Heeft televisie u veranderd?
EEN „venster op de wereld”. Zo is televisie wel omschreven. In het boek Tube of Plenty — The Evolution of American Television merkt de auteur Erik Barnouw op dat de tv tegen het begin van de jaren ’60 „voor de meeste mensen hun venster op de wereld was geworden. Wat zij te zien kregen, scheen de wereld te zijn. Zij vertrouwden op de waarheid en volledigheid ervan.”
Maar een gewoon venster kan niet uitzoeken wat het u laat zien, noch kan het de belichting of de gezichtshoek bepalen of, enkel om uw interesse vast te houden, abrupt verandering brengen in wat u ziet. Televisie kan dat wel. Zulke factoren bepalen in sterke mate uw gevoelens en conclusies over wat u ziet, maar ze worden beheerst door de programmamakers. Zelfs de meest onbevooroordeelde nieuwsuitzendingen en documentaires ondergaan een dergelijke manipulatie, hoe onbedoeld dit ook mag zijn.a
Een meesterverleider
Meestal is het echter zo dat degenen die de tv-programma’s maken, er zonder meer op uit zijn de kijkers te beïnvloeden. In reclamespots bijvoorbeeld hebben zij praktisch de vrije hand om elke verleidelijke kunstgreep die hun ter beschikking staat, aan te wenden om u tot kopen te bewegen. Kleur. Muziek. Aantrekkelijke personen. Erotiek. Schitterende locaties. Hun repertoire is enorm groot, en zij maken er een meesterlijk gebruik van.
Een vroegere reclameman schreef over de vijftien jaar dat hij in het vak had gezeten: „Ik ben erachter gekomen dat het mogelijk is door middel van media [zoals de tv] regelrecht in het hoofd van mensen door te dringen en dan als een magiër die over bovennatuurlijke krachten beschikt, beelden in hun geest achter te laten die hen ertoe kunnen brengen dingen te doen waar zij anders nog niet over gepeinsd zouden hebben.”
Dat de tv zo’n geweldige macht over mensen heeft, was al in de jaren ’50 duidelijk. Een lippenstiftfabriek met een jaaromzet van $50.000 begon een reclamecampagne op de Amerikaanse tv. In twee jaar tijd schoten de verkopen omhoog tot $4.500.000 per jaar! Een bank werd plotseling overspoeld met $15.000.000 aan depositogelden nadat ze haar diensten had aangeprezen in een tv-programma dat bij veel vrouwen populair was.
De gemiddelde Amerikaan ziet nu meer dan 32.000 reclamespots per jaar. Deze spelen op verleidelijke wijze in op de emoties. Mark Crispin Miller schreef daarover in Boxed In — The Culture of TV: „Het is waar dat wij worden gemanipuleerd door wat wij op tv zien. De reclamespots, die wij de hele dag zien, beïnvloeden ons onophoudelijk.” Deze manipulatie, zo zegt hij verder, „is juist daarom zo gevaarlijk omdat ze vaak moeilijk te bespeuren is, en dus zal ze in haar opzet slagen zolang wij haar niet leren onderscheiden”.
Maar de tv verkoopt meer dan lippenstift, politieke gezichtspunten en cultuur. Ze verkoopt ook zeden — of het ontbreken ervan.
De tv en de zeden
Weinig mensen zouden ervan opkijken als zij horen dat in Amerika steeds vaker seksuele handelingen op de buis komen. Volgens een in 1989 in Journalism Quarterly verschenen onderzoek kwamen er in 66 uur van kabeltelevisie met een hoge kijkdichtheid in totaal 722 gevallen voor waarbij seksuele handelingen werden gesuggereerd, besproken of echt getoond. Deze liepen uiteen van erotische aanrakingen tot gemeenschap, masturbatie, homoseksualiteit en incest. Gemiddeld kwam dat neer op 10,94 gevallen per uur!
De Verenigde Staten zijn in dit opzicht geenszins uniek. In Franse tv-films wordt onverhuld seksueel sadisme getoond. Op de Italiaanse tv zijn striptease-shows te zien. De Spaanse tv vertoont nachtfilms vol geweld en erotiek. En zo zouden wij kunnen doorgaan.
Geweld is nog een vorm van tv-zedeloosheid. In de VS prees een tv-criticus van het tijdschrift Time onlangs de „griezelige geestigheid” in een reeks gruwelfilms. Taferelen waarbij mensen onthoofd, verminkt of gespietst werden, of door demonen bezeten waren, vormden de hoofdschotel in de films. Natuurlijk is veel van het geweld op tv minder gruwelijk — en gemakkelijker als vanzelfsprekend te aanvaarden. Toen onlangs in een afgelegen dorp in Ivoorkust (West-Afrika) voorbeelden werden getoond van westerse tv-programma’s, kon een verbijsterde oude man alleen nog maar vragen: „Waarom doen blanken niets anders dan elkaar neersteken, doodschieten en afranselen?”
Het antwoord is natuurlijk dat tv-producenten en -sponsors de kijker willen bieden wat hij wil zien. Geweld trekt kijkers. Seks ook. En dus dist de tv ruime porties van beide op — maar geen al te grote porties in een al te snel tempo, anders zou het de kijker gaan tegenstaan. Donna McCrohan zei daarover in Prime Time, Our Time: „De meeste topprogramma’s gaan op het gebied van taalgebruik, seks, geweld of andere onderwerpen zo ver ze kunnen; dan, als de grens bereikt is, laten ze die vervagen. Daarna is het publiek zover dat de grens verlegd kan worden.”
Eens vond men het onderwerp homoseksualiteit bijvoorbeeld de grenzen van het fatsoen voor tv te buiten gaan. Maar toen de kijkers eraan gewend raakten, waren zij bereid meer te accepteren. Een Franse journalist verklaarde: „Tegenwoordig zou geen producer homoseksualiteit als een afwijking durven voorstellen . . . In plaats daarvan zijn het de maatschappij en haar intolerantie die abnormaal zijn.” In 1990 ging op de Amerikaanse kabeltelevisie in elf steden een ’homo’-serie in première, waarin scènes voorkwamen van mannen die met elkaar naar bed gingen. De producer van de serie vertelde het tijdschrift Newsweek dat dergelijke scènes door homo’s bedacht waren om „het publiek te ’desensibiliseren’, ongevoeliger te maken, zodat men gaat beseffen dat wij net zo zijn als ieder ander”.
Fantasie tegenover realiteit
De auteurs van het in Journalism Quarterly verschenen onderzoek merkten op dat de tv bijna nooit de gevolgen van onwettige seks toont en dat het „voortdurende spervuur van prikkelende seksuele voorstellingen” daardoor neerkomt op een disinformatiecampagne. Zij haalden een ander onderzoek aan waarin geconcludeerd werd dat tv-series boven alles de volgende boodschap overdragen: Seks is iets voor ongehuwde partners, en niemand loopt er een ziekte door op.
Is dat de wereld zoals u die kent? Voorechtelijke seks zonder tienerzwangerschappen of seksueel overdraagbare aandoeningen? Homo- en biseksualiteit zonder vrees voor AIDS? Geweld en vernielingen waarbij helden als overwinnaars en schurken vernederd uit de bus komen — beiden, zowel held als schurk, echter vreemd genoeg vaak zonder blauwe plekken? De tv schept een wereld waarin daden heerlijk vrij van consequenties zijn. Normen als geweten, moraal en zelfbeheersing zijn vervangen door de norm van het ogenblikkelijk bevredigen der zinnen.
Het is duidelijk dat de tv geen „venster op de wereld” is — tenminste niet op de wereld zoals die in werkelijkheid is. Een recent boek over televisie heet zelfs The Unreality Industry [De onwerkelijkheidsindustrie]. Volgens de auteurs ervan is de tv „een van de krachtigste invloeden in ons leven geworden. Het gevolg is dat de tv niet alleen definieert wat werkelijkheid is, maar, wat veel belangrijker en verontrustender is, dat de tv het onderscheid, de grens, tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid tenietdoet.”
Deze woorden klinken degenen die denken dat zij ongevoelig zijn voor de invloed van tv, wellicht als paniekzaaierij in de oren. ’Ik geloof niet alles wat ik zie’, voeren sommigen aan. Het kan best zijn dat wij niet alles op de tv in goed vertrouwen aannemen. Maar de experts waarschuwen dat dit voorspelbare soort scepticisme wel eens geen bescherming zou kunnen bieden tegen de subtiele manieren waarop tv onze gevoelens bespeelt. Een schrijver zei hierover: „Een van de beste trucs van tv is nooit te verraden in welke mate ze nu precies onze psychische mechanismen beïnvloedt.”
Een invloedrijk apparaat
Volgens het 1990 Britannica Book of the Year kijken Amerikanen gemiddeld zeven uur en twee minuten tv per dag. Een voorzichtiger schatting stelt het cijfer op ongeveer twee uur per dag, maar dat komt nog altijd neer op zeven jaar tv-kijken in een heel leven! Hoe zouden zulke enorme doses tv geen uitwerking op mensen kunnen hebben?
Het zal ons nauwelijks verwonderen over mensen te lezen die moeite hebben om tv en realiteit uit elkaar te houden. Volgens een in het Britse blad Media, Culture and Society gepubliceerd onderzoek bleek tv inderdaad te bewerkstelligen dat bepaalde mensen „een alternatief beeld van de werkelijke wereld” creëren waardoor zij geleidelijk gaan denken dat wat zij zich ten aanzien van de werkelijkheid wensen, de werkelijkheid zelf is. Andere onderzoeken, zoals die welke door het Amerikaans Nationaal Instituut voor Geestelijke Gezondheid zijn verricht, schijnen deze uitkomsten te bevestigen.
Als tv de gangbare ideeën over de werkelijkheid beïnvloedt, hoe zou ze dan haar uitwerking op het leven en de daden van mensen kunnen missen? In Prime Time, Our Time schrijft Donna McCrohan: „Als in een veelbekeken tv-programma taboes worden doorbroken of fatsoensnormen op het gebied van spraak overboord worden gegooid, voelen wij ons vrijer om dat zelf ook te doen. Zo worden wij ook beïnvloed wanneer . . . vrije seks de norm is of wanneer een echte macho zegt condooms te gebruiken. Steeds weer werkt tv — met een bepaald vertragingsmechanisme — als de spiegel die ons overtuigend weet aan te praten wie we zijn, zodat wij daardoor over het algemeen ook inderdaad zo worden.”
De opkomst van het tv-tijdperk heeft beslist een overeenkomstige stijging in immoraliteit en geweld te zien gegeven. Toeval? Nauwelijks mogelijk. Uit een onderzoek bleek dat het misdaad- en geweldcijfer in drie landen pas steeg nadat in elk land de tv haar intrede had gedaan. Waar de tv eerder kwam, steeg het misdaadcijfer eerder.
Verrassend is dat tv-kijken niet eens zo’n ontspannend tijdverdrijf is als velen schijnen te denken. Uit ruim dertien jaar onderzoek bij 1200 personen bleek dat van alle vormen van tijdverdrijf tv-kijken mensen waarschijnlijk het minst ontspande. In plaats daarvan voelde men zich na het kijken meestal loom, maar toch gespannen en niet in staat zich te concentreren. Vooral als mensen lang gekeken hadden, was hun humeur slechter dan toen zij met kijken begonnen. Na lezen waren mensen daarentegen meer ontspannen, prettiger gestemd en beter in staat zich te concentreren!
Maar ongeacht hoe opbouwend het lezen van een goed boek ook mag zijn, tv is een gewiekste tijddief die boeken gemakkelijk naar het tweede plan kan verschuiven. Toen de tv voor het eerst haar intrede deed in de stad New York, constateerden de openbare bibliotheken al snel een daling in het aantal uitleningen. Natuurlijk is hiermee geenszins gezegd dat de mens op het punt staat het lezen eraan te geven. Maar men zegt dat mensen tegenwoordig met minder geduld lezen en dat hun belangstelling spoedig wegebt als zij niet continu opvallende visuele beelden voorgeschoteld krijgen. Statistieken en studies bevestigen zulke vage bange vermoedens wellicht niet. Maar wat verliezen wij in termen van persoonlijke diepgang en discipline als wij er niet buiten kunnen constant verwend te worden met een aanhoudende stroom tv-amusement die er beeld na beeld op is afgestemd om zelfs de snelst afgeleide persoon te boeien?
Kinderen van het kastje
In verband met kinderen evenwel wordt het onderwerp tv echt urgent. Elke uitwerking die tv wellicht op volwassenen heeft, kan ze over het algemeen zeker op kinderen hebben — alleen diepgaander. Uiteindelijk zijn kinderen eerder geneigd te geloven in de fantasiewereld die zij op tv zien. In de Duitse krant Rheinischer Merkur/ Christ und Welt werd een recent onderzoek aangehaald waaruit bleek dat kinderen vaak „niet in staat [zijn] het werkelijke leven en hetgeen zij op de buis zien, uit elkaar te houden. Dat wat zij in de onwerkelijke wereld zien, wordt door hen in de werkelijke wereld geplaatst.”
Ruim 3000 wetenschappelijke studies en tientallen jaren onderzoek hebben de conclusie gestaafd dat geweld op tv een negatieve uitwerking heeft op kinderen en tieners. Organisaties van naam, zoals het Amerikaans Genootschap voor Kindergeneeskunde, het Nationaal Instituut voor Geestelijke Gezondheid en het Amerikaans Medisch Genootschap, zijn het er alle over eens dat televisiegeweld bij kinderen tot agressief en asociaal gedrag kan leiden.
Onderzoekingen hebben andere verontrustende gevolgen aan het licht gebracht. Zo is er bijvoorbeeld verband gelegd tussen vetzucht bij kinderen en overmatig tv-kijken. Blijkbaar zijn er twee oorzaken. (1) De uren die passief voor de tv worden doorgebracht komen in de plaats van uren waarin anders actief gespeeld werd. (2) De reclame op tv slaagt er uitstekend in kinderen allerlei dikmakers te laten eten die weinig voedingswaarde hebben. Uit ander onderzoek lijkt naar voren te komen dat kinderen die buitensporig veel tv-kijken, op school slechte cijfers halen. En hoewel de conclusie meer omstreden is, schreef het tijdschrift Time onlangs dat veel psychiaters en leraren de tv de schuld geven van de algemene achteruitgang in de leesvaardigheid en schoolprestaties van kinderen.
Opnieuw is tijd een doorslaggevende factor. Tegen de tijd dat het gemiddelde Amerikaanse kind van de middelbare school komt, heeft het 17.000 uur voor de tv doorgebracht, en slechts 11.000 uur op school. Veel kinderen zitten het grootste deel van hun vrije tijd — en misschien wel van al hun tijd — voor de tv. In het boek The National PTA Talks to Parents: How to Get the Best Education for Your Child wordt opgemerkt dat de helft van alle vijfdeklassers (tienjarigen) thuis vier minuten per dag aan lezen besteedt, maar 130 minuten aan tv-kijken.
Uiteindelijk zijn er vermoedelijk maar erg weinig mensen die serieus zouden willen aanvechten dat de gevaren van tv voor zowel kinderen als volwassenen heel reëel zijn. Maar wat betekent dat? Moeten ouders tv-kijken in hun huis verbieden? Dienen mensen in het algemeen zich tegen de invloed ervan te beschermen door de tv het huis uit te gooien of op zolder op te bergen?
[Voetnoot]
[Inzet op blz. 7]
„Waarom doen blanken niets anders dan elkaar neersteken, doodschieten en afranselen?”
[Illustratie op blz. 9]
Zet de tv uit, pak een boek