Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 4/90 blz. 3-4
  • Wees wijs — Pas toe wat je hebt geleerd

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wees wijs — Pas toe wat je hebt geleerd
  • Onze Koninkrijksdienst 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WAT WIJ MOETEN TOEPASSEN
  • WIE GEHOLPEN MOETEN WORDEN
  • De geest tot klagen verdrijven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1953
  • Waar geluk hangt van uzelf af
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
  • De rol erkennen die door Jehovah’s organisatie wordt gespeeld
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
  • Oogsten naar gelang van onze persoonlijke krachtsinspanningen
    Onze Koninkrijksdienst 1991
Meer weergeven
Onze Koninkrijksdienst 1990
km 4/90 blz. 3-4

Wees wijs — Pas toe wat je hebt geleerd

1 De meeste mensen stellen zich ten doel een gelukkig en vredig leven te leiden. Duizenden boeken en artikelen geven raad over hoe van je huwelijk een succes te maken, kinderen groot te brengen, in financieel opzicht te slagen, een goede gezondheid te krijgen en te houden, en over tal van andere onderwerpen inzake het helpen van mensen bij het verwerven van geluk. Alhoewel we in wereldse publikaties een mate van praktische wijsheid kunnen vinden, zijn de meeste mensen allesbehalve gelukkig en tevreden. Hoe komt dat?

2 Het antwoord kunnen wij in de bijbel vinden, in Spreuken 1:7, waar staat: „De vrees voor Jehovah is het begin van kennis. Wijsheid en streng onderricht — slechts dwazen hebben ze veracht.” Iemand kan niet verwachten vrede en geluk te bezitten indien hij de Bron van ware kennis en wijsheid, Jehovah God, niet erkent en respecteert.

3 De wereld is in geestelijk opzicht verpauperd — verhongerd. Ironisch genoeg heeft men dit zichzelf opgelegd, daar er over de hele wereld een overvloed van geestelijk voedsel beschikbaar is, en men het gratis tot zich kan nemen (Spr. 1:20, 21; Openb. 22:17). Omdat mensen in de wereld de wijsheid van Jehovah verwerpen, strompelen zij in geestelijke duisternis voort (Spr. 1:22-23). Daar staat tegenover dat wij, als Jehovah’s volk dat zijn wetten respecteert en zijn geboden onderhoudt, geestelijk goed gevoed en gelukkig zijn (Jes. 65:13, 14). Daarbij komt nog dat de liefde, die in Gods organisatie overvloedig aanwezig is, ons identificeert als Christus’ ware discipelen (Joh. 13:35). Ja, de wereldomvattende broederschap van Jehovah’s Getuigen is er het levende bewijs van dat het zich houden aan het onderwijs uit de bijbel de weg van wijsheid is.

4 Toch ervaren sommigen die met Jehovah’s organisatie verbonden zijn, wellicht niet het geluk dat hun ten deel zou kunnen vallen. Zij zouden zelfs door de dingen die zij zeggen en doen het geluk van anderen in hun omgeving kunnen verstoren. Hoe zou dit kunnen gebeuren? Enkel en alleen doordat zij Gods wijsheid niet in hun leven toepassen. Zij zijn wellicht aanwezig op gemeentevergaderingen, kringvergaderingen en districtscongressen. Zij zijn misschien helemaal bij met wat de publikaties van het Genootschap zeggen, maar uit hun levensstijl en de manier waarop zij met anderen, met inbegrip van hun medechristenen, omgaan, blijkt niet dat zij de waarheid die zij hebben geleerd, toepassen. Wat is in dit geval noodzakelijk? Zulke personen dienen zich erop toe te leggen ’met het oog op de geest te zaaien’, zodat zij waar geluk in hun eigen leven kunnen brengen en kunnen bijdragen tot het geluk van degenen met wie zij omgaan. — Gal. 6:7, 8.

WAT WIJ MOETEN TOEPASSEN

5 Indien wij persoonlijk laks worden, onze waakzaamheid laten verslappen, en zwichten voor Satan, de wereld, of ons onvolmaakte vlees, zullen wij de vreugde verliezen die voortspruit uit een intieme verhouding met Jehovah. Het is nu meer dan ooit noodzakelijk eraan te denken dat wij de dingen toepassen die wij op onze gemeentevergaderingen en congressen, alsook via andere voorzieningen van de organisatie, leren. De wereld waarin wij leven is een gevaarlijke plaats, die voortdurend verandert. Wij dienen erop bedacht te zijn de raad waarin Jehovah liefdevol via de „getrouwe en beleidvolle slaaf” voorziet, als voedsel te rechter tijd te bezien. — Matth. 24:45-47.

6 Het huidige programma voor onze speciale dagvergadering verschaft veel goede inlichtingen over hoe wij als één kudde vast kunnen staan. Er worden praktische suggesties gegeven hoe wij verzwakkende invloeden, zoals ontmoedigende omstandigheden, de wereldse geest van onafhankelijkheid en tijdverspillende afleidingen, kunnen bestrijden. Brengen wij de goede raad in praktijk om volledig op Jehovah en zijn wegen te vertrouwen, theocratische autoriteit te erkennen en ons eraan te onderwerpen, nederig en bescheiden te zijn, en de gelegen tijd voor theocratische doeleinden uit te kopen? (Micha 6:8; Ef. 5:15, 16; Hebr. 6:10; 13:17) Helpen gezinsleden elkaar zich te richten naar een christelijke levensstijl? Onze keuze van amusement, onze gewoonten en onze dagelijkse routine dienen te worden beïnvloed door de raad die wij uit de Schrift ontvangen. Tenzij wij er ijverig moeite voor doen de geleerde dingen toe te passen, zal er weinig of geen geestelijke vooruitgang zijn, en zullen onze vrede des geestes en ons geluk nadelig beïnvloed worden. — Fil. 4:7-9; Jak. 1:22-25.

7 Er is een gezamenlijke krachtsinspanning nodig voor persoonlijke studie en gezinsstudie. De Index van Wachttoren-publikaties kan ons naar gedetailleerde inlichtingen leiden over het toepassen van bijbelse beginselen. Het Jonge mensen vragen-​boek is een uitstekend hulpmiddel voor ouders om hun kinderen te helpen opgewassen te zijn tegen de huidige gecompliceerde satanische wereld. Door zulk materiaal te raadplegen, zullen wij Jehovah’s zienswijze op de dingen verkrijgen en kunnen wij ons door rechtvaardige beginselen laten leiden. Indien wij dit niet zouden doen, zouden wij zijn als iemand die een geneesmiddel heeft voor een ziekte, maar dit nooit inneemt, ook al weet hij dat het de pijn kan verlichten. Geregelde persoonlijke studie en gezinsstudie zal ons geloof doen toenemen en ons de kracht geven te volharden. In een tijd van beproeving zal ons geloof niet bezwijken, wat tot gevolg zou hebben dat wij afdrijven. — Matth. 13:6; Luk. 8:13; Hebr. 2:1.

8 Ouderlingen en dienaren in de bediening dienen een voorbeeld te geven in het hebben van de leiding over hun huisgezin. Dit houdt in dat zij hun vrouw en kinderen helpen de dingen die zij uit Gods Woord en via de organisatie leren, toe te passen, zodat zij geestelijk sterk blijven. Op deze manier kan het hele gezin een voorbeeldige christelijke levenswijze aan de dag leggen en een aanmoediging zijn voor anderen, zowel binnen als buiten de gemeente. — Ef. 6:4; 1 Tim. 3:4, 12, 13.

WIE GEHOLPEN MOETEN WORDEN

9 Onder degenen die elk jaar de Gedachtenisviering bijwonen, zijn velen die verdere aanmoediging nodig hebben om toe te passen wat zij leren en zich actief met de organisatie te verbinden. Wij kunnen onze geïnteresseerden liefdevolle consideratie betonen door hun te leren hoe bijbelse beginselen in hun leven toe te passen en hoe Gods rechtvaardige geboden uit te voeren. Wij moeten bezorgdheid aan de dag leggen jegens hen die vorderingen maken om onze broeders en zusters in het geloof te worden.

10 Elkeen die ongeregeld of inactief is geworden, dient geholpen te worden er de noodzaak van in te zien samen met de organisatie aan geregelde activiteit deel te nemen. Zij moeten de vrede en het geluk terugkrijgen die zij voordien genoten, toen zij Jehovah vollediger dienden (Joh. 13:17). Door hen vriendelijk te helpen hun waardering voor de waarheid en ’het brengen van een slachtoffer van lof aan God’ opnieuw aan te wakkeren, zullen zij in staat zijn de dingen die zij leren toe te passen en op de weg ten leven te blijven. — Hebr. 13:15; zie Onze Koninkrijksdienst van juni (voor Suriname juli) 1979, blz. 7 en maart 1977, blz. 3.

11 Alle leden van Gods volk dienen gelijke tred te houden met Jehovah’s snel voortschrijdende organisatie. Wij kunnen het ons niet veroorloven ons tot zelfgenoegzaamheid te laten verlokken. Wij moeten altijd onze geestelijke gezindheid behouden, op de hoogte blijven met de laatste inlichtingen die wij door middel van Gods organisatie ontvangen en er snel bij zijn deze toe te passen. Hiervoor zijn ijverige krachtsinspanningen en soms persoonlijke offers nodig. Maar Jehovah vraagt niet iets van ons waartoe wij niet in staat zijn. Hij is onze Schepper, en hij weet wat het beste voor ons is. Laten wij daarom bewijzen dat wij wijs zijn en ermee voortgaan ons door Jehovah te laten onderwijzen en de dingen die wij leren, toe te passen. Dit zal hem lof brengen en eeuwige voordelen voor ons tot gevolg hebben. — Jes. 48:17; 54:13.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen