschouwen om het „Jeugd”-boek in de handen te leggen van mensen die het nodig hebben.
17 min: Demonstratie: Zich als gezin op de velddienst voorbereiden. Wij willen gereed zijn om het „Jeugd”-boek te verspreiden. Laat zien hoe vader met kinderen „Jeugd”-boek bespreekt. Vraagt of zij ervan genoten hebben. Zij geven kort hun mening en noemen punten die hen aanspreken. Vader neemt vervolgens gelegenheid te baat hele gezin bijeen te roepen, zodat zij zich op de velddienst kunnen voorbereiden en zullen weten wat zij in februari gaan doen. Vader vraagt kinderen nog eens te vertellen wat hen in boek aantrekt; dit doen zij, waarbij zij ditmaal meer details verschaffen. Vader laat zien hoe hun gedachten in fijne aanbieding aan deur verwerkt kan worden. Aan een van de kinderen wordt gevraagd met gebruikmaking van dergelijke gedachten een eenvoudige aanbieding te doen. Vader en moeder bespreken tevens teksten die zij in hun aanbieding kunnen gebruiken; gebruiken daarvoor misschien suggesties uit „Het goede nieuws aanbieden”. Allen zien noodzaak in zich als gezin op velddienst voor te bereiden en dan in veld met elkaar te werken. (Voorzitter zou suggestie kunnen geven dat jongeren ook met kringopziener of zijn vrouw kunnen werken als zij in de gemeente zijn.)
11 min: Besluit met het bespreken van de hoogtepunten uit het derde gedeelte van „Gij zijt allen broeders”. Lied 18. Gebed.
WEEK DIE OP 6 FEBRUARI BEGINT
12 min: Lied 108. Toon met gebruikmaking van Lukas 6:45 en Romeinen 10:10 waarom Jehovah’s volk vol vreugde uit overvloed van hun hart spreekt. Zij vinden het een verrukking het goede nieuws met anderen te delen. Plaatselijke mededelingen.
15 min: Jongeren — spreken jullie met je leeftijdgenoten? (Bespreking en demonstratie door jonge verkondigers die goede voorbeelden in de velddienst zijn.)
(3 min.) Wij beseffen hoe nodig het is dat allen aan het predikings- en onderwijzingswerk deelnemen, willen met schapen te vergelijken mensen de „stem” van Voortreffelijke Herder horen. Ook jonge mensen dienen zijn stem te horen, en onze jonge verkondigers verkeren in een voortreffelijke positie hen te helpen. Hoe? Door goede communicatie. Jonge mensen weten gewoonlijk welke jongeren Getuigen van Jehovah zijn, omdat de Getuigen met anderen over hun geloof spreken. Nieuwe „Jeugd”-boek bevat uitmuntend materiaal om in gesprekken met andere jonge mensen te gebruiken. Zouden jullie een hoofdstuk kunnen lezen en het dan zonder het boek te gebruiken, met anderen kunnen bespreken door enkele hoofdgedachten en/of schriftplaatsen uit te leggen? Het zou heel goed zijn dit te doen. Let eens op deze jonge verkondiger:
(4 min.) Jonge verkondiger wordt op school door een nieuwe leerling benaderd. Nieuwe leerling biedt hem wat drugs aan. Jonge verkondiger slaat aanbod beleefd af. Nieuwe leerling is heel verbaasd, aangezien vrijwel iedereen bepaalde drugs gebruikt. Een derde leerling, die gesprek gehoord heeft, vraagt jonge verkondiger naar diens mening over drugs. Terwijl nieuwe leerling wegloopt, zet jonge verkondiger vervolgens aan de vragen stellende derde leerling zijn mening uiteen en toont aan waarom hij geen belangstelling heeft voor welke soort van drugs maar ook, waarbij hij hoofdpunten uit hoofdstuk over drugs in „Jeugd”-boek behandelt.
(4 min.) Demonstratie waarin andere jonge verkondiger met klasgenoot punten bespreekt die hij uit „Jeugd”-boek geleerd heeft. Kies een hoofdstuk uit dat in jullie omgeving toepasselijk is en laat jonge verkondiger op eenvoudige wijze schriftplaatsen en hoofdpunten behandelen.
(4 min.) Voorzitter interviewt kort de twee jonge verkondigers(sters) uit demonstraties: Zou de volgende (of soortgelijke) vragen kunnen stellen: Vinden jullie het „Jeugd”-boek gemakkelijk te begrijpen? Wat helpt jullie de punten goed te onthouden? Vinden jullie het boek nuttig in jullie gesprekken met andere jonge mensen? Bemerken jullie dat andere jongeren interesse voor een eigen exemplaar van het „Jeugd”-boek hebben? Besluit met aan te tonen dat jonge verkondigers wat het spreken met andere jongeren aangaat, veel op andere verkondigers voor hebben. Moedig hen aan dit goed te benutten wanneer zij over de voortreffelijke dingen spreken die zij in het nieuwe „Jeugd”-boek gelezen hebben.
20 min: „Het goede nieuws aanbieden — Met het ’Jeugd’-boek.” Bespreek punten van artikel met gemeente en demonstreer verscheidene suggesties. Vermeld dat ook andere aanbiedingen en andere boeken gebruikt mogen worden. Aanbiedingen dienen zo mogelijk tot bijbelse besprekingen te leiden.
13 min: Beëindig de bespreking van „Gij zijt allen broeders”. Help de gemeente plannen te maken de gemeente regelingen voor velddienst te ondersteunen. Lied 64. Gebed.