Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w72 15/1 blz. 40-41
  • Deelt het volk in de verantwoordelijkheid van de regeerders?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Deelt het volk in de verantwoordelijkheid van de regeerders?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WERELDREGERINGEN KUNNEN DE OP AARDE HEERSENDE ZIEKTEN NIET GENEZEN
  • EEN GEHEEL SAMENSTEL VAN DINGEN MOET VERDWIJNEN
  • De volmaakte regering voor de gehele mensheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Hoe Gods koninkrijk u tot voordeel kan strekken
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
  • De wenselijkheid van een regering door God
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
  • Bestaat er een God die zich om ons bekommert?
    Bestaat er een God die zich om ons bekommert?
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
w72 15/1 blz. 40-41

Deelt het volk in de verantwoordelijkheid van de regeerders?

ALS DE natiën frontaal met God in botsing komen, zal er onvermijdelijk een grote vernietiging plaatsvinden. Maar als de religieuze en politieke leiders vooraan staan om God tegen zich in het harnas te jagen, waarom moet het volk dan lijden ondergaan?

Welnu, kunnen wij de schuld alleen aan de regeerders geven? Neen. Dat een regering slechts het volk weerspiegelt waarover ze regeert,wordt in regeringskringen algemeen erkend. „Elk land heeft de regering die het verdient”, was de manier waarop J. de Maistre, een Frans diplomaat die tijdens de eeuwwisseling leefde, het uitdrukte. En de Britse staatsman W. Penn leerde: „Regeringen zijn meer afhankelijk van mensen dan mensen van regeringen. Laten de mensen goed zijn en de regering kan niet slecht zijn. Als deze ziek is, zullen zij haar genezen, maar de regering kan nog zo goed zijn, als de mensen slecht zijn, zullen zij trachten de regering naar hun hand te zetten en deze aldus verderven.” Voor zover het door mensen gemaakte regeringen betreft, is de bijbel het hiermee eens.

Zelfs in Israël, waar Gods wet de ’grondwet’ van de natie was, droegen zowel de regeerders als het volk Israël schuld en ondergingen zij lijden. De reden was, zoals Jehovah zei: „De profeten zelf profeteren in werkelijkheid op grond van de leugen; en wet de priesters betreft, zij gaan onderwerpen naar hun vermogen. En mijn eigen volk heeft het graag zo gehad.”

In de christenheid, welke Gods volk, zijn heilige natie, beweert te zijn, bestaat dezelfde situatie. De woorden die God tot Israël sprak, zijn derhalve met gelijke kracht op de christenheid in deze tijd van toepassing: „Zou ik wegens deze dingen geen rekenschap vragen, . . . of zou aan een natie als deze mijn ziel zich niet wreken?” — Jer. 5:29-31.

Hebben de mensen op het gebied van religie niet meer naar mensen geluisterd dan naar God? Zij bezitten de bijbel en kunnen deze lezen, maar toch blijven zij als lidmaten hun steun geven aan de kerken waar valse leerstellingen over God en verwerping van zijn Woord worden onderwezen, waar oneerlijke en immorele mensen ongestraft hun gang kunnen gaan en waar zelfs de God-loochenende evolutietheorie is aanvaard. Kan God hiermee ingenomen zijn?

WERELDREGERINGEN KUNNEN DE OP AARDE HEERSENDE ZIEKTEN NIET GENEZEN

Vooraanstaande mensen erkennen dat de regeringen geen eind kunnen maken aan de talloze ziekten waardoor de wereld wordt geteisterd: misdaad, de drugepidemie, venerische ziekten, verontreiniging en andere ernstige bedreigingen voor de mensheid. Waarom niet? Omdat de mensen, om hieraan een eind te maken, hun volledige medewerking moeten geven, de wet van ganser harte moeten onderhouden, attent moeten zijn jegens hun medemensen en, in plaats van zelfzucht en hebzucht te tonen, werkelijke liefde moeten oefenen. Dit is echter niet het geval.

De regeringen kunnen de mensen geen rechtvaardigheid inprenten. Zelfzucht is zo ingeworteld dat geen enkel opvoedkundig programma dat door wereldse instellingen wordt ontworpen, er een eind aan zal maken. Programma’s die op touw worden gezet — zoals sociale verzorging, rehabilitatie, enzovoort — lopen uiteindelijk op niets uit wegens begunstiging, zelfzucht, omkoperij en corruptie (Pred. 1:15). Het volk zelf is derhalve in grote mate medeverantwoordelijk.

Al deze toestanden, die zowel in fysiek als maatschappelijk opzicht invloed op de mensen uitoefenen, vormen in werkelijkheid een weerspiegeling van de slechte geestelijke toestand die bestaat. De bijbel vergelijkt de geest die door de mensen van de wereld wordt ’geademd’ met de lucht van onze atmosfeer. Deze geest of overheersende kracht, de houding of neiging van deze wereld, is een geest van ongehoorzaamheid (Ef. 2:2). Net als de lucht dringt deze geest overal door en oefent overal om ons heen druk op ons uit. In het bijbelboek Openbaring wordt getoond dat Gods toorn, als een ’plaag’, ’op de lucht wordt uitgegoten’. De geest die de wereld in het algemeen tot handelen aanzet, is beslist een ’zieke’ geest, die zich thans kenbaar maakt door letterlijke plagen van verval in alle activiteiten van de hedendaagse maatschappij. — Openb. 15:1; 16:17.

EEN GEHEEL SAMENSTEL VAN DINGEN MOET VERDWIJNEN

Wanneer God vanuit Zijn superieure positie op de mensheid neerkijkt, ziet hij dit allemaal en beseft hij dat geen enkele groep als enige schuldige kan worden aangewezen. Het is veeleer zo dat het gehele samenstel van dingen van thans de mensen in een levenswijze heeft ’geperst’ waaraan men slechts met de grootste moeite kan ontkomen. Het stelsel moet vervangen worden. Het kan niet in een andere richting worden gestuwd, net zomin als een locomotief van haar rails kan afwijken om dwars door het land te rijden. Jezus Christus toonde aan dat het samenstel van dingen van deze wereld onder de omstandigheden die wij thans op aarde kunnen waarnemen, tot een „besluit” zou komen.

Sommigen zijn van mening dat men alleen maar in leven kan blijven wanneer men met het samenstel van dingen en zijn oneerlijke beginselen meegaat. Maar door aldus juiste beginselen aan kant te zetten, deelt men in de verantwoordelijkheid voor de goddeloosheid ervan, met vernietiging in het verschiet. Niemand behoeft zich echter onvermijdelijk gedwongen te voelen met dit samenstel mee te gaan. God stelt iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Daarom voorziet hij in een uitweg voor degenen die werkelijk bereid zijn een eerlijke, reine levenswijze te volgen (Zef. 2:3; 1 Kor. 10:13). Hij is in de eerste plaats een God van liefde. Zijn liefderijke goedheid is het onderwerp dat wij vervolgens zullen beschouwen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen