Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 2/92 blz. 3-6
  • Vreugdevol voorzien in de behoeften van de oogst

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vreugdevol voorzien in de behoeften van de oogst
  • Onze Koninkrijksdienst 1992
  • Vergelijkbare artikelen
  • Jouw rol in het bouwen voor de toekomst
    Onze Koninkrijksdienst 1990
  • Behoefte aan meer Koninkrijkszalen door voortdurende expansie
    Onze Koninkrijksdienst 1993
  • Bij alles wat wij ondernemen naar Jehovah opzien
    Onze Koninkrijksdienst 1992
  • In de behoeften van de oogst voorzien
    Onze Koninkrijksdienst 1988
Meer weergeven
Onze Koninkrijksdienst 1992
km 2/92 blz. 3-6

Vreugdevol voorzien in de behoeften van de oogst

1 Ja, dit is een oogsttijd. Wij bevinden ons nu in het besluit van het samenstel van dingen, en zoals Jezus in een van zijn gelijkenissen zei, ’is de oogst een besluit van een samenstel van dingen’ (Matth. 13:39). In Johannes 5:17 zei Jezus: „Mijn Vader is tot nu toe blijven werken, en ik blijf werken.” In deze periode van oogstwerk is Jehovah’s volk niet alleen bezig met het prediken van het goede nieuws van het Koninkrijk maar ook met het zorgen voor plaatsen van aanbidding. Meer dan ooit is er nu behoefte aan Koninkrijkszalen. Gelukkig heeft Jehovah zijn loyale dienstknechten ertoe bewogen hun bekwaamheden vrijwillig aan te bieden voor de bouw van Koninkrijkszalen. Zij werken niet alleen hard, maar zij stralen ook een geest van vreugde uit.

2 Het is nu net als in de dagen van Nehemia, toen de Israëlieten druk bezig waren met de bouw van Jeruzalems muur. Nehemia 4:6 zegt dat ’het volk een hart bleef hebben om te werken’. Wat was het geheim van die voortreffelijke hartetoestand? Dat wordt later vermeld in Nehemia 8:10: „Want de vreugde van Jehovah is uw vesting.” Wij hebben beslist alle reden om vreugdevolle werkers te zijn. Wij hebben Jehovah’s zegen. Wij hebben Jehovah’s geest, en vreugde is een vrucht van die geest. — Gal. 5:22.

3 Regionale bouwcomités: Berichten uit het wereldwijde veld tonen aan dat ’de velden wit zijn om geoogst te worden’ (Joh. 4:35). Met deze behoefte in gedachten begon het Genootschap in 1987 [in Nederland in 1988] Regionale bouwcomités te vormen om gemeenten te helpen bij bouwprojecten voor Koninkrijkszalen, zowel nieuwbouw als renovaties. De ouderlingen die zijn aangesteld om in deze comités te dienen, zijn geestelijk gezinde mannen die gewoonlijk heel wat ervaring hebben in het bouwen en op zakelijk gebied. Hun adviezen zijn nuttig gebleken, vooral wanneer er tussen hen en de broeders die in het plaatselijke bouwcomité dienen een geest van samenwerking is.

4 Drie gemeenten die hulp ontvingen van vrijwilligers die met een Regionaal bouwcomité samenwerkten, schreven later naar het comité om hun waardering te uiten. Zij merkten heel attent op: „Breng onze hartelijke groeten en dank over aan jullie vrouw, jullie kinderen en jullie gemeente. Wij hebben heel veel waardering voor de opofferingen die zij zich getroosten door jullie met zo velen van Jehovah’s volk te delen.”

5 Eén regionaal comité berichtte: „Wij hebben voortreffelijke medewerking gehad van het plaatselijke bouwcomité. Voor ons is nog steeds . . . de band die wij met het plaatselijke bouwcomité ontwikkelen, een van de dankbaarste kanten van ons werk.” Een plaatselijk bouwcomité dat twee gemeenten vertegenwoordigde, schreef onlangs: „Een gemeente ontvangt door deze regeling schitterende zegeningen. Om er enkele te noemen: er wordt door bemiddeling van het bouwcomité voorzien in vakkundige leiding bij zo’n project; er wordt geregeld dat honderden vakbekwame en geestelijk gezinde broeders hulp bieden; het maakt het mogelijk dat een project snel wordt gerealiseerd zodat de gemeente er in geestelijk opzicht niet door verzwakt maar de liefde van de broeders voor elkaar erdoor wordt versterkt; het biedt een voortreffelijk getuigenis aan de gemeenschap; en bovenal, het levert een prachtige plaats op waarin Jehovah kan worden verheerlijkt.”

6 Neem vroegtijdig contact op met het Regionale bouwcomité: Wanneer gemeenten van plan zijn een renovatie of een nieuwbouwproject uit te voeren, dienen de plaatselijke ouderlingen bij aanvang van het project contact op te nemen met de voorzitter van het regionale comité. De Regionale bouwcomités beschikken over richtlijnen van het Genootschap, en deze broeders hebben veel ervaring die valkuilen zal helpen vermijden bij de aankoop van grond en de planning van een bouwproject. Als zij volledig op de hoogte worden gehouden van alle projecten in het hun toegewezen gebied, kan het regionale comité vrijwilligers zo indelen dat alle projecten worden gerealiseerd zonder dat de vaklieden te zwaar worden belast. Elk Regionale bouwcomité houdt personeelslijsten bij en deelt de vrijwilligers binnen zijn toegewezen werkgebied in.

7 De richtlijnen die aan de regionale comités zijn verschaft, omvatten ook factoren die zorgvuldig moeten worden overwogen voordat er grond wordt gekocht, zoals landelijke wetten en plaatselijke verordeningen die van kracht zijn in allerlei situaties waarmee men bij een Koninkrijkszaalproject te maken kan hebben. Het is heel verstandig om voordeel te trekken van wat ouderlingen weten op te merken die zijn aangesteld om in het Regionale bouwcomité te dienen, en gemeenten doen er goed aan om al in het begin contact met hen op te nemen, ruim voordat er grond wordt gekocht. — Spr. 15:22.

8 Ouderlingen kunnen zich via de kringopziener met het Regionale bouwcomité in verbinding stellen. Hij heeft naam, adres en telefoonnummer van de voorzitter van het comité dat is aangewezen om te helpen bij de bouw van Koninkrijkszalen in het gebied waarin de gemeente zich bevindt.

9 Verstandig inkopen: In de meeste gevallen hebben gemeenten bouwmaterialen met wijs beleid ingekocht. Het Genootschap heeft geen landelijk programma voor het inkopen van bouwmaterialen. Maar van tijd tot tijd berekenen sommige fabrikanten speciale prijzen voor levering rechtstreeks aan de gemeenten. Wanneer dit gebeurt, zal het Genootschap de Regionale bouwcomités bericht sturen over deze leveranciers. Dit betekent in zo’n geval niet dat het Genootschap of het Regionale bouwcomité de leverancier aanbevelen of goedkeuren. Het is eenvoudig een kwestie van het doorgeven van informatie aan de plaatselijke gemeenten, zodat zij weten welke materialen en tarieven er worden geboden en zij vergelijkingen kunnen maken.

10 De plaatselijke ouderlingen dienen erop toe te zien dat de prijzen zorgvuldig worden vergeleken voordat er materialen worden aangeschaft. Het regionale comité kan helpen bij het opstellen van een lijst van artikelen die moeten worden ingekocht, met inbegrip van artikelen voor de aankleding van het interieur. Waarschijnlijk zijn er bij elk comité vrijwilligers bekend die op deze terreinen ervaring hebben en die graag hun diensten zullen aanbieden om gemeenten te helpen bij het opstellen van de lijst van materialen die ingekocht moeten worden. Andere broeders, die verstand hebben van zakelijke aangelegenheden, kunnen worden gebruikt om concurrerende prijzen voor de materialen te bedingen. Er dient contact opgenomen te worden met verscheidene leveranciers om te bepalen wat de beste prijs is, terwijl ook op geschikte kwaliteit wordt gelet. Hoewel er soms materialen of diensten tegen inkoopprijs worden aangeboden, moeten de ouderlingen zorgvuldig alle details nagaan aangezien er soms onvoorziene kosten bij komen. Er mag nooit vergeten worden dat het met toewijding geschonken gaven zijn waarvan gebruik wordt gemaakt, en samenwerking van de plaatselijke broeders met het Regionale bouwcomité zal ertoe bijdragen dat deze middelen verstandig worden besteed.

11 Houd het ontwerp van de Koninkrijkszaal eenvoudig: Zelfs al zou een gemeente voldoende geld hebben bijeengebracht om de zaal iets extra’s te geven zonder daarvoor een lening te hoeven afsluiten, dan moet toch overwogen worden conventionele ontwerpen te gebruiken en bescheiden te bouwen. Hierdoor blijft het resterende geld beschikbaar voor andere theocratische doeleinden (om blz. 63; 2 Kor. 8:14). Aangezien velen bij Koninkrijkszaalprojecten hun arbeid vrijwillig aanbieden, kunnen werkers het gevoel krijgen dat er misbruik van hen wordt gemaakt als hun wordt gevraagd verfraaiingen te maken of aan te brengen die veel tijd en inspanning kosten. Hoewel goed geluid een vereiste is, zijn uitgebreide installaties met extra bijzonderheden niet altijd naar verhouding beter of noodzakelijk. Zulke zaken dienen zorgvuldig afgewogen te worden voordat ze in het project worden opgenomen. Het Regionale bouwcomité kan een waardevolle bijdrage leveren door te helpen bij het nemen van evenwichtige beslissingen met betrekking tot het ontwerp.

12 Van veel zalen kon de bouw gefinancierd worden doordat plaatselijk geld geleend kon worden van de gemeenteleden. Soms werd een Koninkrijkszaal verkocht en was het geld dat daarvoor werd ontvangen voldoende om de kosten te dekken voor de bouw van een nieuwe, grotere faciliteit. Sommige gemeenten moeten echter extra financiële hulp zoeken. Zij kunnen contact opnemen met het Genootschap om na te gaan of er een lening kan worden verkregen, waarbij zij de richtlijnen opvolgen die aan ouderlingen worden verschaft. Voordat er een lening wordt aangevraagd bij het Genootschap dienen de ouderlingen plaatselijk een onderzoek in te stellen om te bepalen (1) hoeveel bij aanvang zal worden bijgedragen voor de aankoop van grond en de bouwkosten, (2) hoeveel plaatselijk kan worden geleend door degenen die met de betrokken gemeente(n) zijn verbonden en (3) hoeveel maandelijks zal worden bijgedragen om de exploitatiekosten van de gemeente te dekken en een eventuele lening bij het Genootschap terug te betalen. Er dienen voor het uitvoeren van dit onderzoek geen namen te staan op de briefjes die worden ingeleverd. Het is belangrijk dat allen nauwkeurige bedragen opgeven, waarbij zij realistisch bekijken wat zij persoonlijk kunnen bijdragen en welke mogelijkheden zij hebben om geld te lenen, aangezien de ouderlingen deze getallen zullen gebruiken bij het nemen van belangrijke beslissingen ten behoeve van de gemeente.

13 Wanneer een bouwproject voor een Koninkrijkszaal voltooid is, blijft er soms wat geld over. Wanneer de lening via het Genootschap werd verkregen, dient elk eventuele overschot onmiddellijk aan het Genootschap te worden terugbetaald. Het Genootschap kan het geld dan ter beschikking stellen van anderen die dit nodig hebben. Het extra geld dient niet plaatselijk achter de hand gehouden te worden, noch dient het door de betrokken gemeente(n) aan andere gemeenten te worden uitgeleend.

14 Kostenberekening en financiële procedures: Alvorens een bouwproject voor een Koninkrijkszaal te ondernemen, dienen de bouwkosten zorgvuldig berekend te worden voordat een definitieve aanvraag voor een lening wordt ingediend. Dit voorkomt dat de verkondigers worden belast met een terugbetalingsregeling die onnodig zwaar is. Ook blijft er hierdoor in het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap geld beschikbaar voor andere gemeenten die dringend behoefte hebben aan een betere Koninkrijkszaal (Fil. 4:5). Aangezien degenen die in het regionale comité dienen of ermee samenwerken op dit gebied veel ervaring hebben, moeten zulke berekeningen behoorlijk nauwkeurig kunnen zijn. Hoewel onvoorziene uitgaven kostenoverschrijdingen kunnen veroorzaken, kunnen er door een goede planning en analyse van de belangrijkste kostenfactoren redelijk nauwkeurige schattingen gemaakt worden, zodat het niet nodig hoeft te zijn bij de kostenberekeningen een flink reservebedrag in te calculeren.

15 Bij een bouwproject voor een Koninkrijkszaal worden door de gemeente grote sommen geld uitgegeven. De ouderlingen moeten erop toezien dat het geld op een verantwoorde wijze wordt beheerd. De boekhouding dient nauwkeurig bijgehouden te worden, en elke maand dient (dienen) de betrokken gemeente(n) een duidelijk verslag te ontvangen. De presiderende opziener moet erop toezien dat het bouwfonds met alle bijbehorende financiële administratie ieder kwartaal, in dezelfde maanden als de gewone gemeenteboekhouding, gecontroleerd wordt. De gemeente moet toestemming verlenen voor het project nadat ze volledig op de hoogte is gebracht van de bijzonderheden en geraamde kosten (km 7/84 blz. 3). Daarna dienen alle betalingen op de juiste wijze goedgekeurd te worden voordat er enig geld wordt uitgegeven. Aan het eind van het project dient er een duidelijk financieel overzicht van alle uitgaven te zijn. Door het Regionale bouwcomité een kopie van dit overzicht te geven, zullen deze broeders worden geholpen nauwkeurig te blijven in de begrotingen die zij maken wanneer zij andere gemeenten bijstaan die een bouwproject overwegen.

16 Wat er tot stand is gebracht: Er zijn in Nederland momenteel nog twee Regionale bouwcomités, maar in april zal er een derde comité beginnen te functioneren. Tot nu toe zijn er onder leiding van de Regionale bouwcomités in ons land 28 nieuwe zalen gebouwd, terwijl er 15 renovaties werden uitgevoerd. Daarnaast hebben deze broeders aan ouderlingen van verscheidene andere gemeenten suggesties en adviezen gegeven. Tevens waren de vrijwilligers uit de regionale bouwploegen intensief betrokken bij de nieuwbouw en renovatie van onze congreshallen. Dit is een duidelijk bewijs van de eenheid en gewillige geest onder degenen die Jehovah en hun broeders liefhebben. — Joh. 13:34, 35.

17 Door anderen gadegeslagen: De apostel Paulus zei: „Wij zijn een theaterschouwspel geworden voor de wereld en voor engelen en voor mensen” (1 Kor. 4:9). Christenen in deze tijd zijn een schouwspel, en dit is vooral zo tijdens de bouw van een Koninkrijkszaal. Het werk dat wordt verricht en de vreugdevolle geest van de werkers blijven niet onopgemerkt. Het resultaat is dat kranten vette koppen drukken als: „Jehovah’s Getuigen: Een enorme prestatie geleverd”, „In de ware geest van het helpen” en „Op de derde dag rustten zij”.

18 De eenheid onder de vrijwillige werkers heeft bij toeschouwers steeds verwondering gewekt. Over één project berichtte een krant dat het „klonk als een oude familiereünie”, aangezien er tussen de werkgeluiden keer op keer „kreten van vreugdevolle begroetingen” klonken.

19 Op een bouwterrein in een stad waar plaatselijke broeders een zaal bouwden, kwam de burgemeester op bezoek. Naderhand berichtte de plaatselijke krant dat de burgemeester „zich prijzend uitliet over de organisatie en het vakmanschap van de vrijwilligers”. Volgens een aanhaling in de krant zei een hoge ambtenaar die met bestemmingsplannen te maken heeft: „Het mag dan snel klaar zijn, maar het was kwaliteitswerk.” Een bouwinspecteur zei: „Dit is een van de dingen waarover bouwinspecteurs spreken wanneer zij bij elkaar zijn — een weekeindbouw.”

20 Eén gemeente uitte waardering voor de regeling van het Regionale bouwcomité en meldde dat het bouwproject Jehovah’s naam veel lof en eer bracht. Zij berichtten dat een geestelijke het bouwproject in ongeloof had gadegeslagen en later zijn wekelijkse avondklas onderwees dat ’dit een waar bewijs van de geest van het christendom was’.

21 Een journalist merkte op: „Volgens een oud gezegde is Rome niet op één dag gebouwd, maar de plaatselijke gemeente van Jehovah’s Getuigen heeft er met de bouw van hun nieuwe Koninkrijkszaal min of meer voor gezorgd dat deze theorie niet meer opgaat.” Een andere schrijver zei toen hij het had over het bouwproject voor een plaatselijke Koninkrijkszaal: „Dit lijkt misschien iets waar je alleen maar van hoort, maar het is echt hier gebeurd. . . . Wat velen als bijna een wonder zien, beschouwen de getuigen van Jehovah als routine. . . . Hoewel zij misschien niet graag pochen op hun succes, zijn hun mentaliteit en de manier waarop zij samenwerken iets waar velen een voorbeeld aan kunnen nemen.”

22 Nadat een niet-Getuige een van de snelbouwprojecten had gezien, schreef hij aan een krant: „Ik keek gewoon vol verwondering toe hoe dit gebouw voor mijn ogen omhoogschoot. Overal waren mensen — zowel binnen als buiten. . . . Er werd niet geschreeuwd, gevloekt of gecommandeerd. Van een afstand leek het net of een onzichtbare hand iedereen leidde. Misschien was dat ook zo. Ik sta er nog steeds versteld van dat dit werkelijkheid is.” Hij besloot zijn brief met de woorden: „Als zij bij u aan de deur komen, is dat niet om u lastig te vallen. Zij willen alleen maar met iedereen hun liefde en vreugde delen. Misschien zouden wij op zijn minst naar hen moeten luisteren. Ik ga dat beslist doen. Want wat ik het afgelopen weekeind heb gezien, was als een schijnend licht in een donkere wereld, en in deze tijd, mensen, hebben wij behoefte aan wat van dat licht en die liefde.”

23 Liefdevolle hulp van vrijwilligers: De duizenden vrijwilligers, met inbegrip van vaklieden die helpen bij de bouw van Koninkrijkszalen, zijn beslist te prijzen. Dat zij deze krachtsinspanningen in het werk stellen zonder ervoor betaald te worden, is een bewijs dat Jehovah’s geest door hen werkt (Hand. 20:35; 1 Joh. 4:12, 13, 21). Er wordt op het bouwterrein heel veel tot stand gebracht door deze vreugdevolle werkers.

24 Vele bekwame werkers stellen hun tijd en vaardigheden beschikbaar om te helpen bij de aankoop van grond, het maken van tekeningen en ontwerpen, bouwen en installeren, inrichting, tuinaanleg, bouwrijp maken van het terrein, inkoop, voedseldienst, verkeer, veiligheid, enzovoort. Broeders stellen voor deze projecten hun eigen apparatuur beschikbaar. Hoe gelukkig moet het onze Vader, Jehovah, maken te zien dat zij hun bezittingen en bekwaamheden op zo’n liefdevolle wijze gebruiken! — Vergelijk 1 Thessalonicenzen 2:6-9 en 2 Thessalonicenzen 3:8b.

25 Meer vrijwilligers nodig: Regionale bouwcomités berichten dat er nog veel meer vrijwilligers nodig zijn. Dit is een noodzakelijke dienst ter ondersteuning van de Koninkrijksbelangen (1 Kor. 15:58). Er zijn niet alleen vaklieden nodig, maar ook andere rijpe broeders met geestelijke hoedanigheden, al zijn zij geen bouwvakkers. Als je hiervoor in aanmerking komt, zou je dan enige veranderingen kunnen aanbrengen zodat je je op kunt geven? (Jes. 6:8) Zo zijn sommige ouderlingen of dienaren in de bediening wellicht in staat om ongeveer eens per twee maanden een weekeind te helpen bij de bouw van een Koninkrijkszaal. Zij zouden opgeleid kunnen worden om extra verantwoordelijkheden op zich te nemen, vaak in afdelingen die niet specifiek met bouwwerkzaamheden te maken hebben. Dit zou een hulp zijn voor de hardwerkende broeders die de leiding hebben over deze projecten.

26 Regionale bouwcomités en plaatselijke bouwcomités delen de vrijwilligers zo in dat zij op het bouwterrein zijn wanneer hun hulp nodig is. Deze vrijwilligers keren zo snel mogelijk naar hun eigen gemeenten en gezinnen terug en hoeven niet onnodig vergaderingen te missen en velddienst over te slaan. Degenen die zich op het bouwterrein van de Koninkrijkszaal bevinden, zijn dus (1) de goedgekeurde vrijwilligers die van de afdelingshoofden specifiek de toewijzing hebben ontvangen om aanwezig te zijn en (2) een algemene groep ongeschoolde arbeidskrachten, bestaande uit degenen die uit de gemeente(n) komen in het gebied waar de Koninkrijkszaal wordt gebouwd. Anderen worden aangemoedigd in hun eigen gemeenten de velddienstactiviteit te ondersteunen en vergaderingen te bezoeken.

27 Procedure voor vrijwilligers: Hoe kan iemand zich opgeven als vrijwilliger? Via de plaatselijke ouderlingen. Deze broeders verzamelen de nodige inlichtingen, zoals naam, adres, telefoonnummer, leeftijd, verantwoordelijkheid in de gemeente, vakbekwaamheid, jaren ervaring en natuurlijk ook iemands huidige beschikbaarheid. Zij geven die informatie door aan de kringopziener, die er op zijn beurt voor zorgt dat de gegevens aan het betreffende Regionale bouwcomité worden verschaft.

28 Als je je graag zou willen opgeven om te helpen bij de bouw van Koninkrijkszalen in jouw gebied en je een dienaar in de bediening of een ouderling bent, of als je een voorbeeldige christen en tevens een vakman bent, kun je je dus bij de ouderlingen van je gemeente opgeven. Zij zullen hun commentaar bij de gegevens voegen en alles naar de kringopziener zenden, die vervolgens het Regionale bouwcomité informeert. Indien je persoonlijke omstandigheden het toelaten en je voor vrijwilligerswerk in aanmerking komt, zul je grootse zegeningen ontvangen, omdat je de vreugde van je broeders en zusters ziet wanneer het bouwproject voor hun Koninkrijkszaal is gerealiseerd, tot lof van Jehovah.

29 Iedereen kan helpen: Degenen die niet in staat zijn zich als vrijwilliger op te geven, verrichten eveneens een waardevolle dienst. Terwijl anderen dienen bij een bouwproject voor een Koninkrijkszaal, helpen zij door zorg te dragen voor de gemeentelijke behoeften. Het is onvermijdelijk dat sommige vrijwilligers af en toe de vergaderingen in hun thuisgemeente moeten missen wanneer zij andere gemeenten liefdevol helpen bij de bouw van hun Koninkrijkszaal.

30 Wij allen hebben de gelegenheid financiële bijdragen te schenken aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap in de mate dat onze omstandigheden dit toelaten. Sinds het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap voor ons land in mei 1986 werd opgericht, zijn leningen verstrekt om te helpen bij de bouw van twaalf nieuwe Koninkrijkszalen. Deze zalen worden nu gebruikt door achttien gemeenten. [Daarnaast zijn er in dezelfde periode nog diverse leningen verstrekt uit andere middelen van het Genootschap, eveneens om de bouw van zalen te ondersteunen.] Veel gemeenten zouden zonder de liefde van de broederschap, die duidelijk blijkt uit jullie edelmoedige ondersteuning van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap, niet zulke prachtige vergaderplaatsen hebben verkregen.

31 Het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap verstrekt leningen om te helpen bij de bouw van nieuwe Koninkrijkszalen. Wanneer het geld en de rente zijn terugbetaald, kan dit weer worden uitgeleend aan andere gemeenten die het nodig hebben. Het heeft voordelen om, voordat wordt geprobeerd bij een bank geld te lenen, eerst bij het Genootschap een lening aan te vragen.

32 Uitingen van waardering: Een gemeente schreef het volgende aan het Genootschap toen hun nieuwe Koninkrijkszaal klaar was: „Wij schrijven jullie om jullie te bedanken voor jullie liefdevolle hulp bij de bouw van onze nieuwe Koninkrijkszaal. Ons gebouw is nu helemaal klaar en aan Jehovah opgedragen, en de gemeente is buitengewoon dankbaar zo’n prachtig gebouw voor de aanbidding van Jehovah te hebben. Onze gemeente heeft altijd van harte het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap en plaatselijke bouwprojecten ondersteund en zal dit blijven doen, in het besef dat nog meer gemeenten er grote behoefte aan hebben voordeel te trekken van deze edelmoedige en belangrijke voorziening.”

33 Een andere gemeente uitte waardering voor de liefdevolle hulp die hun ter beschikking was gesteld met de woorden: „Wij willen jullie onze diepste dank overbrengen voor de hulp van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap. Zonder deze hulp zou de bouw van [onze] zaal veel moeilijker zijn geweest en veel langer hebben geduurd. Uit deze regeling blijkt duidelijk Jehovah’s wijsheid.”

34 Nog een bericht luidt: „Het is iets meer dan een jaar geleden dat wij onze Koninkrijkszaal aan Jehovah opdroegen, en wij willen onze waardering uiten voor het feit dat wij hiervoor geld mochten lenen van het Koninkrijkszalenfonds [van het Genootschap]. Wat twee jaar geleden onmogelijk leek, is nu werkelijkheid geworden — dit alles dank zij de liefdevolle edelmoedigheid van onze broeders en zusters.”

35 Ook de volgende woorden van waardering voor een ontvangen lening bereikten het Genootschap in een brief: „Wat was het geweldig te ervaren hoe Jehovah’s hand aan het werk was. Wij zagen de liefde en eenheid van de broeders die samenwerkten om in ons gebied een groots getuigenis voor Jehovah’s naam te geven. Heel hartelijk dank dat jullie ons allen hebben aangemoedigd onze waardevolle dingen aan zo’n edel doel als het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap te schenken.”

36 Het voor ons liggende werk: Ja, wij allen hebben reden om vreugdevol te zijn wanneer wij voorzien in de behoeften van de oogst. Wij dienen een geest van samenwerking te hebben — door gezamenlijk iets tot stand te brengen en deze noodzakelijke activiteit volledig te ondersteunen (Ps. 133:1). Wat zijn wij blij dat er door Jehovah’s organisatie mannen zijn aangesteld om zowel in geestelijke aangelegenheden als in de bouw van noodzakelijke faciliteiten de leiding te nemen! Paulus deed de Filippenzen het dringende verzoek: „Maakt dan mijn vreugde volkomen doordat gij gelijkgezind zijt en dezelfde liefde hebt” (Fil. 2:2). Wij hebben beslist alle reden om ons te verheugen, want ons is het goede nieuws van het opgerichte Koninkrijk toevertrouwd, dat voordat het einde komt „op de gehele bewoonde aarde [zal] worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën” (Matth. 24:14). Wanneer wij een vastberaden standpunt aan de zijde van dat koninkrijk innemen en loyaal voor de belangen ervan werken, verheugen wij Jehovah’s hart. „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont” (Spr. 27:11). Wat een buitengewoon voorrecht hebben wij om met Jezus Christus samen te werken en vreugdevol een aandeel te hebben aan Jehovah’s werk!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen