Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Handelingen 24
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Overzicht van Handelingen

    • N. Paulus’ gevangenschap in Cesarea (24:1–26:32)

      • Beschuldigingen tegen Paulus (24:1-9)

      • Paulus’ verdediging tegenover Felix (24:10-21)

      • Paulus’ zaak twee jaar uitgesteld (24:22-27)

      • Paulus voor Festus; ‘Ik beroep me op caesar!’ (25:1-12)

      • Festus overlegt met koning Agrippa (25:13-22)

      • Paulus’ verdediging tegenover Agrippa (25:23–26:11)

      • Paulus vertelt Agrippa over zijn eigen bekering (26:12-23)

      • Reactie Festus en Agrippa (26:24-32)

Handelingen 24:1

  • oudsten: Hier wordt het woord gebruikt voor de leiders van het Joodse volk, die vaak in één adem worden genoemd met de overpriesters en de schriftgeleerden. (Zie aantekening bij Mt 16:21.)

    een redenaar: Of ‘een advocaat’. Het Griekse rhetor had oorspronkelijk de betekenis van ‘redenaar’, ‘spreker’, maar ging later ook ‘advocaat’, ‘pleiter’ betekenen. Tertullus diende namens de Joden een aanklacht tegen Paulus in bij gouverneur Felix in Cesarea.

Verwijsteksten

  • +Han 23:2
  • +Han 23:26

Handelingen 24:2

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 192

  • Publicatie-index

    bt 192

Handelingen 24:3

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 192

  • Publicatie-index

    bt 192

Handelingen 24:5

  • een pest: Of ‘onruststoker’. De enige andere keer dat dit woord in de Griekse Geschriften wordt gebruikt is in Lu 21:11, waar het wordt gebruikt voor epidemieën of wijdverbreide ziekten. Hier in Han 24:5 wordt het figuurlijk gebruikt voor iemand die als ‘een pest’ wordt gezien, iemand die problemen veroorzaakt of een bedreiging voor de openbare orde is, een onruststoker.

    de hele bewoonde aarde: Zie aantekening bij Lu 2:1.

    sekte: Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt (hairesis), had blijkbaar oorspronkelijk de betekenis van ‘een keuze’. Zo wordt het woord in Le 22:18 in de Septuaginta gebruikt, waar wordt gezegd dat de Israëlieten offers brachten ‘naar al hun keuzes’. In de Griekse Geschriften wordt het woord gebruikt voor een groep mensen die vasthoudt aan kenmerkende opvattingen of leerstellingen. De term wordt toegepast op de twee belangrijkste takken van het jodendom: de farizeeën en de sadduceeën (Han 5:17, vtn.; zie aantekeningen bij Han 15:5 en 26:5). Niet-christenen noemden het christendom een ‘sekte’ of ‘de sekte van de Nazarenen’, mogelijk omdat ze het als een afscheiding van het jodendom bezagen (Han 24:5, 14; 28:22). Het Griekse hairesis werd ook gebruikt voor groepen die in de christelijke gemeente ontstonden. Jezus beklemtoonde dat er eenheid onder zijn volgelingen moest zijn en bad daar om (Jo 17:21). De apostelen streefden ernaar de eenheid binnen de christelijke gemeente te bewaren (1Kor 1:10; Ju 17-19). Als de leden van de gemeenten zich in groepen zouden verdelen, zou dat de eenheid verstoren. Het Griekse hairesis werd gebruikt om zulke groepen te beschrijven en kreeg dan ook de negatieve betekenis van een afgescheiden groep, een sekte. Onenigheid in het geloof kon leiden tot hevige discussies, tweedracht en zelfs vijandigheid. (Vergelijk Han 23:7-10.) Sekten moesten dus vermeden worden en werden bezien als een uiting van ‘de werken van het vlees’ (Ga 5:19-21; 1Kor 11:19; 2Pe 2:1).

    de Nazarenen: Zie aantekening bij Mr 10:47.

Voetnoten

  • *

    Of ‘staat aan de spits’.

Verwijsteksten

  • +Mt 5:11; Han 16:20, 21; 17:6, 7
  • +Lu 23:1, 2
  • +Mt 2:23; Han 28:22

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 192

    Inzicht, Deel 2, blz. 513, 847

    De Wachttoren,

    15/12/2001, blz. 22-23

    Ontwaakt! 1988,

    8/1/1988, blz. 26

  • Publicatie-index

    bt 192; it-2 513, 847; w01 15/12 22-23; g88 8/1 26

Handelingen 24:6

Verwijsteksten

  • +Han 21:27, 28

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 192

    Inzicht, Deel 2, blz. 1048-1049

    De Wachttoren,

    15/12/2001, blz. 22-23

  • Publicatie-index

    bt 192; it-2 1048-1049; w01 15/12 22-23

Handelingen 24:7

  • Enkele latere Griekse manuscripten en enkele oude vertalingen in andere talen voegen met kleine variaties in vers 6-8 het volgende toe: ‘en wilden we hem naar onze wet oordelen. (7) Maar commandant Lysias kwam, rukte hem met veel geweld uit onze handen (8) en gaf zijn aanklagers bevel naar u toe te gaan.’ Maar die woorden komen niet voor in de oudste en betrouwbaarste manuscripten en maken blijkbaar geen deel uit van de oorspronkelijke tekst van Handelingen. (Zie App. A3.)

Handelingen 24:10

Verwijsteksten

  • +Fil 1:7

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 680

  • Publicatie-index

    it-1 680;

    bw 68; g77 8/6 28

Handelingen 24:11

Verwijsteksten

  • +Han 21:17, 26

Handelingen 24:13

Index

  • Publicatie-index

    g63 22/2 28

Handelingen 24:14

  • ik (...) heilige dienst doe voor: Of ‘ik (...) aanbid’. De basisbetekenis van het Griekse werkwoord latreuo is ‘dienen’, maar in sommige contexten kan het worden weergegeven met ‘aanbidden’. In de Bijbel duidt het meestal op dienst voor God, dienst die verband houdt met de aanbidding van hem (Mt 4:10; Lu 1:74; 2:37; 4:8; Ro 1:9; Fil 3:3; 2Ti 1:3; Heb 9:14; 12:28; Opb 7:15; 22:3) of dienst in het heiligdom of de tempel (Heb 8:5; 9:9; 10:2; 13:10). In enkele gevallen wordt de term gebruikt in verband met valse aanbidding — het dienen of aanbidden van dingen die geschapen zijn (Han 7:42; Ro 1:25).

Verwijsteksten

  • +Ex 3:15; Han 3:13; 2Ti 1:3
  • +Han 26:22, 23; 28:23; Ro 3:21

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 847

    De Wachttoren,

    15/7/2000, blz. 13-14

  • Publicatie-index

    it-2 847; w00 15/7 13-14;

    w83 15/12 17; w80 15/11 23; w65 199

Handelingen 24:15

  • opstanding: Het Griekse anastasis betekent letterlijk ‘oprichten’, ‘opstaan’. Het wordt in de Griekse Geschriften zo’n 40 keer gebruikt in verband met de opstanding van de doden. (Enkele voorbeelden: Mt 22:31; Han 2:31; 4:2; 17:18, 32; 23:6; 1Kor 15:12, 13.) In de Septuaginta wordt in Jes 26:19 in de uitdrukking ‘je doden zullen leven’ een werkwoordsvorm van anastasis gebruikt als weergave van het Hebreeuwse werkwoord ‘leven’. (Zie Woordenlijst.)

Verwijsteksten

  • +Jes 26:19; Mt 22:31, 32; Lu 14:13, 14; Jo 5:28, 29; 11:25; Heb 11:35; Opb 20:12
  • +Lu 23:43

Index

  • Studiehulp

    Vragen over de Bijbel, artikel 77

    De Wachttoren (studie-uitgave),

    9/2022, blz. 16-17, 20, 22, 26

    Voor eeuwig gelukkig!, les 30

    Ontwaakt!,

    nr. 1 2021 blz. 13

    8/9/1990, blz. 22-23

    De Wachttoren (studie-uitgave),

    12/2020, blz. 7

    Inzicht, Deel 2, blz. 185, 518-520

    De Wachttoren,

    1/8/2015, blz. 6

    1/6/2014, blz. 10-11

    15/3/2012, blz. 11

    15/6/2006, blz. 6

    15/7/2001, blz. 6

    15/7/2000, blz. 13-14

    1/4/1999, blz. 18

    1/7/1998, blz. 22

    15/2/1995, blz. 8-12

    1/8/1991, blz. 6

    1/5/1990, blz. 26

    Leren uit de Bijbel, blz. 77-79

    Leert de bijbel, blz. 72-73

    Openbaring, blz. 297-298

    Wat gebeurt er bij de dood?, blz. 27

    Kennis, blz. 185-186

    Eeuwig leven, blz. 170-172, 179-180

    Redeneren, blz. 267, 332-333

  • Publicatie-index

    ijwbq artikel 77; w22.09 16-17, 20, 22, 26; lff les 30; g21.1 13; w20.12 7; it-2 185, 518-520; bhs 77-79; w15 1/8 6; w14 1/6 10-11; w12 15/3 11; w06 15/6 6; re 297-298; bh 72-73; w01 15/7 6; w00 15/7 13-14; w99 1/4 18; w98 1/7 22; ie 27; w95 15/2 8-12; kl 186; w91 1/8 6; w90 1/5 26; pe 170-172, 179-180; rs 267, 332-333; g90 8/9 22-23;

    rs 267, 332-3; w82 15/6 25; pe 170; hp 119; lp 171; g77 22/11 8; gh 152; sl 28; w75 288; ts 179; w74 487; g74 22/11 29; w73 111, 248; g73 8/10 21; kj 390; bd 58; ev 181; li 395; w65 101, 199, 298, 372-3, 376; w64 295; g63 8/8 27; yw 353; w60 150, 158, 572; g60 8/11 27; sr55 357; w58 678; nh 345; w54 328; g53 22/10 13; w51 368; w47 291

Handelingen 24:16

Voetnoten

  • *

    Of ‘onberispelijk’.

Verwijsteksten

  • +Han 23:1; 1Kor 4:4; Heb 13:18

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 826

    De Wachttoren,

    1/10/2005, blz. 14-15

  • Publicatie-index

    it-1 826; w05 1/10 14-15;

    w73 19; bd 58; w65 377; w62 380

Handelingen 24:17

Voetnoten

  • *

    Of ‘gaven van barmhartigheid’. Zie Woordenlijst.

Verwijsteksten

  • +Ro 15:26; 1Kor 16:1; 2Kor 8:4

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 169

  • Publicatie-index

    bt 169

Handelingen 24:18

Verwijsteksten

  • +Han 21:24, 26
  • +Han 21:27

Index

  • Publicatie-index

    w60 223

Handelingen 24:19

Verwijsteksten

  • +Han 25:16

Handelingen 24:20

Media

  • Sanhedrin

Handelingen 24:21

Verwijsteksten

  • +Han 23:6

Index

  • Publicatie-index

    w65 101

Handelingen 24:22

Verwijsteksten

  • +Han 9:1, 2; 19:9

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1245

  • Publicatie-index

    it-2 1245

Handelingen 24:23

  • de legerofficier: Of ‘de centurio’. Een centurio was iemand die in het Romeinse leger het bevel had over zo’n 100 soldaten.

Handelingen 24:24

  • Drusilla: De derde en jongste dochter van de Herodes die in Han 12:1 vermeld wordt, Herodes Agrippa I. Ze werd rond het jaar 38 geboren en was een zus van Agrippa II, Bernice en Mariamne III. (Zie aantekening bij Han 25:13 en Woordenlijst ‘Herodes’.) Gouverneur Felix was haar tweede man. Eerst was ze getrouwd met de Syrische koning Azizus van Emesa, maar ze liet zich van hem scheiden en trouwde rond 54 n.Chr. met Felix, toen ze zo’n 16 jaar oud was. Misschien was ze erbij toen Paulus met Felix sprak ‘over rechtvaardigheid, zelfbeheersing en het komende oordeel’ (Han 24:25). Toen Felix twee jaar later het bestuur aan Festus overdroeg, liet hij Paulus in gevangenschap achter omdat hij ‘in de gunst wilde komen bij de Joden’ (Han 24:27). Volgens sommigen deed hij dit om zijn jonge vrouw, die Joods was, een plezier te doen.

Verwijsteksten

  • +Mt 10:18

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 194-195

    Inzicht, Deel 1, blz. 417

  • Publicatie-index

    bt 194-195; it-1 417;

    w69 235

Handelingen 24:25

Verwijsteksten

  • +Han 17:30, 31; 2Kor 5:10

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 194-195

    De Wachttoren,

    15/8/1993, blz. 17-18

  • Publicatie-index

    bt 194-195; w93 15/8 17-18

Handelingen 24:26

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 72

    De Wachttoren,

    15/12/2001, blz. 23

  • Publicatie-index

    it-1 72; w01 15/12 23;

    w65 733; g65 8/6 9; w57 620

Handelingen 24:27

Verwijsteksten

  • +Han 25:9

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 195

    Inzicht, Deel 1, blz. 441, 548, 680, 682

  • Publicatie-index

    bt 195; it-1 441, 548, 680, 682;

    g80 8/12 18; w68 286, 700; si63 292; g65 8/6 9; w57 620

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

Hand. 24:1Han 23:2
Hand. 24:1Han 23:26
Hand. 24:5Mt 5:11; Han 16:20, 21; 17:6, 7
Hand. 24:5Lu 23:1, 2
Hand. 24:5Mt 2:23; Han 28:22
Hand. 24:6Han 21:27, 28
Hand. 24:10Fil 1:7
Hand. 24:11Han 21:17, 26
Hand. 24:14Ex 3:15; Han 3:13; 2Ti 1:3
Hand. 24:14Han 26:22, 23; 28:23; Ro 3:21
Hand. 24:15Jes 26:19; Mt 22:31, 32; Lu 14:13, 14; Jo 5:28, 29; 11:25; Heb 11:35; Opb 20:12
Hand. 24:15Lu 23:43
Hand. 24:16Han 23:1; 1Kor 4:4; Heb 13:18
Hand. 24:17Ro 15:26; 1Kor 16:1; 2Kor 8:4
Hand. 24:18Han 21:24, 26
Hand. 24:18Han 21:27
Hand. 24:19Han 25:16
Hand. 24:21Han 23:6
Hand. 24:22Han 9:1, 2; 19:9
Hand. 24:24Mt 10:18
Hand. 24:25Han 17:30, 31; 2Kor 5:10
Hand. 24:27Han 25:9
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Lees in Nieuwewereldvertaling (nwt)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
Handelingen 24:1-27

Handelingen van apostelen

24 Vijf dagen later arriveerde de hogepriester Anani̱as+ met een aantal oudsten en een redenaar die Tertu̱llus heette. Ze dienden bij de gouverneur+ een aanklacht tegen Paulus in. 2 Toen hij geroepen was, begon Tertu̱llus zijn beschuldiging met de volgende woorden:

‘Dankzij u hebben we volop vrede en dankzij uw vooruitziende blik vinden er onder dit volk hervormingen plaats, 3 Uwe Excellentie Felix, en dat erkennen we altijd en overal met de grootste dankbaarheid. 4 Maar om u niet te lang op te houden, smeek ik u zo vriendelijk te zijn ons kort aan te horen. 5 We hebben namelijk vastgesteld dat deze man een pest is,+ die alle Joden op de hele bewoonde aarde tot opstand aanzet,+ en hij is een van de leiders* van de sekte van de Nazarenen.+ 6 Hij heeft ook geprobeerd de tempel te ontwijden en daarom hebben we hem gegrepen.+ 7 —— 8 Als u hem zelf verhoort, zult u erachter komen dat alles waarvan we hem beschuldigen waar is.’

9 De Joden sloten zich bij de beschuldiging aan door te bevestigen dat dit zo was. 10 Toen knikte de gouverneur Paulus toe dat hij kon spreken, en Paulus zei:

‘Omdat ik heel goed weet dat u al jaren rechter over dit volk bent, verdedig ik mijn zaak vol vertrouwen.+ 11 Zoals u zelf kunt nagaan, ben ik pas 12 dagen geleden naar Jeruzalem gekomen om God te aanbidden.+ 12 Ze hebben me in de tempel met niemand in discussie zien gaan en me ook geen samenscholing zien veroorzaken — niet in de synagogen en ook niet ergens anders in de stad. 13 En de beschuldigingen die ze nu tegen me inbrengen, kunnen ze ook niet bewijzen. 14 Maar dit wil ik wel tegenover u erkennen, dat ik overeenkomstig de weg die zij een sekte noemen, heilige dienst doe voor de God van mijn voorvaders.+ Ik geloof namelijk alles wat in de Wet en in de Profeten geschreven staat.+ 15 Op God heb ik mijn hoop gevestigd, en deze mannen hebben dezelfde hoop, namelijk dat er een opstanding+ zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen.+ 16 Daarom streef ik er altijd naar mijn geweten zuiver* te houden tegenover God en de mensen.+ 17 Na heel wat jaren ben ik gekomen met giften*+ voor mijn volk en om offers te brengen. 18 Daar was ik mee bezig toen ze mij in de tempel aantroffen. Ik was ceremonieel gereinigd,+ er was geen menigte bij me en ik veroorzaakte geen opschudding. Maar er waren daar een aantal Joden uit A̱sia+ — 19 zij zouden eigenlijk hier voor u moeten staan om me te beschuldigen als ze echt iets tegen me hebben.+ 20 Of laten deze mannen hier zelf zeggen welk misdrijf ze hebben gevonden toen ik voor het Sanhedrin stond, 21 behalve dan wat ik heb uitgeroepen toen ik voor hen stond: “Vanwege de opstanding van de doden sta ik vandaag terecht!”’+

22 Maar Felix, die vrij goed bekend was met De Weg,+ verdaagde de zaak en zei: ‘Wanneer commandant Ly̱sias hier komt, zal ik in deze zaak een beslissing nemen.’ 23 Hij gaf de legerofficier opdracht de man gevangen te houden maar hem wel wat vrijheid te geven. Ook moest het zijn vrienden toegestaan worden om voor hem te zorgen.

24 Een aantal dagen later kwam Felix met zijn vrouw Drusi̱lla, die Joods was. Hij liet Paulus halen en luisterde naar wat hij over het geloof in Christus Jezus te vertellen had.+ 25 Maar toen Paulus begon over rechtvaardigheid, zelfbeheersing en het komende oordeel,+ werd Felix bang en zei: ‘U kunt nu gaan. Als het me schikt, zal ik u nog eens laten roepen.’ 26 Intussen hoopte hij dat Paulus hem geld zou geven. Om die reden liet hij hem zelfs vaker komen voor een gesprek. 27 Maar na verloop van twee jaar werd Felix opgevolgd door Po̱rcius Festus. Omdat Felix in de gunst wilde komen bij de Joden,+ liet hij Paulus in gevangenschap achter.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen